51"" jaargang,
Vrijdag 30 Juli 1897.
N°. 9383
feuilleton:
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
uitgeverThTjTgTi^elants.
Kennisgeving.
Ken 11 i s g e v i n g.
BÜÏTENL AXi).
DE SCHIPBREUKELINGEN.
iüöifetó
C0ÜRA1T.
ijscanmssESTSPEijg vooï Schiedam, per kwartaal f 0.90
n n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco pet post, p. kwartaal. 1.30
Afzonderlijke nommerso.02
BUREAU i BOTERSTRAAT 70, Tclephoon Xo. 133.
Advertentieprijs: tan 1—5 gewono regels met inbe
grip ran ecne Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Verkiezing voor den Gemeenteraad.
Be burgemeester van Schiedam,
brengt ter algemeene kennis:
lo, dat in de plaats van den heer I, IIOOGENDAM,
overleden, in tneeiistrict 1 eene verkiezing van
één raadslid zal worden gehouden op Vrijdag den
13den Augustus as. van des voorrmddags 9 tot des
namiddags 4 uur, gedurende welken tijd ten
Raadhmze overeenkomstig art. 52 der kieswet
opgaven van candidaten kunnen worden ingeleverd.
2o. dat de formulieren, bestemd voor de bovenbedoelde
opgave, ter secretarie der gemeente kosteloos
verkrijgbaar zijn van heden tot en met13den Augus
tus a.s. van des morgens 81/2 tot des namiddags
41/j uur.
Schiedam, den 29sten Juli 1897.
Se Burgemeester voornoemd,
VISSER Z.-B.
Burgemeester ên wethouders van Schiedam
Gelet op art. 219 der wet van den 29sten Juni 1851
(1staatsblad no. 85), regelende de samenstelling, inrich
ting en bevoegdheid der gemeentebesturen
Doen te weten
Dat de rekening en verantwoording vau de inkomsten
en uitgaven der gemeente, over het dienstjaar 1890,
op 27 dezer aan den raad is ingediend, en tegelijk op
de secretarie der gemeente gedurende 14 dagen, te
rekenen van heden, voor een ieder ter lezing is neder-
gelegd; terwijl die rekening tevens, tegen betaling
der kosten, in afschrift aldaar verkrijgbaar is gesteld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be-
hooit, den 27slen Juli 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VISSER, L.-B.
De secretaris,
VERNÈDE.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 29 Juli '97.
De Belgische Kamer houdt zich, bij gebrek
aan beter, bezig met het wetsontwerp op de
buigerwacht, een wet waarvoor noch de regee
ring noch een der partijen ook maar iets voelt.
Bij de behandeling van dit ontwerp heelt de
regeering veel onaangenaams ondervonden door
het obstructionisme en den slechten wil harer
tegenpartijders.
Niettemin is men voortgesukkeld, de geheele
lange reeks van artikelen langs, totdat men
gisteren aan art. 49 was gekomen.
Bij dit artikel, den eed van trouw aan den
koning vaststellende, kwam het tot een heftig
incident.
Door J. C. Biernatzki.
4)
Thans kwam het er op aan oene beslissing te
nemen, daar ook de invallende nacht het gevaar
nog verhoogde. De beraadslaging tussohen den
kapitein en den stuurman werd huns ondanks al
te snel beëindigd. Een verschrikkelijke stoot, die het
schip in al zijn dealen deed sidderen, als moest
het oogenblikkelijk uit elkaar slaan, duidde op een
onverwacht ongeval.
>De ankerketting is gebroken!" Deze kreet gaf
de oplossing van het raadsel. i>De touwen ook 7"
schreeuwde de kapitein.
Deze, wel zwakker, maar buigzamer en rekbaarder
als de ijzeren keten, hielden wel is waar voor het
oogenbiik nog, maar het was te verwachten, dat
een volgende windstoot ook deze bevestiging zou
wegnemen.
vAlie zeilen bij! het anker gekapt!" was nu,
na snel overleg, het eerste commando; en voort
vloog het schip door het geweld van den storm
voorigezweept, naar het strand toe.
Met het opkomen van de vloed was ook dit
weder overstroomd, maar de kundige stuurman
■- vergiste zich niet, hoewel de duisternis de wersten
niet goed meer liet onderscheiden.
Te veel echter kwam het gevi d van den wind
op «e masten neer. Zij bogen, als hadden zij nog
dezelfde taaie, elastische kracht, waarmede zij
vroeger op de vaderlandsche bergen het geweld
De socialist Demblon begon met een amen
dement voor te stellen, strekkende om den eed
van trouw aan den koning weg te laten.
sHij is het juist, die den eed van trouw
moest afleggen aan de Belgen, die naïef genoeg
zijn om hem weelderig te onderhouden".
Een langdurig tumult; de president roept
Demblon tot de orde. Deze gaat voort
»De koning heeft pas den verdachten rang
van Duitsch admiraal aangenomen."
Opnieuw geschreeuw en geroep en nog eens
wordt hij tot de orde geroepen, toen hy ver
volgt
»Ik kan er nog bijvoegen dat het belachelijk
is een eed van trouw te eischen aan een man,
die zoo weinig trouw is als de koning."
Er ontspint zich nu een heftige woordenstrijd,
of liever een verward door elkander schreeuwen
van clericalen en socialisten.
De voorzitter opent het debat over de vraag
of de censuur over Demblon zal worden uitge
sproken, en na een lange discussie vol persoon
lijke verwijten, wordt met 74 tegen 17 stemmen
en 6 onthoudingen geschiedt dit.
Artikel 49 wordt vervolgens aangenomen.
Den 18den Augustus zal president Faure
naar Rusland vertrekken.
De heer Faure zal te Duinkerken zich in
schepen op de Pothuau, die hem onder escorte
van de Èruiss en de Surcouf naar de reede
van Kroonstad zai overbrengen.
Oorspronkelijk was het plan, dat de president
op de Dupuy-de-Löme, de grootste gepantserde
kruiser die Frankrijk bezit, zou gaan, maar de
diepgang van de Dupuy-de-Lóme zou op de
reede van Kroonstad bezwaren kunnen ople
veren.
Bovendien is de Pothuau van nieuwer con
structie.
De president der Republiek zal op zijn reis
alleen vergezeld worden door den minister van
buitenlandsche zaken Hanotaux. De voorzitters
van Kamer en Senaat blyven dus thuis.
Voorts wordt het gevolg van den President
gevormd door admiraal Gervais, generaal De
Boisdeffre, den directeur van het kabinet van
den President, Le GallBloudel, particulier
secretaris generaal Hagron, secretaris-generaal,
en de kolonels Bourgeois, Meaux Saint-Mare en
de la Garenne, officieren van het militaire huis
van den President.
Bovendien nemen geneiaal De Boisdeffre en
admiraal Gervais hun ordonnans-officieren mede.
Eerst den morgen na zijn aankomst zal de
president naar St.-Petersburg gaan.
Den vierden dag zal de keizerlyke Russische
familie de Fransche oorlogsbodems bezoeken.
De verlichting en de versiering der Russi
sche hoofdstad beloven schitterend te zullen
worden.
Zooals reeds 'gisteren werd medegedeeld, is
de groote moeilijkheid bij de vredesonderhan-
van de stormen trotseerden; zij bogen voorover,
als wilden zij het zware schip veirs achter zich
latenmaar reeds wees een gekraak op de over
spanning hunner krachten.
Het geroep »de bijlen ter handdeed ieder
matroos naar zijn post snellen, waar men in angstige
verwachting, ieder met ongeheven arm, op het
volgende commando wachtte.
nKrak, krak," klonk het plotseling, boven liet
gehuil van den storm en het bruisen der golven
uit, en al het want stortte dwars over de voor
plecht heen in de ziedende zoe.
ïKapt, om Godswil, kapt, kapt!" gilde de stem
van den kapitein tot de matrozen, die, hoewel door
den val der masten, het schip in het eerste oogen
biik zoo diep in de golven werd nedergeduikt, als
zou het nimmer rrieer oprijzen, gedreven door het
bewustzijn, dat hun loven van een snelle en zekere
opvolging der gegeven bevelen afhing, onmiddellijk
gehoorzaamden.
In het volgende oogenbiik viel dan ook al het
touwwerk, dat zooeven nog aan de koene masten
zich zoo trotsch wist te buigen en te neigen, als eene
dichte massa op de donkere oppervlakte der zee en
het van zijn schoonste sieraad beroofde schip werd
als een willooze speelbal door de geweldige golven
heen en weer geslingerd. Uit een vaartuig vol
leven en beweging, vol moed en sterkte was het
schip plotseling tot een dood, lek wrak geworden.
In dezen toestand moesten zij, wier leven nu
in groot gevaar verkeerde, een besluit nemen.
Zouden zij wachten, hoe de strijd zou eindigen
die storm en zee om het mastelooze schip voerden,
dat de eerste, steeds geweldiger aandringend in
de diepte zocht mede te sleuren, en de laatste het
al heviger voortdrijvend op de ondiepten dreigde
delingen thans alleen gelegen in de wijze, waarop
de betaling der oorlogsschatting door Grieken
land kan verzekerd worden.
Duitschland verlangt daartoe de inlassching
van een clausule betreffende de inrichting eener
controle op de Grieksche financien.
Rusland schijnt daartegen bezwaren te maken.
De onderhandelingen wachten nu op de in
structies, die de Duitsche gezant van zijn regee-
ring heeft aangevraagd.
Het bedrag der oorlogsschatting is thans
vastgesteld op 4 millioen Turksche ponden.
De Fransche gezant Cambon keert heden van
Parijs naar Konstantinopel terug.
Gisteren heeft hij een onderhoud gehad met
Hanotaux, waarna hij naar Havre is gereisd om
door president Faure te worden ontvangen.
De behandeling van het proces Boïteheff te
Sofia, dat zijn einde nadert, heeft zeer in belang
wekkendheid gewonnen door manifestaties van
het publiek.
Deze manifestaties werden teweeggebracht
door de pogingen van Boïteheff en zijn ver
dediger om de vermoorde als een vrouw, die
zich aan den eerste den beste verkoopt, voor
te stellen.
Toen Boïtchefl's advocaat trachtte den vader
van Anna Simon iets dergelijks te docr. be
kennen, brak een geweldig tumult los van de
zijde van het verontwaardigde publiek. De zaal
moest toen ontruimd worden, maar het lawaai
werd op straat vóór bet gebouw voortgezet.
Boïteheff treedt thans niet meer zoo zelf
bewust en brutaal op als in 't begin, hetgeen
toegeschreven wordt aan de verklaringen der
getuigen, die nagenoeg alle verpletterend voor
hem waren. De pogingen zijner beste vrienden,
om een alibi voor hem te vinden, zijn mislukt.
Wel is ter elfder ure zeker echtpaar Kano-
zirski komén verklaren, dat Boïteheff tydens
het plegen van den moord den geheelen avoGd
te hunnen huize was geweest, maar niemand
gelooft daaraan en wel voornamelijk omdat
wanneer de verklaring waarheid bevatte deze
wel vroeger zou zijn afgelegd. Doch buitendien
moet Kanozirski zeer ongunstig staan aange
schreven en o.a. 3 jaar wegens moord in het
tuchthuis doorgebracht hebben.
Zeer bezwarend voor Boitchefl" zijn de ver
klaringen van zijn medebeschuldigden Wasiliefï
en Novelitch. Beiden houden vol, dat Boïteheff
een der moordenaars was en ook, dat hij hen
heett doen gelooven, dat de moord op last van
den vorst geschiedde.
In weerwil van dat alles schijnt het mate-
rieele, wettige bewijs, dat Boïteheff persoonlijk
aan den moord heeft deelgenomen, niet geleverd
zoolang hij nog blijft ontkennen.
De Engelsche regeering begint blijkbaar de
in den laatsten tijd zich openbarenden geest
van verzet in Indië ernstig in te zien.
te verpletteren Zouden zij het voor mogelijk houden
met een rank bootje, daar de groote sloep door
den storm was stuk geslagen, de kust te bereiken
er, op de overstroomde Hailig in de duisternis een
werst te bereiken
De reizigers drongen op het laatste sterk aan
iedere verandering scheen hun een hoop om het
leven te behouden; op lset schip te blijven achtten
zij den zekersten dood.
Den kapitein veroorloofde zijn plichtsgevoel niet
zoo lang nog een plank vasthield, zijn post te
veilaten. Hij wilde zich echter ook niet tegen het
verlangen zijner passagiers verzetten en beval
daarom aan zijn stuurman, zoo deze de mogelijkheid
tot redding met de boot nanwezig oordeelde, de
passagiers aan land te brengen.
Godber, vertrouwend op zijne nauwkeurige kennis
van het vaarwater, was onmiddellijk beieid, en bij
hem sloten zich twee matrozen aan, die, evenals
de anderen, aan alle ïedding wanhopend, het toch
verkieslijker achtten een laatste poging te wagen
en strijdend onder te gaan, dan zich op bet wrak
werkeloos en machteloos aan het verderf over te
geven.
Konde er tot nog toe eenige hoop bestaan om
het schip op de eene of andere wijze van den
ganschen ondergang te redden, zoo moest deze
gebeel wegvallen van het oogenbiik af, dat Godber,
die alleen met deze zee vol stroomingen en ondiep
ten bekend was, bet schip verliet.
Ook hem vloog deze gedachte door den geest
reeds wilde hij van de voorgenomen poging tot
redding afzienmaar de smeekende Idalia stond
vóór hem, en iedere andere overweging werd
tot zwijgen gebracht.
De achterjol werd nu van den spiegel van het
Inderdaad heeft Groot-Brittannië reeds te
veel in Indië moeten stryden tegen liet fana
tisme der Oosterlingen, om niet te begrijpen,
dat de stemming, die thans in geheel Yoor-
Iudië heerscht, hoogst gevaarlijk is voor het
Britsche gezag.
De regeering neemt dan ook krachtige maat
regelen.
De troepen in Pendsjab worden versterkt,
vooral de garnizoenen van Tchakdara en Mala-
kand.
Deze posten, die negen Engelsche mijlen van
elkaar liggen en als onneembare stellingen wor
den beschouwd, beheerschen de Swat-vallei.
Men hoopt nu door versterking der troepen
macht Tschakdara, dat feitelijk door de opstan
delingen wordt belegerd, te ontzetten, maar
bovendien de inboorlingen uit de vallei te ver
jagen."
Ook te Poonah treedt de regeering energiek
op. Verscheiden aanzienlijke inlanders zijn aldaar
in hechtenis genomen wegens ontrouw aan de
Britsche regeering. Onder dezen behooren ook
Gangadhar-Tilak, lid van den Wetgevenden
Raad van Bombay, en Cshoo Maaovv Bal, die
samen het inlandsche blad Kesari uitgaven. Er
werd een huiszoeking gedaan op de drukkerij;
boeken en papieren werden in beslag genomen.
Er worden nog meer arrestaties verwacht.
De verklaring van den oud-minister-president
van Japan, graaf Ito, die thans te Parijs ver
toeft, schijnt toch eenigszins anders geweest te
zijn dan eerst werd medegedeeld.
Hij heeft nl. vooral den nadruk er op gelegd,
dat, volgens zijn npersoonlijke" opinie, de an
nexatie van Hawaii door de Vereenigde Staten
noch tOv een diplomatiek noch tot een gewapend
conflict zal leiden.
Juist voor de Vereenigde Staten koestert
Japar. groote sympathie.
't Kan zijn. Maar zonderling coïncideert met
die verklaring het bericht aan de New-Porh
Herald uit Los Angeles, dat 1500 Japansche
soldaten, als emigranten vermomd, naar Hono
lulu zullen vertrekken, en dat twee Japansche
kruisers terzelfder tijd daar zullen aankomen.
liet bericht klinkt evenwel niet zeer geloof
waardig, ook al brengt de Morning Post een
gelijke mededeeliog.
De Herald is anders klaarblijkelijk aan het
zoeken naar aiarmeerende berichten, iets wat
het blad met het oog op den tijd van het jaar
wellicht vergeven kan worden.
Het blad vernam n.l. uit Washington, dat,
volgens een telegram van den Amerikaanschen
vertegenwoordiger te Honolulu, de Engelsehen
bezit hadden genomen van het eiland Palmyra,
duizend mijlen ten Zuid-Westen van Hawaii,
welk eiland van Hawaii afhankelijk zou zijn.
ïotusschen is het eiland Palmyra reeds sedert
1888 in het bezit der Britten,
schip neergelaten, door de zeelieden vlug bestegen
en met groote handigheid aan lijzijde gebracht.
Het duurde echter nog een vol half uur om de
passagiers aan boord te brengen, want nu eens
vloog het ranke vaartuigje op een kop van oen
hooge golf ver van het schip af, dan weer sloeg
het in een golfkuil met zoovee! geweld naar het
schip toe, als dreigde het daartegen geheel te verbrij
zelen. Daarom moesten de passagiers ten laatste aan
touwen worden neergelaten en, zwevend in de lucht,
door de schuimende golven telkens overstroomd,
wachten tot de boot onder was. Werden zij daar
ook slechts een halve minuut te laat neergelaten,
dan danste de boot reeds weer verre van hen op
het water rond.
Mandir en Oswald, wier hoop om zich in de
jol te redden, bij deze niet verwachte moeilijkheid
om die te bestijgen geheel verdwenen was, voegden
zich willoos naar allo bevelen. Idalia, verschrikt
van ontzetting, weigerde langen tijd haren vader
en broeder te volgen, en het ongeduld, dat haar
aarzelen wekte, was wel mede de oorzaak, dat toen
zij eindelijk het touw, dat haar moest overhijschen,
vastgreep, dit aan de handen der matrozen ont
glipte en zij in het water neerstortte. Godber echter,
die haar niet uit het oog verloor, sprong haar
onmiddellijk in de bruisende golven na en hief haar
met zijn sterken arm op. Maar ook de kloekste
zwemmer zoude een zoo kokende zee zijn buit niet
weder hebben kunnen ontnemen gelukkig konden
de lieden in de boot het eind van het touw echter
grijpen, dat om Idalia gebonden waszoo werden
beiden aan boord gebeschen.
Wordt vervolgd.)