N°. 9324.
rata risr Mnijzers pwaaiiS
De Blonde Vrouwen van DlmeniieL
51"e jaargang.
Donderdag 20 Mei 1897.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
FIBIJILLET OjST.
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
OFFICIEEL.
BUITENLAND.
Abonkementsphub voor Schiedam, pet kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. 1.30
Afzonderlijke nommers.0.02
Kjmiwegwwmkin ii j jsxx im—oacm-mjjwj -ji
BUREAU: nOTEKSTHAAT ÏO, Tclcplioon So. 123.
Advehtkktxeprijb van 1—5 gewone regels met inbe
grip van ecnc Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Bij het OPENBAAR LAGER ONDERWIJS
te Schiedam en wel aan
de 1ste openb. kostelooze school (hoofd de
heer P. van Ylaardingen),
de 2e openb. kostelooze school (hoofd de
heer A. W. Vaandrager), en
de 2e openb. Tusschensehool (hoofd de heer
J. v. d. Hout),
Jaarwedde f 500, met verhooging van f '10
voor hoofdakte, f 50 voor akte handteeke-a n
en (na voordiacht der C. v. T. o. h. L. O.)
4 twee jaar!, verhoogingen wegens diensttijd,
van 50 ieder.
Sollicitatiestukken vóór 5 Juni a. s. franco
in te zenden aan den Burgemeester.
.Algemeen overzicht.
Schiedam, 49 Mei '97.
Dc oorlog tusschen Griekenland en
Turkije.
Het laatste bericht, dat gisteren van den oor
log tot ons kwam, was het telegram uit Kon-
stantinopel, mededeeieride dat aan Edhem-pacha
bevel was gezonden de vijandelijkheden te
staken.
Tal van bladen hebben aan dat bericht blijk
baar groote waarde gehechtvette, gespatieerde
of cursieve letters werden benuttigd om de
heugelijke tijding in het oog te doen springen.
Zelfs waren er, die opschriften als: ®De oor
log geëindigd", boven het bericht meenden te
moeten plaatsen.
Wij hebben het telegram koeler opgenomen,
en zonder de ernstige 'beteekenis er van te
miskennen, is het ons beter voorgekomen niet
al te optimistisch ta zijn en kalm de ware be
doeling van de geseinde mededeeüng uit latere
berichten af te leiden.
Het blijkt nu, dat wij daarin geen ongelijk
hebben gehad. Immers, voor staking der vijande
lijkheden, wil die waarlijk volkomen zijn, is
noodig een wapenstilstand, die bindend is voor
beide partijen.
Zulk een wapenstilstand echter is niet ge
sloten. De stand van zaken na het gevecht van
Domoko blijkt uit een latere depêche, eveneens
van Konslantinopei, welke als volgt luidt
3> Edhem-pacha heeft de inneming van Domoko
naar hier getelegrafeerd. De minister van bui-
tenlandsche zaken heeft de gezanten in kennis
gesteld, dal de Sultan Edhem-pacha heeft be
volen, zich in betrekking te stellen met de
bevelhebbers van het Grieks che leger, ten be-
Roman van
Eufemia gravin von AdlersfeldBallestrem.
42)
Mijn God, maar ik heb ook geen pas, had Athenaïs
verward uitgeroepen, doch des anderen daags zond
zij het gewenschte aan haar verloofde met de ver
klaring, dat zij het bezit van een pas geheel had
vergeten, dor.h dat zij die zoo juist in haar schrijf
map had teruggevonden.
Hans Ulrich moest bij het lezen van het signa
lement onwillekeurig lachen zoo kon er ieder
ander ook uitzien. Maar het was als legitimatie
papier voldoende en hij werd uit de droge opsom
ming gewaar, wat hij zijne bruid nog niet had
durven vragen en waarover zij zelve ook nog niet
had gesproken. Daar stond het in de volgende
woorden
Voornaam en van: Athenaïs, markiezin de la
'Bruyère, geboren de Mondy.
Geboren: 46 April 1858 te Parijs.
Burgerlijke staat; weduwe.
Godsdienst: katholiek,
logendonker
ïlaar: blond (rood).
Figuur: slank.
Bijzondere kenteekenengeen.
De pas was afgegeven door den burgemeester
van la Biuyère aan de Loiie.
Aldus was alles in orde en op een helderen
nieuwe
nederlaag
hoeve eener staking der vijandelijkheden.'
Voegen wij daaibij dit telegram uit Athene
ïDe regeetiiig heeft don bevelhebbers in
Epirus machtiging verleend, de vijandelijkheden
te staken, ten einde over de voorwaarden van
een wapenstilstand te onderhandelen",
dan blijkt daaruit ten duidelijkste, dat voor-
loopig nieuwe vijandelijkheden nog geenszins
tot Je onmogelijkheden behooren.
Geëindigd is een oorlog bovendien eerst door
de ratificatie vaa het vredestractaat.
Grooter waarborg voor het tot staud komen
van een toestand van voorloopigen vrede is
zeker wel gelegen in de
van hel Grieksche leger.
Ondanks den wanhopigen moed en de voi-
haiding der Grieken, hebben ook ditmaal de
Turken, die over groote overmacht beschikken,
de zege weggedragen.
Het Grieksche leger heeft Domoko moeten
prijsgeven, en heeft zich teruggetrokken achter
het Othiysgebergte, de vroegere grens tusschen
de oorlogvoerende staten.
Turkije heelt zijn üoei ueieikt; Tiiessahë ligt
in de hand van den overwinnaar; eerst nu wil
hij van onderhandelingen weten.
De terugtocht van het leger van prins Kon
stan tijn heeft in goede orde plaats gehad.
Ook kolonel Smolenitz verlaat zijn posities.
Hem is bevel gezonden, zich te Nea-Mizela in
te schepen met bestemming voor Stilida.
In het gevecht bij Domoko verloren de Grie
ken, volgens bericht uit Athene, 220 man aan
dooden en gewonden, de Turken '1000.
Te Lamia heerscht een paniek en verlaten
de inwoners de stad.
In Epirus schijnen de onderhandelingen over
den wapenstilstand goed op te schieten. Immers,
uit Arta werd naar Athene gemeld, dat de
Turken de witte vlag heschen.
Te Athene is men dan ook van meening,
dat de wapenstilstand reeds gesloten is.
De Asty wist mede te deelen, dat de Griek
sche minister-president de gezanten van zijn
voornemen had in kennis gesteld om, zoo de
wapenstilstand niet spoedig tot stand kwam,
alle gezonde mannen op te roepen om het
vaderland te verdedigen.
Door een koninklijke boodschap zouden dan
de geheele landstorm en alle boeren onder de
wapenen zijn geroepen. De oorlog d oulrance
dus I
Indien deze mededeeling waarheid behelst,
dan is het nog verblijdender, dat een wapen
stilstand op handen is.
De mogendheden zijn nu weer aan het woord,
en hun taak is het thans den vrede zoo spoedig
mogelijk tot staud te doen komen.
De hooge eischen, die Turkije heeft gesteld,
zijn allerwege zeer ongunstig opgenomen, en
de gezanten te Konstantinopel hebben instructies
gevraagd en gekregen, om tegen die eischen
te protesteerenook de Duitsche gezant heeft
die opdracht ontvangen.
namiddag werd te Napels in de overoude Yotief-
kerk van Karei I van Anjou Sancta Maria Dol
Carmine het huwelijk voltrokken.
Schuin vielen de stralen der zon in de stille
ruimte van het godshuis binnen; en in de koene
arabesken schitterde het en lichtte het, doch meer
nog in het goudblonde haar der bruid, waarin een
krans van oranjebloesem geurde.
Een kleed van witte zijde omsloot eenvoudig
hare slanke leden, en zoo schoon, zoo deemoedig
en zoo innig knielde zij neder naast de forsche
gestalte van den jonker, dat de getuigen van deze
stille huwelijksvoltrekking, professor Hildeshcim
en de schilder Lindner slechts oogen hadden voor
de bekoorlijkste bruid, die zij ooit hadden gezien.
Toen de ceremonie geëindigd was en men zich
gereedmaakte heen te gaan, begon Athenaïs plotse
ling hevig te beven.
Deze kerk deze kerk is dezelfde, die ik
in mijn droom heb gezien, fluisterde zij den jonker
met wijd geopende oogen toe. En daar de witte
statue van den schoonen jongeling bij dien pijler.
Thornwaldsen's Konradijn van Hohenstauffen, die
buiten op het marktplein werd onthoofd en hier
achter bet hoog-altaar werd begraven, verklaarde
Hans Ulrich.
En de grafsteenen hier alles zag ik in mijnen
droom, mompelde zij in verwarring.
Ge staat boven het grafgewelf van Masaniella,
mevrouw de barones, fluisterde Lindner op den
grond wijzende, maar zij lette niet op Irm. Wat
kon haar de visscherkoning uit Portici schelen,
nog wel in dit uur?
Nog op denzelfden avond vertrokken zij naar
Hans UInch's Duitsche vaderland, waarvan hij zoo
Een ernstige bestraffing wordt aan de Porte
toegediend m een belangrijke nota, voorkomende
in het offleicuse Fremdenblatt.
Daarin wordt er op gewezen dat de mogend
heden de integriteit van Turkije waarboigen,
dat de Porte daarom echter geenszins naar
eigen willekeur mag te weik gaan en de be
middeling der mogendheden weigeren, die zij
wel heeft aanvaard te haren gunste.
De eischen van Turkije worden buitensporig
genoemd de mogendheden kunnen noch deu
afstand \an Thessnlië, noch de ophefliug der
verdiagen goedkeuren.
Turkije deed beter zich met inwendige ver
anderingen bezig te houden.
De tusscheukomst van Euiopa ten gunste
van het Oltomaansche rijk beteekent noch een
volkomen verandering van den toestand op liet
Balkan-schiereiland noch een voortduring van
oude misbruiken.
Die officieuse nota heeft grooten indruk ge
maakt.
Lord Salisbury heeft zich over den toestand
uitgelaten op een diner der Junior Constitu
tional Club.
Ilij deelde mede, dat de Sultan onder den
druk der mogendheden, vooral van Rusland,
toegestemd had in den wapenstilstand. Die ge
wichtige stap ruimt echter de moeilijkheid
niet uit den weg. Europa kan niet toelaten, dat
Christelijke streken onder de regeering van den
Sultan komen.
Een Turksche kruiser en eenige torpedo's
hebben een vijftiental Grieksche zeilschepen
genomen, die met het doel van zeeroof in den
Archipel waren gekomen.
De Sultan heeft bevolen dankbetuigingen te
richten tot de spoorwegmaatschappijen voor de
goede diensten, bij het overbrengen van troe
pen bewezen.
De admiraals voor Kreta hebben besloten de
opstandelingen aan te manen tot het neerleggen
der wapens. Zoolang dit niet is geschied kun
nen zij niet verlangen, dat de Turksche troe
pen verwijderd worden.
In de Fransche Kamer sprak de voorzitter
Brisson gisteren een rede uit, ter nagedach
tenis van de slachtoffers van den brand en ter
eere der redders.
Zinspelende op de veelbesproken rede van
pater Olivier, betoogde de voorzitter, dat de
vele betuigingen van sympathie, die Frankrijk
van alle oorden der wereld heeft ontvangen,
sons verheffen boven de opvatting van een
God, die zich niet tevreden heeft gesteld met
26 jaar geleden ons land te slaan, maar nu
nog een honderdtal edelmoedige vrouwen heeft
geëischt als zoenoffer voor onze zonden. Zulke
taal zal onzen eerbied voor het geloof niet ver£
minderen, maar dit fanatisme zal alle republi
keinen bijeenbrengen tot den gemeenschappe-
lijken strijd, en alle harten, die ontvankelijk
dikwijls met warmte had verhaald, en dat hij haar
niet liefde in de rijkste kleuren had afgeschilderd.
Ginds in Ulraenried was men vooibereid op zijn
komst, en men kon nauwelijks het oogenbiik af
wachten, waarop hij Athenaïs over den drempel
van het siotportaal zoude voeren.
In Rome, Pisa, Genua, Milaan hield men op,
om de veie schatten nog eens te zien, die hem in
het bijzonder aan het hart gingendan verlieten
zij Italië door den St. Gotthardt en voeren over
de Bodensee, om dan over Miinchen en Dresden
hun vaderland te bereiken.
Daar was het reeds midden in den zomer, toen
zij den trein verlieten om in een gereedstaand
rijtuig het korte traject naar Ulraenried af te ieggen.
Dat is dus uw, ons vaderland hoe heerlijk
zeide Athenaïs, toen zij door het fluisterende groene
woud reden. Ik had mij onder het begrip ïDuitscli-
iand" iets geheel anders voorgesteld, niet dit
bloeiende, groenende paradijs. En is dat Ulmenried
riep ze, toen de weg plotseling draaide en liet
groote, grijze, met vee) torens voorziene gebouw
voor hen lag, waarop bij hunne nadering de blauw
witte standaard van Ulmenried door onzichtbaro
hand werd geheschen.
Bij hun binnenrijden stonden de dorpsbewoners
in hun Zondagsche kleeren, met bouquetten, guir
landes en kransen, en een jubelend Zij leven"
werd aangeheven, want de jonker was een bemind
landheer, van wien de pachters veel hielden. Wel
zagen zij een beetje schuw op naar sde Fransche,"
zooais zij de nieuwe slotvrouw noemden, maar
deze dankte hen allen met een zoo vriendelijk
lachje, dat zij reeJs oen beetje van haar begonnen
te houden.
zijn voor medelijden, vervullen met een zelfden
alkeer".
Herhaaldelijk werd de/.e rede door luide toe
juichingen onderbroken de «óie'Gayraud juichte
de woorden van den voorzitter niet het minst toe.
Ten slotte besloot de Kamer nog, dat deze
rede in alle gemeenten van Frankrijk zou wor
den aangeplakt.
In deu Senaat sprak de voorzitter Loubet
eveneens over de lamp.
De Engelsclie
misrie hoorde in
eens Rutherford
pailementaire enquête-com-
liaar zitting van gisteren nog
Hariri, Rhodes' vertrouwde,
en wel dezen keer naar aanleiding van de ont
cijferde telegrammen, tusschen hem en Rhodes
gevvis-eld.
Die telegrammen een dertigtal weiden
ter tafel gebracht; bleken niet van zooveel
gewicht te zijn, als men wel meende, ten minste
riaar hetgeen uit het verhoor kon worden op
gemaakt, want de inhoud der depêches was niet
aan de pers medegedeeld.
r/*« i j_ti i
/*y ïstiuucicii YUUJU1 u\cï ut; tJtciutntzui tuu
Bechuanaland aan de Chartered Company.
In het verhoor gaf Harris gelijke verklaringen
als vroeger. Hij had van Jamesons plannen
niets geweten. Te Londen had hij in betrekking
gestaan tot Maguire en Beit.
Met den naam Flora, die in de telegrammen
voorkomt, werd bedoeld iniss Flora Sliaw, do
medewerkster der Timesdie door Rhodes altijd
goed werd ingelicht.
Getuige verklaarde dat hij nooit den brief,
waarin Jameson door de Johannesburgers te
hulp weid geroepen, aan de Times zou hebben
overgeseind, indien hij geweten had, dat Jameson
dien brief had afgedwongen.
Het verhoor werd in hoofdzaak gevoerd door
Jackson en sir William Harcourt.
In het Lagerhuis wenschte Balfour niet over
de aangelegenheden van Zuid-Afrika te spreken,
zoolang de onderhandelingen gaande zijn.
Daarom verzocht hij de discussie, die op
Vrijdag a. s. was vastgesteld, onbepaald uit te
stellen.
Het is met de novelle op de Pruisische ver-
eenigingswet gegaan, zooals men dacht.
Het Iluis van Afgevaardigden besloot het
ontwerp naar de commissie te verzenden, waar
het tot na het reces blijft. Misschien blijft het
er ook wel voorgoed.
Tegelijk heeft de Rijksdag aangenomen het
voorste! op de rijksnoodwet, over de vrijheid
van vereenigingen om zich te verbinden. Hieruit
volgt evenwel nog niet, dat de Pruisische regee-
ling verplicht'is tot het indienen van een ont
werp in gelijken geest maar een aanmaning
heeft zij toch gekregen.
De Oostenrijksche Kamer heeft een lawaaiige
zitting gehouden.
Met bijna ademlooze belangstelling volgde Athe
naïs haren gemaal nog denzelfden dag op zijne
wandeling door het gansche slot met zijn oud
ameublement, zijn gobelins, schilderijen, wapenen,
glas-en zilverschatten. Het langst vertoefde zij in
de galerij, waarin de portretten van zijne voor
vaderen hingon. Hier moest Hans Ulrich iedere»
naam noemen, hier bestudeeida zij afzonderlijk
ieder portret.
De kunstwaarde van deze eerste schilderijen is
zeer gering, meende de jonker, maar hier wordt
het al beter. Dit portret van jonker Lodewijk
Ohristoffel is geschilderd door Clouet, toen mijn
voorvader zicli in dipiomatischen dienst aan het
hof van Karei IX van Fiaukrijk ophield; het
portret zijner gemalin, donna Uiaca de Montemario
is door Titiaan geschilderd.
Wat ziet zij er somber uit, merkte Athenaïs
met een lichte siddering op.
Zij stierf jong, voegde Hans Ulrich er bij en
hij vervolgdeOok de volgende portretten zijn
goed, voortreffelijk is hier dat van jonker Frans
Aibrecht, die gedurende den dertigjaiigen ooriog
wegens hoogverraad werd onthoofd.
Thans staat vast, dat niet hij die daad beging,
maar zijne echtgenoote.
O God, wat ontzettend om zijn gemaal op het
schavot te brengen.
Ontzettend er tevens treurig. Hier hebt ge het
portret dezer vrouw jonkvrouw Christine, geboren
gravin Von Gaborsky. Yan Dijk schilderde deze
vlasblonde schoonheid in een wit atlas kleed, rozen
in de hand en paaiden om den sneeuwwitte» hals.
Nier, and zou iiet haar aanzien, wat zij gedaan heeft.
iVordt vervolgd.)