51;" jaargang. Donderdag 19 Augustus 1897. N°. 9400. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, üitgeverThTT c. roelants. JAOHT. FEUILLETON. DE SCHIPBREUKELINGEN. BUITENLAND. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p, kwart. 1.05 r franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers0.02 BUREAUi BOTEKSTBA.IT TO, Tclepltoon Tffo. 123. Advertentieprijs: van 1—5 gewone regels met inbe grip van ecne Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. De Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten dier piovincie van den Oden Augustus 1S97, no. 5; Gelet op ait. 11 der wet van den 13den Jum 1857 (Staatsblad n° 87) Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, inge volge bovengenoemd besluit i8. de opening dei jacht op klein wild, vermeld in de 2de zinsnede van art. 17 der wet van den 13den Juni 1857 (Staatsblad no. 87), voor dit jaar m de provincie Zuid-Holland is vastgesteld op Zaterdag den idea September aanslaande met zonsopgangmet uitzondering van de jacht op fazanten en hazen, waarvan de opening is vastgesteld op Zaterdag den 2den October aanstaande 2°. van die opening voorts is uitgezonderd de uitoefe ning van het jachtbedrijf, vermeld in art. 15, lett. e, der aangehaalde wet 3°. de koite jacht dagelijks en de lange jacht slechts driemalen 's weeks en wel des WoensdagsVrijdags en Zaterdags. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen ge bruikelijk is, alsmede in het Provinciaal Blad en ir. de dSederlandsche Staatscourant worden geplaatst. 's-GRAVENIIAGE, den lOden Augustus 1897. De Commissaris der Koningin voornoemd, FOCK. Algemeen «rcriicht. Schiedam, 18 Augustus '97. Bij het ontbreken van belangrijk nieuws, wordt in de buitenlandsche bladen nog steeds gediscussieerd over het duel van den graaf van Turijn met den prins van Orleans, en al naar mate de sympathie is wordt het besproken. De Duitsche Keizer, die, zooals wij reeds meldden, afgaande op de Daily News, aan den graaf van Turijn zijn warme hulde bracht met zijn schitterend succes, heeft het natuurlijk niet over zich kunnen verkrijgen ook diens konink lijken oom Humbert voorbij te gaan. Zijn felicitatie aan dezen heeft hij gegoten in den vorm van een lesjewaarin hij deed uit komen, dat, hoewel hij nu juist in principe niet voor duelleeren is, toch soms ter handha ving van de wapeneer, eene zoodanige uitwis seling van gedachten zijn riut kan hebben, ja, dat zelfs als de eer der wapenen wordt aan getast elk officier zijn laatste droppel bloed ter verdediging daarvan moet over hebben. Aldus een Breslauer blad, dat welingelicht schijnt. Het blijft nu slechts de quaes!ie waar de wapeneer aangetast wordt; de een heeft hier omtrent zoo geheel andere begrippen dan de ander. Door J. C. Biernatzki. 21) Met deze" roep waren echter ook zijne krachten uitgeput; zijne voeten wilden hem niet meer dragen, over zijn geheele lichaam beefde hij, zijne tanden klapperden en zijn haar rees ten berge, geen samen hangende woorden kon hij meer uitbrengen. Hij zou neergezonken zijn indien dominee Hold hem niet had gegrepen. Vooral was het thans noodig eikaar wederkeerig te steunen, omdat de golven reeds zoo hoog ge stegen waren, dat het moeilijk viel zich tegen hunnen aandrang te verzetten. Zwijgend stonden de mannen aldus naast elkaar hunne handen vast in elkaar geslagen. Steeds bleef het water aanruischen de eene golf stapelde zich op de andere en ieder oogenblik liep er weder een seconde af van den korten, den armen reizigers nog toegemeten levenstijd. Eindelijk ging de nevel geheel liggen en begroef zijn vochtige wolken in de zee. Aan den hemel fonkelden slechts enkele sterren en op zee was voor hen, wien het water reeds tot do borst kwam, niets te zien, dan nu eens hier dan weder daar op de kam van een golf de weerschijn van een sterre- licht. De donkerheid verborg het schip. Hoofdstuk XV. In de avondschemering van dezen dag, die voor Overigens is men in Duitschland nu niet overal even ingenomen met het duel als de keizer schijnt te zijn. Ten minste men weet te berichten, dat de Norddeutsche Algemeine Zeitung, die voor zeer officieus doorgaat, de lieele zaak als een ïopgeblazen reportergeschie- denis" voorstelt. Als deze officieuze krant nu maar geen officieus standje krijgt voor haar harde woorden. In Italië natuurlijk is men uiterst verheugd en warme hulde wordt aan den Turijnschen graaf gebracht, in die mate, dat er zelfs geest drift in de verschillende steden heerscht. Als nu de held van den dag zijn disciplinaire straf heeft ondergaan, die hij heeft opgeloopen voor het zich zonder permissie buitenslands begeven, dan zal de opwinding wel langzamerhand be koelen, die slechts door de meest idyllische rust in de buitenlandsche politiek, tot zulk een hoogte kon stygen. Voorioopig krijgt ook de prins van Orleans, die er tot zijn spijt geen land op na houdt waar men hem wil vieren, rust, althans de generaal Albertone, die hem oorspronkelijk uit daagde, heeft te kennen gegeven, dat nu de graaf van Turijn zich de belangen en de eer van het Italiaansche leger had aangetrokken, hij van verder duelleeren afzag. Mag men de laatste berichten gelooven, dan zal het Italiaansche leger in de toekomst zijn eigen eer echter beter moeten verdedigen, dan zelfs zijn beste vertegenwoordiger kan doen. Want op schoone resultaten heeft het in den laatsten tijd niet te wijzen. Nu weer brengt de Daily Mail het bericht uit Rome, en er wordt zelfs beweerd dat dit bericht zeer geloofwaardig is, dat de markies Di Rudini voornemens is het plateau van Erythrea te ve 'laten eu de Itali aansche troepen op Massowah terug te trekken. Het plan zou dan bestaan het aldus verlaten gebied af te staan aan eene maatschappij of Europeesche mogendheid. Het gerucht klinkt zeker zonderling, en niet minder, wat er bij vermeld wordt, dat de Italiaansche regeering in onderhandeling zou zijn met de Belgische, welke zich bereid zou hebben verklaard Congoleesche troepen het plateau van Erythrea te doen beschermen tegen Abessynische aanvallen. Ons dunkt hier was anders een goed terrein voor de Italiaansche troepeneer. Uit Oostenrijk komt het bijna ongeloofelijke bericht, dat de heer Vergani, de anti-semitisehe leider, die, zooals wij gisteren meldden in allerlei finantieele knoeierijen betrokken bleek te zijn en dien wy daardoor als politiek dood signa leerden, ondanks zijn immoraliteit toch door zijne partygenooten niet geheel is uitgeworpen. De Eöln. Zeit. weet ten minste te berichten van een samenkomst die gisteren te Weenen onder voorzitterschap van den burgemeester dr. Lueger door de gezamenlijke christelijk- sociale afgevaardigden is gehouden en waarin da Hallig een dag van groote smart dreigde te worden, zaten Idalia en Godber naast elkaar in de kamer hunner woning. Dikwijls stokte het gesprek tusschen hen beiden, misschien juist daarom, wijl zij zich moeite gaven het te onderhouden. Idalia kon slechts met moeite verbergen hoe zeer ze uit haar humeur was, terwijl Godber alles deed om zoo veel mogelijk zachtheid en teeder- heid in zijne woorden en in zijn gedrag te leggen. Beider harten waren reeds gescheidenuitge- bluscht was reeds geheel het vuur hunner liefde; slechts konden beiden er niet toe komen dit elkaar en hun zeiven te bekennenIdalia niet, omdat zij een zeker medelijden had met den jongeling, die zijn leven voor haar gewaagd en voor haar zijn verloofde had opgeofferd Godber niet, omdat hij niet duidelijk zich rekenschap wilde geven van zijne gevoelens en wijl hij het kleinood waarvoor hij zooveel had gegeven, niet wilde loslaten, hoewe! hij wist, dat het hem niet gelukkig zou maken, en omdat hij terug deinsde voor eene leegte in zijn hart, veroorzaakt door een weggaworpen en eene tot teleurstellende geworden levensgeluk. Toen er juist weder eene lange pauze was aan gebroken, werd plotseling de deur geopend en de predikantsvrouw, eene geheel onverwachte ver schijning, stond bïeek en bevend voor de verbaasde Godber en Idalia. s Godber," zeide zij haastig, s Godber, ik bezweer je, neem je boot, en vaar het schip tegemoet." »Ze zijn in gevaar, mijn echtgenoot is in gevaar terwille van een arme, ongelukkige vrouw, heb er barmen, Godber, en roei weg." Zij had zijne hand gegrepen met de smeekendste uitdrukking van verschrikkelijke angst, en wilde werd geconstateerd, dat den heer Vergani, trot« het tegen hem ingebiachte, als vroeger ver trouwen geschonken diende te worden, omdat let wel de heer Vergani zijn mandaat niet van de justitie maar van de kiezers had ontvangen, liet klinkt schier ongeloofelijk, maar onmogelijk is het niet in Oostenrijk, waar elke partij alles aanwendt om bovenop te blijven en dus verzwakkingen der partij, door uitstooting van min moreele leiders, zelfs niet gedoogd kun nen worden. Het schijnt er inderdaad nogal zonderling toe te gaan en men is blijkbaar daar te lande door het opblazen van allerlei op zich zelf vrij onbeteekenende quaesties, in een geweldigen staat van overprikkeling geraakt. Zoo b.v. de taalquaestie, In Praag moet dat zoo sterk zijn, dat cafébezoekers, die in het Duitsch een of andere bestelling doen, door hunne Czechische landgenooten worden uitgejouwd en uit de koffiehuizen gedrongen. Uit het plaatsje Scliarka wordt bericht, dat daar Zondag een paar kan toorbedienden die Duitsch spraken, op hun uitstapje door het plebs werden mishandeld, terwijl de politie, die hen ontzette, met steenen werd gegooid. Verbazing mag het na deze en dergelijke uit spattingen wekken dat eene deputatie van Cze chische afgevaardigden aan graaf Badeni om bescherming gevraagd heeft voor die plaatsen, waar de Czechen in de minderheid wareD. De minister-president, zijn volkje kennende, ant woordde op dit verzoek dan ook met phrases; het was de plicht van ieder staatsburger om overal en steeds de rust te helpen handhaven en zich ordelijk te gedragen. In Engelsch Indië blijft het nog verre van rustig, al schijnt het ook, dat de vertoogen, die de Engelsche regeering, zooals wij gisteren mededeelden, tot den Emir van Afghanistan heeft gericht over het deelnemen van diens on derdanen aan de tegen de Engelschen gerichte troebelen, niet hebben nagelaten het gewenschle effect te hebben. De Emir moet n.l. een firman hebben uit gevaardigd, waarbij aan zijn onderdanen ver boden wordt om zich aan te sluiten by de rebellen van Hadda en Peshawur, terwijl de Afghaansche gouverneur van Khost van den Emir last heeft ontvangen om alle Afghaoen te straffen die zich nog schuldig mochten maken aan razzia's van kameelen die aan de Engelsche espeditie toebehooren. Vat de eigenlijke oorzaak is van den in Engelsch-Tndië bestaanden geprikkelden toe stand, die zich in allerlei opstandjes van min of meer ge ..icht openbaart, ligt in het onzekere. Reeds sedert langen tijd bestond er onder de schatplichtige stammen in het Noorden een zekere overspanning. Thans weet men dat de proclamaties, die het volk tot den heiligen oorlog opriepen, tot juist voor hem op de knieën nederzinken, toen Godber opsprong en de bijna in zwijmvallende vrouw op een stoel deed nederzitten. »Wees toch kalm, mevrouw," riep hij. »Ik wil alles doen, wat u wenschtis er eenig bericht?" Ook Mander die thans uit de zijkamer trad, vroeg verschrikt waarom de predikantsvrouw zoo beangst was, en hoe zij wist dat 't schip in ge vaar verkeerde. ïGe vraagt, ge gelooft het nietklaagde deze handenwringend, sen ondei tusschen verzinkt mijn echtgenoot in de golven. Ge zaaat hem niet, zoo als ik hem. Aan mijn venster klopte zijn vinger. Vroohjk ijlde ik naar de huisdeur. Daar stond hij. Ik zag zijn gezicht duidelijk in den nevel. Ik wilde hem omarmen en in huis leiden, maar toen vielen zijne trekken als 't ware uit elkander en terwijl zij onzichtbaar werden klonk hetsmijn arme, arme vrouw dO, Godber heb erbarmen en vaar naar hem toe; ik wil met je gaan, ik ben sterk genoeg om te kunnen roeien. Je weet niet, hoe sterk de vrouw- is die voor haren echtgenoot strijdt." Veigeefs deed Mander moeite om de bijna zinnelooze vrouw op de macht van hare verbeeldingskracht te wijzen, en haar te toonen hoe natuurlijk 't was, dat hare liefde, die iedere afwezigheid van den geliefden man zoo moeilijk kon verdragen, haar allerlei verschrikkelijke beelden voor den geest tooverde, die hun oorzaak slechts vonden in haar heimwee naar den afwezige en in de wellicht in de een zaamheid te zeer uitgesponnen gedachte hoe ver schrikkelijk 't wel zou zijn, indien hij niet van zuik een reis wederkeerde. Vergeefs sprak Godber haar over den wind, over 't weder, over den vloed, hoe er volstrekt in de districten Bajaur en de Zwarte Bergen verspreid zijn geworden. Buizendeulema's doorliepen de gansche streek, waar zij wezen op het succes dat de Turken in Europa hadden en de uitroeiing der Chris tenen preekten, om het duizendjarig rijk van den Islam voot te bereiden. In verband hiermede schijnt de onderstelling, door eenige Duitsc'-e bladen opgeworpen, niet al te driest, dat n.l. de hand van Abdoel-Hamid niet geheel vreemd zou zijn aan deze uitbar stingen van Muzelmansch fanatisme. Hot is een feit, dat de Sultan voldoende reden heeft om Engeland te verfoeien en dit land zoo veel mogelijk kwaad toe te brengen, liefst daar, waar hij liet het meest kwetsbaar acht. Van andere zijde aarzelt men echter om te gelooven, dat de Sultan zoo op eigen houtje in het Britsche gebied dergelijke moeilijkheden heeft kunnen scheppen. Zoo oordeelt de Duit sche pers voor een ander deel, dat de Sultan op instigatie van de een of andere Europee sche mogendheid kan gehandeld hebben, en hier wijst men dan op Duitschland, dat Engeland wil straffen voor zijn aanmatiging, of op Rus land, welks belangen in Azie van wijdstrek- kenden aard zijn. Met het oog op het definitief sluiten van den vrede tusschen Turkije en Griekenland vordert men nog niet veel. De mogendheden kunnen het nog niet eens worden over de ontruiming van Thessalie cn in verband daarmede het betalen der oorlogs schatting vergezeld van de Europeesche controle op de Grieksche finantiën. Duitschland, de auteur van dit plan, voelt er natuurlijk veel voor, maar Engeland heeft be slist geweigerd in deze bepalingen toe te stem men, en in dezen geest heeft dan ook de gezant Philip Currie instructies ontvangen. Hij moet er zich ten heftigste tegen verzetten dat Turkije gemachtigd wordt een deel van Thessalië bezet te houden tot de geheele oorlogschatting is afgelost. De Engelsche bladen, die den ernst van deze moeilijkheid niet ontkennen, dringen er toch ten sterkste op aan, dat lord Salisbury in dezen van geen toegeven zal weten. Gisteren hielden de gezanten weder eene conferentie. Voorioopig tracht men nu in Griekenland al vast een deel der oorlogschatting vrijwillig bijeen te brengen, maar dat vordert zeer slecht. Op Kreta nemen de gezanten enkele maat regelen om de rust te bevorderenwel hebben zij er van afgezien om een militaire zone om het eiland te trekken, wel hebben zij gewei gerd voorloopige rechtbanken in te stellen, maar toch zijn zij er toe overgegaan om een internationale commissie van officieren te vor men om paal en perk te stellen aan en te be rechten alles wat tegen de publieke orde in- druischt. De gouverneur van Kreta is met deze recht aan eenig gevaar niet te denken viel maar door eene onbekende oorzaak er eenige vertraging had plaats gevonden. De predikantsvrouw stelde tegenover dit alles steeds weder de verschijning, die zij gehad had. Zij gaf nauwkeurig aan, wat zij te voren tot aan 't oogenblik van dit gezicht had gedacht en gedaan zij veiklaarde juist op dat oogenblik slechts een blij beeld van zijn terugkeer voor zich gehad te hebben, en zij sprak met zulk een zekerheid en overtuiging en met zulk eene besliste teekening van de nietig ste omstandigheden, dat tenminste de openlijke tegenspraak ophield. Ja Godber, die met de meeste zeelieden de ontvankelijkheid voor het geloof aan geheimzinnige inwerkingen en wonderbaarlijke voorbeschikkingen gemeen had, twijfelde er nau welijks aan, dat hier van iets dergelijks sprake was. Toen dan ook bij de predikantsvrouw de angst over haren echtgenoot en de gedachte aan een voor korten tijd plaats gehad hebben den stormvloed weder al hare gedachten bezig hield en zij met de harlverscheurendste kreten Godber nogmaals drong om haren echtgenoot te redden, haastte deze zich aan haar verzoek te voldoen. Mander en Idalia begeleidden de door zorgen over baren man gekwelde vrouw, wier krachten thans nu zij haar doel bereikt had te kort be gonnen te schieten en die toch niet langer van hare kinderen verwijdetd wilde blijven, naar huis, terwijl Godber met de beide zeelieden, zijne vroe gere scheepsgezellen naar 't strand ging en zijne boot besteeg. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1