51,te jaargang.
Woensdag 24 November 1897.
N°. 9483.
FBTJILiIjETON'.
DE JONGE WEDUWE.
*SS
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon» en Feestdagen.
UITGEVERH. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
AirossEMrsTsrsiJS voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers0.02
BUREAUBOTERSTRAAT fO, Tcleplinon Wo. 123.
AcrEKTEjtTrEPBiJSran 15 gewone regels met inbe
grip van cene Courant 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Algemeen overzicht.
Schiedam, 23 November '97.
Na den eersten storm zekere vermoeide stilte
na het opbruisen van den stroom der publieke
opinie een troebele kalmte. Aldus zou men den
stand van zaken in de quaestie Dreyfus-Ester-
hazy kunnen kenschetsen.
Een stortvloed van onthullingen, geruchten,
gissing en en verzekeringen heeft zich door de
kanalen der pers uitgegoten over Parijs en
daar een hevige paniek teweeggebracht.
Nu is die paniek een weinig bedaard, maar
de onrust, gevolg der onzekerheid, is gebleven.
Men tast in den blinde, grijpt naar een vasten
steun en vindt alleen vage en onzekere ver
moedens.
Laat ons een oogenblik nagaan welke bezwa
rende omstandigheden Mathieu Dreyfus aanvoert
tegen Walsine Esterhazy, en wat deze op die
verschillende punten zegt.
lo. De gelijkenis van Esterhazy's sciirift met
dat van het borderel.
Esterhazy erkent die gelijkenis, maar beweert
dat zijn schrift gedecalqueerd is.
2o. Mathieu Dreyfus beweert dat Esterhazy,
na de publicatie van het borderel door de Matin
zijn schrift heeft veranderd, wat Esterhazy
onwaar noemt.
3o. Het borderel werd in Mei 1894 gevon
den. Het eindigt met de woorden»Ik ga nu
naar de manoeuvres." Esterhazy woonde in
dat jaar de artillerie-manoeuvres bij, Dreyfus
niet.
Esterhazy geeft toe aan de manoeuvres te
hebben deelgenomen, alleen omdat het kamp
van Chalons zoo dicht bij zijn landgoed lag.
4o. De inlichtingen over de bediening van het
geschut zijn in het borderel vervat in bewoor
dingen, die te verwachten zijn van een officier,
die bij den troep dient, niet van een officier
van den generalen staf.
5o. Het oordeel der officieren te Rouaan over
Esterhazy.
Deze bestrijdt dit oordeel en meent, dathpt
ook niets bewijst.
Co. De persoon en de financieele toestar,
van Esterhazy tegenover de ordelijke positie
van kapitein Dreyfus.
7o, De uitlatingen van kolonel Picquart, die
aan den vooravond van de interpeliatie-Castelin
('16 November 1896) van Parijs werd overge
plaatst, omdat hij matei ieele bewijzen bezat.
Esterhazy zegt die bewijzen te willen
afwachten.
Kolonel Picquart wordt nog altijd te Parijs
verwacht, waar hij echter wel niet vóór Zater
dag zal aankomen.
Volgens de Echo de Paris zal deze officier
alleen verhoord worden over de vraag, of hij
aan iemand hetzij mondeling hetzij schriftelijk
mededeelingen over het proces-Dreyfus heeft
gedaan.
ROMAN DOOR
HANS WACHENHUSEN.
Door een vaste hand geleid joeg het driespan
het voorplein van graaf Lubienoff's villa over tot
voor de breede stoep en hield stil voor het poi taal,
waar een bediende in livrei terstond de teugels
van een der paarden greep, terwijl de koetsier,
een echte rnousjik met een langen, zwarten baard,
een jonge dame uit het rijtuig tfielp, die nauwe
lijks de kinderschoenen ontwassen was en hem
met een door den scherpen wind gekleurd gelaat
vriendelijk «Dank je, Serey 1" toeriep.
«Leo, wat heb je dol gereden!" wendde zij
zich toen tol den jangen man, die juist de" koetsier
de teugels toewierp.
«Oom zal boos zijn, als hij ziet hoe de paarden
dampen,"
Zij zette haar hoed af en streek met de hand
over het goudglanzend haar, dat in den hals was
losgegaan. Haar wangen waren met een warmen
blus bedekt; zij haalde diep adem, als raakte zij
haar angst over den dollen rit kwijt, nam haar
mantel over den arm en stond daar met haar
feeèngestalte, welker teere lijnen nog van een
kinderlijken leeftijd spraken. Toch glinsterden haar
oogen van de vreugde, die de woeste vaart haar
had verschaft.
Leo ICurovski, een slanke jongeling met een
frisch, knap, energiek gelaat, op wiens bovenlip
Picquart moet dit reeds ontkend hebben,
met de opmerking nochtans, dat derde personen,
die de akten kenden, voordat die aan deleden
van den krijgsraad werden voorgelegd, zeer
wel afschriften of photografieên er van hadden
kunnen maken.
Bernard Lazare is door een medewerker van
de Temps geïntervieuwd over de bewering,
dat Dreyfus vóór of na zijn degradatie zijn schuld
zou hebben beleden.
Lazare ontkent dit, en voegt er bij dat
kapitein Lebrun-Renaud, aan wien Dreyfus die
bekentenis zou hebben gedaan, door den presi
dent der republiek en den minister van oorlog
is gehoord en beslist ontkend heeft, eenige be
kentenis van Dreyfus te hebben ontvangen.
Met nieuwe beweringen, welker betrouw
baarheid nog zal moeten blijken, komt de
Patrie voor den dag. Het blad zegt, dat een
tipje van den sluier, die over de zaak Dreyfus
ligt uitgespreid, heden zal worden opgelicht,
hetzij in de pers, hetzij door een vraag in de
Kamer.
Er zouden nieuwe onthullingen hebben plaats
gevonden, die Dreyfus' schuld bevestigen en
een kolonel, wiens naam tot nog toe niet is
genoemd, in de zaak betrekken.
Hetzelfde blad verzekert, dat men de over
tuiging heeft verkregen, dat de gesluierde
dame" zich te Londen bevindt, en dat zij han
delt uit haat jegens kolonel Picquart.
De Aurore wil nog van een officier hebben
vernomen, dat de bewijzen voor Dreyfus'schuld
van dien aard zijn, dat zij, zelfs met gesloten
deuren, niet zouden kunnen worden voorge
legd.
Zonder de stukken zelf voor te leggen heeft
de regeering dan ook Dreyfus' veroordeeling
weten te verkrijgen.
Het beruchte borderel is, volgens het blad,
vervaardigd door een persoon, »wiens hand op
die van Dreyfus geleek" (Esterhazy?): toen
me. Demanger aantoonde, dat dit borderel
vervalseht washad de regeering aan den
krijgsraad een geheim stuk medegedeeld, waarop
Drevfus vervolgens veroordeeld was.
Een redacteur van de Figaro iieeft het ge
luk gehad me. Demange in den trein te ont
moeten.
Ondervraagd over de onthullingen van majoor
Forzinetti, gaf de verdediger van den verbannen
kapitein toe, dat Dreyfus na zijn veroordeeling
hem in de armen was gevallen.
De advocaat had toen, minder gemeenzaam
dan Forzinetti mededeelde, gezegd: «Kapitein,
ge zijt het slachtoffer van een der verschrik
kelijkste gerechtelijke dwalingen dezer eeuw".
Over de plannen der regeering is nog niets
bekend.
Volgens de Piappel is het kabinet liet oneens
over de te volgen gedragslijn. Móline en eenige
zijner collega's zouden niet afkeorig zijn van
een revisie van het vonnis. De anderen wel.
In ieder geval heeft de regeering de aan
zich het eerste mannelijk dons vei toonde, keek
haar lachend en verliefd aan.
«Als ik de teugels voer, dan moet het gaan als
de wind. Op ooms paarden kan ik mij ver laten.
Bovendien, je weet dat ik woeker met iedeie
seconde, die ik van mijn korte vacantio hier kan
doorbrengen. Oom wil immers dat ik 's avonds
dadelijk weer terug ben."
Hij bood haar zijn arm en geleidde haar door
de met bladplanten en beelden getooide vestibule,
waar een tweede bediende hen eerbiedig opwachtte.
«Mevrouw de gravin maakte zich reeds bezorgd
over het uitblijven der fieule," waagde de reeds
bejaarde man te zeggen. «Het diner wacht
Boven gekomen gingen de jongelieden uiteen.
«Ik zie er zoo uit door de wind ik moet eerst
een beetje toilet maken," zei het jonge meisje
wegsnellende.
Een derde bediende opende voor den jongen man
een vleugeldeur, die naar een antichambre leidde.
Door deze kwam hij in de in ouden kostbaren
stijl gemeubileerde eetkamer, waar hij op een
bejaard heer met een ziekelijk, mager en bleek
gelaat toetiad, die, het lichaam voorovergebogen,
de handen op den rug, langs de gedekte tafel heen
en weer liep.
Vergeef mij, dat ik Maximinia te laat heb
doen komen", zei hij op kindeiiijken, vertrouwe-
lijken toon tot graaf Lubienoff. lik vond haar
alleen aan den zoom van het boschzij was moe
van het wandelen, en ik heb haar uitgenoodigd
tot een tochtje naar de nieuwe meierij van oom.
Mij treft dus alleen de schuld."
Graaf Lubienoff's blik rustte welwillend op het
nog jeugdig gelaat van Leo, Hij drukte hem
vriendelijk de hand,
generaal Billot en Móline toegeschreven uitla
tingen ongegrond laten verklaren.
Generaal Pellieux zet intusschen zijn onder
zoek krachtig voort. Maandag zijn Esterhazy
en verschillende andere personen door hem
aan een kruisverhoor onderworpen.
De anti -semiet ische studenten-vereeniging te
Parijs heeft Zondag een meeting op touw gezet
tegen de «kuiperijen van het syndicaat-Dreyfus."
De afgevaardigden d'Hugues, Millevoye e. a.
voerden het woord en deden een motie aan
nemen, waarbij de regeering tot liet nemen
van krachtige maatregelen wordt uitgenoodigd.
Een betooging vóór het Luxembourg werd
door de politie uiteengejaagd.
In de Grieksche Kamer heeft de minister
president Zaterdag de hoop uitgesproken, bin
nen een dag of acht het definitieve vredes-
tractaat aan de goedkeuring der Kamer te
kunnen onderwerpen.
In de eerste dagen van December zou dan
volgen het ontwerp op de financieele controle.
Aan het slot zijner rede verzocht de premier
de Kamer haar zittingen te staken, totdat de
onderhandelingen over den vrede zouden zijn
afgeloopen.
Een levendige discussie werd hierop gevoerd
over een voorstel der commissie van enquête
over den oorlog.
De Kamer besloot het nemen van een besluit
hierover uit te stellen.
In den loop der beraadslaging verklaarde
Delyannis zich bereid, de samenstelling op zich
te nemen eener commissie, die de verantwoor
delijkheid voor den oorlog en de leiding van
den krijg zou moeten vaststellen.
Tegenover dit voorstel nam de regeering
begrijpelijkerwijze een neutrale houding aan.
Intusscheu verklaarde de minister van oorlog
Smolenski, dat de oorlog overijld was uitge
lokt, en dat de krijgstoerustingen veel te wen-
sehen hadden overgelaten. Hij verzekerde op
zijn eerewoord, dat koning George de eerste
was, die op bestraffing der schuldigen gesteld
was.
De afgevaardigden, die voorgesteld hadden
een commissie van enquête te benoemen, sloten
zich zonder afkeuring uit te spreken bij het
ministerie aan.
De quaestie der enquête-commissie is trou
wens niet anders dan een partij-quaestie.
De Delyan nisten willen een ministerie onder
een aanhanger van Delyannis, b.v. Mavro-
miebalis.
Hun intriges wekken onder het volk groote
verontwaardiging.
De tegenstanders van Delyannis doen hun
best een crisis te vermijden. Zij geven de regee
ring den raad de zittingen der Kamer bij konink
lijk besluit te schorsen.
Een ministerieele crisis zou zeker zeer onge
legen komen, want met de vredesvoorwaarden
schiet men nu goed op.
«Mama is boos. Je weet, dat zij dikwijls weinig
door de ringers ziet. En ze heeft ook het recht
om boos te zijn, als Minïa zoo willig is ona op
allo dwaasheden in te gaan, die je maar voorstelt."
«Ik wou dat de vacantia van de krijgsschool
maar om was," liet zich een scherpe vrouwenstem
booren.
Leo trad op de vrouwelijke gestalte in zwart
zijden japon, die zooeven in den deurpost ver
scheen, toe. De ontstemdheid op de tamelijk scherpe
trekken van het smalle gelaat, dat ongeveer veertig
jaar verraadde, vreesde hij niet. Lachend vatte bij
de hand der gravin en drukte er een kus op.
«Niet boos zijn 1" vleide hij, als rekende hij bij
voorbaat op vergeving, maakte zich van haar arm
meester en voerde haar naar de tafel. «Minia komt
dadelijk
«Zij heeft zich kostelijk geamuseerd en speelde
met de lammetjes in de meierij als een kind."
«Wat zij ook nog is 1"
Haar blik viel bij deze woorden op naar dochter,
die juist met een hooge kleur de kamer binnen
trad, naar haar toesnelde en met een zwijgende
bede om vergeving haar hand aan de frissche lippen
drukte.
«Je weet, dat papa en ik een bezoek wilden
maken. Je moest bedenken dat je in je zestiende
jaar bent," klonk haar vermaning, zonder dat de
harde trek op haar gelaat verdween, terwijl toch
baar donker oog zonder toorn op haar dochter
rustte.
«En jij, Leo wees liever vlijtig en denk aan je
carrière 1"
«Daar Iaat ik oom aan denken," lachte Leo
overmoedig. «Aan wien anders moet hij dan al
zijn geld nalaten
Over de schadeloosstelling voor particulieren
is men het nu ook eens geworden.
Te regelen blijft nog altijd de Kretenzische
quaestie.
Daily News verneemt uit Rome, dat de
mogendheden over een vlootdemonstratie in de
Dardanellen. of zelfs over een blokkade van
Konstantinopel, denken om den Sultan tot ver-
lecnen der autonomie aan Kreta te dwingen.
Het bericht vereischt zeer zeker nadere be
vestiging.
Gemengde 9Iededcellngcn>
Keizer "Wilhelm is te Kiel aangekomen,
waar hij aan boord van het vlaggeschip Kur-
fürsl Friedrich Wilhelm logeert.
Te Barcelona wordt door Carlistcn, aanhan
gers van Romero Robledo en republikeinen
een betooging ter eere van generaal Weyler
voorbereid.
Andere republikeinen willen een tegenbetoo-
ging houden.
De autonomie voor Cuba wordt zeer slecht
opgenomen door den Spaanschen groothandel,
die reeds bij de regeering zijn grieven heeft
uiteengezet.
De Standard ontkent, dat Rusland een nota
aan de Porte heeft gezonden, waarin deze wordt
aangesproken over haar schuld aan Rusland.
Uit Petersburg wordt aan de Daily Telegraph
bericht, dat het Russische ministerie van oorlog
gelden heeft uitgetrokken voor versterking der
havens van "Wladiwostock.
Ook Frankrijk heeft nu troepen aangeworven
voor het achterland van Lagos, o. a. 1000 ruiters
en 100 Seneg-aleezen.
Te Johannesburg worden pogingen aange
wend tot oprichting van een «Algemeen Neder-
landsch Verbond."
Het eerste nummer is aldaar verschenen van
de eerste Hollandsehe courant, liet Vrije Volk.
Opnieuw gaan er te Washington geruchten,
dat de staatssecretaris voor buitanlandsche
zaken Sherman na de opening van het Congres
zal aftreden,
Uitvoering der kieswet.
De minister van binnenlandsclie zaken heeft
aan de Commissarissen der Koningin verzocht
het onderstaande met betrekking tot de uit
voering van artt. 13 en 20 der Kieswet in 1898
en volgende jaren ter kennis te brengen van
de burgemeesters.
L Naar luid van art, 13 der kieswet zal de
burgemeester bij de kennisgeving in art. 11
vermeld, de mannelijke ingezetenen der ge
meente, die krachtens art. \b aanspraak meenen
«Je oom kan nog twintig jaar leven en zoolang
blijf je een arme jongen," wees de gravin hem
terecht.
Men ging aan tafel en Leo hield het gesprek
gaande, waarnaar de gravin met moederlijk wel
behagen luisterde, terwijl haar echtgenoot, blijkbaar
lijdend, alleen nu en dan door een vriendelijk
lachje zijn belangstelling toonde.
Het gesprek werd nu eens in het Russisch, dan
weer in het Duitsch gevoerd, want de graaf, dio
zich om gezondheidsredenen uit een hooge staats
betrekking op zijn landgoed had teruggetrokken,
was lang in Duitschland geweest en had daar ook,
bij een feest ten hove te Berlijn, zijn vrouw leeren
kennen, de dochter van een zeer vermogend, oud-
Silezisch geslacht.
Waar huwelijksgeluk hadden zij nooit gekend.
Zij was heerschzuchtig, beschouwde Rusland als
een verbanningsoord en vond alleen rust in ruste
loosheid. Hij liet haar, toen hij een ongeneeslijke
kwaal kreeg, doen wat zij wilde. De opvoeding,
die z ij haar kind verzuimde te geven, trachtte hij
aan te vullen, maar met bezorgdheid zag hij den
tijd naderen, dat zij haar dochter in haar eigen
spoor zou leiden en van hem vervreemden.
Aan tafel zagen Leo en Maximinia elkaar heimelijk
aan, toen de gravin bevel gaf, het rijtuig gereed
te houden. Het scheen dat de tijd vóór het vertrek
der ouders hun te lang duurde.
Toen men van tafel ging, beloofde Leo zijn
driespan ook spoedig te laten voorkomen. Maar hij
dacht er niet aan, toen de graaf en de gravin
waren weggereden.
Wordt vervolgd.)