51'"' jaargang.
Zondag 26 en Maandag 27 September 1897.
N°. 9433.
Timede Blad
Generaal BOÏÏE.BAXI
•te
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
uitgeverT h. j. c. eoelants.
FEXJILLETOISr.
DE WILLI.
Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
n franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommersq.02
BUREAU: BOTERSTRAAT ÏO, Tcleplioon Ufo. 123.
Advertentieprijsvan 1—5 gewone regels met inbe
grip van cene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Eén en tachtig jaar oud is in zijne villa
»St. Francois" bij Bayonne de held van Viller-
sexel, Charles Denis Sauter Bourbaki, overleden.
In twee scherp gescheiden deelen valt zijn
leven. Het eerste deel reikt tot den Fransch-
Duitschen oorloghet was vroolijk ov zonnig,
bood alles wat een soldaat aangenaam kan zijn.
oorlog, veldslagen, roem, bevordering.
Van '1870 af echter wordt de horizon bewolkt.
Bourbaki zag Frankrijk gewikkeld in een
oorlog, welks uitslag voor hem van het begin
af niet twijfelachtig was.
Hij moest zich met Bazaine binnen Metz
laten insluiten, schoon hij in den krijgsraad
zich er tegen had verzet. Hij werd onder allerlei
voorwendsels uit Metz naar Chislehurst gelokt
om een nuttclooze opdracht te vervullen, en
toen hij naar Metz wilde terugkeeren, vond hij
tal van belemmeringen.
De Nationale "Verdediging droeg hem een
commando in het Noorden op, maar nog vóór
hij het nieuwgevormde leger in het veld kon
voeren, werd hij voor Bonapartist uitgekreten
en uit zijn bevel ontzet.
Later droeg de regeering hem het bevel
over de belangrijke Oost-armee op. Het gelukt
hem inderdaad bij Villersexel en Arcy den
vijand terug te dringen; maar de totale ver-
waarloozing zijner troepen en de dwaze bevelen,
die Gambetta.en Freycinet hem zouden, be
dierven al zijn plannen, zoodat hij ondanks de
aan wijzigingen van de Nationale Verdediging
moest terugtrekken.
Toen hij zich vervolgens, om het verwijt
van lafheid en verraad te ontgaan, in het dichtst
van den strijd mengde om den dood te zoeken,
spaarden de moordende kogels hem, en ook
toen hij ten slotte zich voor het hoofd schoot,
bracht de kogel hem den dood niet.
In ieder geval heeft die mislukte zelfmoord
hem bewaard voor de gevreesde verwijten.
In de eerste jaren na den oorlog was het
geluk hem eenigszins gunstiger gestemd; hij
werd benoemd tot commandant der stelling
Lyon en nam ijverig deel aan dereorganisatie
van het Fransche leger.
Maar ook dit geluk duurde niet lang. Toen
Eene Herfstgoschiedenis,
DOOR
A. LINDEN.
Het was een vroolijk gezelschap, dat zich iederen
Donderdagavond in de achterkamer van het koffie
huis ïde Groene Kroon" verzamelde: de notabelen
van het stadje, de burgemeester en de kan toni echter,
de dokter en de apotheker, de rector van de latijn-
sche school en gewoonlijk eenige grondbezitters uit
den omtrek.
Vandaag was er nog aen studiegenoot van den
kantonrechter bijgekomen, die bij het gezantschap
in K. een hoogo betrekking bekleedde en thans op
zijnen verlofreis bij zijn ouden vriend vertoefde.
Er lag strenge ernst in de trekken van zijn ge
bruind gelaat en zelfs, als zoo nu en dan het ge
zelschap bij de aardigheden van den vroclijken
grondbezitter in een luid gelach uitbarstte, omspeelde
slechts een nauwelijks merkbaar lachje zijn mond.
Als in gedachten verzonken streelde hij liefkoozend
den grooten hond, wiens kop op zijn knie lag en
die met zijn staalgrauwe oogen verstandig naar
hem opzag.
Pluto heeft reeds aardig vriendschap met u ge
sloten, merkte zijn buurman op.
Hij kent mij van vroeger, antwoordde de aan
gesprokene kortaf.
Ja, mijne heersn, verklaarde de kantonrechter,
mijn vriend was de vroegere eigenaar van den
hond, en heeft hem mij bij zijn vertrek cadeau
gedaan. U tiad Pluto's vreugde eens moeten zien,
toen hfj zoo onverhoopt zijn ouden meester terug
zagAls gek stelde hij zich aanMaar, viel de
spreker zich zelf in de rede, waar zou Ringsheim
vandaag toch blijven? Hij beloofde mij stellig hier
te komen, we zouden die jachtpartij nader be
spreken. Hij is de jonge eigenaar van het buiten
in het dorp, wendde hij zich verklarend tot zijn
vriend.
Als hij het beloofd heeft, dan zal hij stellig wel
komen, meende de dokter. Zie je wel, daar spreekt
Mac Mahon in 1879 zijn ontslag nam, werd
Bourbaki hij de reserve overgeplaatst, schoon
hij het recht had in actieven dienst te blijven,
daar hij voor deu vijand bevel had genoemd.
Nog eens hoorde men van hem, toen hij in
1885 zich candidaat stelde voor den Senaat,
maar hij viel cn leefde sedert dien tijd in ver
getelheid op zijn landgoed Bayonne.
Bourbaki is het type van den vroegeren kra-
nigen Franschen officier, zooals er vóór 1870
zoovele waren. De slagvelden van Algerië, van
den Krim en van Italië brachten hun krijgs
daden en roein maar tegen de nieuwe eischen,
die de oorlog met Duitschland stelde, bleken
zij niet opgewassen te zijn.
Nochtans behoorde Bourbaki tot hen, die in
4870 dit zeer goed inzagen. Met groote beslist
heid schreef hij dan ook, nog in 't begin van
den oorlogj>AÏs soldaat doe ik, wat ons wordt
opgedragen ware ik evenwel geen dienaar van
het zwaard, maai' van de gedachte, dan zou ik
een wapenstilstand en den vrede aanbevelen."
Bourbaki was van Grieksche afkomst. Zijn
grootvader, een Cepbalonicens, waagde het
tijdens Bonaparte's veldtocht in Egypte, in op
dracht van zijn familie inlichtingen over hem
in te winnen, en dat in weerwil van de sterke
Engelsche vloot. En Bourbaki's vader schaarde
zich in 1827 bij de Grieken, die voor de onaf
hankelijkheid streden, werd door de Turken
gevangengenomen en om 't leven gebracht.
Bourbaki zelf zag te Pau, de geboorteplaats
van Hendrik IV, het levenslicht, genoot zijn
opleiding te St. Cyr en liet zich terstond naar
Algerië zenden, waar hij achtereenvolgens bij
de zouaven, het vreemdenlegioen en de jagers
diende.
Reeds in 1840 verwierf hij het Legioen van
Eer en werd den jongen, vurigen en zeer be
gaafden officier een schitterende carrière voor
speld. In hetzelfde jaar werd een paard onder
hem doodgeschoten, evenals later in den Krim-
oorlog; hij kreeg bij de laatste gelegenheid
een verwonding, die nooit geheel genas en hem
later veel last veroorzaakte.
Hoe daardoor evenwel zijn roem en zijn
bemindheid bij de soldaten toenamen, daarvan
getuigen de liedjes der Turco's, waarin Bour
baki's naam dikwijls en op de vleiendste wijze
wordt genoemd. Zoo b.v.
Ce chic exquis
Par les turcos acquis
lis le doivent a qui
hij buiten al met de waardin; ik hoor zijn stem.
De deur werd geopend en de verwachtte, een
jonge blonde man met sympathieke, open gelaats
trekken, in een grijs jachtcostuum gekleed, trad
met een korten groet binnen en plaatste zich,
nadat de kantonrechter hem aan zijn vriend als
dokter Kernbutg had voorgesteld, zwijgend op de
gewone plaats. Hij zag er buitengewoon verstrooid
en nadenkend uit, en het hoofd op zijn hand ge
leund, zag hij naar het blanke, paarlende schuim,
dat langzaam aan den rand van zijn nog onaan
geroerd glas verdween.
Wat drommel, Ringsheim, waarom ben je van
avond toch zoo stil? vroeg de kantonrechter. Men
kent je van vroeger niet weer.
O, hij is verliefdOnlangs op het bal in het
Casino heeft hij te diep in do oogen van de
schoone dochter van mijnheer Bargentin gekeken.
Zoo, is dat de quaestie, kunnen wij u geluk
wenschen Zal eindelijk eene jonge huisvrouw
sRingsheim" binnentrekken? klonk het van rechts en
links.
De toegesprokene haalde onwillig zijn schou
ders op.
Onzin, laat toch die aardigheden achterwege, ik
ben van avond tot dergelijke spotternij niet gestemd.
Maar wat mankeert u dan toch? vroeg zijn
buurman. Heeft u eene onaangename of treurige
ervaring opgedaan Maar wij willen u met vragen
niet verder lastig vallen, wanneer u de oorzaak
van uwe stemming liever voor u wilt houden.
Ontstemd ben ik volstrekt niet, en verdriet heb
ik ook niet, maar er is mij iets buitengewoons
gebeurd, en aan den indruk daarvan kan ik maar
niet ontkomen. Tot nu toe was ik niet bijgeloovig
en dat ben ik ook nu niet, het ergert mij alleen
maar, dat ik mijn avontuur van vandaag niet
weet te verklaren.
Een avontuur? Maar vertel dan toch!
Ja, het wordt interessant, laten wij eens hooren
De toegesprokene ledigde zijn glas in één teug
en zag vragend zijn overbuurman aan.
Mijnheer de rector, nog onlangs hebt u eene
voordracht gehouden over oude sagen, volksbijge
loof en dergelijke.
Nu zal hij met een vervelend verhaal beginnen
over oud volksbijgeloof, waar wij allen in gespan
nen aandacht hier zitten en op zijn avontuur
A Bourbaki
Ilonneur a Charles Bourbaki
(Aan wieti danken de turco's dien fijnen
chic Aan BourbakiEere zij Charles Bour
baki
Gedurende den Krintoorlog bracht hij het
reeds tot brigade-generaal. In een brief van
den opperbevelhebber aan den minister van
oorlog wordt van hem gezegd
1 lij was prachtig aan liet hoofd zijner
zouaven. Welk een officierWat lliiike sol
daten I"
Wegens ziekte moest hij naar Frankrijk
terugkeeren maar zoodra hij hersteld was,
ijlde hij weer naar het oorlogsveld.
In den Italiaanschen oorlog stond hij aan het
hoofd eener divisie en onderscheidde hij zich
bij Solferino.
Bij de keizerlijke familie stond Bourbaki in
hoog aanzien. In 1867 zond Napoleon 111 hem
naar Pruisenvandaar uit stuurde hij gron
dige rapporten in over de leger organisatie en
vooral over de ziindnadel-gewerenniet weinig
ook moet hij hijgedragen hebben tot (le invoe
ring van het chassepot-geweer in het Fransche
leger.
In 1869 werd hij opperbevelhebber van het
kamp van Chalons en in 1870 kwam hij bij
de keizerlijke garde. Zoodoende trok hij onder
Bazaine naar den Rijn.
Dikwijls heeft men Bourbaki verweten, dat
hij, zij het ook met tegenzin, op Bazaine's
plannen is ingegaan. Ook heeft inen hem Ba
zaine's werktuig genoemd bij zijn reis naar
Chislehurst.
Natuurlijk staat dit in verhand met de ge
dachte, die nóg bij vele Franschen voortleeft,
dat Ba7,aine door zijn werkeloosheid in Metz
en de overgave der vesting zijn land heeft
verraden.
Dat Bazaine Bourbaki heeft verraden, valt
moeilijk te loochenen en past ook geheel in het
kader van den man, die in Mexiko keizer
Maximiliaan in den steek liet.
Waarschijnlijk wantrouwde Bazaine Bour
baki om diens vrijmoedige kritiek op zijn han
delingen. Steeds had Bourbaki den terugtocht
op Metz bestreden, en toen in September 1870
in Metz geruchten liepen van een mogelijke
capitulatie, zeide Bourbaki in een gesprek met
generaal Deligny en kolonel Dumont onbe
schroomd, dat hij, ingeval er sprake was van
de vesting over te geven, zijn soldaten het
wachten. Mensch, zeg, wat hebban die beide din
gen met elkander te maken
Misschien vrij watDe oude heer Wodan met
zijn beide honden zal hem in het bosch verschenen
zijn, of de wilde jager.
Neen, neen, eerder Hertha mot hare katten,
want een vrouw is er bij te pas gekomen, daar
durf ik om wedden, schertste de apothaker.
Hebt u niet, ging Ringsheim zonder zich te
laten afleiden voort, indertijd in uwe voordracht
er melding van gemaakt, dat in het volksgeloof
van onze voorvaderen, bruiden, welke overleden
zijn zonder met den geliefden vereenigd te worden,
of die het noodlot, op welke wijze ook, van dezen
heeft gescheiden, in den nevel van herfstavonden
als schoone, bieeke junkvrouwen over da vochtige
velden zweefden Hoe noemde u die ook weer
Willi's Maar hoe komt u daar zoo op, heBt u
daar eene ontmoeting mee gehad Dat wil ik niet
hopen, want wien zij met hare treurige, verlan
gende oogen aanzagen, welke klaagden om het be
geerde, naar nimmer verworven geluk, die was in
hare tooverij verstrikt, en kon den blik dezer oogen
niet vergeten, maar moest haren gehcimzinnigen
roep volgen door doornen en wildernis, door water
en moeras, dag en nacht zonder rust, totdat
Tot in den dood wilde u zeggen, voltooide
Ringsheim, toen de rector ophoudende, zweeg.
Nu, zoo erg is het bij mij wel niet, maar een
Wiiii, ja ik geloof werkelijk zulk een Willi gezien
te hebben, zij het dan ook van vleesch en bloed.
Te deksel! Waar was dat dan? Verklaar ons
dat toch duidelijker, klonk het van allo zijden,
terwijl de dokter sarcastisch opmerkteHet zal
wel een overspannen oude jongejuffrouw geweest
zijn, die in een lang sleepend kleed, een groot
notitieboek en een nog grooter potlood in de hand,
thans hier trotsch en gewichtig door de bosschen
schrijdt en gedichten maakt. Zij is bij mijne eigen
schoonzuster haar vriendin van de kostschool op
bezoek, maar... droeg ze niet een groote knijp
bril en lange krullokken
Ringsheim schudde het hoofd. Neen gij vergist
u, vertel ons dan toch eens eindelijk die geschie
denis wat uitvoerig.
Als gij mij dan maar eens aan het woord laat
komen. Ik wilde juist
Stilte! beval de kantonrechter. Ringsheim gij
voorbeeld der garde van hot eerste keizerrijk
herinneren en dan aan hun hoofd een poging
zou doen om zich door den vijand heen te slaan.
Dit moest Ba?aiue wel ter oore komen en
den vvenseh bij hem doen ontstaan, 7ich van
den lastigen heethoofd op de een of andere
wijze te ontslaan.
Een goede gelegenheid daartoe bood zich aan.
In de vesting kwam zekere Rógnier, die be
weerde in opdracht der ex-keizerin te handelen
en daarom met toestemming van het Duitsche
hoofdkwartier doorgelaten was.
Deze Rógnier is later te Londen gestorven,
zonder dat de sluier die over zijn rol lag heen-
gespreid, geheel is opgelicht. In Metz trad hij
op met een bepaalde opdracht, die eener/ijds
van graaf Bismarck, anderzijds van de ex-kei
zerin afkomstig was. Bismarck had zoo be
weerde hij een zekeren tegenzin tegen iedere
onderhandeling met de Nationale Verdediging,
daarom gaf hij er de voorkeur aan, zich recht
streeks in verbinding te stellen met de ex-keizerin,
die hij het uitzicht ojiende op zachtere voorwaar
den. De keizerin evenmin wilde geen besluit
nemen, voordat zij eerst maarschalk Oaurohert
of minstens Bourbaki had gesproken.
Of de zaak door Rógnier zelf aldus werd
voorgesteld, laten wij daar; in ieder geval werd
zij aan Bourbaki in dezen vorm door Bazaine
overgebracht.
De generaal aarzelde; maar hij had als be
velhebber der garde veel met de keizerin ver
keerd cn was bovendien overtuigd van het
nuttelooze van verderen tegenstandderhalve
wendde hij zich tot den maarschalk met de
vraag wat deze hem beval te doen.
Bazaine antwoordde
gaan, en ik wensch dat ge afreist."
Daarop stemde Bourbaki toe, maar stelde in
tegenwoordigheid van Canrobert vier voorwaar
den, om zich te vrijwaren voor alle latere ver
keerde beoordeelingen van zijn vertrek. Bazaine
stond die voorwaarden toe. Bourbaki verlangde
allereerst van hem een geschreven bevel; verder
de formeele mededeeling aar. de troepen, dat
hij met een bepaald doel werd uitgezonden
ten derde het behoud van het opperbevel over
de garde gedurende zijn afwezigheid, en einde
lijk het vreemde verlangen, dat, mocht Bazaine
een uitval wagen, zijn (Bourbaki's) troepen
daarvoor niet gebruikt zouden worden.
Ongetwijfeld vertrouwde Bourbaki zijn chef
niet; maar zijn wantrouwen ging niet ver ge-
plk geloof dat ge moet
alleen hebt het woord en de rector als hij er soms
wat ter veiklaring bij mocht voegen. En thans
vooruit.
Het was vandaag heerlijk weder om te jagen,
begon de jonge man. De hemel was helder en zonnig,
de lucht blauw hel grootste gedeelte van den dag
was ik opgehouden door don aardappelenoogstde
zon stond reeds als een roode vuurbol achter het
dennenboscli, toen ik mijn buks opnam en mij
klaarmaakte om uit te gaan.
U wilt toch niet meer op da jacht vroeg ons
factotum, de oude Suzanna.
Nog slechts even in het beukenbosehje.
Daar Ga daar toch niet been Doe mij een
pleizier en blijf daar weg.
Maar Suzanna, waarom dan zeide ik lachend.
Omdat het daar ginds niet zuiver is. Daar moet
een witte vrouw omgaan, die geen mensch kent,
en Greto wil ook niets van haar weten, hoewel zij
zelf in het beukenbosch woont.
Laat haar maar komen, zij doet mij niets. Zoo
bang ben ik niet voor dames, antwoordde ik, en
trad vroolijk naar [buiten in de heerlijke herfst
lucht, Ik was op de jacht gelukkig, het was oen-
zaam en stil in het beukenbosch en tusschen de
dennen. Daar ontmoette ik, toen ik naar huis wilde
terugkeeren nog den houtvester uit Liebenhausen,
dien ik een eindweegs door het woud vergezelde.
Zoo was het wat later geworden dan andersde
nevel begon reeds uit den bodem op te stijgen,
toen ik van den heuvel begon neer te dalen.
Nu en dan hoorde men in de verte het gekras
van een ui!hier en daar schuifelde een hagedis
door het verdorde gras dat was alles wat rondom
mij heen de stilte verbrak.
Daar zag ik plotseling iets wits schitteren tegen
den bosehzoom ik verhaastte mijn schreden en kon
het nu duidelijk onderscheiden.
Het was een slanke vrouwengestalte in een wit
kleed, die daar over de bosclnveide liep; zij scheen
te zweven, zooals haar kleed de lange halmen
beroerde. Dat is dan de geest, de witte vrouw,
waarover Susanna sprakvoer het mij door den
geest.
Ik kon haar gelaat niet goed onderscheiden, en
daarom baaste ik mij wat, door een zijpad in te
slaan, zoodat i>- bij het verlaten van het woud
juist tegenover haar kwam te staan.