Kunst en Letteren. Rechtzaken. Kerk en S c li ooi. Gemengd H i o u w s. wol van 1851 tot 1919, dus 4 maal. Derhalve zal do cyclische volle maan na do te (58 jaren 4 dagen eerder vallen dan wij hoven berekend hebben, dus 2 dagen vroeger in plaats van 2 dagen later, liet jaar 1900 evenwel, dat in dat tijdperk ligt, is, schoon door 4 deelbaar, geen schrikkeljaar, en om die reden treedt de volle maan na die 08 jaren niet 2, maar slechts 1 dag vroeger in. Iedere datum verspringt in een volgeftd jaar één weekdag, in ieder schrikkeljaar daarentegen 2 dagenin 08 jaren dus 08 -f- 85 da gen. Daar evenwel in hetjaar 1900 een schrikkel dag vervalt, verspringen de data in het tijdperk, dat wij aannemen, slechts 84 dagen, d.vv.z. daar de week 7 dagen bevat, en 84, door 7 gedeeld, 0 tot rest geeft, 0 dagen. Na 68 jaren vallen dus de data, wanneer die tijdruimte liet jaar 1900 omvat, weder op denzelfden dag der week. Aangezien nu de Paaschdata nooit anders dan op Zondag kunnen vallen, kan hieruit alleen dan een verschil in de Paaschdata der bedoelde jaren ontstaan, wanneer de datum der volle maan in de eerste reeks jaren op Zondag valt. Dit was van 1838 tot 1851 in geen enkel jaar het gevalde Paaschdata moeten daarom, 08 jaar later, in de jaren 1906 tot 1919, weder op dezelfde data vallen. In het jaar 1852 viel de cyclische volle maan op 4 April, een Zondag, en Paschen viel der halve toen op 11 April. Daar evenwel in 1S52 de cyclische volle maan op den ien April viel, zal zij 08 jaren later, in '1920, op den 3en April vallen. Deze dag zal een Zaterdag zijn, Paschen zal in dat jaar dus reeds op 4 April vallen. Zoodoende moest liet jaar '1852 deze poriodische reeks van Paaschdata afbreken. In het jaar '1837 viel de cyclische volle maan op 31 Maart, dus op den vroegsten datum; derhalve kun zij 08 jaren later, in 1905, niet 1 dag vroeger en zal dus 29 dagen later vallen. Daardoor is ook de PaaschdaUun in dat jaar een veel latere datum. De reeks van '14 jaren, die wij hierboven bespraken, is de langste reeks, die tussehen de jaren 1700 en 2000, dus in 300 jaren, voor komt. liet grootste verschil tussehen de heide uiterste Paaschdata (22 Maart en 25 April) bedraagt 34 dagen, dus bijna 5 weken. Nu is de toestand van het weer nog veel onberekenbaarder dan de Paaschdata, en daar door komt liet, dat mot Paschen of Pinksteren (immers, dit feest richt zich naar Paschen) de meest verschillende weersgesteldheid denkbaar is. Nu eens biedt zich met Paschen een volkomen winterlandschap aan ons oog, dan weder prijken velden en bosschen in heerlijken lentetooinu eens wijst de thermometer op het Pinksterfeest bijna het vriespunt aan, dan weder straalt de zon in blakenden gloed. Ook voor verscheidene andere dingen, vooral scholen, is het verschil van Paaschdatum zeer hinderlijk. Dat nochtans |het Paaschfeest nog steeds naar de bepalingen van dat concilie in de 4de eeuw onzer tijdrekening wordt gevierd en niet, zooals reeds dikwijls is voorgesteld, op een bepaalden datum is vastgesteld, mag te verwonderlijker heeten, wijl andere ingrijpende chronologische wijzigingen hebben plaats gevonden, zooals b.v. de invoering van den Grogoriaanschen Kalender. Indien er uit het oogpunt van maatschap pelijk verkeer bezwaar bestond, Paschen en Pinksteren op een weekdag te doen vallen, dan zou men een bepaalden Zondag in April voor Paschen en een in Mei of Juni voor ik kon het eigenlijk wel denken, dat het verkeerd was de kinderen aan de zorgen van een sentimen- teele Duitsche vrouw toe te vertrouwen. Maar ik zal er een einde aan maken. Nog heden wordt Philibert naar de kloosterschool gezondenhet is hoog tijd, dat hij leert, wat een ridder betaamt. Margot echter is de bruid van den dauphin en wordt eens koningin van Frankrijk. Hier,Margot; Itare! wacht u in de zaal voor het raketspe). Schuchter naderde het meisjede teckens op de eieren smolten in hare warme handen weg. II. Margot echter is de bruid van den dauphin en wordt eens koningin van FrankrijkZeven jaren waren verloopen, sedert op den Paaschdag van het jaar 1489 Anna van Bourbon deze woorden ge sproken had. Was deze voorspelling vervuld? Karei VIII was ondertusschen koning geworden. Wel maakte de lieflijkheid der jonge aartshertogin indruk op zijn hart, maar zijn eerzucht dreef hem in andere richting. Politieke plannen, wier verwezenlijking hem veel waard was, dreven hem tot een onverschoonbare daad; hij zond in het jaar 1492 de dertienjarige Margaretha, sedert 10 jaren zijne bruid, naar Duitschland terug, en huwde met Anna van Bre- tagne. Maximiliaan voelde de vernedering diep, terwijl de afgewezen bruid de zaak minder zwaar opnam haar was het in Frankrijk nimmer aangenaam geweest, sedert men haar speelnoot Philipert van haar had afgenomen. Zij was tot een bekoorlijk jong meisje opgegroeid, en nu wij haar thans op een bekoorlijken voor jaarsdag terugvinden, gelijkt zij een pas ontloken roosje. Margaretha is juist naar de Vesper geweestzij draagt een lichtblauw feestkleedje. Het pelsmutsje sluit nauw om haar hoofd, doch is niet in staat om de overvloedige lokken te omvatten. In fijne kruilen vallen zij neder over haar fluweelen kraag. Pinksteren kunnen fixeeren. Het verschil tus sehen de Paasch- of Pinksterdata zou dan nooit meer dan 0 dagen kunnen zijn, hetgeen veel minder bezwaren met zich zou brengen. De toestand van prof. Loman is zeer zorgwekkend geworden; men vreest het ergste. In den toestand van den heer Haspels is geen verandering gekomen. Tot honorair-lid van het Historische Genootschap, gevestigd te Utrecht, is benoemd de heer George Edmnudson te Southall (Engeland), en tot gewone leden zijn benoemd do hoerendr. G. .T. Boekenocgen, te Leiden; J. v. den Broek, te Delft; P. N, van Doorninck, te BenncbroekH. Dyserinck, te 's-Gra- venhage; J. W. Enschede, te Haarlemdr. H. van Gelder, te Utrecht; J. de Graaf, te Voorhout; dr. J. V. de Groot, te Amsterdamdr. A. H. L. Hensen, te Warmond; P. H. van der Kemp, te 's-Graven- hagc; dr. J, H. Kern, te Rotterdam; mr. J. H. Valekenier Kips, te Utrecht; K. O. Meinsma, tc Zutfen; Th. Morren, to 's-Gravcnhage; F. Rijscu, te Groningen; T. Tal, te 's-Gravenhage; H. C.Vcgtcl, te Monnikendam; dr. H. Visscher, te Delft; dr. Th. Vlaming, to Warmond; jhr. mr. M. J. Pauw van Wieldrecht, tc Zeist; W. Wilde, te Katwijk; M. G. Wildeman, te Haarlem en J. M. Wustenhoff, te Sas- senheim. Naar men verneemt, zal het tegenwoordige ge rechtsgebouw aan het Haagsche Veer te Rotterdam bestemd worden voor het gemeente-archief, nadat het nieuwe gerechtsgebouw gereed is, dat volgens besluit van do Statcn-Goneraal op den Noord-Singel zal komen. Het gebouw aan het Haagsche Veer behoort aan do gemeente cu wordt voor f 8000 per jaar aan het Rijk verhuurd. Nansen is te Christiania benoemd tot professor in de zoölogie. Spiritisme. Tu 't Spiritistisch Weekblad van 3 April jl. komt onder den titel „Bekeerd" een verhaal voor van on geveer den volgenden inhoud „Vóór ettelijke jaren viel het een onzer hoogleer- nren op, hoe oen zijner studenten, die hekend stond om zijn vroolijk humeur, in enkele dagen geheel van stemming was veranderd en droefgeestig scheen te worden. Do professor vroeg naar de oorzaak. De student antwoordde dat, reeds eenige avonden achtereen, 's avonds om 9 uur de deur zijner kanier openging, de lamp van zijn tafel werd genomen en uit de deur gedragen, zonder dat de student een mensch ontwaarde. Volgde hij de lamp, dan was hij getuige van schrikverwekkende gebeurtenissen. De lamp kwam ook steeds vanzelf terug. De professor vroeg nu of hij daar eens bij mocht zijn. Aarzelend stemt de student toe. 'sAvonds is de professor present. Om 9 uur dezelfde historie. De professor volgt met den tegenstribbelenden stu- dsnt de lamp. Deze gaat een trap op naar een zolder. De twee hoeren volgen. Ze zien dien zolder veranderd in een gerechtszaal een tafel met een groen kleed, voorts tal van rech ters iu toga. Een dezer schrijft. Dc profesor gaat achter hem staan en leest de regels, die hem het schandelijk leven van den student verhalen. De pro fessor vraagt den student: „Is dit alles waar?" Meer dood dan levend antwoordt do student: „Ja!" „Dan op de knieen, en God om vergiffenis gevraagd," zegt de professor. Beiden knielen, en do hooglceraar gaat voor in het gebed. 'tVisioen verdwijnt! „Sedert dien tijd is dc student werkelijk bekeerd." Én dan volgt ten slotte: ,Dezo gebeurtenis is ds. Huet naverteld, die het had uit den mond van prof. J. H. Gunning." Twee katholieke studenten der geneeskunde schre ven, naar een hunner in De Tijd mededeelt, daarop aan prof. J. H. Gunning te Leiden. Het waardig antwoord van den hoogleeraar luidt in zijn geheel als volgt: „Gelijk ik reods aan een dame te Helder gemeld heb, die mij er over schreef, is deze gebeele geschie denis mij onbekend, en dus ook niet door mij aan dB. Huet medegedeeld. Zij legt haar gebedenboek neer op de tafel en opent het hoekvenster. De frissche buitenlucht stroomthinnen. De vlier struik heeft reeds dikke knoppen, en een vink ginds op een tak zingt een vroolijk lentoüed. Hilda! roept ze tot de kamenier, doe gauw wat brood in mijn mandje, ik ga naar het woud. Ik heb daar mooie violen zien staan. Hilda deed, ge lijk haar bevolen was, en weldra zwierf het jonge koningskind door het ontwakqpde woud. Het was een zeldzaam schoone Paaschdag; heer lijk scheen de zon en kuste de primula's wakker. Hoog in de lucht kwinkeleerde de leeuwerik en ijlings scholen de zwaluwen heen en weder. Zij stemde in met het vogelkoor, en zong een vroo lijk lentelied. Luister! Duidelijk kwamen de klanken terug. Was het een echo? Neen, een hoorn gaf het antwoord, en al nader en nader kwam het geschal. Margaretha legde haar mandje in het gras; als door magnetische kracht aangetrokken ging zij in de richting, vanwaar het geluid weerklonk. Van onder de boomen trad een jongeling op haar toe, gekleed in een groen jachtbuis. Margaretha! Margaretha! juichte hij. Verschrikt stond het meisje stilmet groote oogen zag zij den vreemdeling aan. Doch slechts een eogenblik duurde haar angst, dan barstte zij in een luid gejubel uit. De speelnooten van eens hadden elkaar weergevondenMargaretha van Oostenrijk lag in de armen van Philibert van Savoye. Eensklaps echter trad zij blozend terug ook zijn hand die de hare omklemd hield, beefde licht. Wat zijt ge groot geworden, zeido hij, en voegde er bij zich zeiven bij, en wat schoon. Hetzelfde had zij tegen hem kunnen zeggen, want hij was als een jonge eikenboom opge wassen. Hand in hand, schreden zij voort door het geu rende groen. „De professor in dat verhaal heeft gehandeld zoo- als ik zelf zou hebben gehandeld. Maar ik zou er hij gezegd hebben„Jonge inan, laat niv zonde n niet daarom verlegen en bedroefd maken, omdat de menschen haar nu weten, maar omdat gij tegen God hebt misdreven. En laat ook uw bckeering zich niet gronden op spiritische ervaringen, maar alleen op Gods vergevende genade in Jezus Christus. „Geheimhouding van het geschrevene verlang ik zoo weinig, dat gij dezen brief aan ieder moogt laten lezen, ja zelfs hem in het spiritistisch blad, waarin de geschiedenis stond, mijnentwege moogt publiceeren, maar dan in zijn geheel." De „Doelwijk." De behandeling der zaak Ruys Zonen contra de Royal Exchange Assurance Corporation in zake de verzekering van de Doelwijk werd Woensdag te Londen voortgezet. De eischer Rnys zeide dat hij, vóór de verzekering werd gesloten, wist dat de haven van bestemming Dsjibouti was; hij wist niet voor wien de lading was bestemd, maar bij had gedacht dat het voor Abyssinie was. Ruys Jr. zeide dat hij het Engelschc formulier van do charterpartij van Holland naar Parijs had gebracht, en het was in het Fransch vertaald door een bcéedigd translateur. Niemand had hem de be stemming van de wapens medegedeeld, en hij had er La Carrière (den bevrachter) niet naar gevraagd. Hij wist niet dat de boot-naar Dsjibouti ging en dat er oorlog was tussehen Italië en Abyssinie. De assurantie-agent, Meiss(?) te Amsterdam, had hem aangeraden tegen oorlogsrisico te verzekeren. Sir S. Reid, advocaat van gedaagde, zeide dat in vcrzekeringscontraktcn dc uiterste goede trouw ver- eischt werd. Ten opzichte van oorlogscontrabande bepaalde de wet dat, terwijl een verboden leiding aan boord van een neutraal schip kon geconfisqueerd worden door een oorlogvoerende partij, het neutrale schip zelf niet kon geconfisqueerd worden, tenzij bewezen werd dat dc eigenaar kennis droeg van het dnel waarvoor zijn schip werd gebruikt en daarin toestemde, en dat, indien het schip onder valsche papieren voer, het vermoeden was dat de eigenaar er kennis van droeg en er in toestemde. In dit geval, betoogde hij, was de eigenaar zich bewust van de bestemming der lading cn verzuimde dit feit mede te doelen aan dc onderteekenaars der polis. Francis Toulmin, die namens de Royal Assurance Company geteekend had, zeide dat hij niet had be grepen dat do bestemming Abyssinie was. Uit den brief der firma Ruys van 28 Juli had hij het tegen opgemaakt; anders zou hij het risico niet hebben aanvaard, en ook niet als hij geweten had dat het schip onder dubbele papieren voer. Hij had ook geen idee dat de wapenen bestemd waren voor een oorlog voerende partij. Ilij had gedacht dat hij omtrent het risico bedrogen was, zoodra hij hoorde dat het schip verbeurd was verklaard. Er werd overeengekomen, dat aan de jury alleen de vraag zou gesteld worden of er valsche voor stellingen waren gedaan en feiten verheeld waren. Een ander advocaat van gedaagde zeide tot de jury, dat het voeren van dubbele papieren een ma terieel feit was, hetwelk aan de onderteekenaars der polis had moeten medegedeeld worden. Bigham, advocaat van eischeres, zeide dat de ge beele quaestie hierop neerkwam: of de brief van 28 Juli al dc hoofdfeiten eerlijk voorstelde. Hij beweer de van wel. Do eene assuradeur had, op het zien van den brief, den vollen omgang van het risico be grepen; een andere assuradeur (Toulmin) had een andere opvatting van het risico, maar dit was nog geheel iets anders dan te zeggen dat hij bedrogen was. Rechter Collins, resumeerende, liet het aan de jury over om uit te maken of eenig materieel feit valseh was voorgesteld of niet medegedeeld aan do assuradeurs. De jury bracht een verdict uit ten gunste van eischeres, maar een einduitspraak werd opgeschort tot eene nadere bespreking van sommige rechts- puntcn. Nep. Hert. Kerk. Bedankt: voor Geertru'denberg, door F. W. Drijver, te Grosthnizenvoor Vinkevecn, door H. G. van Endt, te Woerden. Gij hebt een litteeken op het voorhoofd, zeide Margaretha. Hij lachte. Dat groef een lanssteek, antwoordde hij. Meent ge, dat ik achter den haard heb gezeten Ik heb in de wereld gezworven en menigen bloedigen kamp bijgewoond. Het meisje ademde diep en vouwde hare handen. De Hemel zij gedank, dat je gezond teruggekeerd bent. Maar vertel mij nu alies eens, van de kloos terschool en de monniken en de krijgstochten. Hij voldeed aan haar verzoek, en aan zijne lippen gekluisterd, luisterde zij naar hem. De avondzon kleurde de boomen met een pur per licht en nog altijd waren zij in het woud. In de verte klonk een klokje. Margaretha schrikte. Reeds avond, zeide zij, en haastig ging zij voort. Zie nu toch eens, welk een slechte gastvrouw ik ben, mijn arme Philibertik laat je bijna verhongeren, en nog duurt het we! een half uur eer wij op het slot zijn. Mijn mandje, riep zij op eens, met mijn avond brood ik heb het laten staan op de plaats, waar ik je het eerst hoordo komen. Ijverig begonnen zij te zoeken; hij plukte len tebloemen en stak die in haar haar, zoodat zij weldra een krans droeg van viooltjes en leliën. De tijd vloog om, tot zij eindelijk het mandje bereikien; het was leeg. Reeds meenden zij dat anderen hen in het vinden voor waren geweest plotseling stiet Margaretha een vreugderoep uit, want in het donkere mos lagen twee snoeuwwitte eieren. Toen was het hem als verdwenen eensklaps de vervlogen jaren, en het beeld hunner jeugd kwam in hunne herinnering terug: Ebrenreich Teuerdank Gelijk eens weerklonk het plechtig klokgebeier en tooiden haar de paaschbloemen. De Algemecne Synodale Commissie zal hare voor jaarsvergadering houden op Dinsdag 11 Mei a.s. Gerep. Kerken. Aangenomen: nnar Amersfoort door A. M. Donner, tc Assen. R.-K. Kerk. Benoemdtot pastoor te Losser, G. Hilhorst. Ds overste der St.-Joscphschool te Helmond, broe der Bonifacius, hoopt den 21en April zijn gouden jubilé te vieren. Bij die gelegenheid zal door al de broeders, aan de St.-.Tosephschool verhonden, de 'Missa in honorem St.-Cecilia worden uitgevoerd, door een der broeders, voor dit feest gecomponeerd. Het nieuw aangebouwde gedeelte van de R.-K. Kerk van O. L. Yr. aan do Hartebrug te Leiden, werd in een plechtigen dienst gisteren in gebruik gesteld. Hooger Onderwijs. Groningen. Eerste gedeelte arts-examen J. S. B. Wanrooy, cand.-arts, geboren te Ter Borg. Middelbaar Onderwijs. Bij beschikking van den minister van binncnl. zaken is, met ingang van 16 dezer, benoemd tot assistent voor het verrichten van scheikundige on derzoekingen aan do Rijkslandbouwschool te Wage- ningen, J. van Haarst, tijdelijk assistent. Oud-Dordredit. Op 't voorbeeld van het aardige krantje, bij gelegenheid van de Wereld-Tentoonstelling te Amsterdam, in Out-Ilollandt verschenen, ver gissen wij ons niet, dan was het Out Hollandls Mieusiijdinghe genaamd, wordt, er reeds, nu te Dordrecht eerlang de Tentoonstelling van vak en kuust wordt geopend en deze eene ondernfdeeling Out-Dordrecht zal bevatten, een blad uitgegeven Out-Dardrcchts Nieu-Maere getiteld, welks naam den inhoud doet raden en dat, te oordeelen naar de wetenswaardig heden in het door ons ontvangen eerste num mer vermeld, tot het meest belangwekkende der Dordtsche tentoonstelling zal belmoren. Als Oud-Dordrecbt geheel gereed zal zijn, zal deze couiant twee keeren per week verschijnen in de druekere van Cornelis Morks en Pieter Jan Geuze, geoctroyeerde courant-druckers neffens de Riedyckse Poirte, daer de Lustighe Drucker uythangt. Het e' ste nummer bevat al verscheiden be- langrij' nededeelingen uit Out-Dordt en Omme landen. Aoo lezen wij daarin het volgende »Den Opperborghermeester van de stadt Hanau 't welclc in keur Hessen ieyt, ghehoort hebbende van 't vendel der stede van Oud- Dordrecht, heeft den schutteren van 'tvoor- seyde vendel d'eere beweesen, se tot sijnent te nodighen teghens den tijt dat sijne Keiserlijke Majesteit Guilihelmus de Tweede, Rooms Key- ser, altijt vermeerder des Rijcks, de voorseyde stadt sal besoecken met groote prael van ghe- volgh, ruvterij en voetkneghten. Alsdan sal ons vendel ten aenscliouwe sijner Keiserlijcke Majesteit van 't Duytse Rijck diverse exercitiën bedrijven, 't welck ghewisselijck een groote eere magh ghenoemt werden." Natuurlijk is de krant op Oud-Hollandsch papier en met Oud-Hollandsche letters gedrukt. Vermist. Vermist wordt sedert 9 April, 's morgens 7 uur, Everardus Kranenburg, geëmployeerde 3de kil, ziekenoppasser van het militair hospitaal te Utrecht, geboren te Utrecht 12 September 1859 en aldaar wonende Oranjehofje C18. Het ver moeden bestaat, dat deze persoon in den nacht van 8 op 9 dezer te water is geraakt en ver dronken, daar zijn uniformpot drijvende in de Singelgracht is gevonden. De commissaris van Met bleeke lippen zeide het meisjeals de donder trof het mij, toen ik de eieren zagtoen hebt ge er een adelaar en een roos ingesneden. En nu, zeide hij onstr'-rig, komt de adelaar en plukt zijn lief roosje, 'aretha, mijn innig beminde Margaretha En bij het luiden der xen sloten deze beiden hun liefdeband. Door Philibert omarmd, het hoofdje tegen zijn schouder geleund, schreed de jonge aartshertogin naar den burcht, om den zegen haars vaders te vragen. En weet ge, zeide zij schalks, de eieren zijn het eigenlijk geweest, die ons hebben leeren zien, dat wij elkaar liefhadden. Dat roos en adelaar voor altijd elkaar toebehooren, zeide de vader plechtig. Arme, kleine MargarethaHoe snel vervloog de lentedroom, dien gij onder het ontluikende groen hebt gedroomd. Een koningskind is niet vrij in zijn keuze. Een half jaar later bevond zich de aartshertogin op het schip, dat haar ais de verloofde van den infant Juan naar Spanje voerde. Het was, als hadden wind en golven besloten den overtocht te verhinderen, want een ontzet tende storm verhief zich, waaruit nauwelijks red ding mogelijk scheen. Bijna onverschillig nam de jonge bruid dit alleswaur. Maar neen, haar dood was niet besloten na vele gevaarvolle dagen kwam het schip eindelijk gelukkig in Spanje aan. De bekoorlijke Duitsche prinses werd met enthou siasme ontvangen en met groote plechtigheid vond het huwelijk plaats. Weinige maanden later was zij weduwe. Haar jonge gemaal, die alles had gedaan om haar ge lukkig te maken, op haar bieek gezichtje een lachje te tooveren, stierf na eene korte ziekte. Arme, kleine Margaretha! IH. Het was heden een vroolijk en lustig bedrijf.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 6