51 jaargang. Woensdag 17 November 1S97. N°. 9477. FEUILLETON^ RAMUNTCHO. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER? H J. C. ROELANTS. Ke nilisgeving. BUITENLAND. Abonkskeotspbus root Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. 1.30 Afzonderlijke nommers.o.02 BUREAU; ROTEKSTKAAT ITO, Tclcphoon Wo. 123. Advert entieppijsvan 15 gewone regels met inbe grip van ecne Courantf 0.52 Iedere gewono regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Collecte ten behoeve van het ondersteuningsfonds, voor behoeftige oud-strijders De Bbboe meester van Schiedam, Gezien een bij hem ingekomen schrijven van lie* hoofdbestuur der Vereeniging «Trouw aan Koning en Vadeiland", waarin het mededeelt, dat bij K011 besluit toestemming is veikccgen tot het houden van een algemeens collecte rengt ter opeubaie kennis, dat die collecte binnen deze gemeente zal plaats hebben op Vrijdag, 19 November a.s. Waar de regeeiing een subsidie verleend heeft onder voorwaarde, dat de particuliere liefdadigheid zal vooi- gaan, wordt deze collecte, waarvan de opbrengst za! strekken om in liet onderhoud te voorzien van die ouden van dagen, welke 111 hun jeugd hun leven voor Koning en Vadeiland veil hadden, ook weder dit jaar roet den meesten aandrang aanbevolen. Schiedam. 16 November 1897. De burgemeester voornoemd, VEKSTEEG. Algemeen overzicht. Schiedam, 16 November '97. Mea heeft in Parijs niet lang in het blinde behoeven te zoeken naar den naam van den oflcier, van wien volgens de Figaro de senator Scheurer-Kestner weet te bewijzen, dat hij de eigenlijke schuldige is aan het verraad, waarvoor Dreyfus thans boet. De Liberté nl. heeft in de beschrijving, die de Figaro van den waren schuldige gaf, ter stond herkend den in 1896 gepensionneerden de Rougemont, die thans tot de reserve van het ilde artillerie-regement te Versailles be hoort. Het blad heeft daarop dezen oud-officier laten interviewen, en behoeft het gezegd te worden de Rougemont verachtte de anonieme lastertaal en zou wel zien wat hem te doen stond, indien de heer Scheurer-Kestner hem in zijn memorie aan de regeering betrok. Tevens drongen alle bladen, van Clómenceau's Aurora tot de conservatieve Gaulois toe, er op aan, dat Scheurer-Kestner den naam van den door hem bedoelden officier zou noemen, om een eind te maken aan de verdachtmaking van verschillende officieren. Clémenceau gaf evenwel toe, dat Scheurer- Kestner zeker bereid zou worden bevonden opheldering te geven, daar hij in de laatste dagen genoeg onaangename dingen in de bladen heeft moeten hoorenhij zou dus wel gegronde reden hebben om te zwijgen. En zoo was het ook. In een brief aan een senator gericht, deelt de heer Scheurer-Kestner mede, dat hij 30 October 1.1. officieus met den minister van Roman door Pierre Loti, lid der nAcadémie Franpaise". 42) Hoofdstuk XII. De winter was bijna geëindigd. Ramuntcho, die gedurende eenige uren weinig «etkwikkend had ge.-lapen in het kleine kamertje van de nieuwe woning ten huize van zijnen vi iend Florentino, slond op terwijl de dag begon door te breken. Da nacht, een stormachtige nacht, duisterder dan ooit, was den smokkelaars rampspoedig geworden. Van de zijde van kaap Figuier, in de rotsen, van waar zij balen zijde langs den zeeweg hadden willen vervoerenwaien zij rort ge weerschoten achtervolgd geworden, en wat n zij gedwongen geweest om hun last weg te werpen, daarbij al hetgeen zij bezaten verliezende, de een ■'luchtende naar het gebergte, de ander in de branding zich werpend om aldus de Fransche zijde te bereiken, in de angstige vrees voor de gevange nissen te St. Sebastiaan. Tegen twee uur in clen ochtend was hij uitgoput, oorlog had gesproken en dat deze hem verzocht had II dagen te zwijgen. De minister zou den senator dan het resultaat van een in te stellen onderzoek meedeelen. Daar dit niet is geschied, verklaart Scheurer- Kestner thans onomwonden, dat hij vóór twee weken de regeering in kennis heeft gesteld van stukken, die duidelijk bewijzen dat Dreyfus de schuldige niet is. Op den minister van oorlog rust nu de plicht een onderzoek iij te stellen, dat zonder moeite een ander als den schuldige zal aanwijzen. De Libre Paroledie het rneest van alle bladen gescholden heeft op den »Jood" Dreyfus, ziet ook nu weer op klaarlichten dag semieti- sche spoken. Volgens dit anti-joodsche blad is de heer Scheurer-Kestner misleid door een hoogen amb tenaar van het ministerie van oorlog, die opge stookt zou zijn door Joodsche verwanten in den Elzas. Hoe het zij, dat de heer Scheurer-Kestner succes zal hebben, is zeu- twijfelachtig. Reeds moet een der ministers verklaard hebben, dat de onder-voorzitter van den Senaat wellicht nóg een verrader zou kunnen aanwijzen, maar dat de regeering niettemin overtuigd bleef van Dreyfus' schuld. Op die wijze zou voor Dreyfus alle hoop zijn vervlogen. Die arme SultanHij begon zoowaar na den laatsten oorlog zich weer eenige allures te geven alsof het Ottomaansche rijk nog eens de glorievolle dagen ging beleven, toen geheel het Westen beefde voor de Halve Maan. Met het geld van Griekenland zou de vloot worden versterkt en het noodige materiaal voor den oorlog worden aangeschaft, en wie weet of op Yildiz-Kiosk niet reeds gefluisterd werd van een Turksch rijk als vroeger, omvattende het gansche Balkan-schiereiland. Maar dat was de bedoeling der mogendheden wel allerminst, en op even onverwachte als onvriendelijke wijze is dit de Potte aan het verstand gebracht. Voordat Turkije er aan kan denken omzijn vloot te -versterken, zal het eerst aan Rusland zijn schuld dienen af te betalen. Die schuld, het gevolg van den Russisch- Turkschen oorlog van 1877, bedraagt thans aan hoofdsom en rente 1.309.000 ponden Turksch, d. i. ongeveer 15 milüoen gulden. Men meene evenwel niet, dat eene aanmaning van Rusland alleen tegen uitbreiding van Turkije's macht is gericht. Neen, dat Rusland zoo plotseling met deze oude schuldvordering voor den dag komt, ge schiedt voor een goed deel ook uit vrees voor den walsenden invloed van Duitschland aan den Bosporus. De Duit«ehe industrie toch, gesteund dooi de Duitsche regeering, die wel eenige aanspraak kan doen gelden op de dankbaarheid der Porte, deed al haar best om met de versterking der Turksche vloot te worden belast. Bovendien wordt op deze wijze der Duitsche regeering, die voortdurend zoo sterk heeft at- druipnat en half verdronken aan de deur van het afgelegen huis komen aankloppen, om aan Floren tino hulp en schuilplaats te verzoeken. Toen hij ontwaakt was, bemerkte hij, na het helscho lawaai van den nachlelijken storm, na de stortbuien, dat het weder geheel veranderd was en er nu een bladstilte heerschte. Scherp luisterend bemeikte hij dat de Westerstorm had opgehouden te woeden, en vernam hij niets dan een regelmatig, krachtig, aanhoudend geiuisch: de branding van de zee in de golf van Bi^kaya die, sedert zijn ontstaan altijd door slecht en woelig is; een ryth- misch gejg-gel als ware het de ademhaling van een reusachtig slapend zeemonster; een reeks harde slagen, die het neeikomen schenen van een houweel op een muur... Maar de lucht, de boomen en alles rondom stond onbewegelijkde storm had uitgewoed en was geëindigd, zonder kenbare oor zaak, gelijk hij begonnen was, en slechts de zee deed haai klagen nog voortduren. Om zijn land nog eens Ie overzien, deze kust van Spanje, die hij misschien nimmer weder zou zien, omdat zijn vertrek zoo aanstaande was, opende hij zijn venster en zag in bet eerste och tendlicht naar buiten. Een looden nevel dreigde neer van den g-ijzen hemel; overal dezelfde vermoeide onbewegelijkheid, een onzekerheid tusschen den nacht en den droo menden raoigen. Strepen van doodskleur liepen over de lucht en welfden zich tot de grijs-bruine ber gen beneden. Fontarabie lag daar als een doezelig sclnmmeiibeeld, de kerktoren, eeuwen oud, stak gegeven op de onsoliditeit van Griekenland, duidelijk onder het oog gebracht, dat liet waar lijk met Turkije niet veel beter is gesteld. Dat dit mi geschiedt, verhoogt de betoog kracht dezer aanmaning nog te meer, omdat juist dezer dagen de Turksche gezant te Berlijn zijn post heeft verlaten wegens geldgebrek. De man had sedert maanden geen cent van zijn regeering ontvangen. Intussehen staat de Porte op zeer gespannen voet met de regeering te Weenen, en wel naar aanleiding tan het gebeurde te Mersina. De gezant van Oostenrijk-Hongarije. baron Caliee, heeft de Turksche regeering tot Donder dag den tijd gegund om voldoening te geven. Als zoodanig wordt verlangd de afzetting van den tali van Adana en den mutessarif van Mersina, benevens een eere-saiuut aan de Oostenrijksche vlag in de haven van Mersina. Tot nu toe heeft de Porte deze voldoening geweigerd. Baron Caiice maakt zich nu gereed om Kon- stantinopel te verlaten, indien er Donderdag geen voldoening is gegeven. Bovendien zijn er twee groote oorlogsschepen naar Mer.-ina gezonden otn zoo noodig Donder dag de stad te bombardeeren. Gelijksoortige conflicten als tusscben Turkije en Oostenrijk-Hongarije houden de Duitsche regeering bezig. De tegenstanders zijn hier China en de negerrepubliek Haiti. In China betreft het de vermoording van twee Duitsche zendelingen en de verwoesting eener Duitsche missie. Tot nog toe heeft de gezant te Peking ver- geefsche pogingen gedaan om voldoening te erlangen. Om aan deze eischen meer kracht bij te zetten, zijn eenige kruisers naar de Kiaotschau- baai gezonden, de haven die het dichtst bij de plaats der misdaad is gelegen. Ook dit baatte niet, en nu zijn in de Kiaot- schau-baai troepen aan land gezet. Men hoopt, dat dit alsnog de Chineesche regeering tot de verlangde satisfactie zal be wegen. Met Haïti staat de zaak nog geheel anders. Een Duitsch onderdaan, de koopman Lüders, was daar onrechtmatig gevangen gezet en ver oordeeld tot een jaar gevangenisstraf en 500 dollars boete. De stappen, die de Duitsche zaakgelastigde graaf Seltwerin deed, hadden geen succes, en de diplomatieke betrekkingen tusschen Duitsch land en de Negerrepubliek werden afgebroken. De Duitsche kolonie te Port-au-Pi inee werd onder bescherming ges' "dd van den Amerikaan- schen gezant. Wat deze zaak nu voor Duitschland vooral onaangenaam maakt, is dat Lüders later bevrijd is door tusschenkomst van den Amerikaanschen gezant, die zijn eischen ondersteund zag door het verschijnen van twee Amerikaansche oor logsschepen. Nog later bood Engeland Duitschland met bijtende ironie zijn shulp" aan. zwart tegen de lucht af. Op dit vroege ochtenduur, in deze fiissche geheimzinnigheid van den morgen, wanneer de meeste menschenoogen nog niet geopend zijn, scheen het alsof men de natuur betrapte op een samenspraak van ledigheid en dood, sprekende, bij het komen van het morgenrood over dat alles, waarover zij niet dut ft te spieken, wanneer de dag is aangebroken. Waartoe was het goed weerstand te hebben ge boden aan den storm van dezen nacht -zeide de oude klok droevig, zich in de verte oprichtend waartoe is het goed, omdat er aldoor nieuwe stor men zouden komen, die ik ook za! weerstaanik, dien de menschen hebben opgericht als een teeken des gebeds om ontelbare jaren te blijven loven? Ik ben reeds niet andets dan een droombeeld, gekomen uit een anderen tijd om de ceremoniën en feesten in te luiden ik verkondig ook den dood ik heb duizenden dooden uitgeluid, die niemand zich meer herinnert. En ik blijf hier ondanks de eeuwige Westerstormen, die van over de zee aan komen. De doodsklok begon in de verte te luidon, zeer langzaam met afgebroken slagen, het teeken gevende, dat er weder een leven geëindigd was, dat er iemand aan do andere zijde van de grenzen den laatslen strijd gestreden had en er een ziel op ging in don vroegen ochtend, Ie midden van de dikke nevelen. Ramuntcho schouwde naar buiten en luisterde. Slaande aan het venster van dit Baskische buisje, dat vóór hem slechts tot toevluchtsoord gestrekt had Want Duitschland had geen oorlogsschepen in de Amerikaansche wateren beschikbaar Men wil nu krachtig tegen Haiti optreden, en bovendien maken de voorstanders van uit breiding der Duitsche vloot gretig gebruik van dit incident om aan te toonen, dat de Duitsche scheepsmacht dringend versterking behoeft. (•emengde MededeelIngen. Gisteren stond de bekende Afrika-oiider- zoeker, later ambtenaar in Duitschen kolonialen dienst, dr. Peters, in tweede en laatste instantie terecht voor het disciplinaire gerechtshof te Berlijn. Dr. Peters is in April van dit jaar in eerste instantie tot ontzetting uit 's rijks dienst ver oordeeld wegens willekeurige terdoodveroor- deeling van een negerjongen en een neger meisje. Hij was verder beschuldigd van het onrecht matig oorlogvoeren tegen liet hoofd Malamia, van onmensehelijke lichamelijke kastijding van drie negerinnen en van misbruik van macht. In deze laatste aantijgingen had de disciplinaire rechtbank geen strafbaar vergrijp gezien, op grond dat de daden van dr. Peters in deze opzichten in overeenstemming waren met bet gebruis van het land. Het Hof heeft nu Peters schuldig verklaard aan alle hem te laste gelegde f-iten en op nieuw zijn ontslag uit 's Rijksdienst geëischt. De commissie voor de regeling der nieuwe Turksch-Grieksche grens heeft haar arbeid verdaagd tot het volgende voorjaar. De grens is thans bepaald tot Zarkos. Tot voorzitter der Grieksche Kamer is ge kozen Roma, een aanhanger van Delyannis, met 83 stemmen. Zijn tegenstander Contostau- los verkreeg 64 stemmen. Deze uitslag is een teleurstelling voor de Delyannisten, die voor hun candidaat op 112 stemmen hadden gerekend. De Porte heeft de mogendheden in kennis gesteld van een schikking, door haar met de Ottomaansche Dank get rollen. Deze za! de Turksche regeering 800,000 pond voorschieten op den eersten termijn dei- oorlogsschatting. De opstandelingen aan de Afghaansche grens hebben een aanval gedaan op een fourageerend detachement, maar werden met verlies terug geslagen. De afgezanten der Orakza'f's schijnen geneigd de voorwaarden voor hun onderwerping aan te nemen. De Frank f. Ztg. verneemt uit New-York, dat generaal Weyler bij zijn vertrek van Cuba alle ambtelijke stukken heeft meegenomen. De staat van beleg is in Brazilië afgekon digd voor 30 dagen. Verscheiden afgevaardigdendie trachtten te vluchten, zijn gevangen genomen. De bevolking is op de hand van president Morraes. van geslachten ven eenvoudige gelnovigen, steunend op de steenen vensterbank, die uitgesleten was door het leunen van vele geslachten, met zijn handen de oude zonneblinden openslaand, liet hij zijn oogen weiden o\er de sombeiheid van dezen hoek gronds, die de zijne was geweest en die hij vnor altijd ging verlaten. Voor de eerste maal kwamen in zijn een voudig gemoed herinneringen op, die de aanblik van dit alles liet ontstaan, en voor zijn geest liet hij ze voorbijgaan. In zijn zie! rees een nieusve beschouwing op en met gansch anderen blik dan vroeger bezag hij alles, wat hem voorheen heilig geweest was en dat nu riet meer bleef. Toen omdat hij niets meer bezat, waaraan hij roet heiligen schroom dacht; waarom zou hij terug beven, om te storen, wat anderen heilig was De doodsklok hield eindelijk op te luiden, en er kwam stilte rondom, slechts onderbroken door de geweldige ademhaling van de zee in de verte. De dageraad begon door te brokengeen gerucht was er in de oude kei ken of in de lucht, waar de wolken voortjoegen, en zij spraken hem niet van het eeuwige leven der menschen, hun grijsheid en dood en vergaan. Ramuntcho werd bevangen door medelijden met zich zeiven, dat hij zoolang geaarzeld bad om be weeg) edenen, die slechts in de veibeebhng be stonden, en bij zich zeiven zwoer hij, met een sombere wanhoop, dat hij het zou doen, het mocht kosten wat het wilde, en dat niets hem daarin zou weerhouden. Wordt vervolgd.) ÏQQjjH. 11 ii SmS.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1