5. 9392. 51,tó jaargang. Dinsdag 10 Augustus 1897. FETJILXjBTON'. DE SCHIPBREUKELINGEN. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, UITGEVER: II. J. C. ROELANTS. HERHALINGSSCHOOL BUITENLAND. Abohxestehtspeot voor Schiedam, pet kwartaal f 0.90 0 omliggende plaatsen, p, kwart. - 1.C5 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BUREAUISOTERSTRAAU fO, Uclepïsoon Mo. 1.23. ADVEMENTrEriujswan 15 gewone regels met inbe grip van ccoe Courant Iedere gewone regel meer Bij abonnement wordt korting verleend. f 0.32 - 0.10 verbonden aan dc openbare school met uitgebreid leerplan voor jongens (vroeger talencursus). Voor den aanstaanden CURSUS dezer school, beginnende G September e.k.. bestaat tot 15 Augustus a. s«, dagelijks, van 's morgens tot 's nam. 1 uur, gelegenheid zich aan te melden bij liet hoofd dier school, den heer A. H. E. Tul. Algemeen overzicht. Schiedam, 9 Augustus '97. Be moord op Canovas. Opnieuw heeft het reeds zoo sterk beproefde Spanje een zware slag getroffen. Toen de minister-president Canovas gister middag zijn woning op de badplaats Santa Agueda, waar hij zijn vacantie doorbracht, ver liet, trad een onbekende hem te gemoet en loste op hem een drietal revolverschoten. Doodelijk getroffen zakte de minister voor de voeten zijner vrouw ineen. De volksmenigte snelde onmiddellijk naar de plaats van den aanslag. Terstond zijn woning binnengedragen, gaf de heer Canovas te 1 uur den geest. Zijn laatste woorden, van een innig patrio- tisme getuigend, waren: iLeve Spanje!" Inmiddels had een deel der menigte zich onmiddellijk na den aanslag ten taak gesteld den moordenaar, die poogde te ontsnappen, achterna te zetten. Het gelukte dan ook den dader te vatten. Hij bleek te zijn een Napolitaansch anarchist, Michel Angine Golli geheeteu. Het beiicht van dezen aanslag bracht te Madrid een ontzaglijke opwinding te weeg. Een saamgepakte menigte begaf zich naar Jiat ministerie en bleef daar den geheelen mid dag op nieuwe bijzonderheden aangaande het droevig feit wachten. Terstond na het bericht van den aanslag zijn de ministers bijeengekomen en hebben maat regelen getroffen met het oog op den toestand. De minister van binnenlandsche zaken is belast met het interimair premierschap. De bijeenkomst der ministers werd ook bijge woond door den kapitein-generaal van Madrid. •ft Don Antonio Canovas del Castillo was in 1826 te Malaga geboren. Hij deed het eerst van zich spreken als dichter en kreeg wegens zijn geschiedkundige en belletristische geschrif ten een zetel in de Academie. In 1851 werd hij hoofdredacteur van de Door J. C. Biernatzici. 13) Hij wilde alleen zijn, alleen met deze gelukkige dooden en zijn ongelukkig hart. Zijn smart loste zich in dezen stil te op in weemoedige tranen. Zijn gansche gelukkige kindsheid, zijn spelen met Maria, do gelofte, dio bij had gedaan, de brieven, die hij haar had geschreven, de droomen van een sshoone toekomst aan hare zijde, die hij gedroomd had te midden van de gevaren der zee, te midden van de drukke bezigheden van zijn boroep, de eenzame nachten, die hij had doorgebracht bij het roer, als de golven der vreemde zeeën als groeten uit het vaderland om de kiel ruischten, en de sterren aan het firmament spraken van de vredigheid van zijn geboortelanddat alles trok zijn geest voorbij als beelden uit een verloren paradijs. Waarom kon hij dit paradijs niet terugvinden Waarom de boeien, die de ontrouw had geklonken niet verbreken Hij vroeg liet zich bij herhaling af en Idaüa's beeld vermocht niet ook slechts een oogenblik zijn geest in hare kluisters terug te brengen. In hem ontwaakte een oneindig veilangen om Maria, zijne Maria weder te zien. Te middernacht verliet hij de sterfkamer en trad zachtjes naar buiten. De sterren blikten zoo vriendelijk lachend op hem neer, als wilden zij zijn gang zegenen. conservatieve Pafria; drie jaar later werd hij tot lid van de Cortez gekozen. De diplomatie leerde hij kennen als gezant te Rome en van I860 tot 1864 maakte hij herhaaldelijk deel uit van het liberale kabinet. Canovas stelde zich aan het hoofd der partij die na de afdanking van koningin Isabella (1870) de jongere linie der Bourbons met Alfonso van Astuiie op den troon wilde bi en- gen. Toen hem dit na vier jaar strijd eindelijk gelukt was, benoemde koning Alfonso XII hem tot minister-president. Later viel hij in ongenade omdat hij weigerde den wensch des konings te vervullen en diens dochter te benoemen tot prinses van Asturië. In Maart 1881 legde hij zijn minister-porte feuille neder en vergenoegde hij zich met het leiderschap der conservatieve partij in de Cortez. In 1884 werd hem nogmaals de leiding van 's lands zaken opgedragen, maar in 1885 na den dood van den koning, trad hij opnieuw af en hielp hij de regentes een liberaal ministeiie- Sagasta vormen dat, naar zijn meening, meer dan een conservatief kabinet geschikt was om de aaneensluiting van alle gematigde monarchisten tegenover de Carlisten en de republikeinen te bewerken. In 1888 kozen de Cortez hem tot haar voor zitter en twee jaar later, nadat hij zich uit naam van de conservatieve partg voor algemeen stemrecht had verklaard, werd hem voor de derde maal de samenstelling van een ministerie opgedragen. Hij regeerde slechts kort; wegens oneenigheid in zijn party moest hij in 1892 weder plaats maken voor den heer Sagasta. Den 13en Maart 1895 riep oe regentes den verdienstelijken grijsaard nogmaals aan deregee- ring en ditmaal was het voor liet laatst. Niet altijd en allerminst in de laatste jaren was Canovas' taak een gemakkelijke en bevredigende. Men denke slechts aan den desolaten toestand der Spaansche financiën, aan Cuba en aan de Philippijnen. Daarbij in het binnenland onrust door Car- listen en anarchisten. De wraak der laatsten heeft Spanje beroofd van een krachtig en kundig staatsman, de conservatieve partij van een eminenten leider. De ramp te Rustschuk» Vrijdagmiddag, juist toen de trein, die prins Ferdinandt van Bulgarije naar Sofia zou terug voeren van zijn bezoek aan den Rumeenschen koning, het station van Rutschuk binnenstoomde, bracht een donderende knal overal ontsteltenis aan. Een patronenfabriek, waarin 320 personen werkzaam waren, was in de lucht gevlogen. Aanvankelijk vermoedde men dat men te doen had met een aanslag op het leven van den Bulgaarschen vorst, doch dit vermoeden is niet bewaarheid. De ontploffing had plaats in een houten barak, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de stad Rustschuk. Voor rekening van de gebroeders Iwanow, die hun domicilie hebben te Sofia, waren 320 personen, voor het meeren- Met snellen tred ging hij vooruit, sprong over eenige siooten om niet door eon omweg tegen gehouden te worden. Van verre scheen liem reeds een lichtglans uit de verlangde woning te gemoet. Het viel hem niet op, dat het reeds zoo iaat was hij roeende, dat het zoo zijn moest, dat zij op hem wachtte, dat zij hem daardoor den weg tot terugkeer toonde tot zijne gelofte van trouw. Haastig maar toch behoedzaam, eik geiuisch ver mijdend, besteeg hij de werst. Een steen, waarop hij ging staan, veroorloofde liem door het raam te zien. Daar zat Maria bij de legerstede barer moeder, de handen gevouwen in den schoot, met neerge slagen oogen, als droomend. Als vastgenageld bleef Godber staan, den adem inhoudend, zijn oog onafgewend op het meisje ge richt, dat hem thans als eene hemelsche verschij ning vergeleken bij Idalia vootkwam. Lang bleef hij in dezelfde houding staan. Maria's hoofd zonk telkens, als zij door slaap overmand werd, neer, en Godber's hart klopte hoorbaar van angst, dat zij zou vallen. Toen zij de oogen weder opsloeg, wachtte hij of zij hem ook zien zou en als op den eersten dag met den uitroep Godber, Godber, ben je daar weer, op hem zou toeijlan. Was het heden dan niet do eerste dag? Het kwam hem voor, als had hij slechts zwaar gedroomd en als was hij eerst vandaag op de Hallig aangekomen, Maar Maria nam het licht op, lichtte zorgzaam de legerstede harer moeder bij en lette op hare ademhaling. deel vrouwen en kinderen, bezig met het kruit te halen uit eenige miliioenen oude militaire patronen. Waarschijnlijk door onvoorzichtigheid van een jongen ontplofte een der patronen, waardoor een brand ontstond, die in korten tijd den grooten voorraad kruit en patronen bereikte en de verwoesting der barak tengevolge had. Vreesriijk was nu le ontploffing, die uren ver in den omtrek, tot uren ver over don Donau, werd gehoord. De gansche barak vloog in de lncht; in alle nabij liggende huizen werden de ruiten verbrijzeld. De personen, die zich in de barak bevonden en, zoodra de brand uitbrak, zich trachtten te redden, deden wanhopige pogingen om naar buiten te komen, doch slaagden daarin niet, omdat het gebouw maar c-en uitgang had. Alle andere uitgangen waren zorgvuldig dicht ge maakt op bevel van de gebroeders Iwanow, die vreesden dat patronen en kruit zouden worden gestolen. Slechts aan twintig arbeiders gelukte het, tijdig te ontkomen alle anderen zijn met de barak in de lucht gevlogen. Diie honderd per sonen zijn als offers gevallen van de ontploffing thans reeds zijn 130 lijken gevonden, waarvan de meeste onkenbaar waren; 150 mannen, vrouwen en kinderen zijn naar het hospitaal vervoerd met zulke ernstige verwondingen, dat slechts enkelen het leven zullen behouden. Een aantal werklieden is naar den dichtbij gelegen Donau gesneld en sprong met bran dende kleeren de rivier in. Vermoedelijk zijn ook hierbij eenigen omgekomen. De stad Rustschuk bezit geen ziekenwagen, daarom moesten de arme g- vonden in huur rijtuigen en vrachtwagens naar het vier kilo meter verder liggende hospitaal worden vervoerd. Mijten ver was het gejammer der ongelukkigen hoorbaar; het vleesch viel den stakkers van het lichaam, toen zij werden opgenomen. De menschenmenigte heeft zich op afschu welijke wijze tegenover de slachtoffers gedragen. Talrijke nieuwsgierigen trokken de dooden de huid van de vingers, om die tot aandenken en als amuletten te bewaren. Vorst Ferdinand begaf zich onmiddellijk met den minister-president naar de plaats van het onheil en bezocht later de gewonden in het hospitaal. Zijn plan om naar Varna door te reizen gaf hg op, ten einde tegenwoordig te zijn bij de begrafenis der slachtoffers. Op de overheid rust in zoover een deel der schuld daar volgens politieverordening zulke werkzaamheden als in de groote tent plaats hadden, slechts mogen geschieden in kleine, van elkaar gescheiden hutten, in elk waarvan hoogsten zes kinderen mogen werken. De Duitsche Keizer in Rusland. Zaterdagmorgen is het Duitsche eskader met liet keizerlijk echtpaar aan boord terreedevaa Kroonstad aangekomen. Om 12 uur verliet het keizerlijk Russische jacht de Alexandria Petershof, en wierp het Zoo verliepen er uren: voor Godber waren het minuten. De morgen begon reeds aan te breken voor Godber was het middernacht. .Huiverend stond hij daar, bevangen door de koelte, die het opgaan der zon voorafgaat. Hij merkte liet nietslechts werden zijne ge dachten daardoor van Maria op de oorzaak van baar waken gebracht. Zeker is hare moeder ziek, dacht hij, en ik, ik alleen draag de schuld. Ik breng de moeder in het graf en de dochter hij kon niet voleinden zal haar volgen. Naar binnen moest hij, aan hare voeten zijn berouw uitstorten, aan hare borst weder tot nieuw leven ontwaken. Reeds bad hij zijn hand aan de deurklink. Daar kraaide de haan In den stal, den morgen begroetend. Hij schrikte als een betrapt misdadiger. Petrus de verrader, mompelde hij dof. Snel trok hij de hand van de klink terug en zag wild om zich heen. De sterren waren ondergegaan en een grauwe neve! verheelde nog het eerste ochtendgloren. Met volle, snelle teugen ademde hij da zware lucht in. Op eens voelde hij alle banden weder, waarin hij verward was geraakt. Voort ijlde hij. Ademloos kwam hij weder in de doodenkamer. De lamp was bijna uitgebrand en verspreidde nog slechts een zwak licht. In zijn haast sliet hij tegen een doodkist; dof dreunden de droge planken. anker uit naast de II oh enz oil er n. Onmiddellijk gingen de Czaar, de Czarina en grootvorst Alexis Radolin aan boord van het Duitsche jacht, waar Keizer Wilhelm hen tegemoet- sneide. De beide Keizers omhelsden elkaar herhaal delijk; eveneens de Keizerinnen. Daarop begaf hetgeheele hooge gezelschap zich aan boord van de Alexandria, dat de Keizer lijke gastheeren en gasten overbracht naar het paleis Peterliof, Bij de begroeting aan boord van de JBfohen- zollern had de Czaar Keizer Wilhelm nog ge- lukgewenscht met zijn benoeming tot eere-admi- raal der Russische vloot. 3 De Duitsche kolonie te St. Petersburg was het Duitsche eskader 's morgens met verschil lende booten te gemoet gestoomd. Van alle schepen werd geestdriftig gejuicht. Gistermorgen te elf uur kwam het Duitsche keizerpaar aan de landingsplaats te St. Petersburg aan, waar den hoogen gasten door een deputatie uit de stedelijke overheid brood en zout werd aangeboden. De burgemeester heette Hunne Majesteiten in het Duitsch welkom en bood der Keizerin een ruiker aan. De stad was prachtig versierd. Op Peterhof vond gistermiddag het groote gala-diner plaats. Daar dronk Czaar Nicolaas in de volgende woorden op zijn hoogen gast: „Het zijn van TJwo Majesteit en van Hare Majesteit do Keizerin-Koningin onder ons be reidt mij een zeer levendige vreugde; ik wil u daarvoor oprecht dank zeggeD. „Dit nieuwe blijk van dc traditioneele ban den die ons vereenigen, en van de goede be trekkingen die zoo gelukkig zijn aangeknoopt tusschcu onze beide naburige rijken, is terzelfder tijd een kostbare waarborg voor do handhaving van den algemeenen vrede, die het doel is van ons voortdurend streven en van onze vurigste wcnschen. ;,Ik drink op de gezondheid van Zijne Majes teit ICeizer-koning Wilhelm, van hare Majesteit do Keizerin-soningin en van hun doorluchtig Huis". Even daarna hief keizer Wilhelm zijn glas op en sprak zijn dank uit voor de hartelijke ontvangst en de vriendelijke woorden van wel kom bovendien voor de bijzondere onderschei ding voor hem en zijne marine door zijne opneming in de Russische vloot. Keizer Wilhelm vervolgde daarop aldus: „Ik zie in mijn benoeming tot Russisch admi raal niet enkel een eerbewijs aan mijn persoon, maar een nieuw bewijs voor het voortbestaan van onze traditioneele betrekkingendie op onwankelbare grondslagen zijn gevestigd, en van de betrekkingen tusschen onze beide rijken. „Het onwrikbaar besluit van Uwe Majesteit om evenals tot dusver uw volk den vrede te handhaven, vindt ook bij mij levendig weerklank. Zoo zullen wij, te zamen dezelfde wegen bewan delend, vereenigd er naar streven, onder den zegen van den vrede, de geestesontwikkeling van onze volkeren to leiden. „Vol vertrouwen kar ik opnieuw In handen van Uwe Majesteit do belofte afleggen ca daarbij staat, dat weet ik, mijn geheele volk achter mij dat ik Uwer Majesteit bij Haar Bewusteloos stortte hij ter aarde. Na zulk een nacht moest de volgende dag voor Godber een ware marteling zijn. De volstrekte uitputting zijner lichaamskracht droeg er toe bij aan zijn phantasie de volle heer schappij te geven. Hij zag en hoorde in alles slechts toespelingen op zijn trouwbreuk. In deze kerk had Maria gebeden voor zijn gelukkigen terugkeer; bieiheen had hij gedacht zijn eersten gang aan hare zijde te doen. Deze geheele gemeente wist immers van zijne gelofte; uit aller blikken sprak de diepste verachting; uit alle hei melijke gesprekken bleek, dat zij niet meer roet hem to doen wilden hebbenaller schreden wend den zich van hem af. Willoos werd hij na den lijkdienst als drager van de viag in den stoet medegenomen. Maar de viag van het aan zijn hand toever trouwd geweest zijnde schip werd in zijn hand tot een groote, machtigo golf, die voor hem uit rolde en hem meetrok. Hij klemde zijn hand zoo vast om den stok, dat zijn arm hem pijn deed, doch iioe meer hij pijn voelde, des te vaster drukte hij zijn vingers samen, want des te duidelijker vv^rd het hem, dat hij in de golven geslingerd, de laatste plank van het verbrijzelde schip gegrepen had. Driemalen had hij door beangstigende beelden gefolterd den zwaren gang moeten makennu trad hij aan het geopende graf. Hij staarde naar beneden en spande vergeefs zijne oogen in om den afgrond te pijlen. Steeds dieper werd voor hem de bodemlooze groeve. {Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1