51stó jaargang. Dinsdag 28 September 1897. N°. 9434. GEEN PATRIOT. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, Beken d 111 a k i 11 ar. VERSLAG FEU ILLETON. Jakob Carstens. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. 6) (Slot.) BUITENLAND. Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers. o.02 BUREAUBOTERSTBAAT fO, Tclephoon Xo. 123. Advertentieprijs: van 1—5 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meor- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. De burgemeester van' Schiedam, gezien de wet van 30 December 1887 (staatsblad no. 255) betreffende onderstand (ondersteuning) aan mindere geemployeerden, vaste werklieden en bedien den op daggeld werkzaam bij inrichtingen van 's rijks zeemacht en op 'srijks werkvaartuigen, niet vallende in de termen van art. 2 der wet van 24 Juni 1854 (staatsblad no. 92); Gelet op art. G van het Koninklijk besluit van 10 Januari 1888 staatsblad, no. 3), houdende bepalingen nopens de betaalbaarstelling der bij eerstgenoemde wet toegekende ondersteuningen Maakt bekend dat de attestation de vita tot ont vangst van bedoelde ondersteuningen, in bet begin van ieder kwartaal, op de werkdagen van des voor middags '10 tot des middags 12 uren, ter secretarie der gemeente verkrijgbaar zullen zijn. Schiedam, 27 September 1897. De burgemeester voornoemd VERSTEEG. van het onderzoek der begrooting voor 1898 in de afdeelingen van den gemeenteraad. INKOMSTEN. 1. Batig slot der laatst vastgestelde rekening. Zoowel in de 2e als 3e afdeeüng werd het betreurd dat door B. en W. geen gevolg werd gegeven aan den uitgedrukten wensch der finan- tieele commissie omtrent splitsing der uitgaven en ontvangsten ia gewone en buitengewone. Vooral voor jonge leden van den gemeenteraad zou zulk een overzicht van groot nut zijn bij de beoordeeling van den toestand der gemeente- financiën. Opheldering zou ook verdienen het cijfer van ruim 42000.gulden door B. en W. in hun schrijven aan den gemeenteraad, opge geven als het netto saldo van 1896, naardien zoo meende men dit cijfer nog niet f 31000.bedraagt. Maar vooral achtte men zulk een schifting wenschelijk omdat daaruit kan blijken of, zooals men meende, in de nu besproken begrooting van 1898 de gewone uit gaven de gewone ontvangsten met ongeveer f24000.overtreffen. De voorzitters antwoordden hierop met mede- deeling van een gespecificeerde!) staat ten betooge, vooreerst, dat het door B, en W. mede gedeelde netto saldo over 1896 juist is opgegeven en ten andere dat, buitengewone ontvangsten en uitgaven buiten rekening latend, de gewone Vertelling dour JOHANNES VVILDA. Op planker: ging het voorwaarts over de gracht. Thans was het aan eene colonne gelukt, zich eenigszins bedekt op den weg, waar zij door het beschut niet kon bestreken worden, te verzamelen. Hijgend, geheel en al met slijk en bloed bedekt, sloot zich Jacob bij hen aan. Hij steunde vermoeid op zijn sabel. Maar daar stormde bet eensklaps ventre-d-terre aan. Het waren de Deensche huzaren. Een slechte kans voor do cavallerieMaar de kerels wilden vechten. Zij moesten het winnen. De tijd ontbrak tot het vormen van een carré. De commando's weerklonken, de signalen schetterden. Jacob bevond zich te midden van een warme, hijgende menschenmassa, vlak naast de vochtige zijden van een paard, waarop de majoor in zijn stijgbeugels stond en zijn soldaten samenriep. Hij hoorde de hanen van de geweren overhalen. Op tien schreden: vuur! Die vroeger schiet, is een stommeling! riep do majoor. Thans begint het, het krakende,brullende onweer 1 Vlak voor hen, met geweldige kracht, een muur van mannen en paarden met zwaaiende sabels en verpletterende hoeven. Het draait den soldaat voor de oogenhun adem stokt. Daar vliegen de sabels in de lucht, en knet terend, verdoovend dondert het saivo. Dan is alles stil. Toen. de rook was weggetrokken, zag Jacob, uitgaven nog ruimschoots door de gewone inkomsten worden gedekt. Uit deze cijfers bleek dat liet verschil van gevoelen, zoo niet alleen, dan toch hoofdzakelijk veroorzaakt wordt doordien de voorzitters het saldo van vroegere diensten, voor zoover uit den gewonen dienst voortspruitende, beschouwen te zijn een gewone ontvangst en bedoelde leden dit saldo tot de buitengewone rekenen. 2. 40 Opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen. In de le en 3e afd. werd opgemerkt, dat de schatting der huurwaarde te dezer stede veel te hoog is en dientengevolge ook de heffing der gemeentelijke opcenten. 8—11. Plaatselijke directe belastingen. Een lid der 2e afd. wees er op dat de plaat selijke dir. belasting in verband met de wet op het personeel belangrijke wjjzigingzal moeten ondergaan en aan een herziening zal moeten worden onderworpen en vroeg, naar aanleiding daarvan of de Raad een voorstel daartoe mag te gemoet zien zoo tijdig, dat men in deze niet met overhaasting zal behoeven te werk te gaan. Hierop werd een bevestigend antwoord gegeven. In de 3e sectie had een uitvoerige gedachten- wisseling plaats. Op een vraag, in welke richting B. en W. de oude directe belasting denken te herzien, antwoordde de voorzitter dat zij het beginsel van belasting naar draagkracht cn van pro gressie verlangden op te nemen. Een lid ontwikkelde 3 bezwaren tegen de missive van B. en W. dd. 24 Juli 11. in ver band met deze begrooting 1. de begrooling wijst voor de gewone inkom sten en uitgaven een tekort aan van f24000. waarom een belastingvermindering met f53000 bedenkelijk te achten is. 2. B. en W. wenschen voor 1898 één belas ting niet te heffen en kiezen daarvoor de inkom stenbelasting, als eenig argument aangevende Art. 1 der Verordening op hare heffingdat deze belasting zal «strekken tot aanvulling van hetgeen de inkomsten, uit anderen hoofde vcr- Tcregenminder bedragen dan de geraamde uit gaven". Dit argument mist alle waarde omdat een tegenovergestelde keuze eveneens met dit artikel strooken zouimmers de oude plaatse lijke afschaffende, zou men juist in overeen stemming met dit artikel de inkomstenbe- belasting tot f43000.moeien uitstrekken. 3. De Raad zal geplaatst worden voor de keuze, althans voor 1898, tusschen de inkom stenbelasting en een nog te maken, dus onge veer geheel onleïcende belasting. De voorz. antwoordde ad 1. dat het batig slot van 1896, voor zoo ver uit den gewonen dienst voortgevloeid, wel degelijk als een gewone inkomst van 1898 moet wien hot zingen en gonzen bijna het hoofd deed barsten, voor de halverwege verbroken, halverwege nog in elkaar gedrongen colonne een verschrikkelijk beeld in het avondduistereen gewirwar van paardenkoppen en roode lichamen. De attaque was glansrijk afgeslagengeen huzaar was binnen kunnen dringen. En toch was hun doel bereikt 1 Eensklaps voelde Jakob zich door een zee van vuur en bliksem om geven; het dreunde om hem heen, alsof de aarde zou barsten. Een enkele gillende angstkreet om hem heen. De jagers stoven uit elkaar als een hoop kaf in den wind, en slechts verminkte licha men bleven op den weg liggen; daaronder het paard van den majoor. Toen Jacob weer kon denken bevond hij, dat hij in het moeras lag en over planken de jagers weer aanrukten. Telkens viel er een ona niet weer op te staan. Maar aldoor voorwaarts ging het. Men wankelde, de kelen waren als verdroogd. Had ik maar een glas bier 1 riep er een, die de kluiten leem niet van zijn laarzen kon krijgen. En men lachte om den galgenhumor. In Jacobs oogen begon het wonderlijk te schit teren. Daar de blonde onstuimig aan den spits voorwaarts dringende onderofficier, Eindelijk eindelijk gevonden Jakob riep Johan niet, maar hij bleef vlak bij hem. Wat vooraan viel was meer dan van achteren kon aangevuld worden. De vrorwaartsdringendo manschappen hielden op. Het was heelemaai duis ter. Wat had het voor doel zich zoo op te offeren Met den moed der vertwijfeling, de sabels zwaaiend, met heesch hoerageroep, sprongen de officieren vooruit. Het waren er nog slechts wei nig; zij kregen de manschappen nog iets vooruit. Maar weer werd er voor hen een breede waterlinie zichtbaar, die eiken voortgang verhinderde en weer worden beschouwd en het tekort van f 24000. dan in een overschot van f 19300 verandert. ad 2. met oen herinnering aan de geschie denis van het bedoelde art. en met een opsom ming van de bekende bezwaren tegen de in komstenbelasting. ad 3. dat de Raad bij de beoordeeling der te maken verordening geheel vrij zal blijven die te verwerpen, waarvan het gevolg zou wezen heffing, in 1898, van de inkomstenbelasting. liet merkwaardigste van de discussie was wel, dat men ten slotte daarin geheel scheen over een te stemmendat de inkomstenbelasting veel dichter dan eene naar meer zichtbare grondslagen bet ideaal uadeit van te heffen naar draagkracht, dat ze daarentegen bij de heffing belangrijk grootere moeilijkheden en onaangenaamheden oplevert en dat nu ieders appreciatie van dit voordeel en dit nadeel be palen zal of men het eene of het andere over wegend vindt en dus de eene of de andere belasting verkiest. De wenschelykheid werd nog uitgesproken, dat de gemeentebesturen verlof zouden krijgen tot gebruikmaking van de kohieren van vermo gens- en bedrijfsbelasting en dat het rijk liet verbod van opcentenheffing op deze belastingen (zoo noodig tot ééne inkomstenbelasting samen gesmolten) zou iutrekken. 13. Opbrengst van brug-, kaai-, haven-, kraan-, sluis-, dok-, boom- en veergelden. Men vroeg naar een overzicht van liet scheepvaartverkeer in verband met de verlaging van havengeld in 1896. 2123. Opbrengst van schoolgeld. Gewezen werd, in de le sectie, op de wen- scheUjkheid, de schoolgeldhelling L. O. indien geest te wijzigen, dat tusschen geen en half en half en vol schoolgeld eene klasse werd gevoegd en dat evenzoo op het Gymnasium en de Iloo- gere Burgerschool rekening werd gehouden met de draagkracht van de ouders der leerlingen. Nog werd daar aanbevolen pogingen in liet werk te stellen om eene hoogere subsidie van de regeering te verkrijgeu voor het middelbaar onderwijs ol bepalingen te maken waardoor het mogelijk wordt van uitwonende leerlingen hoo- ger schoolgeld te heffen. Op een vraag, »n de 2e afd. betreflende de schoolgeldhefflng L. O. gaf de voorzitter te kennen, dat geen toestemming wordt verleend tot gratis toelating van kinderen op de scholen, dan na behoorlijk onderzoek naar de gegoedheid der Ouders. 37. Van de drinkwaterleiding. In vergelijking met 1897 werd in de 2e afd. opgemerkt is deze post met ruim f8500.verhoogd; door dit cijfer bovenmatig te verhoogen, zou het doel van het raadsbesluit betreffende het vernieuwingsfonds niet worden ™rwanwnwoi kwam het eibarmelijke, hartverscheurende schouw spel ais bij den eersten aanval. Thans was het materiaal om te overbruggen ten eenenmale onvoldoende. Als ik maar een paar varkensblazen hier had, dan kwam ik er wel over, zuchtte een pionier. Daar stortte zich Johan in het water; hem na, als een hond zijn meester, Jacob Carstensofficieren en srldaten, de pionier op een stuk hout dat hem nist dragen kan, volgen. Zoo zwemmen zij hun ondergang te gemoet. Nu komen de groene jagers voor de tweede maal aan de palissaden. De kogels kunnen hen hier niet zoo goed meer treffen. Onder de bijlsla gen vallen de palen en voort gaat het tot de kruin van den dijk, waar de uDanebrog" wappert. Dozijnen Deensche soldaten springen op de kruin; dozijnen volgen hen. Een avontuurlijk tafereel! Woest geschreeuw van boven en beneden. Ge weren en pistolen, bajonetten en kolven doen hun werk. En Johan heeft als eerste, niet achtend of iemand hem volgt, de »Danebrog" omklemd. Het vaandel wankelteen gewar van verdedigers en aanvallers, en terwijl het heiligdom gered achter den dijk verdwijnt, suist de breede kling van een Duitsch kapitein door de lucht, op het hoofd van den on- gedekten jager. Terugzinkend wordt hij gegrepen door Jacob en in veiligheid gebracht. Het voorbeeld van den moedigen onderofficier heeft echter gewerkt. Man voor man klimmen do soldaten de hoogte in, man voor man wordt bovei. ontwapend of neergesabeld. Wat nog waagt op te dringen werpen de Deensche bajonetten uit de verschansing terug. Terug, terug, alles is verloren Ook Jakob is met moeite teruggezwommen met Johan. Nu duwt hij hem tegen den kant opreeds wil hij zijn broeder nakruipen daar suist het door de lucht en geruischloos verdwijnt Jakob Carstens in het water. bereikt. Hierop werd door den voorzitter te kennen gegeven, dat het thans voorgedragen cijfer is opgemaakt, zonder de kwestie der reserve in aanmevking te nemen. 37. Uit te geven serie in de 3°,o geldleening. In de 2e sectie werd met algemeene stem men besloten B. en W. uit te nondigen de omschrijving van dien post zoo tc wijzigen dat de Raad, behoudens goedkeuring van Ged. Staten, zou kunnen besluiten tot het uitgeven pener zelfstandige leening van f 100000.— in plaats van eene Serie uit te geven der 3°/o leening ad f 3000000.— en zulks inzonderheid orndat het wellicht verkieslijker zou kunnen blijken voor de op te nemen f 100000.een anderen rentevoet aan te nemen dan 3%. De rapporteurs, J. II. vn Westendorp J.Dz. W. II, Jansen. M. C. M. de Groot. Schiedam, 21 Sept. '1897. Algemeen overzicht. Schiedam, 27 September '97. In de rumoerige zitting van den Oosten- rijkschcn Rijksraad op Donderdag 1.1. heeft zicli een incident voorgedaan, dat zeer ernstige ge volgen van persoonlijken aard heeft gehad, en dat wellicht tot nog ernstiger politieke ge beurtenissen aanleiding zal geven. Bewc-erd werd n.l. dat in de zaal van den Rijksraad rechercheurs aanwezig waren, ver momd als bedienden, wat den duisch-nationaleu. afgevaardigde Wolff naar voren deed dringen om den minister-president de beieediging naar het hoofd to werpen«Indien dat waar is, dan is liet een echte schurkenstreek fi la Badeni I" Daarop heeft de minister-president den afge vaardigde zijn getuigen gezonden, en heeft Zater dagmorgen een duel op pistolen plaats gevonden, waarbij graaf Badeni gewond is door een kogel, die in de rechterhand drong, door den arm heenging en ter hoogte van den elleboog weer te voorschijn kwam. Volgens een andere lezing is de wond ernstiger, en is de kogel in den schouder blijven steken, maar door den aanwezigen dokter er uit gehaald. Waarschijnlijk zal de minister in een week weer hersteld zijn. Welke politieke gevolgen zal dit incident na zich slepen Verschillende bladen weten mede te deelen, dat Badeni 's nachts bij den Keizer te Pest is geweest, maar zich door dezen niet heeft laten kalmeeren. Een verschikkelijke ontploffing Bij de Sleeswijk- Holsteinscho schans is een wagen met ammunitie in de lu#ht gesprongen. Een onbeschrijfelijk hoera klinkt langs de ge- heele Deensche linie. De storm is afgeslagen. Alle officieren zijn in den gtrijd gebleven. In de kinine, witbepleisterde kerk was dienst. Het zonlicht speelde in de dansende stofjes van de spitsboogvensters. Het viel over het blauwe huis van den landman Johan Carstens, die eens als offi cier van het ontbonden uRebbellonleger" buitens lands moest vluchten, en dan tot den ploeg in zijn vaderland tei uggekeord, met vreemde hulp het voorvaderlijk huis weder opbouwde. Hot speelde over hot metalen kruis aan het blauw-wit-roode lint op zijn borst en over de tafel aan den wand, waarop in vergulde letters de namen der -in den vrijheidsoorlog gevallen mannen en jongelingen der gemeente schitteren. Bovenaan staat de naam Dat had de geheele gemeente zoo gewild, want Jakob was een patriot geweest, waarop nog thans allen trotsch zijn. Joha" is een welgesteld, gezien man geworden Sleeswijk-HoSstein is Duitsch, Terwij! do gemeente het laatste vers zingt, ver laat de geestelijke de sacristie en beklimt het een voudige spreekgestoelte. Na het gebed heft hij het hoofd op en plechtig klinkt het textwoord iWees getrouw tot in den dood." En Johans blikken en gedachten zwierven nog eens onwillekeurig naar de door de zonnestralen beschenen eeretafel. Zacht mompelde hij bij zich zelve: Een patriot- ben je niet geweost, maar toch een beid Trouw tot in den dood, mijn Jakob I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1