Beffista Vereins fir öatataiarleit.
N°. 9380.
LIHRIRBILDÜNGSANSTALT
5f<e jaargang.
Dinsdag 27 Juli 1897.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
DE SCHIPBREUKELINGEN.
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND.
G0URA1T.
Abonnementsprijs tooi Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommerao.02
BUREAUBOTERSTRAAT ÏO, Telephoon No. 123,
Advertentieprijs: van 1—5 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meerQ.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
DES
II.
Leipzig, 22 Juli 1897.
Het was Donderdag, namiddag van den 16n
Juli. dat de aMitteldeutsche Handfertigkeits-
Ausstellung" geopend werd. Alle cursisten trok
ken er heen. Een groot gebouwde sGarten-
bauhalle" bevatte den schoolarbeid uit het
koninkrijk en de provinciën Saksen, Thuringen,
Silezié, Anhalt-Dessau en eenige Pruisische
steden. Een groot aantal genoodigden, voor
standers van den handenarbeid, met het bestuur
der Duitsche Vereeniging in het midden, had
den in het vooreinde der zaal plaatsgenomen.
Nadat de muziek Beethovens: sEhre Gottes"
had doen hooren, betrad prof. dr. Gregory het
spreekgestoelte. In zijn openingsrede deed hij
vooral uitkomen, dat de handenarbeid niet zoo
zeer moet beschouwd worden als een middel,
om nieuwe bronnen van bestaan te scheppen,
door voorwerpen van handelswaarde te doen
vervaardigen, noch om de kinderen voor een
bepaald vak op te leiden, neen, de handen
arbeid moet een zuivere opvoedkundige strek
king hebben. Daarom, ieder kind, onverschillig
van welken stand, moet reeds vroeg leeren
arbeiden, opdat zijne ontwikkeling meer vol
komen worde.
Na hem sprak Dr. W. Gotze, die regeering
en stadsbestuur dank bracht voor hun steun, en
ook hulde bracht aan den vrijheer Von Schen-
kendorf, die den handenarbeid steeds onder de
aandacht der regeering had gebracht. Ook prof.
Biederman, den nestor der beweging in Duitsch-
land, wijdde Dr. Gotze eenige warme woorden
van dank, voor het vele dat hij voor den handen
arbeid had gedaan.
Dien ouden grijsaard, wiens beenen reeds
lang hun diensten weigeren, was het aan te
zien, dat deze tentoonstelling voor hem eene
gewichtige gebeurtenis was. Hij liet zich ook
voor de toehoorders brengen en wees er op,
dat deze tentoonstelling een dubbele beteekenis
had. Het was toch de eerste, die zulk een
grooten omvang had en bewees hoe 'n hooge
vlucht de handenarbeid in de laatste jaren
in Duitscb.land genomen had, in de tweede
plaats toonde deze tentoonstelling duidelijk, wat
men zoo gaarne op alle scholen zou wenschen,
dat bij het gewone onderwijs gegeven zou
worden. Hij gaf dan ook de verzekering, dat
we dan aan den vooravond stonden van een
algemeene invoering van onderwijs in handen
arbeid op de scholen.
Daarna werd de tentoonstelling voor geopend
verklaard en begaf de menigte zich de zaal in.
Ik bleef nog eenigen tijd vooraan om eerst
eens een algemeen overzicht van de zaal in zijn
eheel te nen. Het was mooi om te zien.
Bij een lengte van ongeveer 100 M. en een
breedte van 25 M. was zij daarnaar evenredig
hoog. Aan de wanden en in de midden groote
uitstallingstafels. Een groote fontein en veel
Door J. C. BiERNA.T7.KI.
Hoofdstuk I.
Aan de westkust van het hertogdom Sleeswijk
bevinden zich, omspoeld door de golven van de
Nooidzee, verscheiden eilanden, die als overblijfsel
van een aaneengesloten landstreek welke de zee tot
roofgoed geworden is, den bewoner van het vaste
land er aan herinneren, zich met alle hem ten
dienste staande middelen tegen" de stormvloeden te
beschermen.
De grootste van deze eilanden zijn deels door
dijken, deelB door duinen voor de golven beschut,
die steeds opnieuw pogingen aanwenden om het
laatst overgeschoten brokje land in te zwelgen.
Bij de ebbe gaat de zee zoover terug, dat er een
stikgrond van mijlen breedte bloot gelegd wordt, die
nog in kronkelende trekken het beeld der golven
aanwijst, die er nog voor korten tijd overstroomden.
Enkele holten en diepten geraken ook dan nog niet
zonder water. Deze diepten, welke den eenzamen
wandelaar, die op de, voor zijn bezoek een korten
tijd open staande streken, een achtergebleven zee
hond zoekt, ook bij de sterkste eb onoverschrijd-
baro grenzen stellen, verhindeien de verbinding
tusschen de verschillende eilanden zonder ophouden.
groen bevorderde de frischheid. Aan het eene
einde der zaal alle modellen der inrichting, aan
het andere twaalf schaafbanken, waar iederen
middag, ten aanzien van het publiek, jongens
zouden komen werken. Aan den ingang der zaal
hingen, aan den wand, twee groote medaillons,
de een voorstellende een jongen aan de schaaf
bank, de ander een jongen aan het aanbeeld.
Ze waren geboetseerd door een lid der veree
niging en voorzien van zeer passende onder
schriften. Het eene was van Goethe: sDie
Thatigkeit ist 's, was den Menschen glucklich
macht". Het andere van Ilerbartj>Die
Hand had ihren Ehrenplatz neben der Sprache,
um die Menschen uber die Thierheit zu erheben.
En daarboven stond zeer terechtsNicht
Neuerungssucht, das streben nnch den Ttes-
seren schuf Euch diese Statte."
Wat zijn die Duitschers ons in dat opzicht
verre voor, dacht ik bij het aanschouwen der
net geëtaleerde, groote verzameling werkstuk
ken. Ik was een oogenblik ontevreden, dat ik
niet in zoo'n omgeving blijven kon, doch maar
een oogenblik, want ik moest toch erkennen
dat, al zijn wij Hollanders in dat opzicht de Duit
schers niet nabij, wij het nut van den handenar
beid toch meer en meer gaan inzien.
Wij hebben neg wel geen kweekschool voor
onderwijzers in dat vak, doch wordt bij ons te
lande aan de Rijkskweek- en leerschool ook
geen arbeid onderwezen Niet wat wij algemeen
kennen als huisvlijt, neen, de handenarbeid
naar de nieuwere methode. Dat hebben wij te
danken aan minister de Savornin Lobman.
Bovendien hebben wij te Haarlem de model
school van de Doopsgezinde Gemeente, waar
het hoofd, de wakkere heer Swart, in zijn
geheele leerplan den arbeid vooraan plaatst.
In den Haag is een bijzondere school voor
U. L. O. onder directie van den heer P. T.
v. d. Meulen, waar handenarbeid deel uitmaakt
van het leerprogram. Verder vindt men in vele
steden, als Amsterdam, Rotterdam, den Haag,
vele scholen, waar men, de een meer, de ander
minder, arbeid als proef heeft ingevoerd om
op meer practische wijze het rekenen, tee
kenen en de natuurkunde te beoefenen. Zelfs
in onze goede stad Schiedam wordt er op som
mige scholen reeds in papier gewerkt. Vele
onderwijzers beginnen liet nut er van in te
zien en oefenen zich in het practische gedeelte,
Dat zijn teekenen, die voor de toekomst iets
beloven.
Het is vooral de inspecteur van het lager
onderwijs in de 2e inspectie, de heer Fabius,
die daar zeer voor ijvert. Als een erkenning
van zijn verdienste, heeft dan ook de vereeniging
tot bevordering van het onderwijs in handen
arbeid in Nederland, hem voor eenige jaren
het eere-lidmaatschap aangeboden. Ook tot
vorming van practisch ontwikkelde onderwijzers
is reeds veel gedaan, al wenschten wij nog
meer. Volksonderwijs gaf, ik meen in 1878,
een cursus te Rotterdam, onder leiding van den
heer A. Groeneveld. De Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen gaf twee cursussen in 1880
en 1881, meen ik, onder leiding van den heer
Stam, te Amsterdam. De Vereeniging tot be
vordering van het onderwijs in Handenarbeid
Slechts enkele kleinere eilanden verheugen zich
als de zee teruggaat over eene korte gemeenschap
met elkaar of met het vastelandmaar wee den
wandelaar, die er te veel op vertrouwt. De zee
keert dikwijls met ongewone snelheid terug, een
zware nevel met zich brengende ais bondgenoot,
en de slikiooper, zoo noemt men hem, die van
de ebbe tot lange wandelingen gebruik maakt
voelt den vloed op eenmaal om zijne voeten spelen
ontzetting doet zijne haren te berge rijzenhij
ijlt in doodsangst voorwaarts de reeds lang ge
vulde spleten versperren zijnen weghij wendt
zich zijwaarts om ze te ontgaanhij verliest
daardoor zijne richting; loopt heen en weder en is
gevangen, en met ieder oogenblik klimt de vloed
hooger en hoogerzijn geroep verstomt in de
groote, oneindige waterwoestijn en hij wordt ten
laatste door de over hem heen spoelende golven
verstikt, die weldra zijn lijk medevoeren, want een
diepe zee ontstaat daar, waar nog voor korten
tijd de voetstappen van den ongelukkigen wandelaar
zichtbaar waren.
In tegenstelling met de grootere, door dijken en
duinen beschermde eilanden, worden de kleinere
Halligen genoemd.
Een zoodanige Haliig is een vlak grasveld, dat
zich nauwelijks twee of drie voet boven de zee
spiegel verheft en dat daardoor soms meermalen
per dag door het zeewater wordt overstroomd. De
grootste van dezo eilanden zijn nog geen vierkante
halve mijl groot; de kleinste, dikwijls slechts door
in Nederland gaf in 1891 een karton- en in
1S92 een hout-cursus, ook onder leiding van
den heer J. Stam, te Amsterdam. Later hebben
de lieeren J. Stam te Amsterdam en P. T.
v. d. Meulen te Leiden cursussen gegeven in
hout en carton. De eerste voor eigen rekening,
de tweede voor rekening van een fabrikant te
Leiden. Ook gaven de heeren A. Groeneveld,
J. Stam, L. Iv. Hazelhorst te Delft en de heer
A. van Waart te Schiedam en Vlaardingen
cursussen voor onderwijzers.
Jammer dat tot deelneming aan zulke cur
sussen veelal zware finantieele oflers gevraagd
worden en dat vele onderwijzers meenen, met
het bijwonen van een cursus reeds genoeg
gedaan te hebben. Mochten evenwel de ge
meentebesturen bij een invoering van een proef
minder op een groote uitgave zien, dan zeker,
zal dat onderwijs er bij winnen. Cursussen in
de avonduren, aan kinderen van 10 tot 14 a
15 jaren, worden in vele plaatsen in ons land
gehouden. Jammer dat veel onderwijzers in
H. A. niet meer van onze Noordelijke en
Oostelijke buren overnemen, vooral wat daar
beter is dan bij ons.
Met den heer Fabius zijn meer mannen in
ons land, die voor jaren den stoot hebben ge
geven den handenarbeid in ons land te brengen.
De heeren Kerdyk, Bouman en van Eden
hebben de Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen en Volksonderwijs er toe gebracht in ons
land scholen voor handenarbeid op te richten
en te steunen. Zoo is ook in Schiedam zulk
een school geopend door het Nut in den tijd
dat Dr. Yaillant nog voorzitter was. Jammer,
dat de poging van het tegenwoordige bestuur,
om een andere richting aan die school te geven,
dezen winter is mislukt. De wensch was, naast
de huisvlijtklassen, een andere te plaatsen,
waar onderwijs in hout en karton volgens de
nieuwere methode gegeven zou worden.
Ook worden te Delft, Leiden en Groningen
aan de kinderen der fabrieksarbeiders geregeld
cursussen in H. A. gegeven volgens het Noor-
sche systeem. Vooral voor deze kindereu. die
wellicht op lateren leeftijd gelijk automaten
achter een machine moeten staan, om hun
krachten aan een zeer eenzijdigen arbeid te
weiden, is een les in II. A. zeer goed.
In weeshuizen, als te Amsterdam, Dordrecht
en Rotterdam is het ingevoerd. In Dordrecht
kan men heden op de tentoonstelling de vruch
ten van den arbeid in 't houtsnijden bewon
deren.
Zie, als ik dat alles overdenk, verheug ik
mij hier iu Leipzig zooveel moois en schoons
te zien en zal ik pogen, door mijn arbeid hier
en daar te toonen, bij ons te lande het be
staande te verbeteren. Mijn brief' zou te lang
worden, indien ik thans nog ging vertellen,
wat op de tentoonstelling hier te zien is en
in hoeverre zij bet verschil tusschen onze wijze
van werken en die in Duitschland aangeeft.
Daarover een ander maal.
eene familie bewoond zijn nauwelijks een duizend
muter in het vierkant. Zij dienen om er hooi te
winnen, dat in groote hoopen opgetast maar al te
dikwijls bij stormwind wegspoelt.
Op kunstmatige verhangingen of wersten staan
de eenzame woningen, die zelden meer ruimte op
de hoogte overlaten, dan voor een smallen weg ora
de hut heen noodig is. Daarom treft men ook
bijna nergens een tuinije aan met bloemen of ge
wassenhiervoor is geen plaats; het onderhoud
eener werst kost ook zonder dat reeds genoeg.
Op de vlakten groeit wegens de overstroomingen
slechts een armzalig gras, dat nauwelijks voldoende
is voor een enkel schaap; noch bronwater, noch
eenigen boom vindt men hierhet regenwater,
dat tot lafenis der schapen strekt, wordt verzameld
in een kuil bij de hut en voor de bewoners wordt
een paar keer per jaar van het vasteland een ton
netje water aangevoerd.
Doch ook ondanks de groote ontberingen, zouden
do Halligbewoners zich niet buitengewoon te be
klagen hebben, wanneer hiermede zijn beeid in
aile opzichten was geteekendmaar er blijft nog
een andere verschrikkelijke zijde aan zijn leven
over. De overstroomingen zijn iets gewoons gewor
den, de watervloeden die al het vlakke land over-
overstrooraende tot aan de werst naar boven stijgen
en hun wit schuim tegen de muren en vensters
der hutten opzwepen Dan komen van deze wonin
gen uit de oneindige watervlakten nog slechts de
stroodaken voor den dag, en men gelooft niet, dat
Algemeen overzicht.
Schiedam, 26 Juli '97.
Zaterdag is in het Pruisische Iluis van Af
gevaardigden de beslissing gevallen over de
»lrieine socialistenwet", een beslissing, die met
spanning in geheel Duitschland niet alleen, maar
ook in de andere Staten van Europa werd
tegemoetgezien.
De uitslag is geweest een échec voor de re
geering: de novelle op de vereenigingswet is
met 209 tegen 205 stemmen verworpen.
Een meerderheid van 4 stemmen dus heeft
de regeering de nederlaag bezorgd. Men wist,
dat bet zou spannenden doorslag moesten de
nationaal-liberalen geven, en krachtig is er ge
werkt, om alle leden dezer pai tij aan te sporen
de vergadering bij te wonen eu tegen het
regeeringsontwerp te stemmen. Twee nationaal-
liberalen slechts hebben hun stem gegeven aan
het ontwerp, waartegenover vermeld dient te
worden, dat de nationaal-libeiaal Walbrecht,
ondanks een beenbreuk, opgedaan bij een val
van zijn paard, niet had willen wegblijven uit
de vergadering.
Vóór het Huis was het reeds vroeg buiten
gewoon druk en verschillende afgevaardigden,
met name Eugen Richter, werden levendig
toegejuicht.
Te ongeveer 11 uur eindigden alle partijen
hunne clubbijeenkomsten, en te kwart over elf
opende de voorzitter Von Kolier, de vergade
ring.
Aan de ministertafel hadden plaatsgenomen
Von der Recke, de maker der wet, en Von
Miquel. De eerste nam dadelijk het woord om
de aanneming van het wetsontwerp dringend
aan te bevelen.
Het ontwerp werd vervolgens krachtig be
streden door de afgevaardigden Ilobrecht en
andere nationaai-libeleralen, door Lieber namens
het centrum en door de vrijzinnigen Rickert en
Eugen Richter, terwijl Von Miquel en graaf
Limburg Stirum (conservatief) de verdediging
op zich namen.
Eindelijk werd tot de stemming over ait. 1
overgegaan, eu wel op voorstel van den natio-
naal-lïbetaal Von Eynern en van graaf Limburg
Stirum, door oplezing der namen.
Eén nationaal-liberaal, Von Sanden, onthield
zich van stemming. Stóeker (christelijk-sociaa!)
stemde tegen liet ontwerp.
De uitslag der stemming werd begroet met
uitbundig gejuich, ook van de tribune, onder
broken door verwoed gesis van de banken dei-
rechterzijde.
In een vereenigde avondvergadering van
Heerenhuis en Huis van Afgevaardigden werd,
zooals algemeen verwacht was, de zitting van
den Pruisisehen Landdag gesloten verklaard.
Von Miquel las de daartoe strekkende konink
lijke lastgeving voor.
Met een driewerf »hoch 1" op den Koning
gingen de afgevaardigden uiteen.
Een even ernstige beslissing zal heden waar
schijnlijk door het Lagerhuis worden genomen.
ze nog menschelijke vsezens herbergen. Menig
vreemd, uit een koers geraakt schip, voer des
nachts reeds over een llallig heen, en de vei baasde
zeelieden geloofden aan tooverij, wanneer zij plotse
ling een vriendelijk licht door de hel verlichte
ruiter, van een vertrek zagen schitteren, waar er
geen andere bodem ora op te bouwen dan de
golven aanwezig scheen. Maar de storm breekt te
gelijkertijd inet den vloed over het bange eiland
los meer dan twintig voet stijgt het waler boven
het gewone peil, aiies wordt overstroomd, vee en
menschen door de golven medegesleurd, de huizen
vernield.
Nochtans heeft de Halligbewoner zijn land lief
boven olies en de uit den storm geredde bouwt
nergens anders zijne woning weder op, dan op de
plek, waar hij alles verloor en waar hij weldra
weder alles verliezen kan.
Een der Halligen, van welke wij hier een al
gemeen en der waarheid getrouw beeld hebben
gegeven, is het tooneei van het volgende verhaal.
Toenmaals, in den zomer van het jaar 1824 was
het eilandje bewoond door ongeveer 50 menschen
in 9 hutten, op 6 over de vlakte verspreide wersten
gebouwd.
Eene, een weinig van de andere woningen ver
wijderde nieuwe kerk, in 1826 gebouwd, nadat
de oude in 1816 door den stormvloed was weg
geslagen, diende voor de godsdienstige samen
komsten der gemeente.
Wordt vervolgd