N°. 9329. Hmien) Borprsoiiool iel vyfjarip torsos De Bloie Vroon van Ulmriel 51"e jaargang. Woensdag 26 Mei 1S97. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. OFFICIEEL. Kennisgeving. FEUILLETON. BUITENLAm i Abohnehihtspkus voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 n n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommerso.02 BUREAU: BOTERSTKAAT ÏO, Tcleplioon Jffo. 123. Advertentieprijs: van 1—5 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Burgemeester en wethouders van Schiedam Doen te weten Dat de raad der gemeente, in zijne openbare ver gadering van den Oden Apnl jl., besloten heeft: Art. 20 der verordening op de heffing van een plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dd 20 Apnl 1892, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 14 Juh 1892, no. 33, zooals dat artikel gewijzigd is bij raadsbesluit van 5 Februari 1895, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 1 Mei 1895 no. 8, te wijzigen als volgt: Deze verordening wordt herzien voor 1 Mei 1898. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den Gemeenteraad van Schiedam, den Oden April 1897. De Burgemeester, VERSTEEG. De Secretaris VERNÈDE. Behoort bij Koninklijk besluit van 11 Mei 1897, no. 13. Mij bekend, De Minister van BinnenlandscJie Zaken, (get) VAM HOUTEN. Overeenkomstig bet oorspronkelijke, De Secretaris-Generaal van Binnenlandsche Zaken, (get.) DIJKMhESTER. Voor eensluidend afsclnift, De Griffier der Provinciale Staten van Zuid-Bolland, (get.) F. TAVENRAAT. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 25sten Mei 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. (voor jongens en meisjes) te Schiedam. Voor het TOELATINGS-EXAMEN, dat in de maand Juli a.s. zal gehouden worden, gelieven belangstellenden vóór 1 Juli e.k. aangifte te doen aan den Directeur Schiedam, 25 Mei 1897. A. A. Beekman. Roman van. Eufemia gravin von Adlersfeld—Ballestrem, 47) (Slot.) Het zij zoo, zeide zij troosteloos; het is mijn noodlot zoo moest het gebeuren, maar heb ik u niet vooruit gewaarschuwd? Gij zult den man, dien gij lief hebt, beliegen, bedriegen en met schimp overladen, werd mij geprofeteerd. En ik heb u liefgehad, en ter wille van die liefde mocht ik tl niet bekennen, wie ik was een verlorene, een gebrandmerkte. Gij moogt het ergste van mij den ken, ik, die mij meester maakte van den gevonden pas, en daarop reisde doch uw. vriend, de schil der daar op Capri, hij had haar wei weder her kend, de beruchte Couperosée, het beroemde model. Neen, ik wil mij niet verdedigen, wees kalm. Wat ben ik, wat was ik? Niets, als een losgescheurd blad, den storm prijsgegeven, die machtiger was dan ik, een arm, jong, verlaten meisje, van wier schoonheid e8n gewetenlooze stiefvader, nadat hij mij een zoo genaamde opvoeding had gegeven, misbruik maakte om geld te verdienen, geld, niets dan geld. Van hem eisch ik mijn verloren leven op, mijn verloren ziel, van hem alleen, Hij deed mij eeno betrekking aannemen bij het tooneel, hij verhuurde mij als model aan schilders, hij dwong mij hetn bij te staan, toen hij valsch geld maakte, en ik moest het uitgeven, en ik moest oorkonden vervaischen en wissels veianderen, ik, met met mijne heillooze gave om vreemde bandschriften na te maken. Wij kwamen beiden in liet Bagno. Op den dag, dat sij mij de letters op den arm brandden onder on dragelijke smart, toen had ik dien droom, in welken ik u 't eerst zag en van dat uur aan hoopte ik op u en had ik u lief. Vier jaren heb ik dwangarbeid verricht, vier jaren lang deed ik boete, en toen ik ontslagen •werd, had ik niets. Niemand zou mij geholpen hebben en ik schaamde mij weder naar de ateliers te gaan met een brand- Algemeen overzicht. Schiedam, 25 Mei '97. De oorlog tusschen Griekenland en Turkse. De Temps verwacht, dat de vredesonderhan delingen tot een gunstig resultaat zullen leiden. De Porte wil blijkbaar wel iets toegevenja zelfs wordt uit Konstantinopel bericht, dat men }e 'Miz-Kiosk begrijpt een onhandigheid te hebben begaan door de nota, die den loden aan de mogendheden is gezonden. Om den schijn te redden en zich een verne dering te besparen, zou daarom een ander mi nisterie optieden. Turkije dan wil wel afzien van Thessalië: bet wil ook wei met zich laten spreken over de schatting; maar het blijft staan op de op heffing der capitulation. En daarvan willen de mogendheden nu weer niets weten. Moge dit punt niet het doode punt der on derhandelingen blijken te zijn Wat de schadeloosstelling betreft, die Grie kenland zou moeten betalen, wordt thans weer een bedrag genoemd van '184 millioen francs. Turkije zou daarvan krijgen 46 millioende rest, 138 millioen, zou Rusland ontvangen op afbetaling der vordering, die het nog op Turkije heeft. Alle mogendheden heeten het thans eens te zijn om een hernieuwing der vijandelijkheden, na afloop van den wapenstilstand, te voorko men, en de eischea van Turkije te beperkeu. Zondag hebben de ambassadeurs te Konstan tinopel tweemaal vergaderd een ontwerp voor een nota, door hen aan de Porte te overhan digen, is vastgesteld. De Grieksche Kroonprins heeft aan de regee ring te Athene bericht, dat Edhem-pacha met hem in onderhandeling wilde treden over den vrede. De regeeiing heeft daarop den Kroonprins geseind, dat hij zich van onderhandelingen moest onthouden. Tevens heeft zij de gezanten te Athene daarvan in kennis gesteld, met de mededeeling dat Griekenland, eenmaal zijn belangen aan de mogendheden toevertrouwd hebbende, geen enkele reden had om reehtstreeksche onder handelingen met Turkije te entameeren. In diplomatieke klingen verzekert men nog, dat koning George d tout prix den vrede wil. meik, dat ik meende, dat men steeds door mijne grove kleederen heen kon zien. Maar honger, koude en ellende van allerlei soort doet pijn ik stal bij een bakker een brood en werd weder voor een paar weken in de gevangenis gezet. Toen ik weder vrij kwam, was het weder dezelfde geschiedenis. Weet gij, wie mij toen hielp? De markiezin de la Bruyère, Hebt gij Traviata wel eens gezien Ik was zulk een Traviata. Wie zou mij nog arbeid gegeven hebben Wie zou mij zijne kamer hebben laten reinigen, Iaat staan zijn kindei en hebben toevertrouwd? En de zonde gaf mij kleederen, voeding, diamanten, equipages en alles, alles. Ik echter was verstoord op mij zelve en rusteloos dwaalde ik rond om rust te vinden zoo kwam ik ook op Capii en zag u, u zeiven, niet uw droombeeld. Mijn noodlot heeft zich vervuld, zoo moest het geschieden, zoo heb ik het gedroomd, zoo werd de vloek vervuld die op de blonde vrouwen van Ulmenried rust. Kismet! Smeekend hief zy hare beide handen tot hem op, hij echter schrikte terug alsof hij op een adder getrapt had. Weg! zeide hij heesch, en toen zij door zijn harde woorden vernietigd ineenzonk, ijlde hij uit de kamer, de dood in het hart, gebroken door het gewicht zijner ellende, schande en jammer. En hij had haar zoo liefgehad hij had kunnen weenen, wanneer hij daaraan dacht en hoe zij zijne edelste, beste gevoelens met voeten had ge treden en hem in het stof had nedergeworpen. Het was als een waanzin, die er in zijn hoofd ombruiste, toen de avond eindelijk viel en de scha duw des nachts alles in liet duister begon te hullen. Strak keek hij naar buiten in de steeds dichter wordende donkerheid, die voor zijne oogen overal vuurrood de letters T. F. deed gloeien in een rood licht. En daartusschen klonk hem het tikken van zijn horloge als donderslagen in de ooren en hij hoorde voortdurend: ïKismet Kismet Athe nais Bagr.o Bagno blonde vrouwen Het was reeds nacht, toen Athenaj's zachtjes met een licht in de hand in de kamer van Hans Ulrich trad. Daardoor zou een conflict zijn ontstaan met Ralli, die van geen offer, noch in geld, noch in grondgebied, wil hooren. Bevestigd wordt, dat te Athene een sterke anti-dynastische strooming merkbaar is, die evenwel zooveel mogelijk wordt tegengegaan. Kolonel Manos is niet vrijwillig naar Athene teruggekeerd. Hij en zijn staf zijn daarheen overgebracht om voor een krijgsraad terecht te staan. liet gerucht loopt, dat hij getracht zou heb ben zich in de gevangenis het leven te benemen. De Grieksche regeering begint last te onder vinden van de buitenlandsche vi ijwiiligers, met name de Italianen. Velen van hen willen niet naar hun land lerugkeeren, waar zij als deserteurs zouden worden beschouwd. Hen wil de Grieksche re geering te Zeverda en te Ilomitza den kost geven, maar de anderen moeten weg. Ondanks het verbod om naar Athene te komenzijn toch een zeshonderd daarheen teruggekeerd. Zij willen zich niet laten ontwapenen en wekken door hun aanwezigheid in de stad groote bezorgdheid. Een aantal van hen is met geweld op Griek sche schepen gebracht, die hen naar Brindisi zullen overbrengen. De Porte heeft aan de vreemde consuls in Thessalië het exequatur verleend, daar de hun door de Grieksche regeering verstrekte vol macht nu waardeloos is. De Albaneesche vrijwilligers willen naar hun haardsteden terugkeeren. Volgens een depêche van Edhem-pacha wer den in Larissa, Volo, Phersala en Domoko in 't geheel buitgemaakt 17 stukken geschut, 34318 projectielen, 95 ammunitie-caissons, 96 trein- wagens, 3169 geweren, 12334 kisten patronen en ander krijgsmateriaal. De berichten van plundering, branden en moorden, waaraan de Turken zich in Thessalië zouden schuldig hebben gemaakt, worden tegen gesproken. Generaal Smolcnitz heeft aan de dagbladen medegedeeld, dat hij op bevel van den kroon- piins van Almyro is teruggetrokken, en dat hij geen kanonnen in 's vijands handen heeft gelaten. .Delyannis, de afgetreden premier, is tot voor zitter van het centraal bestuur der Kretenzers gekozen. Het hart klopte haar tot berstens toe, maar zij bad bet toch gewaagd, zij was gekomen om één goed woord van hem te smeeken, eer zij heenging, eer zij hem verliet voor altijd, want dat zij onder dit reme dak niet langer kon wonen, dat wist zij. En zij wilde dan ook gaan,'zonder tegenstand, slechts zoude zijn laatste blik voor haar een blik van medelijden zijn, en niet zoo vol verachting, die zij wel verdiende, maar die zij toch zoo hard vond, want nog was niet al het goede verstorven en verstikt in haar borst, zoovee! was er wonder baarlijk ontkiemd onder zijn liefhebbende hand, zoools in het voorjaar de harde, droge aaide be gint te ontkiemen van jong, frisch leven. Had zij slechts langer geduurd, deze korte lente, dan had alles goed kunnen worden en zou zij zijne liefde waardiger geworden zijn, maar de vorst was ge komen en had alles vernietigd, alles. Met betraande oogen trad zij zachtkens in zijn kamer het was daarbinnen donker en stil als in een grafkelder. Met een kloppend hart lichtte zij met een kaars om zich heen daar, daar zat hij op de sofa, 't hoofd op de leuning neer gebogen, alsof hij weende. Sidderend zette zij het brandende licht op een tafeltje bij het geopende venster en naderde hem. Hans Ulrich 1 zeide zij zacht, aarzelend. Geen antwoord. Na een minutenlange pauze, waarin zij geen adem durfde te halen, waagde zij het zijn nerterhangende hand aan te raken zij was ijskoud en verstijfd, en toen zij deze hand weder losliet, stiet haar voet tegen iets dat op het tapijt lag - een pistool. Ontzet, met een bang vermoeden boog zij zich over hem heen aan een zijner slapen was een klein, rond teekendaaruit druppelde heel lang zaam bloed zijn oog was gebroken hij was dood, en zij had hem in den dood gedreven 1 Door het donkere woud ijlde als een gejaagd wild, eene donkere vrouwengestalte Athenais. De hemel was roet donkere wolken overdekt en in de verte schitterde het weerlicht door den nacht; een grieselige, dreigende wind woei door het groene bladerdak. IJlend ging zij voorwaaits, zich niet bekommerend om da bliksemstralen, totdat Gisteren is te Bei lijn liet proces begonnen teger, den ex-commissaris der geheime politie von Tausch en den journalist Lützow. Men schijnt vooral te willen bewijzen, dat \on Tausch dikwijls, om welke redenen dan ook, berichten de wereld inzond, die het hof onaangenaam waren. Wanneer dan hem als chef der geheime politie opgediagen werd, den verspreider dier belichten op te sporen, gaf hij andere politieke personen als zoodanig aan. Lutzow, die door den president werd aange spoord tegenover Von Tausch niets dan de waai beid te zeggen, verklaarde gisteren her haaldelijk, dat Von Tausch blijkbaar dikwijls goed op de hoogte was door de plannen van den Keizer te vroeg te publiceeren, bad Von Tausch hem vaak gezegd, werkte men ze het best tegen, want de Keizer trok ze dan in. De president wilde dit niet gelooven. Von Tausch deelde in zijn verboor het een en ander mede over de ambtelijke gebruik making van de diensten van Lutzow en van de agenten Normann en Schumann. Hij ver zekerde voorts, nooit door zijn agenten voor zyn persoonlijke politieke belangen te hebben laten werken. Het Spaansche ministerie blijft aan het be wind. Daarvoor heeft het twee redenen, naar men uit Madrid meldt. In de eerste plaats waren de ministers van oordeel, dat het meest elementaire patriolisme van hen eischte, dat zij op hun post bleven bij den tegenwoordigen stand der internationale quaesties. Bovendien oordeelden zij, dat het iiun plicht was, steunende op het vertrouwen der Kroon en op de groote meerderheid in de beide Ka mers, de vrijheid der koninklijke praerogatieven te verdedigen en niet toe te geven aan de be dreigingen eener minderheid. In den Senaat gaf de premier Canovas als zijne meening te kennen, dat alle partijen een deel der verantwoordelijkheid dragen, en dat het niet aanging den minister van buitenlandsche zaken te vervangen, nu er pas nieuwe diplo matieke onderhandelingen waren begonnen. De liberalen verwachten intusschen spoedig een ministerie-Sagasta. Gisteren vierde koningin Victoria haar 7Sen verjaardag. plotseling een roode schijn aan den nachtelijken hemel haar deed opschrikken. Met onzekeren tred keerde zij terug tot aan den ingang van het woud en stiet een luide, gil lende kreet uit het kasteel van Ulmemied stond in brand en angstwekkend sloegen de bloedroods vlammen in den duisteren nacht naar boven. Met een verwilderden btik drukte zij hare handen voor de oogen. Voort! schreeuwde zij voort! Mijn droom, mijn droom! En als gejaagd verdween hare gestalte tusschen de boomen. Van het kasteel Ulmenried werd een groot ge deelte, daaronder begrepen de schilderijengalerij gered. Iloe het was aangekomen, kon men slechts vermoeden waarschijnlijk in de kamer van den jonker, waar een gordijn, door den wind afgewaaid, in brand geraakt kon zijn dooi' de lamp. Het ver brande lichaam van den jonker werd in den familie grafkelder bijgezet, men nam aan, dat het vuur hem m den slaap had verrast. En zoo werd dan de laatste Ulmenried begraven, en naast hem zijne gemalin, want men had in den geheel uitgebrande!» rooden torer. een geraamte gevonden, dat slechts het haie kon zijn. Wat wisten ook de menschen van de blonde Eva, wier mausoleum de roode toren sedeit diie honderd jaren geweest was. Aldus daalde de oude naam ten grave, nllans Ulrich, laatste jonker van Ulmenried en Athenais, jonkvrouw van Ulmenried, weduwe van den markies de la Hruyère, geboren de Mondy" zoo luidde het opschrift van de beide lijkkisten, die onder klokkengelui en bloemenluister werden bijgezet. Thans spelen in het weder opgebouwde kasteel vroolijke en blijde kinderen, en droomend ruischen de oude olmen hunne oude wijzen. En wat was van haar geworden, van Athenaïs Niemand weet het te zeggen voor de wereld rust zij in den grafkelder der Ulmenrieds. In een groote stad van het zuiden zag ik tusschen da gedenksteenen van een kerkhof een nieuw graf met een eenvoudigen steen er op, waarin was inge- gnft niets dan dit eene, troostelooze woordKismet. Of zij daar ondor mag rusten, de laatste blonde vrouw v.in Ulmenried T i'1 iA li tï

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1