G e in e li g dl Nieuw s. BUITENLAND. «Ier finaneieeie controle; hij deed uitkomen, dat Duitstihland die quaestie het belangrijkst acht. De minister vroeg uiet aan de Kamer het verdrag goed -a keuren, maar hij vroeg een votum van v* - '•ouwen, dat de regeering in staat zou stf-/en smartelijk werk ten uitvoer te brengen het voeren der onderhandelingen omtrent de '-ntruiming van het grondgebied en de uitvoering van het vredesverdrag. Daarna zou het ministerie zijn tegenwoordige taak als afgeloopen beschouwen. De oud-premier Delyannis keurde de houding van den heer Ralli en de wijze, waarop hij de zaak opvatte, ten strengste af. Ongelukkigerwijze zei hij zijn de vredesvoorwaarden uitvoerbaar. Het verdrag, dat aan de Kamer is medegedeeld, is bezwa rend, maar het is Griekenland opgelegd. Ik wensch dat de ministers de quaestie van vertrouwen niet stelleu. De uitvoering van het verdrag biedt moeilijkheden, en wij kunnen niet de verantwoordelijkheid aanvaarden voor de daden der tegenwoordige regeering. Na deze opzienbarende bestrijding stelde de minister-president Ralli een motie van vertrou wen voor, die (zooals wij reeds gisteren mede deelden) met zeer groote meerderheid werd verworpen. Het ministerie treedt dus af. De houding van den minister Ralli is al zeer vreemd. Hij legt de Kamer de vredesvoorwaarden voor onder bewoordingen, die niets dan bittere verwijten aan het adres der mogendheden zijn, zender wier bemiddeling de onheilen voor Griekenland niet te overzien zouden zijn geweest. Zeker, de voorwaarden hadden beter kunnen zijn, en Duitschland heeft niet bepaald een sympathieke rol gespeeld in geheel deze lamen tabele geschiedenis. Maar het komt ons voor, dat het den minister Ralli, den eersten raads man van koning George, niet toekwam tegen over de Volksvertegenwoordiging, tegenover het land dus zich een heftig tegenstander te toonen van een verdrag, welks goedkeuring hij tevens moest vragen. Het spel van den heer Ralli is niet onbe grijpelijk. Hij aanvaart de regeering, in de hoop wellicht, het geluk ten gunste der Grieksehe wapenen te kunnen doen verkeeren. Ten slotte echter blijkt hij even onmachtig ais zijn voor ganger. Delyannis, en hij ziet zich gedwongen een vrede aan te nomen, waarvan het hem niet is mogen gelukken ook maar één voorwaarde te verzachten. Het heeft nu den schijn, dat hij op het laatste oog mblik de impopulariteit, die aan het vredes verdrag kleeft, wil ontloopen. Indien dit zijn plan is geweest, dan heeft hij liet meesterlijk bereikt. Hij heeft een vertrouwensvotum aan de Ka mer gevraagd, maar de meerderheid, op de hand van Delyannis, heeft de betreffende motie verworpen. Daarop heeft hij den Koning zijn ontslag aangeboden, en nu zal de party van Delyannis, die den oorlog heeft gewild, ook de verant woording voor den vrede moeten dragen. Juist wat Ralli wenschte. Maar tegelijk brengt hij zijn land in een crisis, waaruit het slechts met de grootste moeite zal kunnen gerakeu. De Koning zal Delyannis niet aan het bewind durven roepen, en het zou ook zeker niet aan te bevelen zijn. Maar wie is dan de man die over voldoende autoriteit beschikt, om thans het bewind te aanvaarden De berichten uit Athene spreken van een coalitiekabinet; maar zal ook dit zijn te vormen, waar men blijkbaar het partijbelang boven dat van het vaderland stelt? lntusschen heelt Ralli persoonlijk den Koning, die naar Athenr is gekomen, zijn ontslag aan geboden, en de Koning heeft het ontslag reeds aangenomen. Met spanning mogen nu de volgende gebeur tenissen worden afgewacht. De ministerieele crisis in Spanje is op zeer eigenaardige wijze geopend. Generaal Azcarragua wenschte het vertrouwen der Regentes in het ministerie opnieuw te vernemen, en somde daartoe in een audiëntie op, voor welke moeilijkheden het ministerie stondn.l. Cuba en de Vereenigde Staten, tweedracht in de conservatieve partij en het conflict met de geestelijkheid. Tot zijo groote verwondering antwoordde de Regentes dat dit haar reden gaf tot nadenken. Azcarragua zag daarin een gemis aan vertrou wen en riep een ministerraad bijeen, die be sloot, dat men gezamenlijk de portefeuilles ter beschikking van Zijne Majesteit zou stellen. De Regentes nam het ontslag van het mi nisterie aan. De groote moeilijkheid is nu, dat Sagasta, de liberale leider, de eenige is van wieri een krachtig nieuw ministerie kan worden ver wacht, terwijl in de Kamers de meerderheid conservatief is. En de Regentes acht ontbinding der Cortez en nieuwe verkiezingen op dit oogenblik zeer ougewenscht. Donna Maria-Christina heeft op de gebruike lijke wijze met verschillende personen beraad slaagd. Achtereenvolgens zijn maarschalk Martinez Campos en de voorzitter van den Senaat ten paleize geweest om hun advies te geven. De laatste verklaarde, dat zijn leeftijd hem verbood zitting te nemen in een conservatief Kabinet. Gisteren heeft de Regentes den voorzitter der Kamer, verschillende andere politieke personen, en ten slotte Sagasta ten gehoore ontvangen. Ondanks het bezwaar, dat de Kamers con servatief getint zijn, verwacht men algemeen, dat Sagasta met de vorming van een Kabinet zal worden belast. Generaal Weyier heeft intusschen niet willen afwachten, dat hij teruggeroepen werd, maar heeft zich gehaast, telegralisch zijn ontslag aan te bieden. Tal van onderstaatssecretarissen en andere ambtenaren der ministeries hebben eveneens hun ontslag genomen. Weinig geloofwaardig immers reeds twee maal is hetzelfde beweerd en evenveel keeren tegengesproken is ook thans het bericht dat de Spaansche troepen op Cuba Victoria del Tunas zouden genomen hebben. Ciemengde Medctiecllngen. Na de weigering van Loze heeft de Fransehe ministerraad tot gouverneur-generaal van Alge ria benoemd den prefect van politie Lépine. Ir de nabijheid der brug over de Adua bij Tarbes, die door de Fransche genie na de in storting is hersteld, hebben anarchisten een bom laten ontploffen. De schade is onbeteekenend. De Oostenrijksche minister-president, graaf Badeni, heeft door tusscherikomst van den aarts bisschop van Weenen absolutie gekregen van den Paus voor het tweegevecht. Te Dambrowa in Russisch Polen zijn stakende ertswerkers, ten getale van 4500 man, in bot sing gekomen met de gendarmerie. Er werd geschoten. Drie arbeiders werden gedood en vier gewond. De regeering heeft er troepen heengezonden. De Popoio Romano deelt mede, dat de gou verneur van Souakim Parsons te Massowah is aangekomen. Hij gaat, vergezeld door eenige hoofdofficieren te Massowah, naar Kassala om, in opuracht van het Egyptische gouvernement, liet voor- loopig verdrag te sluiten over den afstand van Kassala en de verandering der westelijke grens van Erythraea. De Popoio me-mt, dat de afstand van Kassala vóór het begin van December een voldongen feit zal zijn. De gouverneur-generaal van Indo-China heeft rekenschap afgelegd van de veranderingen, die tengevolge van zijn reis naar Hué, de hoofd stad van Annam, zijn gebracht in hel protec toraat van dat rijk. De koning van Annam is meerderjarig ge worden, en de vroegere regenten zijn aan het hoofd der ministeries van binnenlandsclie zaken en oorlog geplaatst. De resident van Frankrijk is voorzitter van den ministerraad. Ook zijn eenige voor Frankrijk voordeelige grensregelingen en fmancieele bepalingen ge maakt. Be moord te Rotterdam. De correspondent te Berlijn van de AT. R. Ct. seint Nadat hier drie dagen lang de van ver schillende zijden stiilekes ingestelde onderzoe kingen niets hadden opgeleverd, heeft de pu bliciteit door de LaJcalanzeiger gegeven aan al wat de N. It. Ct. over den moord heeft mede gedeeld, bijzonderheden over Muller en zijn slachtoffer aan het licht gebracht, die het geheele drama misschien onder een nieuw licht zullen plaatsen. Volgens het hier ontdekte, zou de moord de epiloog zijn van een schuldige liefde, welker eerste slachtoffer de door den moordenaar trou weloos in den steek gelaten echtgenoote zou zijn, die hier Luckenwalderstra«se nr. 11A woont. De te Rotterdam vermoorde vrouw zou niet Müller's echtgenoote maar zijne minnares zijn, om wie hij zijne echtgenoote en een aardig, thans achtjarig zoontje in December 1895 zou hebben verlaten. Drie maanden vroeger waren in het huis van de Luckerwalderstrasse twee gezinnen komen wonen in de achterwoning twee trappen hoog Muller met vrouw en zoontje, en vlak over hem een zekere vrouw Hannemann met twee doch ters. De oudste van deze was pas uit een dienst bij de moeder teruggekeerd. Hoe dit meisje in intieme verhouding tot Muller is gekomen, is voor de betrekkingen van weerszijden een geheim gebleven. Maar een paar weken vóór Kerstmis is Muller plotseling met het oudste meisje Hannemann verdwenen. Wel riep de verlaten echtgenoote de hulp der politie in, maar de nasporingen hadden geen gevolg. Vrouw Miiller hoorde niets van haai man en moeder Hannemann verzekerde geen enkel vermoeden te hebben omtrent de ver blijfplaats van haar kind. De uit Rotterdam gekomen berichten hebben heden den sluier weggenomen die er over het doen en laten van het voortvluchtige paar lag. Men vermoedt hier, dat Müller genoeg van zijne schuldige liefde en zijne minnares heeft gekregen en daarom haar en hun kind heeft willen uit den weg ruimen. Ook is het vermoeden uitgesproken, dat hij zich wellicht slechts als krankzinnig aanstelt. Want ook zijne echtgenoote weet zich niets te herinneren, dat aan een vroegere verwarring in zijn geestvermogens kan doen denken, en naar ik verneem heeft niemand in Professor Arons inrichting voor electriciteits-meting, waar Müller vroeger heeft gewerkt, ooit iets vreemds of eigenaardigs aan hem gemerkt. Naar aanleiding van hetgeen onze Berlijosche correspondent seint, kunnen wij alsnog mede- deelen dat de heer Fehr uit de Vischsteeg, bij wien Müller ongeveer 17S jaar als le bediende werkzaam was, ons dezer dagen te kennen gaf, op de mededeeüng dat Miiller gehuwd zoude zijn, niet beter te weten of de man was ergens in den kost en niet gehuwd. Van deze mededeeling wordt, in verband met het geseinde, eeFSt nu door ons melding ge maakt, omdat de commissaris van politie, de heer J. W. C. Strang, op onze vraag of de man inderdaad gehuwd was, welke vraag wij hem deden na het gehoorde bij den heer Fehr, ons de verzekering gaf dat na de arrestatie van den moordenaar t>-*j fouilleering in zijn bezit werd gevonden een bewys, afgegeven dooi den burgerlijken stand alhier, waaruit blijkt dat den 2 October 4896 alhier geboren is uit de echtelieden Müller het vermoorde kindje, Later seint de correspondent te Berlijn: gaten eigen is, een gezworen vijand van al wat Duitsch is, had in vereenigirig met ver scheiden jongelieden van Duitsche afstamming, een geheim genootschap gesticht, dat met den steun der Poolsche arbeiders en boeren het Poolsche rijk wilde herstellen. De zaak werd ontdekt, en drie der belhamels zitten sedert eenige maanden in den citadel te Warschau gevangen. Aanvankelijk hechtte men groot gewicht aan de zaakmen sprak van een aanslag op het leven van den Czaar; maar allengs kwam men tot de overtuiging, dat rnen slechts te doen had met een dwaze onderneming van onbe zonnen jongelieden. Eenige medeplichtigen zijn reeds gepakt, en de hoofdman der samenzwering, die er onder liet bestuur van Gourko niet zoo gemakkelijk zou zijn afgekomen, zal misschien in Siberië een jaar gelegenheid krijgen af te koelen. De Polen trachten alle verantwoordelijkheid van zich te werpen en beweren, dat de samen zweerders Duitschers zijn, die in dienst staan der partij, wier streven htt is de goede ver standhouding tusschen Russen en Polen te verstoren. De tegenwoordige toestand is niet zonder gevaar voor het Duitsche element. Twee Sla vische rassen, tot nu toe bittere vijanden, zijn blijkbaar bezig zich te verbroederen. Een reeks van stukken in de Russische en Poolsche bladen doelen op een verbroedering van alle volken van den Slavischen stam en ze vinden weerklank in de Tsechische pers en in de Poolsche bladen van Galicië en Posen. Maar een ding mag hierbij niet uit het oog worden verloren: een groot bezwaar voor die verbroedering js het verschillend geloof der ver schillende Slavische volken. Algemeen overzicht. Schiedam, 2 October '97. 't Is een zonderlinge toestand, waarin Grie kenland verkeert, en even zonderling is de zitting der Kamer van Donderdag 1.1., waarin het doodvonnis werd geveld over het ministen'e- Ralli. Van vijf uur af was een ontzaglijke volksmenigte saamgestroomd in den omtrek van het parle mentsgebouw. onder de vanen der partij, die den oorlog a outrance wenscht. Delyannis werd met gefluit ontvangen. Om 6 uur precies opende de minister-president Ralli onder doodsche stilte de vergadering en zeide »Wij brengen u het vredesverdrag; de voor waarden zijn bezwarend, veel bezwarender dan men kan vermoeden. De oorlogsschatting gaat de krachten des lands te boven en is meer dan de werkelijke uitgaven van den vijand. Er is een controle ingesteld op de Grieksehe finan ciën. De privileges der Grieksehe onderdanen in Turkije zijn aangetast, en als toppunt van ironie zijn de vredesvoorwaarden executoir ver klaard, onafhankelijk van de ratificatie door de Grieksehe Kamer en den Koning van Grieken land. «Wanneer het uur daar zal zijn om verant woording af te leggen, dan zal het ministerie, als eenige rechtvaardiging, dit als argument te berde brengen, dat de omstandigheden haar de tusschenkomst der mogendheden hebben opge drongen en dat de aanneming bij voorbaat der resultaten van die bemiddeling als voorwaarde werden gesteld voor den wapenstilstand. «Het Witboek, dat door den minister van buitenlandsche zaken zal worden overgelegd, zal daarvan de bewijzen geven. Het vorig mi nisterie had ook de bemiddeling der drie mo gendheden ingeroepen na den slag bij Larissa; maar na het aanbod van bemiddeling werden de vijandelijkheden hervat te Velestino, te Domoko, te Gripovo en de verantwoordelijk heid daarvan rust op Turkije." Vervolgens deelde de minister het verloop der onderhandelingen mede. In bittere bewoordin gen sprak hij over de strategische grens wijziging, welke voorwaarde nog ernstiger wordt na de laatste beslissingen over de instelling op marsch een Pruisisch regiment, dat de vlakte onder de beslagen hielen doet weerklinken! welk geluid door den hard bevroren bodem nog versterkt wordt Ja, dat is het Een geheei regiment 1 De zouaaf staat eindelijk op, laadt zijn geweer, zet den hartsvanger op den loop, maakt fiont naai den vijand, en wacht hem koelbloedig op. Op vijfhonderd meter geeft hij vuur, en hij slaakt een vreugdekreet als hij een Pruis ziet nederstorten Even voorzichtig als stoutmoedig laat hij zich in een greppel glijden, dekt zich achter den voor hem geplaatsten ransel, herlaadt zijn geweer en geeft opnieuw vuur. Hel treft een andeien vijand. De zouaaf hoort eenige schorre klanken het is een gegeven bevel dat van afdeeling tot afdeeiing wordt hethaald,. Het regiment houdt stand. Eerst verrast en vervolgens ongerust, makende Duitschers zich gereed een onverwachten aanval in gesloten colonne af te slaan. Zij duchten een hinderlaag, wij! zij zich de dwaasheid niet kunnen voorstellen van een enkel man, die er duizend aanvalt. Opnieuw wordt daar ginds, droog en onheilspel lend, de losbranding van een geweer gehoord, waaraan zich het fluiten van een doodelijken kogel paart. De zouaaf blijft vuren, hij bedwelmt zich inet den hem omgevenden kruitdamp. Spoedig gaat bij de Duitschers de verbazing in woede over. Bemerkend dat het de op zichzelf staande poging van een enkel man h, buiten zich zelf van gramschap door een stoutmoedigen tegen stander in bedwang gehouden te worden, die het voorste gelid van zijn regiment decimeert, wil de kolonel er een einde aan maken. Hij laat een salvo geven, en tweehonderd ge weren worden te gelijk afgeschoten. De kogels slaan rondom aan en gaan sissend en fluitend over den zouaaf heen, die zich bliksem snel op den bodem van den greppel heeft neder- geworpensteenen vliegen in in 't rond, takken vallen op hem neder en hij wordt met «ene dikke laag aarde bedekt. Door een buitengewoon, een wonderdadig toeval is hij niet getroffen en zijn geweer niet beschadigd. De zwakke knal van zijn schot antwoordt als een laatste overmoedige uitdaging op het don derende salvo van den vijand. Weder stort ean Pruisisch soldaat ne Ier. De kolonel is buiten zichzelf. Wijl die enkele vijand zich gedraagt als een geheele compagnie zal hij volgens de regels worden aangevallen. Vijftig man links, vijftig rechts, en vijf en twintig in front. Het bevel wordt uitgevoerd met de bewonderens waardige snelheid en juistheid, welke het Duitsche leger kenmerken. De honderd vijf en twintig man dringen in het bosch en verspreiden zich in een halven cirkel, die den zouaaf van drie kanten insluit. De vierde zijde blijft vrij. De zouaaf had kunnen beproeven aan die zijde te ontvluchten, maar hij wil niet. De tiralieurs openen het vuur. De zouaaf ziet zich verloren en slaakt een luiden kreet van woede, die met vreugde kreten wordt beantwoord. Een kogel doorboort zijn rechterarm. Hij laadt zijn geweer roet den linker en vuurt op den dichten drom zijner hem steeds nauwer insluitende vijanden. De tiralieurs beautwoorden zijn schot op het-, zelfde oogenblik, en wederom wordt hij door een kogel getroffen. Op verschillende plaatsen gewond, doch onge voelig voor de pijn, spant hij zijne laatste krachten in om zijn leven zoo duur mogelijk te verkoopen zoo good hij kan brengt bij zijn geweer tegen den schouder en trekt opnieuw af. De kogels blijven als hagelsleenen om hem nedervallen, doch geen enkele die doodelijlc treft. De tirailleurs zijn hem zoo dicht genaderd, dat hij duidelijk hunne voetstappen hoort. In weerwil van zijn gramschap gevoelt de offi cier, die hen aanvoert, een oprechte bewondering voor dien held. sGeef u over, braaf soldaat 1" roept hij hem toe, met dat ontzag in de stem, hetwelk de ware moed van een dapper vijand onwillekeurig afdwingt. sNooit 1" antwoordt de zouaaf. En woedend, uit verschillende wonden bloedend, tandenknarsend, met krampachtig verwrongen ge laat en met bloed doorloopen oogen, barst hij in een schaterlach uit, die op een gebrul lijkt. Hij keert zich half om, maakt met den ver minkten arm een dreigend gebaar, heft het geweer op en wil nogmaals op den vijand aanleggen. sVuur kommandeerdt de officier. En door verschillende kogels getroffen stort de zouaaf achterover in den greppel, waar hij onbe weeglijk blijft liggenhij is dooit. Na een oponthoud van drie kwaitier zet het regiment zich in beweging. Langs het lijk van den zouaaf trekkend, wiens wijd geopende oogen nog schijnen le dreigen, salueert de Duitsche kolonel het met den sabel en laat bij door het geheele regiment de geweren presenteerenmet dit militaire eerbewijs brengt hij 'den hoogsten lof aan den vijandelijken soldaat, die bij het vervullen van zijn plichtvan meer dan zijn plicht, den dood gevonden heeft. Medelijdende handen namen het ziellooze over schot vaH den onbekenden held op, en vertrouwden het aan den schoot der aarde toe. Z. v. d. N. A.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 6