Gemengd Kieuws.
Koloniën.
ten zij al spoedig erkennen, dat zij later gewerkt
hadden dan 8 uur in het atelier met het nog warme
strijkijzer.
Dientengevolge was de chef der firma gisteren
voor den kantonrechter gedaagd, maar niet versche
nen. Een oogenblik dreigde te blijken dat de ver
volging tegen den verkeerden persoon was ingesteld,
want alle vier meisjes verklaarden last te hebben
bekomen tot overwerken van wege de „costuum-
juffrouw", waarmede waarschijnlijk de premiere of
eerste modiste bedoeld werd. Het bleek eehter uit
de verklaring van den rechercheur van politie, die
met een hoofdagent de overtreding geconstateerd had,
dat de chef hun verklaard had stilzwijgend last tot
overwerken te hebben gegeven, want de costunm-
jaffrouw handelde in zijn naam.
Vier geldboeten van fló ieder werden tegen den
chef gevorderd.
De rechtbank te Breua veroordeelde gisteren den
ontslagen directeur der stedelijke bank van leening
te Bergen-op-Zoom F. J. G. tot eene gevangenisstraf
voor den tijd van een jaar, wegens verduistering
van gelden, hem als ambtenaar toevertrouwd.
In de gisteren gehouden zitting van de arrond.-
rechtbank te Botterdam, werd cene vrouwelijke ge
tuige, B. H. Ohmstede, als verdacht van meineed
in hechtenis genomen.
De door haar afgelegde verklaring, w~aarbij zij
niettegenstaande de ernstige waarschuwing van den
president bleef volharden, was nl. in strijd met de
verklaring door haar voor den rechter-commissaris
afgelegd, alsmede met dis der andere getuigen.
Reclame tentoonstelling.
De reclame-tentoonstelling wat is een
naam te Amsterdam is thans gesloten.
Bereids is men begonnen alle tenten en uit
stallingen af te breken.
Carré.
Gisterenmorgen vertrok van Rotterdam met
een der stoomschepen der firma W. II. Miiller
Co., het gezelschap van het circus Carré en
75 paarden naar Riga.
Moordaanslag.
In den laten avond van Woensdag is te
Werkendam een moordaanslag gepleegd op
zekeren Wouter Kieboom, vader van een talrijk
huisgezin.
De man kwam tegen half elf uit de herberg
van D v. d, W. aan den Sasdijk. In de herberg
zelf was, volgens verklaring van den kastelein,
niets voorgevabsn.
De gewonde had er een partij biljart gespeeld
met C. v. O. Een honderd meter voorbij de
herberg schijnt hij aangevallen te zijn en vree-
selijk gesneden.
Op zijn hulpgeroep kwam zijn eigen vrouw
toesnellen, die daar dicht bij wooDt, en gehol
pen door een paar mannen werd K, voorzichtig
op een kruiwagen naar huis gereden. Daar
bleek, dat hij acht diepe sneden over het hoofd
en in den nek had ontvangen. Had hij een
kwartier langer zoo aan den dijk gelegen, dan
%vas hij doodgebloed.
Op de plaats der misdaad werden eene zijden
pet en een lage schoen gevonden, blijkbaar
van den aanvaller. De zwaarste verdenking rust
op genoemden C. v. O., die bekend staat als
een liefhebber van vechten. De gemeentepolitie
doet scherp onderzoek. Ook de wachtmeester
der marechaussee uit Woudrichem is onmiddel
lijk met het gepleegde feit in kennis gesteld.
Brand te Amsterdam.
Gisteravond te 7.50 werd de brandweer te
Amsterdam gealarmeerd voor een uitslaanden
brand in perceel 12 Poianeustraat.
In het huis woonde de heer J. II. A. van
den Berg, die een handel drijft in petroleum
e. d. Deze wilde een brandende lamp in den
hanger zetten, toen hij over een plank uitgleed
en daarbij de lamp liet vallen, die brak en
dadelijk den brandbaren voorraad in den winkel
in lichtelaaie zette.
Terwijl hij naar achter liep om dekens e.d.
te halen, waarmede hij hoopte de vlam te
blussehen, sloeg men op straat de winkelruiten
in. Toen was bij den feilen wind aan blussehen
niet meer te denken en de heer Van den Berg
moest met vrouw en zeven kinderen in allerijl
uit het achterhuis vluchten naar zijn buren in
perceel 14, waar het benedenhuis bewoond is
door den werkman Kuipers.
Onderwijl tastten de vlammen ook de eerste
verdieping aan en de gezinnen van V. d. Pan
nen, Nobbe en Moes, die boven woonden, moes
ten in alleiijl het huis verlaten, terwijl de
vlammen ook spoedig oversloegen op het huis
van den genoemden Kuipers.
Toen de bi and weer ter plaatse kwam, sloegen
de vlammen zóó fel uit, dat het bijkans on
mogelijk was om de standpijpen voor het huis
op de Vechtwaterleiding te schroeven.
Men riep, dat er nog kinderen in huis waren
en de brandwacht? drongen er dan ook met
hun sectie-biandmeester dadelijk in, doch het
bleek, dat gelukkig allen intijds gevlucht waren.
Slechts de lijken van twee katten werden ge
vonden, door den rook gestikt.
Do brandweer tastte het vuur met drie slangen
op de Vechtleiding aan. De stoomspuiten van
de Prinsengracht en De Ruyterkade waren
aangerukt, doch behoefden geen water te geven.
De waarnemende commandant, de heer Proost,
leidde het blusschingswerk.
Alle gezinnen, die schade hadden, zijn tegen
brandschade verzekerd.
De woning van v. d. Berg eu het aan
grenzende benedenhuis van Kuipers, alsmede
de eerste verdieping van perceel No. 12 brand
den geheel uit.
Nonchalant.
Blijkens bericht van den chef van politie te
Nottingham aan den hoofdcommissaris van po
litie te 's-Gravenhage, dd. 28 Aug., heelt eene
dame uit die stad in deri spoorweg waggon no.
85 2 kostbare gouden ringen achtergelaten, toen
zij gebruik maakte van het wachtlokaal, onge
veer 20 minuten vóór zij met den trein deri
Hoek van Bolland bereikte.
De dame kwam van Dresden en reisde in den
avond tusschen Rotterdam en den Hoek. Slechts
één compartiment van den waggon was bezet
en waarschijnlijk zou niemand in het \va«ch-
lokaal zijn geweest vóór dat de trein ophield.
In een der ringen zijn drie grooto diamanten
in zilver gevat.
In den anderen ring zit een gioote saphier
en i diamant aan eiken kant daarvan. Aan de
firma Hudig Pieters te Rotterdam was ken
nis gegeven van dat verlies met vet zoek om
nasponing te doen, doch er werd bovendien
onderzoek verzocht door de politie. Eene beloo
ning van 30 pd. sterling wordt uitgeloofd voor
de terugbezorging.
De hooidcommissaris van politie te s Graven-
hage verzoekt onderzoek en bericht, en bij ont
dekking inbeslagneming.
Een gewichtig persoontje.
In het Staatsspoorstation trok gistermiddag
een jullrouw uit de provincie, die met man en
kroost een uitstapje naar Den Haag had ge
maakt, de aandacht door haren lichaamsomvang.
Op de vraag van een nieuwsgierige, die nals
hij niet te onbescheiden was" gaarne eens het
gewicht van moeder wilde kennen, werd wel
willend geantwoord 305 ponden.
Men is belangstellend te vernemen, welke
Nederlandsche onderdane dat recori zal kun
nen verbeteren.
Weer het steenengooien.
Uit Solo schrijft men aan Het (Iudische)
Centrum
Een Europeaan van een der bovenw'yken
ondervond in de laatste dagen veel last van het
geheimzinnige steenwerpen. Denkend dat een
der kampongkinderen met kattepul zijn huis
bombardeerde, zat hij met zijne vrouw en kin
dei en op den loer; doch «poedig zag de familie
duidelijk, dat de steenen door een onzichtbare
hand waren gedreven, zonder evenwel iemand
te raken.
Nu riep bet hoofd des gezins het kampong
volk bijeen en in tegenwoordigheid van wel
15 personen duurde dat steenwerpen tot 11
uur 's avonds. De aanwezigen zagen de stee
nen vallen van een meter hoogte maar kon
den niet begrijpen, dat zy zeiven ongedeerd
bleven.
Ten einde raad, waarschuwde de familie
haren naasten buurman een ware onge-
loovige Thomas die onmiddellijk op het
duivelsche terrein verscheen, om zich te over
tuigen wat er van waar was. Thomas was
zoo overmoedig om den sGandaroewo" uit te
dagen, doch het laatste woord was nog niet
uitgesproken, of daar viel een steen voor zijne
voeten en weldra volgden andeie steenen.
Plotseling schoot hem te binnen de spook
geschiedenis te Soemadang, ettelijke jaren
geleden, en de historie was voor den onge-
loovige meer dan genoeg, om de plaats subiet
te verlaten en onder de wollen deken te
kruipen.
Dat grapje heeft nog een avond geduurd;
terwijl te 2 uur 's nachts door de buren een
gesnik en geween werd gehoord, als van een
wanhopige vrouw, die naar haar verloien kind
zocht. De Javanen maakten daaruit de gevolg
trekking, dat de »Gandaroewo" niemand anders
was dan de geest van eene ontaarde moeder,
die haar kind vermoord had er, in den Hemel
niet werd ontvangen.
Leipzig.
Dinsdag is te Leipzig feest gevierd. Het was
400 jaar geleden sedert keizer Maximiliaan van
Oostenrijk het nprivilege" verleende, waardoor
de beroemde sLeipziger mis" of jaarmarkt, die
reeds vroeger bestond, tot grooten bloei kwam.
Ter eere van dien keizer werd een gedenkteeken
onthuld.
Kwajongens
Schier ongelooflijk klinkt het verhaal in de
Berlijnsche bladen, van drie jongens, van 0 tot
12 jaar, die in Silezië zijn aangehoudeu.
Zij hadden ongeveer 200 mark bij zich en
een menigte touw. Uit Berlijn waren zij weg-
geloopen, na hun ouders en anderen te hebben
bestolen en wel met liet doel de slachtoffers
der overstroomingen in Silezië te biulp te komen.
Met hun buit (ongeveer 1000 mark) en veel
touw als reddingsmiddel waren zij daar
heen op reis gegaan en onderweg zelf bestolen
door een sheer", die zich voor lid van een
«hulpcomité voor de overstroomden" uitgaf.
Hoeden af?
De strijd tegen de hooge dameshoeden in de
schouwburgen heeft in Italië tot een proces
geleid.
Een bezoeker sprak de schouwburgdirectie
aan, omdat hij, wegens de hooge hoeden, van
de voorstelling ongeveer niets had kunnen zien,
en elschte2 centesimi 1 cent) schade
vergoeding.
De rechter kon echter in het wetboek geen
enkel toepasselijk artikel vinden en moest
vermoedelijk met bloedend hart den eisch
ontzeggen.
Prijzen van hoeken in Engeland.
De goede tijd voor boekenliefhebbers in En
geland is uit. Kon men tot nu toe de G shil
lings boeken contant voor 4 sli. 6 d. krijgen,
nu hebben boekverkoopers en uitgevers zich
verbonden en is liet zeker dat het publiek 5
a G shillings zal moeten betalen.
Boekverkoopers, die zich daartegen zouden wil
len verzetten en tegen den ouden prijs willen
verkoopen, zullen de boeken slechts tegen een
zoo sterk verhoogden prijs van den uitgever
kunnen krijgen, dat zij dan met verlies zouden
moeten werken.
Muziek en Wangen.
Een onzer correspondenten schrijft ons:
De Duit&che pers maakt gewag var, twee
nieuwigheden, die der vermelding waard zijn, ten
eeiste, omdat ze kenmerkend zijn voor het peil
van den vooruitgang, ten tweede, omdat ze
geschikt zijn om een bedroefd mensch op te
vtoolijkeri.
Berlijn bezit tegenwoordig zijn «unmusikali-
schen Musi herinnen". Wanneer men daar van
een dameskapel gaat genieten, dan vallen direct
in het oog eenige dames, die een bijzonderen
ijver aan den dag leggen, en het publiek door
bun vlugge vingertjes verbazen. Zij schijnen de
noten, het eene bladvol na het andere te ver
slinden en het is, of op één avond alles uit de
viool moet, wat er in zit.
Eu wanneer na afloop van het stuk eenige
in de nabijheid zittende heeren mompelen van
reutzuckend", dan maken zij zeer bevallige bui
gingen. Yoor al die moeite krijgen zij 12 tot
15 gulden per maand. Toch is dit schrale hono
rarium in evenrediaheid met hetgeen zij leveren,
want de snaren hunner violen en strijkstokken
zijn dik met zeep besmeerd, en de dames dienen
slechts, om de kapel, wat het uiterlijk betreft,
wat meer aanzien te geven.
De tweede nieuwigheid is het volgende. Mejuf
frouw Elfiiede Latekiewitz te Beriijn heeft een
eenvoudig middel gevonden, om schrale dames
«mollig" en magere heeren »zoo vet als modder"
te maken, althans wat het gezicht betreft
met ronde woorden, zij heeft de kunstwangen
uitgevonden.
Het gezichtsbedrog wordt in het leven ge
roepen door een metalen ring, die in den mond
geplaatst wordt en die ook aan een kunstgebit
kan verbonden worden. Welke gewaarwordingen
het »betikken" of »bestreeien" van zoo'n wang
opwekt, weet ik nog niet, maar me dunkt, dat
griezeligheid de hoofdtoon der gewaarwording
moet zijn. En hoe de wang zich houdt tegen
over een goed afgewerkte oorrijg moet de uit
komst nog leeren. (Tel.)
Atjeli.
Aan van den Civielen en Militairen gouverneur
van Atjeh en Onderhoorigheden ontvangen tele
grammen wordt door de Java-Ct. liet volgende
ontleend
Den 27sten Juli kreeg de Europeesche fuselier
Van 't Root, op marsch van Semahani naar Lam-
baroe een zonnesteek, aan de gevolgen waarvan
hij in den namiddag overleed.
In den ochtend van den 29sten geraakte een
patrouille van 1 officier en 45 bajonetten ten
Zuiden van Mampreh in vuurgevecht met eene
vijandelijke bende.
Bij de verdrijving en vervolging van den vijand
werden de Inlandsche fuseliers Saijoen en Ngali
zwaar gewond.
Op 31 Juli werd de Europeesche fuselier Meu-
lemeester niet levensgevaarlijk gewond bij eene
poging om een paar Atjehers in kampong Lepong
Bateuh op te vatten. Een der Atjehers werd gedood.
Omtrent een feit dat reeds kortefijk vermeld is
in de ,lava-Ct. deelt men aan de J.-B. de volgende
bijzonderheden mede
Den 2en jl. vertoonde zich voor de poort van
onze benting te Segli een goed gekleede Atjeher.
De schildwacht in den observatietoren meende aan
vankelijk te doen te hebben met een zendeling
van een der bestuursambtenaren, doch later
ziende dat de man een klewang bij zich droeg,
sommeerde hij hem dat wapen neder te leggen.
Toen hieraan niet voldaan werd, loste de inmid
dels in den toren geklommen post commandant
een revolverschot op den Atjeher, waardoor deze
zeer licht werd gekwetst.
Nu stormde de Atjeher plotseling met opgeheven
klewang naar do buitenpoort en stellig zoude het
hem gelukt zijn een bloedbad aan te richten onder de
vrouwen en kinderen welke zich voor de benting
bevonden, indien de fuselier Teussen r.iet ware
toegeschoten en deze had dichtgemaakt. Genoemde
fuselier kreeg daarbij echter drie klewanghouwen.
Nu schoten de kanonnier 2e klasse Van den
Linden en de korporaal Bussclier toe en gingen
den Atjeher te lijf. Van der Linden reeg den man
aan zijn dolk bajonet, doch de Atjeher rukte zich
zoo heftig weder los dat de bajonet geheel ver
boog. Een schot van Van der Linden, dat den aan
rander een arm geheel verbrijzelde, en nog eenige
flinke bajonetsteken maakten vervolgens aan het
drama een einde. Van der Linden werd wegens
zijn heldhaftig gedrag een paar dagen daarna tele
grafisch bevoiderd tot kanonnier le klasso.
Uit een nader onderzoek bleek dat men hier
weder te doen had met een door fanatisme opge
zweepte» Atjeher, die zich !er doode had gewijd.
De familie had den man behoorlijke uitgeleide
gedaan tot op een geweerschotsafstand van onze
versterking en moet nu het plan hebben opgevat
den dood van hun bloedverwant op officieren of
ambtenaren te wreken.
De aanvaring van (1e „Speelman".
Van een der passagiers van de Speelman den
heer II. Grnphie Poppe uit Berlijn, ontving het
Bat. Nll'sbl. het volgende relaas van de ramp, die
dit schip heeft getroffen
«Den 27sten Juli, Dinsdag, vei liet iiet schip,
onder fraai weer, te 8 uur 30 Singapore, voor
de reis naar Batavia. De verdere 1e klasse passa
giers aan boord waren mej. Geiss uit Pommeren,
de heeren Kahbeek uit Vianen, en Nederburgh van
Batavia. Er waren bovendien nog 37 tusschendeks-
passagiers.
«Den 1en dag ging de reis geheel naar wensch,
en geen onzer had dan ook maar een gedachte van
hetgeen ons zou overkomen. Des avonds gingen wij
alle vroeg ter kooionze mede-passagieres was
naar haar hut gegaan; wij heeren, hadden besloten
den nacht op het dek door te brengen.
»Te kwart voor eenen werden wij plotseling in
onzen slaap opgeschrikt door een verschrikkelijk
geraas als van brekend glasik sprong dadelijk
op. in het denkbeeld, dat het schip op een rif was
geloopen. Een oogenblik lag de boot stil, en on
willekeurig maakte zich toen de gedachte vaneen
naderend einde van mij meester.
Terstond wekte ik de medepassagieres, raadde
haar aari zich van reddinggordefs te voorzien, en
snelde daarop weer naar dek, om onderzoek te
doen, naar de oorzaak van de ramp. Aan dek ge
komen zag ik aan stuurboord een grooten schoener
die ons schip midden in getroffen had, on bezig
was het als hot ware te vernielen de boegspriet
stond dwars over het dek. Na het vernielingswerk,
dat s,echts kort duurde, zette het andere schip
zijn reis voort.
»Wij dachten niet anders, dan dat wij reddeloos
verloren zouden zijn en maakten reeds een boot
aan bakboordzijde gereed, aangezien de drie booten
aan stuurboord verbrijzeld of onklaar waren. De
lantarens waren bovendien gebroken, de olie, die
er uit vloeide, vatte vlam en een oogenblik bestond
nog de vrees voor een brand; gelukkig werd dit
nieuwe onheil afgewend.
»Ik informeerde daarop bij een der officieren of
de machine niet onklaar was geraakt en waar zich
de gezagvoerder bevond. Ik hoorde tot mijn ge
ruststelling dat de machine niets geleden, noch het
schip een lek bekomen had, doch tot mijn leedwezen
werd er bij gevoegd, dat onze gezagvoerder bij het
ongeluk het leven had verforen een tijding, die
op alle passagiers een diepen indruk maakte. Ka
pitein Scherpbier bevond zich nl. tijdens de ramp
in de hut onder de brug en deze was geheel weg
geslagen.
sDe kompassen, chronometer en verdere instru
menten waren zwaar beschadigd en onbruikbaar
gemaakt.
»AI deze omstandigheden lieten niet na de passa
giers zeer ter neer te slaan, doch het was een
groote geruststelling, toen de le officier, de heer
Schippers, order gaf geen booten neer te laten, om
dat de romp van het schip niet zoodanig was be
schadigd dat het de reis niet zou kunnen voortzetten.
sEr werd nog gewacht of de bark nog nood
seinen gaf, en toen dit niet het geval was, werd
de reis voortgezet.
»Het lijk van den gezagvoerder werd hierop ge
reinigd lan het bloed, dat uit verschelde verwon
dingen gevloeid had en daarop in een der sloepen
gelegd, overdekt met de Hollandsche vlag.
«Hierna gingen wij over tot de behandeling,
voor zooveer ons dat mogelijk was, van de ge-
kwetsen de heer Nederburgh verleende mij hierbij
zeer veel hulp. Uit mijn eigen kleine reis-apotheek
kon ik nog een en ander verstrekken, dat wij
daarbij gebruikten aangezien de verbandmiddelen
niet toereikend bleken.
«Het vertrouwen, dat de heer Schippers de ie
officier volkomen ertoe in staat zou zijn het schip
naar zijn bestemming te voeren, droeg er veel
toe bij, om onze gemoederen langzamerhand weer,
ten deele althans, tot bedaren te brengendoch
al ging schijnbaar alles weer zijn gewonen gang,
wij waren niet in staat, ons aan den indruk van
het gebeurde te onttrekken.
»Aan de equipage alle lof en dank voor haar flink
en moedig gedrag; den officieren in het bijzonder
voor hun beleidvol optreden in die verbijstering,
die velen tijdens de ramp had aangegrepen."
BESLUITEN EN BENOEMINGEN.
Civiel Departement.
Benoemd: b. d. II. B. S. tc Soerabaja. tot leer. in
de staatsiv. cn gesch. mr. ,T, Luijtcn, laatst leer. in
de aardr. enz. aan voorin, iur.tot referend.. dc boofd-
couim. W. Brouwer; tot koofdcomm., de le comm.
D. .T. Bijleveld; tot 2c comm., de ambt. J. R. de Jong;
tot 3e comm. J. E. Dambrink; tot tijd. comm. op
het bur. van deu ass.-rcs. v. d. pol. te Palembang,
J. C. Lutter; bij k. mijnw. in N.-Iud., tot tijd. opz.
J. D. Doorman en C. C. L. dc Adelhart Toorop, in.
bep. dat zij ter besck. w. gest. v. d. res. van Banka;
bij de in- en uitvoerr. co acc.a tot lioofdopz. II. G.
Heijne cn M. T. J. van Balgooij; b. tot opz. A. Lei
cester en A. Th. Ilafkenscheid, te Tebing Tingg
(Deli); c tot opz. C. L. W. B. von Liebenstein, te
Padang; d tot tijdel opz. A. E. 11. Froncbet; tot
refer, ter algem secr., de hoofdcomm. B. Tb. IV. van
Hasselt; tof predik, bij de prot. gem. tc Makasser,
de predik, te Palembang .T. F. Mijer; tc Palembang
J. Miedema; tot ondenv. der le kl., dc onderw. 2e
kl. G. Tacoma; tot griif. b. h. hoogger. van N.-I.,
de off. v. just, te Soerabaja mr, A. L. E. Gastman;
tot grift', v. d. landr. te Siuadjai enz., de le klerk tc
Billuon .T. O. Volltot lid v h. coll. van curat, van
liet gymn. "Willem III tc Batavia, A. J. J. Staal,
luit-kol. der gen.bij de comm. van tocz. op de II.
B S. tc Soerabaja, tot lid J. de Booij, ingen. lekl.
Ontslagen op' verz. weg. ziekte, oerv. de contr.
lc kl. H. W. Mulder; op verz., eerv. de pred. te
Makasser, C. G. Bacb; weg. ziekte, eerv., de grift',
van de landraden te Sindjai c.a. X. E. R. Calbo.
Verleendeen jaar verl. n. Europa a. d.adj.-chef
der 3e afd. bij d. cxpl. v. staats-sp.w. op Java W.
G. Muijderman.
Militair Departement.
Verleendoen 2-j. verl. weg. ziekte, a. d, kapt.
d. inf. J. II. M. R. Kohier; een j. verl. a. d. off. v.
gez. le kl. H. v. Roijen en P. A. G. Maicr; een
tweej. verl. a. d. kapts. d. inf. E. P. v. Thiel en H.
M. baron Collot d'Eseury on d. le luit. d. inf. J. J.
Romswinekeleen jaar verl. aan d. kapt.-intend. bij
do mil. adm J. E. van Schaik.