t BINNENLAND. STADSNIEUWS. Kunst en Wetenschap. INGEZONDEN. In vele gemeenten onder welke Schie dam vatte men de zaak echter geheel anders op. Men beschouwde de gasfabriek en de drink waterleiding niet als inrichtingen als bedoeld zijn in art. 238, maar als industrieele ondernemin gen van privaatrechtelijken aard de opbrengst werd derhalve ook niet als belasting beschouwd, maar als aequivalent voor hetgeen aan gas en water werd verkocht. Van dit standpunt uitgaande, behoefde ook de verordening, waarbij het tarief was vast gesteld, zijnde geen belastingverordening, niet worden opgezonden naar Gedeputeerde Staten en niet worden goedgekeurd dcor de Kroon. De ltaad stelde liet tarief vast, Gedeputeerde Staten 011 de Kroon er buiten latende en be hoefde van zijn standpunt uitgaande nu ook geen rekening te houden met het wetsvoor schrift dat geen honger recht mag worden ge heven voor de werken bedoeld in art. 238 dan noodig is om in de kosten van oprichting en onderhoud tan die inrichtingen te voorzien. De gelegenheid was als het ware aangewe zen om bij de behandeling van art. 23S deze quacstie op te lossen, maar het tegendeel s geschied. Zelden gaf een twistvraag in de Tweede Kamer tot zooveel begrips- en spraak verwarring aanleiding als deze- Ook de Minister van Binnenlandsche Zaken, overigens niet lichl vervaard om met den bijl om te gaan, heeft den knoop niet duyven of kunnen doorhakkende Regeering bepaalde zich er toe voor te stellen om aan art. 194 eene alinea toe te voegen volgens welke het tarief van werken, n iet vallende onder art. 238 aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zou worden onderworpen, een voorstel, dat trouwens door de Kamer werd verworpen. Ware het aangenomen, dan zou daardoor natuurlijk vol strekt niet zijn beslist dit erkende de Mi nister aan de practijk te willen overlaten of gasfabrieken en waterleidingen door de ge meente geëxptoiteerd al of niet vallen onder art. 238 met al de gevolgen aan zulk eene beslissing verbonden. Deze open vraag, voor Schiedam van uiterst groot gewicht, is derhalve eene open vraag ge bleven. Jhr. mr. Tj. Humalda van Evsinga. Antwoord der Regentes. Het weder-antwoord der Koningin-Weduwe Regentes op het Adres van de Eerste Kamer der Staten Generaal ter beantwoording van de Troonrede op 24 September 1897 luidt: Mijne Heerenl Ik ben zeer gevoelig voor dit Antwoord der Eerste Kamer der Staten Generaal op Mijne toespraak bij de opening van de tegenwoordige zitting. Ik verzoek U Mijnen bijzonderen dank daar voor te willen overbrengen. Van harte hoop Ik, dat Gods zegen moge rusten op de vervulling van de veel omvattende taak, welke de Eerste Kamer wacht. Adres van Antwoord. Het gewijzigd ontwerp-adres van antwoord der Tweede Kamer op de Troonrede luidt als volgt Mevrouw I iHoogelijk waardeerde de Tweede Kamer der Staten-Generaal het voorrecht, Uwe Majesteit, vergezeld van Hare Majesteit de Koningin, te midden der volksvertegenwoordiging te zien, tot opening van de gewone zitting der Staten- Generaal. sis het een dierbare voikswensch, dat het Hare Majesteit de koningin gegeven worde in den loop van dit zittingsjaar de Regeeriag te aanvaarden, Uwe Majesteit moge zich verzekerd houden van de innige dankbaarheid van liet Nederlandsebe volk voor de liefderijke en wijze zorg, waarmede Uwe Majesteit hare beminde Dochter vooi bereidde tot de gewichtige taak, die haar wacht. Voor de ons gedane mededeelingen omtrent den toestand van bet moederland en de koloniën betuigen wij Uwe Majesteit onzen eerbiedigen dank. Instemmende met de warme hulde, door Uwe Majesteit gebracht aan het door de vloot krachtdadig gesteunde Nederlandsch-Indische leger, betreuren ook wij diep de offers, die nog steeds gevergd worden om in Atjeh, ten bate van rust en vrede, onze macht duurzaam te vestigen. »Met belangstelling zien wij de indiening der door Uwe Majesteit genoemde voorstellen te gemoet. Het zal ons ernstig streven zijn naar onze beste kt achten te beantwoorden aan het vertrouwen, waarmede Uwe Majesteit een be roep doet op onzen yver en onze toewijding ter vervulling van de veelomvattende taak, die op ons rust. ji Moge de arbeid van Uwe Majesteit en van de Volksvertegenwoordiging, onder Gods zegen, strekken tot welzijn van ons dierbaar vaderland." Verkiezing. Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is bepaald, dat de verkiezing van een lid voor de Tweede Kamer (vacature-Zijp zal plaats heb ben op Dinsdag 12 Oct., dat de stemming zoo noodig, zal plaats hebbeu op Dinsdag 19 Oct. en de herstemming, zoo noodig, op Dinsdag 20 Oct. daar aanvolgende. St.-Ct. Gevangeniswezen. Uit de statistiek van het gevangeniswezen over 1890 blijkt dat het getal gevangenen en verpleegden in Rijksopvoedingsgestichten in dat jaar bedroeg 51050 tegen 50821 in het vooraf gaande jaar. Op uit0. Dec. waren aanwezig 3815, De gemiddelde bevolking naar het aantal ver- bljjfdagen was 3842. De verhouding van de bevolking der gevan genissen tot die van het Rijk was, van de bij afwisseling opgenotnenen op 1000 zielen 10.3 legen 10.5 in 1895. In de Rijksopvoedingsge stichten werden bij afwisseling opgenomen 772 tegen 783 liet voorafgaande jaar. De gezond heidstoestand was iets minder guustig. De ver houding van liet getal ziektedagen tot dat der gezonde was als i tot 30.15. Het aantal sterf gevallen was 39 of 0.08 pCt., in 1895 0.09 pCt. Er kwamen 7 gevallen van zelfmoord en 29 van krankzinnigheid voor. Met hunne moeder werdeu 217 kinderen in de gevangenissen opgeborgen, terwijl daarin 9 kinderen werden geboren. Ter zake van schuld werden gegijzeld 169 mannen en 14 vrouwen, wegens boeten en gerechtskosten 11. Gestralt werden 5139 gevangenen, waaronder 16 wegens onzedelijkheid, 180 wegens luiheid, 93 wegens gewelddadigheid en 323 wegens insubordinatie. Zeven misdrijven kwamen voor. Er hadden 12 ontvluchtingen plaats. De onderhoudskosten per hoofd daags bedroegen f 0.7120, tegen f 0.7171 in 1895. Ten aanzien van de veroordeelden tot prin cipale straffen in de strafgevangenissen en huizen van bewaring in de arrondissements-hoofdplaat- sen leert de statistiek het volgende. Bij afwis seling werden opgenomen 19021 of 3.86 pCt. der bevolking tegen 19317 in 1895 op ulto December 2585 aanwezig. 285 Vreemdelingen behoorden tot de veroordeelden. Het aantal mannen bedroeg 17486, het aantal vrouwen 1535. Gehuwd waren 6375, ongehuwd 41,858, weduwnaars en weduwen 789. Naar de geloofs belijdenis waren er 10,481 Protestanten, 8302 R. Katholieken en 238 Israëlieten. Naar den leeftijd waren er 518 beneden de 16 jaar, 1052 van 1618,1770 van 1820, 4230 van 20—25, 3033 van 25-30, 2453 van 30—35,1856 van 3540, 2268 van 40 50, 1258 van 50 60 en 590 boven de 60 jaar. Van de veroordeelden waren 18.5 pCt. reci divisten tegen 17.2 pCt. in 1895. Het getal militaire veroordeelden bedroeg 720. Bij hunne opneming kenden 15241 lezen en schrijven en 3779 niet (of 10.86 pCt. tfegen 20.05 in 1895) Tot liet onderwijs werden toegelaten 19.30 pCt. of 3671. Hiervan kenden 2264 bij hun ontslag of einde 1896 goed lezen en schrqven. Gemeenteraad. De gemeenteraad zal, zooals wij reeds meld den, Dinsdag a.s. te 2 uren eene vergadering houden. Op de agenda komen de volgende punten voor: 1. Vaststelling der notulen van de vergade ring van 7 September j.l. 2. Mededeeling der ingekomen stukken. 3. Adressen van C. van dec Burg, D. J. Vis ser, H. Voorwald en J, A. van Weegen om restitutie van pl. directe belasting naar het in komen, dienst 1897/8. 4. Missive van den heer M. C. M. de Groot waarin hij kennis geeft dat hij zijn ontslag neemt als lid der Commissie van Toezicht op het L. Onderwijs. 5. Adres van den heer dr. W. A. Lehman de Lehnsfeld om eervol ontslag als leeraar van het Gymnasium, om gezondheidsredenen. 6. Adres van den heer O. J. Theunisse om eervol ontslag als leeraar in de Staatsweten schappen a'd II. Burgerschool en de B. A. School, om gezondheidsredenen. 7. Adres van mej. A. M. J, Prins om eervol ontslag als onderwijzeres a/d 2e openb. Tus- schenschool, wegens hare benoeming tot onder wijzeres a/d. openb. Meisjesschool alhier. 8. Benoeming van een leeraar in de Staats wetenschappen a/d. H. B. School en de B. A. School. Op de aanbevelingslijst zijn geplaatst: I de lieer Mr. Dr. M. Smit te Rotterdam, II de heer Mr. Dr. H. G. de Cock te 's-Gravenhage. 9. Voorstel van B. en W. tot uitbreiding van het hulppersoneel a/d. herhalingsschool voor meisjes, met een tijdelijk onderwijzer en een tijdelijk onderwijzeres gedurende den cursus 1897/8, en c. q. benoeming dier titularissen. Voorgedragen zijn: voor onderwijzer, de heer J. vanSchie; voor onderwijzeres, mej. A. C. Mak, die beiden ook gedurende den afgeloopen cursus tijdelijk als zoodanig werkzaam waren. 10. Adres van den heer Dr. B. Koster te 's-Gravenhage, oud-leeraar a/h. gymnasium alhier, om de hem toegekende jaarüjksche toe lage uit de gemeentekas alsnog te stellen op f624. en praeadvies daarop van B. en W. 11. Voorstel van B. en W. naar aanleiding der missive van de Ged. Staten dezer provincie, houdende bemerkingen op de hun ter goed keuring ingezonden verordening, regelende de verdeeling en bezoldiging de onderwijzers en onderwijzeressen a/d. openb. scholen voor lager onderwjjs alhier. 12. Voorstel van B. en W. tot het in gebruik geven aan het Rijk van ruimte in het gebouw der Koopmansbeurs tot uitbreiding van het bestaande telegraafkantoor en tot liet maken van eene inlichting voor intercoramunalen en internat, telefoondienst. 13. Voorstel van B. en B. op de adressen van de afdeeling Schiedam van den »Alge- meenen Nederlandschen Typografenbond" en van C. L. Moerman c. s., allen typografen alhier, waarin zij verzoeken in het bestek voor de a.s. aanbesteding van drukwerken voor de gemeente, bepalingen vast te stellen betreffende loon, werk tijd en personeel. 14. Voorstellen van B. en W. met betrekking tot het gemeentelijk belastingstelsel. Schoolhygïène. Op het thans te Amsterdam gehouden con gres voor openbare gezondheidsregeling is gis- *eren o. a. het woord gevoerd door dr. Mouton uit 's-Gravenhage, die eene reeks stellingen verdedigde omtrent het vraagstuk der school- hygiène. In verband met eene korte beschrijving van het nieuwe gymnasium, die wij onlangs in ons blad opnamen, komen ons een paar der door dien spr. gemaakte opmerkingen interessant voor, zoodat wij ze hier mededeelen. Dr. Moutons verklaarde zich voor school lokalen geen voorstander te zijn van centrale verwarming mei lucht of stoom, maar wel door kachels met l.ooge mantels en ventilatie. Aldus schijnt bij liet nieuwe gymnasium indien ten minste dr. Mouton's meening de juiste is door afwezigheid der noodige fond sen, juist eene gewenschte verwarming gekregen te zijn, daar men van plan is die door gewone kachels (waarvoor hier natuurlijk wel voldoend hooge mantels zullen aangebracht worden) te doen geschieden, terwijl het met die vervvr- ming in verband slaande stelsel van ventilatie ons zeer uitnemend toeschijnt. Iets anders, waarop dr. Mouton aandrong, was doorspoeling der privaten. Bij onze vluch tige wandeling door het gymnasium gisteren is ons van zoodanige doorspoeling niets gebleken, gelijk wij met vrij groote stelligheid meenen te mogen zeggen, want reeds onmiddellijk hebben wij ons over het ontbreken daarvan verbaasd. Met dr. Mouton gelooven wij, dat zich daarvan in een eenigszins druk bezochte school het gemis zeer zal doen gevoelen. Mocht met niet al te groote kosten hierin nog te voorzien zijn, dan twijfelen wij er niet aan, of de Raad, die voor het Gymnasium zoo royaal in den zak heeft getast, zal bjj de a. s. behandeling der begrooting hiervoor wel een sommetje alsnog willen voteeren. Gisterenavond vergaderden een aantal bewo ners van de Broersvest in het Verkooplokaal, daartoe uitgenoodigd door een drietal bewoners dier straat. Door de vergaderden werd een commissie benoemd, die voer de regeling der plannen en de uitvoering daarvan zal zorg dragen. Aan den heer P. Brillenburg, lid van den raad, medebewoner van de Broersvest zal het eere-voorzitterschap dier commissie worden aan geboden. Uit de bewoners van de Emmastraat is een commissie gevormd voor de versiering dier straat ter gelegenheid der a.s. Kroningsfeesten. V Het Nederlandsche Werkliedenverbond »Pa- trimonium", afd. Schiedam, heeft, naar wij vernemen, aangekocht het pand aan de Tuin- laan, waarin vroeger de school voor Geref. onderwijs was gevestigd. Het zal worden ingericht tot het houden van vergaderingen. Naar men ons meldt, bestaat onder eenige ingezetenen hier ter stede het plan een R. K. werkliedenvereniging op te richten, tot onder linge ontspanning en ontwikkeling der leden. Eerstdaags zal daartoe een bijeenkomst worden gehouden. PltOGUAlliffiA VAN HET VOCAAL EN INSTRUMENTAAL CONCERT DOOK DE 's-Gravenhaagsche Liedertafel Crescendo, op Zondag 26 September 1897, desavondsten half acht ure, in de zaal der Officieren- Vereenigiog te Schiedam. Eerste Afdeeling. 1. Majoor-Visser-Marsch, B. A. Verhallen. 2. Ouverture der Opera ïNorma", V.Bellini. 3. De rots in zee (koor), R. Hol. 4. Frühlings- kinder, Wals, E. Waldteufel. 5. Aria uit de Opera Galathee" (bas-solo), V. Massé. 6. a de Roos (koor), L. van Gheluwe, b Wie genlied (koor), Joh. Brahms. 7. Phantasieuit de Opera »Faust", Ch. Gounod. Tweede Afdeeling. 8. Ouverture der Opera sPique Dame", Fr. v. Suppé. 9. De wraak (koor), A. Tillman. 10, a Der Wanderer (bas-solo), Fr. Schubert, b Avondlied, Claepius. 11. Loin du bal, E. Gillet. 42. De Uitwijkeliogen (koor), F. A. Gevaert. 13. Gvmnasium-Marsch, B. A. Verhallen. BURGERLIJKE STAND. Geboren 23 Sept. Antonius Petrus, zoon van A. A. Trouwborst, en A. A. A. van Everdink, Singel. 24 Sept. Johannes Theodorus, zoon van F. van Dijk en M. Oosterveer, Grofbaan. Arnol- dina, dochter van C. van Steenoven en L. Versteeg, Ged. Broersvest. Anna Adriana Ludwina, dochter van C. Koot en A. A. Mooy- man, 's-Grav. polder. Van de hand van het Kamerlid G. L. van der Zwaag is een kluchtspel verschenenDe natfir giet boppe de lear. (AT. Tx. Cf.) Men uwdt beleefd verzocht de copy steeds slechts aan ééne zijde te beschrijven. Mijnheer de Redacteur, Mag ik u nogmaals een plaatsje in uw geacht blad verzoeken, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Het is nu drie weken geleden dat ik de aandacht van de collega's heb gevestigd op de onhoudbare concurrentie die ons door den melasse-spiritus wordt aangedaan, maar uitgenomen eenige jeremiades van de branders en een artikel van Se „Schiedamsche Courant" van den 19den 1.1., wier redactie méér ijver voor de zaak toont dan de branders zelf schij nen te bezitten, is er nog niets gebeurd en blijft men bier maar kalmpjes geld verliezen, alsof het niet anders behoorde! Ik geloof dat mijn collega's nog niet goed be grijpen hoe en in welke mate zij verongelijkt wor den, en daarom neem ik de vrijheid voor bet vol gende hun aandacht te verzoeken. Laat ik beginnen met te constateercn dat het rijk aan de fabrikanten een premie van pl.m. f5 per 100 kilo gefabriceerde suiker betaalt, welke suiker een waarde heeft van pl.m. f 10 Met bet fabriceeren van die suiker blijven er als afval-product pl.m. 10.000.000 kilo melassen over, die vroeger meest naar Frankrijk, verkocht werden. Aangezien de uit voer naar dat land heeft opgehouden, zijn die me lassen niet meer in het buitenland te verkoopen en schiet er dus niets anders over dan om ze hier te lande tot spiritus te verwerken. Die melassen brengen daardoor jaarlijks 6.000,000 liter spiritus van 50 op onze binnenlandsche markt; dat is op een verbruik van pl.m. 36,000.000 liter pl. m. 18 Die 6.000.000 liter vormen echter een exeedent op onze consumptie, hetgeen blijkt doordat er hier geen spiritus ingevoerd werd dus dat de productie voldoende was voor de consumptie en konden daardoor de prijzen nog cenigzins loonend zijn. Wat er echter nu meer dan de gewone hoe veelheid gemaakt wordt is te veel, kan hier niet verbruikt worden, dus moet naar het buitenland worden verkocht. Op de weinige bnitenlandscho markten die nog voor onzen spiritus openstaan, heeft men echter te eoncurrecren met Russischen en Duitschen spiritus, die een uitvoerpremie krijgen; de laatste f3.60 per H.L. Dus om uit te kunnen voeren moet hier tejandede prijs worden gebracht op dien van Duitschen en Rus sischen spiritus, die onder den kostenden prijs d. i. geholpen door een uitvoerpremie verhandeld wordt. De hier dus extra geproduceerd wordende melasse- spiritus zal derhalve veroorzaken dat de prijs van den spiritus in het algemeen hier te lande a pari komt met dien door een uitvoerpremie kunstmatig goedkoop gemaakten spiritus van andere exportlanden. Daartegen kan de graanspiritns heelemaal niet op cn zal die fabricage noodzakelijk zoolang moeten verminderen, totdat men weer aan de vroegere pro ductie gekomen is; d. i. de graanstokerijen zullen hunne productie 6.000.000 liter moeten inkrimpen, altijd wanneer er niet meer suiker, dus ook niet meer melassen worden gefabriceerd, want dan moet de vermindering nóg grooter wordenMen is echter nu reeds weer bezig een nieuwe fabriek op te richten. En dat alles zou hier gebeuren als het rijk niet zoo vriendelijk was de bietsuikerfabrikanten 50 p.Ct. van de waarde van hun product cadeau te geven. Ik begrijp heel goed dat de regeering dien toestand zoo niet heeft ingezien toen zij die betreffende wet maakte; maar nu deze er eenmaal is en wij er die onvoorziene kwade gevolgen van ondervinden, nu moeten wij die ter oore brengen van de regeering en op de onhoudbare positie, waarin wij daardoor gebracht worden wijzen en ons recht doen gelden, teneinde verbetering te erlangen. Daarom branders, ik herhaal het, weest niet laf hartig, Iaat u zelf toch niet ruineeren, zonder voor uw goed recht den strijd zelfs maar aangebonden te hebben. Daarom, handelt! X. Mijnheer ie Redacteur, Sta mij toe mijne instemming te betuigen met het ingezonden stuk onder letter L. in het Zaterdag nummer van uw blad. Deze inzender constateert, dat de officieele feestcommissie, indien ze definitief is, der burgerij is opgelegd, L. doet dit door te wijzen up de manier, waarop deze Commissie is ontstaan. En terecht. Wie de vergadering in den Officicrcntuin heeft bijgewoond, heeft op kunnen merken, dat het applaus op do vraag van den Voorzitter wel luid, maar niet algemeen was. Doch behalve deze formeelc kwestie heb ik nog een ander bezwaar. Over een gebrek in den vorm kan men nog wel eens heen stappen, als men ziet. dat de bedoeling goed is. En deze bedoeling moet toch voor het oogenhlik blijken uit de mannen die zitting genomen hebben. En dan spijt het mij, Mijnheer de Redacteur, maar het moet mij van 't hart. Toen ik die ruim dertig namen van Commissie-leden las, vond ik daar eene leemte in. Ik zag o. m. de liberale on R. K. raads leden vertegenwoordigd. Het Nederl. Werklieden Verbond en de R. IC. Volksbond hebben zitting. Het openhaar onderwijs staat op bet lijstje. En zoo hoort het. Maar zoo vroeg ik verder, waar zijn de nnti- revolutionnaire raadsleden? Waar blijft Patrimonium, dat toch 130 loden telt, tegen het Nederl. Werk lieden Verbond 40, naar ik meen. Waar moet ik het Bijz. Chr. Onderwijs vinden? De adressen van deze corporaties waren toch het voorloopig comité niet onbekend? Of heeft men van deze zijde botweg ge weigerd Ziet, Mijnheer de Redacteur, juist omdat we een nationaal feest moeten hebben, omdat Oranje behoort aan allen, doet het me leed, ik zou bijna zeggen, dit exclusivisme aan te moeten wijzen. Of bezie ik de zaak verkeerd? Gaarne, zeer gaarne, zal ik beter ingelicht worden, want er is ontevreden heid. En die mag niet blijven. Het is een volkszaak, waarop het volle licht moet kunnen vallen. Een Oranjeman.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2