Staten-Generaal. Uit de Staatscourant. Kunst en Letteren. Gemengd Nieuws. de nieuwe regelen voor de invordering van gerechts-kosten in strafzaken de wijziging van onderscheidene artikelen in liet wetboek van koophandel de verbeteide heffing der invoerrechten; de conversie der staatsschuld; de hei vorming der personeele belasting; de suikerwei de wijziging van het successierecht; de herziening van den belastbaren grond slag der gebouwde eigendommen, en de regeling van de rijks-uitkeeringen aan de gemeenten en de wijziging van het belasting wezen der gemeenten. Bij het uiteengaan van de Tweede Kamer bleven nog aanhangig de volgende wetsont werpen Goedkeuring der overeenkomsten met België: lo. tot regeling der toelating van den invoer van vee en mest voor bereiding, beakkering en bemesting der grens-landerijen2o. tot regeling der grens tusschen BaarleHertog en Baarle Nassau (dit laatste reeds in Oct. 1892 ingediend) "Wijziging van het bestuur der Polytechnische school Invoering van een wettelijken tijd Regeling van de mijnontginningen in Ned.- Indië; Aanvulling van het Wetboek van Koophan del met bepalingen lo. tot invoering en rege ling van een handelsregister; 2o. betrefiend- de Firma; en, in verband met dit laatste, aan vulling van het Wetboek van Strafreecht met eene bepaling tegen het wederrechtelijk ge bruik van namen, voornamen of firma's; Aanvulling en wijziging van eenige artikelen van het Wetboek van Strafvordering (^opsporing en inbeslagneming van voorwerpen, die tot het plegen van misdrijf gediend hebben enz.) Wijziging van Regeeringsreglementen voor Suriname en Curasao v Algerneene regels omtrent het waterstaats bestuur; Toekenning van eenige bevoegdheden aan de besturen van waterschappen en veenpolders Aanvulling der wet tot regeling van den dienst en het gebruik der spoorwegen (toezicht op de vergoedingen welke de ondernemingen voor het publiek gebruik van hare spoorwegen heffen); Opheffing der belemmeringen bij de uitvoe ring van openbare werken, uit bepalingen van verordeningen voortspruitende Wettelijke verzekering van werklieden tegen de gevolgen van ongevallen in bepaalde be drijven Aanvulling en wijziging van eenige artikelen der wet van 23 Juni 1889 tot voorkoming van bedrog in den boterhandel Wijziging van art. 41 der wet van 2G Mei 1S70 betrekkelijk de grondbelasting; Wijziging van art. 40 der wet van 18 Juni 1892 ten aanzien van de pensioenen en onder standen toe te kennen aan weduwen en kin deren van het loodspersoneel, dat vóór of met ingang van 1 Juli 1892 werd gepensionneerd Bijdrage uit 's Rijks schatkist voor een ka naal uit den zjjtak van het Oranjekanaal bij Odoorn naar en in de Weerdingervenen en voor eene nieuwe schutsluis te Zaandam; Heffing eener rijwielbelasting; Nadere regeling van de bezoldiging der Al gerneene Rekenkamer Machtiging op de Alg. Rekenkamer tot ver evening van op dienst van '1894 niet in uit gaaf aangenomen mandaten voor het departe ment van ooi log; Regeling van het beheer over den voorraad goederen voor kleeding en uitrusting van onder officieren en soldaten (Toezicht Alg. Reken kamer) Regeling der bestemming van de voordeelige sloten en voorziening in de dekking van de ua- deelige sloten der Indische rekeningen over vorige dienstjaren Vaststelling der Indische rekeningen over 1891, 1802 en 1893; Verhooging der Mai'ine-begrooting voor 1897 voor de suppletie in Indiè van verschillende benoodigdheden Wetsvoorstel van den heer Balilmann tot wijziging van de Schutterijwet. Wetsvoorstel van den heer Pyttersen tot het tegengaan van overmatigen arbeid in bakkerijen en broodfabrieken. Voorts verschillende regeeringsbescheiden en de motie van den heer Pyttersen betrekkelijk het toezicht op de boter. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 9 April. Aan de orde is voortzetting der beraadslaging over bovengenoemd wetsontwerp. Wijziging art. 748 en 755 van het Wetboek van Koophandel en wel art. 1 van de wetsvooTdracht. Dit art. luidt Aan art. 748 Wetboek van Koophandel wordt als 2e en 3e lid toegevoegd: Voor zoover daaromtrent geen overeenkomst is getroffen gaat de tijd van laden en lossen in, daags nadat de schipper verklaard heeft daartoe gereed te zijn, en worden de tijden van laden en lossen en het bedrag van het overlig- geld geregeld daar den inhoud van het schip of vaartuig. Het aantal van de laad- en losdagen, het bedrag van het overleggcld en de wijze waarop de inhoud van het schip of vaartuig wordt bepaald, worden vastgesteld bij algemeencn maatregel van bestuur. Door de commissie van rapporteurs is op dit art. een amendement voorgesteld om art. 748 aldus to wijzigen: Indien het cognossement of de gehcele vrachtbrief niet voor do geheele lading of een deel der lading houdt aan een bepaalden persoon en den schipper gecne nadere aanwijzing is gedaan, zijne verplichting vervalt tot het doen der in het voor gaande lid vermelde verklaring, en de tijd van lossen ingaat daags na de aankomst van het schip of vaartuig." Na toelichting van dit amendement door den heer Plate wordt bet amendement door den min. van jus titie overgenomen. De artikelen worden goedgekeurd. net wetsontwerp wordt zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. De beer Smecnge brengt rapport uit over inge komen adressen. Eindstemming over het wetsontwerp tot regeling der finaucieele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten en herziening der algerneene regelen ten aanzien der plaatselijke belastingen. Door de commissie van rapporteurs zijn nog eenige amendementen voorgesteld, die echter slechts redactie wijzigingen betreffen en allo worden goedgekeurd. De heer Goeman Borgesius venscht ook namens conigc leden zijn stem to motivecreu, die hij over dit ontwerp zal uitbrengen. De voorzitter doet opmerken, dat hot niet de ge woonte is. om bij tweede lezing te spreken over de beweegredenen van het wetsontwerp. Of wil de beer Borgesius, dat de beraadslaging daarover wordt heropend. Do heer Goeman Borgesius antwoordt op deze vraag bevestigend. De Voorzitter geeft nu in overweging om slechts eene korte verklaring af te leggen De heer Goeman Borgesius zegt nu, dat zoo over de beide gedeelten van het wetsontwerp afzonderlijk kon worden gestemd, bij tegen bet tweede gedeelte zou stemmen. Dc heer Pijttersen zegt, dat door de verwerping van de bepaling over de 20 buitengewone opcenten in verhand ook met andere beslissingen zeer vele kleine gemeenten, bepaaldelijk in Friesland, bij deze regeling geen voordeel zullen hebben. Spr. vindt dan ook geen vrijmoedigheid om voor dit wetsontwerp te stemmen. De beraadslaging wordt gesloten en het wetsont werp aangenomen met 83 tegen 6 stemmen. Tegen de beeren Van Gijn, Michiels vanVcrduy- nen, Veegens, Rink, De Boer en Pyttersen. De vergadering wordt gesloten tot nadere bijcen- rocping. Bij Kon. besluit is aan W. A. M. Piepers, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over de gevangenissen te Rotterdam, onder dankbetuiging voor de in die be trekking bewezen diensten, en is benoemd tot lid van gemeld college van regenten, G. J. Vaillant, civiel-in- genieur, secretaris-rent-meester van Schiéland, te Rot terdam. Bij Kon. besluit is aan den luit. ter zee 2e kl. P. II. Z. Marcella, met 10 April a.s., op zij n verzoek, eer vol ontslag vorlecnd uit den zeedienst. Bij Kon. besluit is benoemd tot adviseur voor wis-, natuur- en scheikundige zaken aan het Departement van Financien, standplaats Amsterdam, dr. C. A. Lobry van Troostenbuig de Bruyn, hoogleeraar bij de ge meentelijke Univeisiteit aldaar. Bij Kon, besluit is benoemd bij het personeel der militaire administratie, en wel bij de kwartiermeesters, tot lo luit.-kwartiermeester, bij zijn tegenwoordig korps, de 2e luit.-kwartiermeester W. R. Goslings, van bet 1e reg. inf. Bij Kon. besluit is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor to Bolsward, J. Gorter, thans m gelijke betrekking te Zviaitsluis, en zulks onder intrekking van het Koninklijk besluit van 12 Maart 1897 no. II, waarbij genoemde ambtenaar, met ingang van 16 April 1897, benoemd werd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Appingndam, J. II. Amota, vice-consul dei Nedeilanden te Sydney, is als zoodanig ontslagen. Prof. A. D. Roman, oud-hoogleeraar te Amsterdam is ernstig ongesteld; tengevolge van influenza. „Bij de regelingseommissie van het 24e Ned. Taal- Ik stond zoo gauw op, dat ik mijn stoei omwierp en riep uit: Iedereen te paard! Jij, Marchas neemt twee man en gaat op veikenn'ing uit. Ik wacht je hierover vijf minuten. En terwijl de drie ruiters zich ver- wijdeiden, wierp ik mij met de overige ruiters in het zadel, op eiken aanvai voorbereid. Men hoorde niets meer dan het blaffen van honden. De regen liad opgehouden. Het werd koud, zeer koud. En weidia hoorde ik den galop van een paard, van één enkel paard dat terugkwam. Het was Marchas. Ik vroeg hem Welnu? Hij antwoordde: Er is niets; Franpois heeftop een ouden boer geschoten, die weigerde op het »wie daar!" en die doorliep, niettegenstaande men hem gewaarschuwd had. Men brengt hem hierheen. Wij zullen weldra zien, hoe het met hem gaat. Ik gaf order de paarden in den stal te brengen en ging toen weer het huis binnen. Toen legden de pastoor, Marchas en ik een matras in het salon, om den gewonde op te leggen, terwijl de zuster van een servet pluksel maakte. Weldra hoorde ik het rammelen der sabels op den wegik nam een kaars om de terug- keeienden, die den gewonden boer droegen, bij te lichten. Men legde den gewonde op den matras, en bij het eerste gezicht, zag ik dat hij stervende was. De man was met bloed bedekt. Zijne wangen, zijn baard, zijn haren, zijn hals, alles scheen in bloed gedompeld te zijn. De arme grijsaard opende van tijd tot tijd de oogen, en keek ons met «oene uitdrukking aan, zooals het wild, door den jager neergeschoten, bij na geheel gestorven, alleen nog door vrees en ver rassing tegenhouden. De pastoor riep uit Groote God, dat is verschrikkelijk. Het is vader Placide, de oude pastoor van Moulin. De arme en Letterkundig Congres te Dordrecht is van de Belgische regeering bericht ontvangen dat zij op het Congres vertegenwoordigd zal woiden door den heer Fl. Henvelmans, advocaat te Antwerpen culid der Kamer van Volksvertegenwoordiging. „Koning Leopold van België heeft voor het hem aangeboden beschermheerschap bedankt, en wel uit de hoffelijke overweging dat, nu het Congres in Noord-Nederland gehouden wordt, het „patronage exclusifaan H. M. de Koningin-Regentes toekomt." De twee en tachtigste algerneene vergadering van het Koninklijk Nederlaudsch Aardrijkskundig Genoot schap zal worden gehouden op Zaterdag 17 April, des namiddags te 1 uur, in de groote restauratie van het Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Er zal eene voordracht worden gehouden doordr. R. D. M. Verbeek, over de geologie van Java. Door Teylers Tweede Genootschap te Haarlem; zijn uitgeschreven prijsvragen over „en verhandeling over de geschiedenis en de beteckenis van het rijm, met name in de Nederlandsche letteren" en „Een proefondervindelijk onderzoek betreffende een onder werp uit de electriciteitsleer," er is echter geen enkel antwoord ingekomen. Als prijs was uitgeloofd een gouden medaille van vierhonderd gulden. De Vereeniging tot bevordering van Beeldende Kunsten onder beheer van bestuurderen der maat schappij Arti et Amicitiae te Amsterdam, hield gis teren hare vergadering. Uit het aan de leden toegezonden jaarverslag is gebleken dat do vereeniging zich mag verheugen in steeds toencmcnden bloei. Was reeds het ledental in 1895 gestegen tot 4525, een getal alleen overtroffen door het jaar 1874, toen de vereeniging 4718 loten plaatste, nu bereikte, het aantal leden het aanzienlijk cijfer van 5015. Het aantal correspondenten steeg in den loop van 1896 tot 287 zoodat 29 nieuwe correspondentschappen gevestigd werden. Ter aanvulling van ons bericht van gisteren over den heer Chrispijn en „Het Nederlandsch Tooneel," diene dat de heer Chrispiju niet alleen als regisseur, maar ook als toonee'speler aan de Vereeniging ver bonden is. Bij gelegenheid van de benefice-voorstelling van Willem van Zuijlen, gisteravond te Rotterdam werd „Zenuwachtige Vrouwen" opgevoerd, voorafgegaan door „Een partij piket." Van Zuijlen had in beide stukken de hoofdrol. De stampvolle zaal huldigde den benifieiant met negeu bloemstukken. Gisterenavond werd door dilettanten te 's-Gra- venhagc opgevoerd een nieuw onuitgegeven stuk van Marcellus Emants, Een Krisis, blijspel in vier bedrijven. Het is een stuk waarvan het onderwerp een twist tusschen man en vrouw over het gezag van den eerste en de gehoorzaamheid der laatste, kort en goed gestald wordt. Daarna volgt in zeer goede dialogen het proces onzer huwelijkswetgeving door Emants reeds eens gevoerd in een novelle in den Gids. Die wetgeving wordt veroordeeld in een een vonnis zóó duidelijk en onbetwistbaar zóó goed in elkaar zittend, dat van cassatie geen sprake kan zijn, laat staan van beroep. Alleen is het soms wat wijdloopig de schrijver herhaalt zich wel eens. Jammer is dat eigenlijk alleen het geheim houden door den man van iets dat zijne vrouw best weten mocht gesteld dat zij zwijgen kon de aan leiding is tot den twist. Het stuk had veel succes. De Dnitsche novellist Rosenthal-Bonin is Woens dag te Stuttgart overleden. Soesldijk. Aan het paleis te Soesdijk zullen dezen zomer weer belangrijke herstellingen en verfraaiingen plaats hebben. O, a. zal het onoogeiijk houten hek voor het paleis plaats maken voor een fraai ijzeren. Aanstaande uitlevering. De Duitscher die dezer dagen te Delft was aangehouden, verdacht van diefstal in zijn land en naar Den Haag was vervoerd, is naar het Huis van Bewaring daar te stede overgebracht, in afwachting van zijne uitlevering, welke door de Duitsche regeering, na het bericht zijner aanhouding hier te lande, aan de onze is ver- zoeht. 71 Hef heiiers. Een en zeventig, zegge een en zeventig ama teurs of liefhebbers hebben zich aangemeld voor de betrekking van veldwachter der ge meente Rhoon, waaraan eene jaarwedde van f 400 benevens f 60 voor uniformkleeding ver bonden is. Onder de sollicitanten bevonden zich gepen- sionneerde, gegageerde en dienstdoende wacht meesters en onderofficieren van het korps is doof en heeft dus niets gehoord. Gij hebt dezen ongelukkige gedood. De zuster maakte zijn jas en hemd open en be merkte midden in zijn borst een biauwviolet gaatje, waaruit geen bloed meer stroomde. Er is niets meer aan ra doen, zoide zij. De ongelukkige gaf telkens bloed op en men hoorde in zijn keel een vaag en aanhoudend ge rommel. De pastoor, die achter bem zat, hief zijn rech terhand op en maakte een kruis, terwijl hij lang zaam en met bevende stem do gebruikelijke woor den uitsprak. Toen werd de grijsaard plotseling door een ril ling overvailen, alsof men hem een emmer ijskoud water over den rug geworpen had, Hij ademde niet meer. Hij was dood.- Toen ik mij van hem afwendde, zag ik een ander, nog aangrijpender schouwspel dan het uit einde van dezen ongelukkige: de drie oudjes ston- marechaussee, cavalerie, veld-, rijdende en ves ting artillerie, infanterie en marine, agenten van de le, 2e en 3e klasse uit de hoofdplaat sen, enkele sJanljes" soldaten en burgers onder de laatstbedoelde behooren een harmo nicaspeler, een ambtenaar ter gemeentese cretarie, en een zoon van een geneesheer, die bij zijn request en getuigschriften zijn photo- graphie gevoegd bad. Benoemd is G. Vonk, gepensionneerd ser geant van het leger in Ned. Indië, thans wo nende te IJsendoorn, die de beste »pepieren" bleek te bezitten. Solide geldbelegging. Te Loosdrecbt is voor f1300 een perceel ver kocht, waarop citca f6000 hypotheek rustte. Ons spes patriae. De kerk der Hervormde gemeente te Schel- iuinen bij Goriehem, die wegens bouwvallig heid op last van autoriteiten is gesloten, wordt thans door de jeugd vernield. Eerst hebben ze de ruiten, toen de ramen veibrijzelcl en nu is men den preekstoel aan het afbreken en plun deren. Een ontmoeting van een verslaggever, die den loer opgaat. Het tooneel vei beeldt een dorpskoffiehuis de verslaggever zit iu een hoek aan een wankel achtig tafeltje. Een bejaarde boer, die wat laat komt, zet zich links van hem. De verslaggever begint zijn werk. De boer wordt attent, monstert papier, potlood en den sc brij ven de n menseli met de grootste verbazing, buigt zich voorover, hangt zwaar over liet tuitelachtige tafeltje, blaast rookwolken als van een fabrieksschoorsteen in het gelaat van den eporter. Eindelijk gooit hij er uit: xBè-je opnemer De verslaggever, vermoedend dat dit de plattelandsbenaming is voor zijn métier, knikt van ja en vei volgt zijn arbeid. Als de verwondering van den toeschouwer haar toppunt heeft bereikt, wordt de fok voor den dag gehaaid, maar ook daarmede gewapend gelukt liet den belangstellende niet, te ontcij feren wat op de witte blaadjes gekrabbeld wordt. Nu nadert het hoofd van den beer be denkelijk dicht dat van den schrijver, hij schraapt zijn keel en duistert, - zoo hard dat de ach tersten in 't zaaltje 't kunnen hooren: »Es Ik je nou strek 'n kejekkie geef, lees-ie* 't me dan 's veur?" De journalist die 't haast uitproest, schudt van neen en wijst naar den spreker. Er wordt geroepen: sst, sst. De redenaar houdt even op. De voorzitter slaat met zijn hamer. De man van de pers blaast op zijn beurt groote rook wolken in 't gelaat van den belangstellenden kwelgeest, dien hij zich zoo graag van 't lijf zou houden. En als ook dit niet baat, zet hij zijn linker hand met de brandende sigaar als vooruitge schoven post tusschen zich en den steeds dieper vooroverbuigenden neus van zijn buurman, ten gevolge waarvan het incident eindigt met een plotseling achteruitdeinzen vaa het nieuwsgie rige hoofd, vergezeld van den uitroep: xBè-je zot, je bróndt me bekant!" {N. 11. Ct.) Vroeg rijp. De zeventienjarige zoon van den bekenden gouverneur van Georgia, Atkinson, is Vrijdag jl. weggeloopen met de veertienjarige dochter van een zetter, Ada Byrd. Het paartje liet zich door een dorpspredikant voor twee dollars in den echt verbinden en heeft dus, volgens de wetten van den Staat, een geldig huwelijk ge sloten! Maar de ouders der kindereu zijn met kun besluit niet bijster ingenomen en zullen ze nog een paar jaar naar school zendeo. Een anarchistische aanslag. Voor de rechtbank te Berlijn zijn Dinsdag vijf anarchisten verschenen, die beschuldigd worden van den helschen aanslag die in Juni 1895 op het leven van den Berlijnsehen com missaris van politie Ivrause werd gepleegd, maar gelukkig tijdig werd ontdekt. Den 29sten Juni 1895 werd van Finsterwalde een ongefrankeerd pakje verzonden. liet was oogenschijnüjk een kistje gewikkeld in bruin pakpapier. Aan het postkantoor in deOranien- burgstrasse bemerkte de beambte dat het pakje lekte en tevens nam hij een sterke benzinegeur waar. - den rechtop tegen elkander aangedrukt, terwijl zij kreten van afschuw en vrees slaakten. Ik ging naar haar toe, maar zij trachtten mij te ontvluchten, alsof ik ook hen wilde dooden. Moeder Jean-Jean, die niet op bet verbrande been loopen kon, viel tanguit op den grond. De liefdezuster van Saint-Benoit verliet den doode en ging naar haar invalieden, gaf ze hoed, mantel en stok, hielp moeder Jean-Jean op en zonder mij een woord of blik te gunnen, gingen zij naar de deur en verdwenen in den donkeren nacht. Ik begreep dat ik haar geen huzaar mede kon geven, om ze te begeleiden, want zelfs het ge rammel van een sabel zou haar gek gemaakt hebben. De pastoor beschouwde nog altijd den doode. Eindelijk keerde hij zich tot mij en zeide Dat is een rare geschiedenis, uw driekoningen is slecht afgeloopen. EINDE.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 6