UIT DE PEItS. medegedeeld, dat zij than3 van hun regeerin gen instructies hadden ontvangen en derhalve bereid waren, voort te gaan met de vredes onderhandelingen. Tevens zouden zij op een spoedige conferentie hebben aangedrongen. Uit nog andere bron wordt vernomen en dit bericht verdient zeker het meeste geloof dat de onderhandelingen daarom stokken, omdat Duitschland nog niet categorisch heeft geant woord op het voorstel van lord Salisbury, waarin de ontruiming van Thessalië vastgesteld wordt op een maand na het tot stand komen der financieele schikkingen met Griekenland. Het schijnt nu, dat de moeilijkheid bij de onderhandeling is de vraag, welk deel der oor logsschatting Griekenland zal moeten betalen, alvorens Thessalië ontruimd zal worden. Dat men in Griekenland allesbehalve in zijn humeur is over de nieuwe overwinning, die de Duitsche diplomatie op de Engelsche heeft behaald, spreekt vanzelf. Toch ziet men te Athene den vrede spoedig tegemoet. De Grieksche Kamer zal voor de teekening der praeliminairen worden bijeengeroepen om haar goedkeuring te hechten aan de inkomsten, die als waarborg zullen worden gegeven voor den dienst der leening ten behoeve van de oorlogsschatting. Uit Volo verneemt de Standard, dat de Tur ken den terugkeer der uitgeweken bewoners toelaten, en dat in de stad volkomen rust heerscht. Dit kan niet gezegd worden van Kreta, waar nog voortdurend botsingen tusschen Christenen en Mohammedanen op het programma van den dag staan. Admiraal Canevaro heeft te Rome in een gesprek met een journalist verklaard, dat alle bewoners van het eiland thans autonomie wil len, ook de Turken. Deze laatsteu zouden echter bezwaren maken, indien de aigeheele verwijdering van Turksche troepen er mede gepaard zou gaan. Toch zou ook dit vooroordeel spoedig ver dwijnen, indien zij zich maar eerst beschermd zagen door de Europeesche troepen, die allengs deels door Europeesche, deels door Kretenzische gendarmerie zon worden vervangen. Onder een Europeeschen gouverneur, belast met het uitvoeren der autonomie, zou de gen darmerie zeer goed werken. weest, een plaats te hebben om daar een voor- loopig bewind te vestigen, wat weder met zich kan brengen de erkenning als oorlogvoerende partij. De Spaansche regeering laat het er evenwel niet bij zitten. Een expeditie wordt uitgerust om te trachten de stad te heroveren. De officieele Oaceta gaat iatussclien voort met het publiceeren der douane-tarieven op Cuba, en daaruit blijkt, dat behalve weelde artikelen, die kleine vermeerderingen onder gingen, de rechten voor bijna alle producten verlaagd zijn. Ook deze maatregel komt wellicht te laat. Een alarmeerend bericht komt nog uit New- York. De regeering, heet het daarin, neemt maat regelen voor de marine, ingeval van het uitbre ken van een oorlog met Spanje. De meeste Amerikaansche oorlogsbodems zetten koers naar de wateren van Cuba. Het heeft den schijn of het drama in de Antillen zijn ontknooping nadert. Gemengde Mededecllngen. Een apolitieke persoonlijkheid van gewicht," aldus wordt uit Belgiado aan de Kóln. Ztj. bericht die de bekendmaking van het Twee voudig Verbond op de Russische ambassade ter sprake bracht, kreeg daar de verzekering, dat er volstrekt niets veranderd was. De Czaar had slechts bevestigd, wat een Fransche minister, anderhalf jaar geleden, in een publieke kamerzitting had uitgesproken. Overigens zou de omvang van de Fiansch- Russische overeenkomst reeds langen tijd be kend zijn aan de monarchen van het Drievoudig Verbond. De minister-president van Italië, markies di Rudini, heeft een langdurige conferentie gehad met de gezanten van Frankrijk, Engeland en Portugal over de maatregelen, die tegen de Riff-piraten kunnen worden genomen. De weduwe van den vermoorden minister president van Spanje, Canovas, heeft den titel van hertogin" gekregen. De heer Nelidoff, benoemd tot gezant van Rusland te Rome, zal den 14den September Konstantinopel verlaten, om zich naar zijn nieuwen post te begeven. De Spaansche zon is op Cuba aan het onder gaan, en de vraag, of de parel der Antillen zich vrjj zal maken, schijnt nog slechts een vraag van tijd. Levendige en begrijpelijke ontroering heeft te Madrid teweeggebracht de tijding, dat de insurgenten de stad Vittona de Tunas hebben veroverd. Dat die tijding ontsteltenis wekte, is vol komen begrijpelijk, wanneer men weet, dat het hier niet betreft een open plaats, maar een stad, die versterkt was met zeven forten en twee Krupp-kanonnen. De Spaansche bladen vallen generaal Weijler heftig aan, naar aanleiding van het gebeurde. De Impartial herinnert er bovendien aan, dat in \876 generaal Jovellar ter zake van een gelijke gebeurtenis van zijn post op Cuba is ontzet. De ministerraad is gisteravond bijeengeko men om over den toestand te beraadslagen. De minister van oorlog heeft aan generaal Weyier telegrafisch opheldering gevraagd over de inneming der versterkte stad, die volgens een generaal te Madrid onbegrijpelijk is, wan neer Weyier voldoenden tijd heeft gehad om hulp te zenden. En die tijd schijnt er geweest te zijn. Vol gens sommige berichten toch heeft het beleg 15 dagen geduurd. Dat de inneming dezer sterke stad een groot moreel voordeel is voor de opstandelingen, kan niet geloochend wordeD. Het schijnt bovendien hun doel te zijn ge- de vroegere meester van zijn vrouw denkt dat hij ziek is, want waarom zou hij anders gerstewater te drinken geven Wat de oude moeder betreft, deze heeft eerbie dig haar servet in haar hand genomen en kijkt er naar alsof het iets heel bijzonders was en in beschaafde kringen onbekend is. Maar Mijnheer Matoussaint merkt niets van dat alles. Hij ziet alleen zijn petekind dat op Caroline's schoot ligt en zijne kleine beentjes in de hoogte steekt. Vreemd Matoussaint vindt den klei ie nu niet zoo Ieelijk meer als eerst. Wat is dat toch aardig zoo'n klein teeder en frisch lichaam van kleine kinderen. En nu denkt hij, dat hij ook eens zoo klein geweest is en hij ook een moeder gehad heeft, een goede moeder, die hem ook zoo op haar knieën heeft gehouden. Zij heeft, evenals nu Caro line doet, hem ook vertroeteld en geliefkoosd. En als het kind weer aangekleed is en de vrouw van den slotenmaker het weer op haar arm heeft, houdt de vrijgezel den kleine zijn duim voor, welke de kleine met zijn kleine handjes aanpakt, waarbij mijnheer Matoussaint hem vriendschappelijk toe lacht. Dien avond legde de vroegere koopman in ijzer waren een buitengewoon geduld aan den dagde kruidenier uit de straat Amelot mocht zooveel caramboles maken als hij wilde en ironisch roepen zestien tegen vijftien Zeventien tegen vijftien Achttien tegen vijftien, doch Mijnheer Matoussaint liet hem stilletjes zijn gang gaan, rookte rustig zijn pijp en trok zich er niets va., aan. Naar uit Pretoria wordt bericht, is het be richt, als zou president Kruger zich bij de eerst volgende presidentsverkiezingen niet weer can- didaat stellen, volkomen onjuist. Het aantal zijner politieke vrienden neemt bij den dag toe. De financiëele toestand in Johannesburg wordt in een telegram uit Kaapstad zeer kritiek ge noemd. Een openbare vergadering is gehouden, om der regeering te verzoeken krachtige maat regelen te nemen tot verbetering van den toestandde plaatselijke lichamen van bestuur doen hetzelfde. Een leidende financiëele firma, waarbij de üuitschers zeer sterk betrokken zijn, heeft be sloten de ontwikkeling der zoogenaamde «outside mining properties" te staken, daar onder de tegenwoordige omstandigheden een verdere uitgave onraadzaam is. Uit Johannesburg wordt gemeld, dat een ont ploffing in de dynamiet-magazjjnen van George Goeh, van de Deep Level Mines, een vreeselijke verwoesting heeft aangericht. Door de ontploffing zouden 16 blanken en 25 kaffers gedood zijn. De regeering van Natal heeft besloten dat op de lijst van goederen, welke vrij zijn van doorvoerrechten, in het vervolg rok zullen worden geplaatst een talrijke serie koopwaren, welke bestemd zijn voor den Oranje-Vrijstaat en de Zuid-Afrikaansclie Republiek. Dit besluit wordt beschouwd als een nieuwe stap tot afschaffing der doorvoerrechten, welke Hoe maakt mijn petekind het vraagt mijnheer Matoussaint telkens als hij de smederij voorbij komt hij gaat alleen daarom dikwijls voorbij. Maar op een keer liet de slotenmaker zijn hamei- op het aambeeld vallen, veegde zijn handen aan zijn voorschoot at, om den bezoeker do hand te reiken en antwoordde op de gewone vraag Niet al te goed, mijnheer Matoussaint. Wel Zidore, ga jij even aan mijn vrouw zeggen, dat zij naar beneden moet komen. Wat scheelt hem Is hij ziek 1 vroe? de ijzer koopman haastig. Wat hem scheelt? wie kan dat bij zulke kinde ren zeggen Hij hoest. En dan zie', hij veel te rood, daar heb ik het niet op begrepc wei, mijnheer Matoussaint, u is wel gelukkig dat u niet getrouwd zijt en geen kinderen hebt. Het is een geschreeuw van heb ik jou daar. De dokter zou van middag nog eens terugkomen. Maar daar kwam Caroline reeds aan met onge kamde haren en nog in haar nachtjapon. Zij had zeker den geheelen nacht geen oog toegedaan. Welnu, hoe gaat 't er mee vroeg haar man. Niet slechter dan van morgen, hernam de vrouw op smartelijken en vermoeiden toon. Ik ga eens met je mee naar hem kijken, zei mijnheer Matoussaint, die ongerust werd, wijs me maar eens den weg. Doch Caroline brengt haar vroegeren meester op de plaats. Gij moogt hem niet zien, mijnheer, roept zij uit, in tranen uitbarstend. De dokter heeft het ver boden. Hij denkt, dat bet de croup is. Ik bebhet mijn man nog niet durven zeggen, maar hij zal de Staten in Zuid-Afrika nog steeds heffen op de goederen, die bestemd zijn voor de Staten der Boeren. Deze rechten werden steeds ten sterkste in de Zuid-Afrikannsche Republiek afgekeurd. De Britseh-Indische regeering heeft een schrijven gericht tot den Emir van Afghanistan, waarin zij verklaart, dat er militaire operaties zijn ondernomen om den mollah Mad en zijn aanhangers te straffen, niet om de onafhanke lijkheid der stammen aan te tasten en hun land te bezetten. Officieel wordt het bericht, als zou de Duit sche regeering een Zuid-Chineesche haven hebben gekocht, ongegrond geheeten. Er gaat een Duitsche kruiser naar Nieuw- Guinea om den dood van de onder-gouverneur te wreken. Treurige berichten komen van de Klondyke- goudvelden, in Californië. Men heeft niet voor voldoende levensmiddelen gezorgd, zoodat hongersnood onvermijdelijk schijnt. Te New-Orleans zijn twaalf verdachte ziekte gevallen voorgekomen. Men denkt, dat het gele koorts is. De opstandelingen in Urugay hebben de vredesvoorstellen der regeering aangenomen, zoodat de opstand als geëindigd kan worden beschouwd. De heer Stoffel en de Radicalen. In de Nederlander (red. Brooshooft) komt thans het antwoord voor van den heer J. Stoffel, lid der Tweede Kamer, gegeven aan den redacteur van dat blad, naar aanleiding van een interview door den heer Stoffel aan de redactie van de Schiedamsche Courant verleend. Gelijk men zich misschien lierinneit. kwamen er in het relaas van dezen interview enkele uitdruk kingen voor, die den heer Brooshooft de pen op deden nemen, ten einde den heer Stoffel tot nadere verklaring te r len. De heer S* antwoordt nu: Als antwoord op Uw vraag in «de Nederlander" van 21 Augustus veizoek ik U beleefd het volgende te willen opnemen. Die uitdrukking «knoeien" die ik, naar het tot mijn spijt blijkt, in een gesprek met den redacteur van de Schiedamsche Courant heb gebruikt, «as niet zoo erg genieend als zij door U werd opgevat. Ik bad willen uitdrukken, dat de Radicalen hin ken op twee gedachten. Van den éenen kant wiilen zij staatshulp en staatsdwang op dezeifde wijze als de socialisten, die een gedeelte vari de verant woordelijkheid voor eigen daden willen overbrengen op den Staat. Van den anderen kant willen zij de menschen op eigen kracht laten bouwen, maar zonder hen daartoe de middelen te verschaffen. Nu weet ik wel, dat de programma's van alle vooruitstrevende partijen dat van de volkspartij niet uitgezonderd meer of min socialistische eischen bevatten en dat dit ook noodzakelijk is, wijl een bestendiging van het onrecht, dat enkelen ue beschikking hebben over datgene waarvan allen moeten leven, een zóó groote ongelijkheid in de verdeeling van den rijkdom heeft veroorzaakt, dat de Staat verplicht is om middelend en beschermend en dwingend op te treden. Hij moet den een wat afnemen om het aan den ander te gevenhij moet da ouders dwingen hunne kinderen onderwijs te doen gevenhij moet de vrijheid van den mensch beperken om zich zelf te vermoorden door ongezonden, te langen, of te laag betaalden ai beid. Ieder mensch, die gevoel heeft voor het lijden der armen en verdrukten, moet meewerken tot het doen uitvoeren van dergelijke socialistische maatregelen maar dit belet niet dat ik ze beschouw als noodmaatregelen, niet als blijvende instellingen, die, voortdurend uitgebreid, leiden tot geiieele overname van de productie en de verdeeling der producten door ambtenaren van 1 Staat, al zijn dan de leiders van dien Staat len door het altijd vroeg genoeg hooren, de arme man. O mijnheer, wat is dat een nacht geweest. Zoo'n aardig kind S En zoo sterk reeds op tweejarigen leeftijd. En zij praat, praat altijd maar door over dezelfde dingen als een krankzinnige en de vrijgezel die bare handen in de zijne genomen heeft, voelt de tranen van de arme moeder welke warm en zwaar als de eerste droppels van een wr'kbrouk op zijn vingers droppelen. Zeg eens, Revillod, zei mijnheer Matoussaint dien avond in het café, heeft een van je kinderen wei eens de croup gehad? Ja, onze Louis?. Het hf eft heel wat moeite ge kost om haar te behauien, maar ze is er toch cccr oovemp gekomen. De heer Matoussaint slaakte een zucht van ver lichting. Dus alle kinderen gaan niet dood aan de kroep. Dat was al iets. Waarom zou dan juist zijn petekind wei dood gaan? Dien nacht droomde de heer Matoussaint van een kindje dat in zijn bedje lag, en roerloos. Men kon zien, dat daar tusschen het leven en den dood een hevigen strijd gestreden werd. Aan het bedje zag hij verder in zijn droom een bleeke vrouw met roodgeschreide oogen en een man met somberen starenden blik, die het einde van deze worsteling met angst afwachtten. Maar ziet, daar komt een engel, zij wenkt en nadert het bedje, kust het kind en 'tis alsof nieuw leven in dit brooze lichaampje wordt geblazen Mijnheer Matous saint ontwaakt. het algemeen kiesrecht van mannen en vrouwen en al worden zij gecontroleerd door het algemeen stemrecht (referendum). Wat naar mijn oordeel de menschen werkelijk vrij zal maken van de overheerscbing van het kapitalisme ishet ontnemen van da macht aan de geldbezitters om den grond in beslag te nemen en het geven van een gelijk recht aan allen op de natuurgaven. De Staat, als vertegenwoordiger van het volk, moet den grond bezitten en hij, die tijdelijk voor zijn uitsluitend gebruik een stuk grond vei krijgt, moet daarvoor aan den Staat een ver goeding betalen, welke zoovee! bedraagt als ieder ander ervoor geven wil, en op een aandeel in deze vergoeding hebben alle leden van den Staat hetzelfde recht. Wanneer de hebzucht dor sterken en machtigen in vroegere eeuwen er niet in had kunnen slagen den grond tot hun uitsluitend eigendom temaken en zij daardoor geen gelegenheid hadden gehad zich te verrijken door den arbeid van anderen, dan hadden wij thans geen milhonairs en geen paupers, en dan ware beperking van de vrijheid van arbeid en bezit thans ounoodig en dus scha delijk. De toenemende vruchtbaarheid van den menschelijken arbeid door de toepassing van ma chines zou dan in dezelfde mate het loon van den arbeid hebben doen stijgen. De meeste takken van bedrijf zouden dan in coöperatie zijn verricht en de Staat zou niet alleen over ruime middelen hebben beschikt om op de meest onbekrompen wijze voor de verkeersmiddelen te zorgen, maar hij zou ook in staat zijn geweest hen, die kapitaal noodig hadden, te heipen met goedkoop crediet. Ik ben mij volkomen bewust dat het herstel van dit maatschappelijk onrecht de berooving van den mensch van zijn geboorterecht niet zoo spoedig kan tot stand gebracht worden en dat daarom socialistische maatregelen ais: arbeideispensionee- ring, vaststelling van een maximalen arbeidsdagen een minimum-loon, ruime hulp aan armen, leerplicht met de noodigo hulp aan arme kinderen, ingevoerd moeten worden, maar ik eisch daarbij, dat er ten minste gestuurd worde in de goede richting om, door raiddel van uitbreiding van het onteigenings- recht van den grond en door een verandering in ons belastingstelsel, aan alle menschen een gelijk recht te geven op de gaven des Scheppers. En dit streven heb ik niet krachtig genoeg uitgedrukt gevonden in het programma der Liberale Unie, noch in dat van den Radicalen Bond. Daarom heb ik die fiberalen en radicalen halve socialisten genoemd. Staatshulp en Staatsdwang verslappen een volk, wanneer niet tevens maatregelen worden genomen, die het krachtig maken om zichzelf te heipen en hulp en dwang te kunnen ontberen. Waarlijk ik ben geen prinsipicn-reiter. Ik weet dat, waar zóóveel ellende is te lenigen, het mijn plicht is mijn steun te geven aan elke poging die daartoe mogelijkheid biedt. Maar het groote doel, dat mij voor oogen staat, is niet staats-socialisme, maar landnationalisatie, die leidt tot het vrijwillig socialisme. Gelijke kans voor allen om door eigen inspanning tot welvaart te komen; gelijk recht voor allen op da voordeelen der natuur en van den vooruitgang van kennis en rijkdom gelijke vrijheid voor een ieder om zijn leven in te richten, zooals hij dit zelf het beste acht, mits die vrijheid geen inbreuk maakt op de gelijke vrijheid van anderen. De redactio van de Nederlander teeker.t hierbij aan In beide programma's is toch de uitbreiding van het onteigeningsiecht opgenomen. Ook wij zouden de bedoeling om de onvermogenden met uitgifte van kleine stukken grond te helpen, evenals in het Soc. Democratische en zijdelings ook in dat der Anti-revolutionnairen, duidelijker willen zien uitge sproken, maar dit moet in ieder geval de bedoeling zijn, en het wantrouwen van den heer Stoffel tegen de radicale en radicaal-liberale partijen op dezen grond schijnt ons dus niet gemotiveerd. En wat wij heelemaal niet begrijpen is, dat de heer Stoffel zoo geringschattend spreekt over socia- lismo en staatstusscbenkomst, daar toch zijn geheele stelsel van landnationalisatie allereerst op die staats tusscbenkomst berust, terwijl ragt name over de bedoeling met onteigening van gemeentegronden het program der sociaal-democraten zich zoo on dubbelzinnig mogelijk uitlaat, n.l.: De kleine wordt gaandeweg beter, zoo zelfs dat na verloop van veertien dagen de dokter verlof geeft aan Caroline om met haar zuigeling uit te gaan. Ter eere van dit heugelijk feit heeft mijnheer Matoussaint het echtpaar met hun kleine uitge- noodigd om op dien dag het middagmaal bij hem te komen nuttigen. De slotenmaker met zijn vrouw, voor deze ge legenheid weer in haar mooie blauwe japon, ver scheen stipt op tijd met den kleine, die in zijn witte jurkje er aardig uitzag. Zooals bij kinderen het geval is, was reeds niets meer van zijn ongesteld heid te bemerken. Met verrukking beschouwde de heer Matoussaint zijn petekind en toen de kleine op zijn schoot zittende, niet 't minst bang bleek te zijn en het uitkraaide van pieizier ais mijnheer Matoussaint hem op zijn knie liet hobbelen, ja, toen vond hij dat het toch wel aangenaam moet zijn om getrouwd te wezen. En toen 's middags Caroline den kleine, die allergruwelijkst het tafellaken met zijn vette, morsige vingertjes zat te besmeren, wilde wegnemen, zeide de heer Matoussaint, dat hij niet zou dulden dat zijn petekind zuik een behandeling zou worden aangedaan en tevens verklaarde hij, dat Caroline door haar trouwen wel niet in zijn testament zou worden opgenomen, doch dat hij zijn petekind dubbel zou gedenken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2