51ste jaargang. Zondag 5 en IVIaandag 6 December 1897. N°. 9493. Ticeede Blad Fransche schrijvers in de Bastille. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, EEIJIELETOISr. Ook een Sint-Nikolaas-avond. UITGEVER: H. J. C. RÖELANTS. Abonkementspbijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommersq,02 BUREAUBflTERSTRAAT TO, Tcïeplioon So. 123. ADTEBTENTTEnjus: van 1—5 gewone regels mot Inbe grip van ccne Courantf 0.53 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Dat het volk van Parijs in 1878 gewapend optrok naar liet kasteel aan den ingang der voorstad Saint-Antoine, en dat het de inneming der Bastille iesehouwde als het roemrijkste feit der Revolutie, vindt zijn oorzaak hierin, dat de philosophen en pamphletschrijvers onder het ancien régime steeds de oude staatsgevangenis hadden afgeschilderd als het symbool der tyran- nie, als het krachtigste bewijs voor den ge- haten toestand van slavernij, waarin het Fran sche volk verkeerde. Sommige en niet de minst belangrijke schrijvers hadden de gevolgen der beruchte lettres de cachet leuren kennen, en vonden in het protesteeren tegen hun gevangenzetting een bruikbaar mit del om terstond de aandacht te trekken tot hun persoon en hun werken. Zoolang de Bastille nog bestaat, hielden zij niet op luidkeels te verkondigen, mogen wij niet hopen op emancipatie, op volkomen vrij heid der menschelijke gedachte. Die opvatting is overgeërfd tot op onze dagen. Daarom noemt Michelet ook de schrijvers onder het ancien régime «martelaars der gedachte", en hij voegt er bij «De wereld denkt, Frank rijk spreekt, de Bastille van Parijs ik zou liever zeggen de gevangenis der gedachte is boven alle kerkers vloekwaardig en verfoeilijk geweest." Deze sentimentaliteit van den beroemden ge schiedschrijver, die mooie lyrische ontboezeming is ten eenenmale ongerechtvaardigd, en zoo de groote historicus de feiten in het juiste licht had bezien, dan zou hij waarschijnlijk geaar zeld hebben te spreken van het martelaar schap der schrijvers van de 18de eeuw. In zijn monografie over de Bastille in de «Encyclopédie" noemt Bournon de volgende schrijvers, die gevangen zijn gezetVoltaire, La Beaumelie, de abt Morellet, Marmontel, Linguet, in de Bastille Diderot en de markies de Mirabeau in het kasteel te Vincennes. Nu komt echter een jong geleerde, Franz Funck-Brentano, verbonden aan den Bibliothe- que da VArsenal, waar hij gelegenheid heeft gevonden de archieven der Bastille te ordenen en te bestudeeren, in een studie in de Revue Hebdomadaire aantoonen, dat al die schrijvers Met kleine trippel-pasjes liep ze in het ver trek rond een gewoonte, die haar eigen ge worden was door de weinige ruimte, die er tusschen de verschillende meubelen der kamer over was. De kamer zelve was niet groot en er stond zooveel in, ze had er wel wat van kunnen wegdoen maar ochl 't zou haast niets op brengen en ze was er zoo aan gehecht. Elk stuk van 't schunnige ameublement vertegenwoordigde als een hoofdstuk van haar leven. Maar nu wekten die oude stoelen en tafels en kasten geen droevige herinneringen bij haar op, of liever zij wijdde er geen enkele ge dachte aan. Ze had het te druk. 't Was vijf uur 's middags en ze verwachtte 's avonds gasten. Het was Sint-Nicolaas-avond en dien vierde ze altijd met haar twee oudste en beste vriendinnen juffrouw Betsy Kruisberg ■en juffrouw Alida van Munteren, voor de kort heid, in !t intieme |leven, Bet en Lied genoemd: Zij zelve heette Cato, maar liet zich To noemen. Als je alleen woont en alles zelve doet, dan is 't een heel ding om alles klaar te zetten voor een avondbezoek. Daarom had ze vroeg gegeten, even vier uur, en nadat ze de vaten gewasschen had de vaten och 1 arme één bord en twee schaaltjes, één waar drie schijfjes varkens gehakt op gelegen hadden en 't andere, dat met boerenkool en aardappelen, door elkander gestoofd, gevuld was geweest. Nadat ze de vaten gewasschen had, was ze begonnen aan 't opruimen der kamer. Niet, dat er rommel was, gunst nee, maar als je visite krijgt, dient alles in de puntjes te meestentijds om gegronde redenen zijn gevan gengenomen, dat zij slechts kort in den kerker \ertoefd en het daar zeer aangenaam gehad hebben, en dat die afzondering van de buiten wereld hun terstond een reputatie heeft be zorgd. die de uitgave van een hunner werken dikwijls niet bij machte zou zijn geweest hun te verschaffen. De Bastille was een soort wijding, en al hebben de schrijvers der vorige eeuw openlijk die gevangenis bestreden, per saldo kunnen zij het niet betreurd hebben er «treurige slacht offers" van te zijn geweest. Een niet onvermakelijk en zeker ongedacht hoofdstuk wordt aldus door Funcke-Brentano toegevoegd aan de geschiedenis der beruchte staatsgevangenis. De jonge archivaris is de schrijver van een werk, waarin hij met een merkwaardig scherpen blik den strijd der Ylanmsche gemeenten tegen Philips den Schoone schetst; met groote duidelijkheid heeft hij ook den doopceel gelicht van den Man met het IJzeren Masker, die zoo langen tijd in een ge heimzinnig duister verkeerde: hij heeft de be roemde mémoires, die Latude, een ander slacht offer der lettres de cachet, op stukken linnen schreef, volkomen ontcijferd. En thans stellen nieuwe documenten hem in staat tot niets te reduceeren de legenden, die in omloop zijn gebracht over de gevangenschap van schrijvers onder het ancien régime, en aan te toonen dat de Bastille geenszins werd gebruikt, zooals Bournon schreef, «om die fiere en grootsche beweging, den trots van den inen- schelijkcn geest, in de richting der beginselen van emancipatie en vrijmaking, te onderdruk ken." Voltaire, de meest beroemde der door Bour non genoemde schrijvers, werd tot tweemalen toe gevangen gezet. Den eersten keer bad hij het zeker verdiend. Hij had tegen den Regent en diens dochter beleedigende verzen geschreven en in nog be- leedigerider termen in 't openbaar over hem gesproken. In zijn gevangenis genoot hij tame lijk veel vrijheid. »'t "Was in de Bastille," schreef Condorcet, «dat de jonge poëet zijn gedicht «de Ligue" ontwierp, zijn treurspel Oedipus corrigeerde en een luimig vers maakte op het ongeluk van in de Bastille te zitten." Toen hij in vrijheid was gesteld, werd hij door den Regent geprotegeerd.' die den dich ter mèt zijn vergiffenis een jaarlijksche toelage van vierhonderd dukaten sciion;. Het geestige antwoord van Voltaire op die zijn. Ze had de vijf kopjes netjes omgedroogd. Ze zouden wel met haar drieën zijn, maar ze vond dat 't hoorde om er eenige meer op 't blad te hebben staan. Ze zou er zelfs nog meer opgezet hebben, doch er waren nog maar 5 over van 't mooie stel uit haar moeder's huis houden. Eu toen 't trekpotje nog eens opgepoetst en 't melkkannetje afgewreven en 't daarna gevuld. En toen de glaasjes uit de kast gehaald en ze heel voorzichtig omgeveegd toen 't blaadje eve.n afgestoft en ze er opgezet zoo op 't tafeltje in den hoek, daar stonden ze uit den weg. En toen de stoelen aangeschoven en och! er viel altijd nog wat te doen als je goed rondkeek. Onder de hand moest ze luisteren naar de schel. Ja, want ze verwachtte iets... zeker zeker! Sinterklaas zou voor haar ook rijden. 't Was intusschen al zes uur geworden stilwas dat nu voor haar of voor de men- schen beneden? Ze meende, dat 't tweemaal was. In elk geval zou ze maar even gaan kijken. De deur was al opengedaan door een van de kinderen. «Marietje, is 't soms voor mij?" vroeg ze bedeesd, «Wel nee, gut, juffrouw, verwacht u ook al pakjes, van N. N. soms?" En met een schaterlach liep 't bakvischje naar binnen om te vertellen hoe ze die oude juf van boven lekker voor den gek had gehouden. Ze ging dus maar weer naar haar kamer terug, wc-1 een beetje zenuwachtig, toen 'thalf zeven werd en er nog niets was gekomen. Enfin, ze zou maar voor 't theewater gaan zorgen, ze had heerlijke kooltjes, veertien dagen lang had ze er voor opgespaard. Ja, want op zoo'n avond moesten er zooveel zijn, eerst voor 't theewater en dan later voor 't warme water voor de Punch 1 Daar zorgden Bet en Lied samen voor edelmoedigheid is bekend«Monseigneur, ik dank Uw Koninklijke Hoogheid, dat zij wel wil voortgaan zich met mijn onderhoud te be lasten, maar ik verzoek u niet langer te zor gen voor mijn huisvesting." De tweede gevangenneming van den auteur van «Mahomed," in 172G, was het moet erkend worden een daad van zuivere wille keur. Voltaire had ruzie gekregen met den hertog de Rohan. Op zekeren avond liet men hem, toen hij ergens te dineeren was, voor een drin gende zaak roepen; maar nauwelijks opstraal gekomen, werd hij door de lakeien van den hertog aangegrepen, die hem met stokken af ranselden. De hertog zeide zelf later, toen hij de geschiedenis vertelde, spottend«Ik kom- mandeerde de arbeiders.". Voltaire trachtte zich neluurlijk te verdedi gen maar liohan kreeg gedaan dat hij ge vangen werd genomen. De dichter bleef in de Bastille twaalf dagen. Ilij had een bediende naar eigen keus tot zijn beschikking, die op kosten van den Koning werd gevoed. Ilij zelf at, indien hij het wilde, aan de tafel van den gouverneur. Zijn vriend Thiéraux mocht bij hem dineeren. Men verschafte hem pennen papier, boeken, al wat hij wensehte om zich te vermaken. Waarlijk, in men het voor goed. Ziehier het schrijven van den minister van het Huis des KoDings, Maurepas, aan den luitenant-generaal van politie, Ilérault, waarbij dezen bevolen werd Voltaire naar de Bastille te laten overbrengen, sMonsieur «Je vous adresse les ordres du Roy pour faire conduire et recevoir a la Bastille le S. Arouet de Voltaire. «Vous avrés soin s'il vous plaist de tenir la main a leur execution, et de m'en donner avis. Je suis toujours trés parfaitement y>Monsieur, «Votro trés humble et trés affec- tionné serviteur, [w. g.) Maurepas. («Mijnheer. Ik zend u de bevelen des Konings om naar de Bastille te doen overbrengen en daar op te nernen Arouet de Voltaire. U zult zoo goed zijn er voor te zorgen dat aan de uitvoering daarvan wordt voldaan, en mij er bericht van te zenden. Ik ben steeds ten volle uw zeer onderdanige en Maurepas.") een onzer groote hotels heeft tien gulden per dag niet zoo toegenegen dienaar op die voorwaarde alleen stemden ze er in toe Sint-Nikolaas bij haar te komen houden. Zij gaf vuur en licht en thee en melk en suiker en warm water ende verrassing Op 't zelfde oogenblik, dat de klok 't zevende uur aankondigde, werd er heel duidelijk, twee daal gescheld. Hè, ze hoopte maar, dat het 't nu zou zijn. Maar nee 't waren de vriendinnen. Ze was natuurlijk heel blij ze te zien, maar toch Zoo laat was 't nooit gekomen. Zwijgend liepen de drie dames achter elkan- er de twee trappen op. Hijgende en blazende kwamen ze boven. »'t Is toch een heele klim, To," zei juffrouw Kruisberg. «Ja, Bet, als ik in een kelder woonde, zou 't minder zijn." «In een kelder, 't is zonde," lachte juffrouw van Munteren. «Laten we nu niet praten, maar ons eerst uitkleeden," stelde juffrouw Kruisberg, die nog al van den praktïschen kan >.vas. voor. «Nee, die is goed en jij was zelve begonnen," merkte de gastvrouw op. «Nu ja, maar wacht, mag ik even mijn shawltje hebben voor de speld, zoo 1 Wil je mijn hoed er niet boven op leggen, als-je-blieft." Na nog eenige instructies van juffrouw van Munteren omtrent 't neerleggen van haar goed, was men zoover-, dat men kon gaan zitten." »IIè," zei juffrouw Kruisberg, jnet een zucht van verlichting, »'t is hier beter dan op straat." «Ik was eerst nog bang, dat 't te warm zou zijn," vertelde de gastvrouw. «Wel nee, mensch," verzekerde juffrouw van Munteren. »'t Weer is niet zoo, of je kunt best een (link vuurtje velen." «Ja, maar ik dacht zoo, later met de Punch weet-je." «tls zonde nog an toe," riep juffrouw van Munteren uit. »'t Is goed, dat je 't zegt, nee, maar jij bent er ook een, Bet, je hadt er mij La Beaumelie werd in 1753 gevangen gezet, omdat hij bij het verzorgen eener uitgave van Voltaire's werken de tekst van «Siècle de Louis XIV" had vervalseht. Voltaire zelf zeide, «dat er geen land ter wereld was, waar La Beaumelie niet op dezelfde wijze zou zijn gestraft, en dat hij zelfs twee landen kende, waar de straf strenger zou zijn geweest." Die tweede «martelaar der gedachte" be schikte in de Bastille over een bibliotheek van zeshonderd doelen, netjes op planken gerang schikt, die de regeering voor hem in orde had laten maken. Ilij schreef aan zijn ouders, ont ving bezoeken, wandelde vrij in den tuin van het kasteel, fokte vogels en maakte verzen die hij hardop voordroeg! Welke philosonf, die van stilte en eenzaamheid houdt, en die zich wenseht los te maken van de materieele zorgen des levens, droomt niet van zulk een lot Evenmin had de abt de Morellet zich te be klagen over zijn gevangenschap. Hij had in een pamphlet, «zeer onfatsoenlijk" volgens Rous seau's woorden, een jonge, mooie vrouw be- leedigd, Mme. de Robecq, die aan een borst kwaal leed en eenige dagen later stierf. Morellet had berekend, dat zijn gevangen schap zes maanden zou duren dan zou zich een schitterende carrière voor hem openen, dacht hij met reden. Hij bleef in de Bastille niet zes maanden, maar zes weken, die, zooals hij opmerkt, «zeer aangenaam voor mij voorbijgingen ik lach nog terwijl ik dit schrijf." Toen hij vrij was, stonden alle salons voor hern open; men vocht om hem. Hij was een beroemd man. Tegenwoordig geniet een schrijver, die we gens «onzedelijke geschriften" wordt vervolgd, niet zulke voordeden 1 Wat Marmontel betrelt, zijn verblijf in de koninklijke gevangenis moet hem nog aange namer zijn geweest dan den abt de Morellet. Hij heeft ons in bijzonderheden zijn gevan genschap, die elf dagen duurde, medegedeeld. Hier is het menu van zijn eerste diner: Uitstekende soep, een plak sappig rundvleesch, een malsche kapoenenbout drijvende in het vet, een schoteltje gebraden astisjokken in pekelsaus, een schotel spinazie, een fijne peer, nieuwe drui ven, een flesch oude Bourgogne, uitmuntende Mokka-koffie, vruchten en dessert. Ongelukkigerwijze had Marmontel bij ver gissing het voor zijn bediende bestemd maal verorberd, en moest dus dezen het zijne af staan. Diderot en Mirabeau werden op het kasteel wel aan kunnen herinneren. De flesch zit nog in mijn zak. Excuseer," voegde ze er bij, haar japon en haar bovenrok oplichtende en den zak vertoonende, bengelende op haar flanellen 2-ok. «Secuur", mei-kte de gastvrouw met be wondering op. «Ja, dat moet wel, op zoo'n avond 1 't Is zoo druk en de menschen dringen zoo tegen je aan. Wacht, help me eens even." «Wat een dikke flesch." «Dat komt, omdat ik 'm eerst in de watten heb gerold zoo zet 'm nu inaar neer. Of wacht ik zal 'm je behoorlijk géven." Ze ontdeed 'm van 't overtollige omhulsel en reikte de gastvrouw het halve üeschje over, met een allerliefst glimlachje en een kleine hoofdbuiging: «Met het compliment van Bet en van mij." «Ik dank jelui wel, hoor, 't is eigenlijk al li" «We doen 't immers elk jaar," merkte de praktische juffrouw Kruisberg op. En 't is niet om indiscreet te zijn," be gon juffrouw van Munteren, op geheimzinnigen toon, maar is het er al De gastvrouw kleurde, terwijl ze verlegen antwoordde «Neen, nog niet, ik maak me wel' wat on gerust." «'t Zal nog wel komen," merkte juffrouw Kruisberg geruststellend op. «Ik wil 't hopen maar, zie je, tusschen ons gezegd, andere jaren kwam 't veel vroe ger, Gunst, verleden jaar was het er al om even zes uur en alles in orde: een zakje spekulaas voor bij de thee, twee dikke letters voor bij de punch en een hartje van marse- pijn, een heerlijke bezending maar nu ik weet niet, wat ik er van denken moet." 't Zal nog wel komen," verzekerde juffrouw Kruisberg opnieuw. «Zou ik zal ikalzoomaar vast een kopje thee inschenken?" vroeg de gastvrouw

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 5