rolXn d.
51 jaargang.
Woensdag 14 Juli 1897.
N°. 9369.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEÜILLËTON.
UITGEVER: H. J. C. KOELANTS.
EEN ANTWOORD.
BUITENLAND.
Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - X.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers0.02
BUREAUj BOTEItSTKAAT ZO, Tclepltoon Mo. 123.
ADVERTKNTiErRijs: van 1—B gewone regels met inbc-
grip van eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Wij hebben indertijd aan den heer J. Schrijver,
die ons naar aanleiding van hetgeen wij in
ons blad van 14 Juni j.l. schreven over mr. Tak
van Poortvliet, kapittelde, naderhand een ant
woord toegezegd, omdat de verkiezingsdrukten
toenmaals ons niet veroorloofden een wijdloopig
onderzoek in te stellen.
Hadde er in ons district eene herstemming
geweest, wij zouden ons, gelijk wij trouwens
toezegden, meer hebben gehaast met een ant
woord; nu had de zaak voor den heer Schrijver,
voor ons, noch voor een ander, gelooven wij, dat
actueele belang, dat er de aandacht voor ge
vraagd kon worden in den opgewonden ver
kiezingstijd van 15 Juni lot 1 Juli, noch nu
de kermis te Schiedam de daarop volgende
week toch velen mm of meer in beslag nam, en
wij toch voor onze lezers schrijven met het idee,
dat zij ons lezen. Daarom thans, nu de gansche
verkiezingsperiode achter ons gaat liggen, een
kort zakelijk woord.
Daaitoe moeten wij even de zaak, zoo kort
mogelijk, ophalen. Wij hadden gezegd:
De heer Van Stirum, dio bij de gratie van de
Schiedamsche Katholieken in de Kamer zit, heeft
in de drie jaar, dat hij daar zetelt, nagenoeg
nooit van zich doen hooren. Ecu enkel maal deed
hij eenige vragen, over de koffiecultuur in Neder-
landsch-Indië. Ziedaar zijn werk in het Parle
ment. Ycrder stemde hij tegen alle voorstellen
van liberale zijde, tegen alle hervorming ade
mende maatregelen, tegen alle amendementen op
het kiesrechtoutwerp Van Houtentegen het
voor.tel om de haardsteden uit de personeele
belasting te doen verdwijnenvóór de uitgave
van negen millioen voor nieuwe geweren, vóór
de hooge (uitgave voor het vestingstelsel op de)
oorlogsbegrooting over 1897.
De heer J. Schrijver bracht hiertegenover
in het midden:
In bedoeld artikel staat geschreven dat de
heer Van Limburg Stirum, gedurende de drie
jaren dat hij nu zitting heeft als Kamerlid,
nagenoeg nooit nog zich heeft doen hooren. Een
enkele maal, zoo heet het verder, deed hij cenige
vragen.
Neen maar, mijnheer de Eedacteur, dat is
kras
Durft u het wolsprekend woord van den heer
v. S., gesproken in zake de koffiecultuur, cenige
vragen noemen Waren dat slechts vragen, als
Z.H.G. mot klem van woorden opkomt tegen de
exploitatie van den inlander, die immers ook
recht heeft op een „mensebwaardig" bestaan
Ik zou willen vragen heeft u dat fier mannen
woord wel gelezen of ligt het Staatsblad niet
op uw bureau
Maar daar is meer. Verder, zoo schrijft u,
stemde hij (v. L. S.) tegen alle voorstellen van
liberale zijde. Ik antwoordGraaf van Limburg
Stirum stemde vóór de wetten van het liberaal
ministerie van Houten. En ik voeg hierbij, maar
wat doet het er toe, welke partij iets voorstelt
Als het voorgestelde goed is, dan moet men er
vóór zijn, al komt het van den tegenstander.
Verder lees ikhij stemde tegen alle her
vorming ademende maatregelen maar ik vraag
welke
Vertelling door Eunst Eckstein.
12)
Alles scheen zich echter boven verwachting goed
te schikken. Haar echtgenoot deelde de nog a!
wereidsche wijze van leven zijner gemalin met
groote volharding. Langzamerhand trok hij zich
echter meer terug en juist naar mate hij dit deed,
scheen Caecfie des te meer naar don maalstroom
van genot te verlangen. Vooral in hot laatste jaar
was dit gebleken. En Nadeschda meende in (loze
onvermoeidheid voor genot een symptoom te ont
dekken Zij zeide dikwijls tot zich zelveDit
vrouwtje wil zich bedwelmen langzamerhand komt
fij tot het bewustzijn, dat zij liet beste, wat het
leven geeft, eene opofferende, hartstochtelijke liefde
hoeft verzuimd. Dan echter scheen ook weder de
blijheid en humor van Caecile zoo ongekunsteld,
dat zij van dergelijke ideeën terugkwam en zich
oet de verklaring vergenoegde dat Caecile werke
lijk i eene levenskunstenares was, die het verstonJ
uit iedere bloem honing te zoeken. Ook bleef
mevrouw Römhild, hoe gevierd zij ook was, in het
verkeer met de heerenwereld zoo gelijkmoedig en
- 100 volmaakt ongenaakbaar, dat ook de giftigste
lasteraar der hoofdstad geen minder gevvenschte
toespeling dorst maker».
Thans, nu Caecile met nieuwen ijver weder de
ffrornpet over haren echtgenoot stak, moest
Verder lees ik: hij stemde tegen alle amen
dementen op het kiesrecht-ontwerp-Van Houten
ik antwoordmaar dat hebben ook liberalen
gedaan.
Verder lees ikbij stemde tegen het voorstel
om de haardsteden nit de personeele belasting
te doen verdrijven ik wijs er op, dat deden
ook liberalen. Sla het maar eens na
Verder lees ik: hij stemde vóór do uitgave
van negen millioen voor nieuwe geweren
maar dat deed ook de heer Cremcr, geestver
want van den heer Tak van Poortvliet.
Dus genoeg.
Een kort zakelijk woord zuilen wij thans
tegen des heeren Schrijvers' woorden oveistel-
len, waarbjj wij den sclnijverop den voet volgen:
lo. Wij noemden de maiden-speech van mr.
van Stiiurn bij de Indische Begrooting: eenige
vragen. Wij geven toe dat liet beter ware ge
weest gesproken te hebben van eenige sopmer-
kingen". Maar dat is dan ook de eenige con
cessie die wij onzen bestrijder kunnen geven.
Een herhaalde lezing van des heeren Van S. rede
heeft ons van haar belangrijkheid evenmin
overtuigd als de minister van koloniën er var.
overtuigd was, (oen hij in enkele woorden het
denkbeeld van den heer v. S., join met de
»eene hand hooger betaling te geven voor de
«koffie en dat met de andere hand weder ge-
«deeltelijk terug te nemen in den vorm van
«belasting", vreemd noemde.
2o, Of de lieer v. S. stemde vóór voorstellen
van het ministerie-Roei!, gaat zeer goed te
samen met onze bewering, dat hij stemde tegen
de voorstellen van liberale zijde. Onze bestrijder
noemt het ministerie-RöelI een liberaal minis
terie; wij noemen liet een ministerie van libe
ralen, die door de omstandigheden geen liberale
voorstellen konden doen.
3o. 4e. Of sommige liberalen ook d. i. met
den heer v. S. stemden tegen de amendementen,
die dienen moesten het kiesrecht luimer toe
te kennen en óf sommige liberalen evenals de
heer v. S. stemden tegen het amendement op
de haardsteden, zal toch waarlijk den heer
v. S. niet schoon wasschen in de oogen van
hen, die deze vota als gericht tegen goedeher-
vorrningen beschouwden 1 Wij hebben dergelijke
liberalen evenmin aanbevolen als den heer v. S.
4o. Hetzelfde geldt voor het votum over de
geweren. Wij hadden liet stemmen vóór die
9 millioen den heer v. S. niet mogen verwij
ten, omdatook de heer Cremer
dezelfde fout beging
Eilieve, bevalen wij te Schiedam aan den
heer Cremer of mr. Tak van Poortvliet
Wij meenen hiermede elk moment van des
heeren Schrijier's weerlegging besproken te
hebben. Wij maken ons excuus, dat de beant
woording zoo lang op zich liet wachten. Wij
meenen echter de reden daarvan voldoende in
den aanvang van dit artikeltje uiteengezet te
hebben, en wijzen er ten overvloede nog op,
dat het nasuuffelen van eenige jaargangen der
Handelingen, van het nauwkeurig nagaan van
de stemmingsstaten, het nog eens inwinnen
van inlichtingen, over de positie, die de heer
Nadeschda opnieuw aan hare reeds bijna vergeten
vermoedens denken. Het was geen wonder. Deze
bekoorlijke vrouw, nog jong, maar toch ook niet
zoo ver meer verwijderd van den drempel, waar
op de vrouw onhenoepelijk moet afstand doen van
wat de jeugd mag doen gelden, had natuurlijk nu
en dan te strijden met het spook van haren ver
loren bloeitijd, en haar liefdeloos, onnut bestaan.
Kindei en, die haar van eene nadere beschouwing
van haien toestand hadden kunnen afhouden, he-
zat zij ook niet. Daarom gaf zij zich als van zelve
aan dergelijke bespiegelingen over.
Mevrouw von Myrpach schrikte een weinig. Een
seconde lang ging haar de gedachte door het hoofd,
of zij niet een al te gewaagd spel speelde, als zij,
gelijk zij van plan was, hare vriendin in onafge
broken verkeer met haren zoon bracht. Caecile
zoude zich ten slotte de vleugels kunnen schroeien.
Dat zou toch verschrikkelijk zijn en komisch
tovens.
Onmiddellijk echter wierp zij de bezorgheid hier
over van zich als volkomen ongegrond.
Caecile had haar zoon gekend, toerr de baker
hem nog verzorgde: het verschil in leeftijd was te
groot. Afgezien hiervan bood het karakter van Caecile
de volle zekerheid, dat zij eer onmiddellijk weder
zou vertrekken, als hare gemoedsrust ook slechts
gedurende enkele minuten in gevaarte laten brengen.
Zij had toch lang genoeg in de wereld geleefd en
met mannen verkeerd, die oneindig gevaarlijker
waren, als deze onschuldige, bhmdlokkige jongen.
Neen, het was onzin!
Terwijl mevrouw von Myrpach zich op deze wijze
trachtte' gerust te stellen, maakte Caecile zelve
eene uiterst zonderlinge opmerking.
v. L. S. bij zijne medeleden geacht wordt in
te nemen, vrij wat tijd vordert. Dat trouwens
des heeren v. L. S.'s kennis over Indische zaken
zijn specialiteit niet overschat wordt door
deskundige bladen, blijkt wel ten overvloede
hieruit, hoe Insulinde, het speciale blad aan
Indische belangen gewijd, over des heeren v.
L. S.'s studiereis naar Indië oordeelt. Het zegt
de heer v. L. S. heeft kort na zijn promotie
»een reisje" naar Indië gemaakt, en heeft ge
toond steeds veel belang te stellen in onze
koloniën. Of dit meisje" en zelfs deze belang
stelling den Indischen specialiteit stempelt, wij
gelooven het niet; daar behoort meer toe.
Of de heer v. L. S. is een goed Christen,
een man met een warm hart voor zijn idealen,
een man zelfs, die een plaats verdient in de
Tweede Kamer, is een quaestie, waarin wij niet
willen beslissen; voor onzen afgevaardigde had
den wij echter liever een ander gezien.
Moge hij, nu 1»ij eenmaal voor Schiedam
herkozen is, daarvoor veel doen; ook van do
hooge rijksregcering hebben wij nog wel iels
te wachten. Schiedam is door haar nimmer
verwend.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 13 Juli '97.
In Oostenrijk wordt de toestand meer en
meer gespannen, en steeds vijandiger staan de
partijen tegenover elkaar.
De regeei'ing geeft blijk van haar vast voor
nemen om geen duimbreed te wijken, en de
Duitschei-s, enger aaneengesloten dan ooit, zijn
even vast besloten tot het uiterste te protest-
teeren tegen de taalverordeningen van graaf
Badeni.
Een groote fout van de regeering is zeker
geweest het verbieden van den Duitscheu
partijdag te Eger.
Had men die kalm toegelaten, dan wai*e
niets gebeurd. Nu is de verbittering aanmerke
lijk toegenomen.
Ondanks het verbod trokken Zondagmoigen
52 leden van den rijksraad en den landdagen
ongeveer 200 burgemeesters aar. 't hoofd eener
groote volksmenigte door de met zwart-rood-
gouden vlaggen getooide stad naar hetSchiet-
huis, waar vergaderd zou worden. Het lokaal
was evenwel door gendarmerie en politie bezel,
en een vergadering mocht niet plaats vinden.
Uit naam van 73 afgevaardigden, die de ver
gadering hadden bijeengeroepen, protesteerde
dr. Funke tegen het onwettig optreden der
autoriteiten. Toen terug naar het stadhuis onder
het zingen der Wacht am lihein, en op het
voorplein in de open lucht vergaderd.
Daar legden alle aanwezigen na eer» korte
toespraak van dr. Funke met ontblooten hoofde
de belofte af, één te blijven en in hun oppositie
te volharden.
Intusschen waren groote scharen van buiten
Roland keek sedert het vertrek van den trein,
in nadenken verzonken en zonder een woord te
spreken uit het geopende venster.
Was het de ongewone ernst, die er over zijne
trekken lag, of had mevrouw RómbilJ tot nu toe
daai'üp geen acht geslagen op eens kreeg zij
hei idee, dat de jonge man opvallend op zijn over
leden vader geleek, die tot de knapste officieren
van het garnizoen gerekend werd.
«Men moet toch inderdaad eert beetje van toon
veranderen," dacht Caecile. sAltijd weer vorgeet
men, dat van kinderen langzamerhand menschen
groeien, Ik geloof zelfs, dat het al bijna geen pas
meer geeft, als ik zoo eenvoudig weg Roland zeg,
ook al ben ik nog zoo intiem met zijn mama. Wat
zat hij daar treurig en verdrietig op deze heerlijken
voorjaarsmorgen. Ja, ja, mijn jongen, scheiden is
smartelijk. Als hij zicb eens werkelijk in dat meisje
had verliefd 1"
Bij deze gedachte kwam er een oneindig mede
lijden bij haar op.
Mevrouw von Myrpach had zonder twijfel gelijk;
het zou jammer voor Roland zijn. Een zoo coquet,
vlinderachtig schepsel, dat zich door ieder het hof
liet maken en wie weet, wat zonderlinge geschiedenis
al achter den rug had, mocht tot geen prijs de
levensgezellin van dezen gevoeligen jongen man
worden. Neen, Roland verdiende wat beters
wanneer zij, Caecile, daartoe op een of andere wijze
kon bijdragen, om den armen jongen van zijne
vei blinding te genezen, dan kon Nadeschda zeker
er van zijn dat het met vreugde zou geschieden.
En misschien was dat wel zoo moeilijk, als het
op het eerste gezicht we! scheen.
Mevrouw Römhild wist, dat zij de gave bezat
de stad binnengetrokkende gendarmerie en
de douaniers zetten mot geveld geweer hot
plein af, torwij! do bereden politie uit Praag
voortduieud door de straten galoppeerde.
Inmiddels was op Bciersch grondgebied een
groote meeting gehouden, en de vandaar terug
keerenden vulden weder de straten der slad.
liet was woelig, en dc menigte was met stok
ken gewapend.
De politie was machteloos en werd zelfs
bespot.
Toen werden soldaten gerequireerd, die op
verschillende punten met de kolf van het geweer
de mefiigte uiteensloeg, zoodat verscheiden
personen gewond weiden.
Dien zelfden dag vergaderde te Klagenfui-t de
Duitsch-nationale pariijdag, waar alle afge
vaardigden der Alpenlanden aanwezig wareu.
Hier liep alles ordelijk af.
Te recht schrijft de K'óln. Ztg..- «De schuld
(van de onlusten te Eger) is waarschijnlijk met
minder toe te schrijven aan het brutaal op
treden der handhavers der orde als aan de
verkliiarbai e verbittering der menigte. De hoofd
schuldigen zitten in ieder geval te Wennen."
Het is heel moeilijk te zeggen wat Badeni
thans moet doen.
Doorgaan, zooals de Tsechen willen 't Gevolg
zou zeer stellig kunnen zijn de burgerkrijg met
zijn vreeselijke gevolgen, en tot zulk een ge
waagde politiek zal Frans Jozef zijn toestem
ming zeker niet geven.
Concessies aan de Duitschei s zijn ook moeilijk,
zoodat het eenigj middel isBadeni's aftreden.
Meer en meer wordt de waaischijnüjkheid daar
van besproken.
Sommige bladen vragen heel lakoniek: Wordt
het niet tijd, den Pool Badeni huiswaarts te
zenden."
Als zijn opvolger wordt dan genoemd Von
Gautsch, thans minister van justitie, een man
van groote tact en bekwaamheid.
Maar wat men ook doen moge, het zal
moeilijk blijken den eenmaal opgezweepten ras
senhaat tot bedaren te brengen.
De Fransche regeering heeft een klein neder
laagje geleden met haar ontwerp tot het vast
stellen van den omslag der directe belastingen
door de algerneene raden,
De regeering vroeg voor haar ontwei p de
urgentie, die door den socialist Millerand be
streden, doch niettemin aangenomen werd.
Meer succes had de oppositie onder leiding
van Cavaignac en Millerand bij de behandel'ng
van de eerste paragraaf van het eenige artikel,
bepalende dat de algerneene raden den omslag
dei- directe belastingen van 1898 zullen vast
stellen in buitengewone zitting.
Na een heftig debat werd dit artikel met
270 tegen 245 stemmen verworpen.
Nochtans zal deze nederlaag der regeering
wel geen ernstige gevolgen na zich sieepen.
Immers, de motie van Millerand, een logische
consequentie van de voorafgegane stemming,
door haren fonkelenden geest ook het ontstemde
mede te sleepen. Als zij hem voorloopig voor slechts
enkele oogenblikken van zijn hartstochtelijk ver
langen kon bevrijden. Later kon zij dan zijn vollo
vertrouwen, zijn werkelijke vriendschap wipnen-en,
zonder dat hij het merkte, de ziekte, die zij wilde
bestrijden, door openlijke diagnose genezen. Zij
behoefde den naam van het jonge meisje in het
goheel niet te noemen, maar slechts in het algemeen
daarop te zinspelen, hoe het leven van een diep
gevoeligen jongen man aan de zijde van een waar
achtig gelijksoortig geschapen vrouw moest zijn.
De toepassing op de holheid en grilligheid, die het
verdei f met zich omdroegen, zou dan vanzelf volgen.
Mevrouw Römhild oordeelde dit plan buitenge
woon verstandig en voortreffelijk. Een heerlijk ge
voel van bevrediging doorstroomde haar boi-st. Voor
de eerste maal sedert haar langjarig liuwlijk zweefde
haar een doel, een ernstig en Soonend plan voor
den geest. Tot op dit oogenblik had zij trots al
het drukke en bonte van hare wijze van leven,
strikt genomen een recht éénvormig leven geleid,
nimmer zelfstandig iets aangevat, nooit gewerkt
of gehandeld. Van haar beslaan golden de woorden,
met welke Esaias Tegner het uur van de midder
nachtzon schildertHet was geen dag en het was
geen nacht; het zweefde tusschen beiden.
Thans stelde het toeval haar eensklaps voor een
groot probleem welks oplossing haar den dank eener
beste vriendin en de goedkeuring van haar eigen
geweten zou schenken. Dat was iets nieuws en
wonderlijks voor haar hart, dat zich thans bijna
mot gewold in den kring van het dagelijksche leven
had geperst.
(Wordt vervolgd.)