s 1 l 51 "e jaargang. HifijiiÉter i (te imeiiterÉitii ondag 5 en Maandag 6 December 1897. ST. 9493. Derde Blad. FEUILLETON. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. pfationaie Militie. KENNISGEVING. Gemengd N i e 11 w s. Wl Aboshemektsfbws toot Schiedam, per kwartaal f 0.90 n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaaL - l.ao Afzonderlijke nommerso og BUREAU i BÖTERSTBAAT TO, Telephoon Iffo. J23. AuvEnTENTrErBusvan 15 gewone regels met inbe grip van cene Conrantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. herinneren bij dezen aüe belanghebbenden aan hunne verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving voor de nationale militie, in de maand Januari 1898. De bepalingen der wet betrekkelijk de nationale militie van 19 Augustus 1801 staatsblad no. 72) waarbij de inschrijving is geregeld, zijn de volgende: Art. "15. Jaarlijks worden voor de militie ingeschreven, alle mannelijke ingezetenen, die op den lsten Januari van bet jaar bun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 staatsblad no. 44); 2o. Hij, die geen ouders of voogd hebbende, geduiende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf hield; 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, ai is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, beboerende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeeiigheid is aangenomen. Art. 16 De inschrijving geschiedt lo. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is deze oveileden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woont 3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd beeft of door deze is achtergelaten, of wiens voogd buitenslands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont 4o. Van den buitenslands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, wiar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven: (Vervolg on Slot.) Ofschoon Holmes niet te veel aan zijn hospita bleek gezegd Ie hebben, zal ik hem toch onge duldig te verwachten. Langer dan een uur liet hij me niet in spanning. sZsg eens", zei hij, op roastbeaf aanvallend, die op tafel stoud, »die mr. Roman was niet linkschik heb 't onderzocht." aMaar daaruit zou volgen. iDat een ander dien brief geschreven heeft, wil je zeggen 7 Misschien wel. Komaan, we moeten spoedig op 't pad." Na met merkwaardige snelheid geluncht te heb ben, stak hij zijn revolver in zijn zak. sik heb goede hoop. We gaan eerstoven naarmr. Barnet,' 't Huis waar deze woonde was een oud, ver vallen gebouw in een achterbuurt. «Een rare residentie voor een student", zei Holmes. sWe zullen maar niet aanbellen. De ach terkant moet op de Theems uitkomen. Dat moet ik eerst eens zien." We liepen door een ander steegje, tot we aan een brug over de rivier kwamen. «Juist, daar woont hij. Schilderachtig, hè, die huizen oprijzende uit 't water. Een hoekje van Venetië. Nu moeten we even op de kamer van mr. Barnes zijn." «Meneer is uil", zeide een niet bijzonder zin delijk uitziende jufl'iouw, die ons de deur opende. «We komen om dien patiënt van meneer even te zien. Er is hier immers een heer, die aan slaap ziekte lijdt 7" «Jawel, meneer. Weet u er van?" tik ben zijn broer, dus ik zal 't wel weten.' tMaar ik mag er niemand bij laten." sDat begi ijp ik wel. We moeien alleen even op mcneer's ziikamer zijn." De juffrouw, blijkbaar ons nu vertrouwend, bracht ons boven. »Een echte studentenkamer, Watson", zei Holmes, tHm, dat is een groote flech morphine. Die Barnes is zeker afschaffer. Kijk maar eens wat een flesscheti melk. Een zeer verstandig jnng- lo. De in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is; 2o. De in een vreemd rijk verblijf houdende ouder- looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3o. De zoon van den Nederlander, die ter zake van s lands dienst in 's rijks overzeesclic bezittingen of koloniën woont. Art. 18. Elk. die volgens art. 15 behoort te vvotdeti ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Cm gemeester en wethouders aan te geven tusschen den lsten en den 3lsten Januari, Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is z'jn vader, of, is deze .netleden, zijne moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aan gifte verplicht. De wijze, waarop van het doen van de aangifte blijken moet, wordt door Ons bepaald. Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en wet houders der gemeente, waar de inschrijving, volgens art. Imoet geschieden. Daarbij gelden Je bepalingen der 2de en 3de zin sneden van ait. 18. Zijne inschrijving geschiedt in het register van het laar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort. Dientengevolge wordt aan alle mannelijke ingezete nen, die geboren zijn in het jaar 1879, kennisgegeven, lat ten raadhuize, op dagen en uren hieronder ver meld, tot het doen dier inschrijving meer bepaaldelijk gelegenheid zal vvoiden gegeven, te weten, op: ZATERDAG den 8n Januari 1898, voor hen wier geslachtsnamen beginnen inet een der lettei s A tot en met M, en MAANDAG den lOn Januari 1898, voor hen wier geslachtsnamen beginnen met een der lettei s N tot en met Z, telkens van des voormiddags 10 tot des namiddags 12 uur. Het register van inschrijving zal bovendien geopend blijven tot den 3lsten Januari daaraanvolgende des na middags ten vier urewanneer het voorloopig zal worden gesloten. Voorts worden belanghebbenden nog opmerkzaam gemaakt, dat met eene boete van ten hoogste honderd gulden worden gestraft zij, die "orzuirnoa zich in de maand Januari voor de militie te doen inschrijven. En is hiervan afkondiging geschied, waar bet be- hooit, 4 December 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG, De secretaris VERNÈDE. menscb. Ga je mee, Walson, ik heb het al gezien. We zijn hier dicht bij Robbers, is 't niet?" «Bedoel je dien handelaar in lijken?" «Jawel, en in geraamten, armen, beenen, enfin, al wat een weetgierig arts of student maar ver langen kan. We loopen er even heen." «Wat drommel heeft die er mee te maken «Je zult het gauw weten. Daar zijn we er al. Bonjour, Robbers, gaat de affaire goed?" t Schikt nogal, meneer Holmes." «Ja, maar alle klanten zijn niet tevreden. Meneer Barnes pruttelt over dat lijk, dat je hom geleverd hebt, de vorige week." «Het was toch precies de lengte, vijf voet zeven, en ook de kleur van haar, meneer." «Zoo, enfin, een volgenden keer beter. Een han dig jongmensch, die Barnes, lie? Maar hij heeft er bij zijn studie wel eens last van, dat hij linksch is, geloof ik." «Och waarom, meneer? Dat maakt geen onder scheid," «Soras wel. Nu, bonjour, Robbers. Zie zoo, Watson, de zaak is gezond. Ik kan roe het genoe gen niet ontzeggen, even naar mts. Roman toe te gaan, om haar te vertellen, dat haar man on schuldig is." «Heeft hij dan niet gestolen Maar waarom dan die zelfmoord «Hij heeft geen zelfmoord gepleegd. Maar ik moet absoluut zeker zijn, dat hij nog leeft, vóór ik daarvan iets aan zijn vrouw vertel. Dan moet gij haar maar eens voorbereiden. Je zult het beter doen dan ik." «Ik begrijp er niets van. Waar is die Roman dan «Hier zijn we bij zijn vrouw," zei mijn vriend droog, terwijl hij aanbelde. «Mevrouw Roman", zei Holmes toen we bij bij onze cliënte binnentraden, sik geloof te kunnen bewijzen, dat uw man onschuldig was. Hoe, zal ik u voorloopig nog maar niet vertellen," «O, meneer Holmes, hoe zal ik u ooit kunnen danken. Ik wist het, dat hij nooit zoo iets zou kunnen doen, ik heb niet aan hem getwijfeld, hoe smartelijk en hoe vreemd het ook is wat ik onder vonden heb". Ze zweeg even en ging toon eenigszins be schroomd voort: «Meneer Holmes, ik had het u eerder moeten zeggen, maar ik ben onbemiddeld en ik zou nooit naar verdienste BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SCHIEDAM, roepen op sollicitanten naar de betrekking van Jaarwedde kunnende opklimmen tot ƒ1100, met recht op pensioen. Leeftijd 25 35 jaar. Zij, die reeds als opzichter hij den reinigings dienst weikz.tam zijn of geweest zijn, zullen bij voorkeur in aanmerking komen. Voor persoonlijke aanmelding bestaat u i t- sluitend gelegenheid op Woensdag 15 SScccniltcr a.s., 's nam. van 2 3 uur ten Raadhuize. Soilicitatiestukken vóór of op dien datum in te zenden aan deu Burgemeester. Een avontuur aan de grenzen. Het gebouw der Koninklijke Marechaussee te 's Heerenberg is onder één kap gebouwd met een herberg. In den nacht van 1 op 2 December kwamen met den laatstee trein in Emmerik een Neder lander, die vroeger in de buurt van's Heeien- berg gewoond had, en eeu Duit->cher. Beiden maakten een uitstapje uit de kolen mijnen naar Nederland. Goed aangeschoten kwamen zij de grens bij 's Heerenberg over en de Hollander bracht zijn kameraad naar de heiberg naast de woning der marechaussee. Zijn herinnering liet hem echter een weinig in den steek en in pints van aan de tapperij klopte hij aan de woning van den brigadier- co. tmandaot. Niemand deed open, aangezien allen reeds naar bed waren. Toen trachtten de heeren door een raam bin nen te koinen, waardoor de brigadier wakker werd en vroeg wat zij wilden. Nog steeds mee- nertde dat liet de waard was die tot hen sprak, begonnen zjj tegen de deur te schoppen om binnen gelaten te worden. Een kleine ruk aan de bel was voldoende om de drie boven slapende manschappen wakker te krygen en toen de deur opengiig en ue beide dronken kei els wilden binnen komen om «Schnaps" te drinken, vielen zij in handen van vier flinke dienaren der polhie. «Hel is mooi woer, vindt u niet?" viel Holmes dioog in, «We gaan nu nog even naar mr. Barnes. Hij zal ons toch wel beleefd ontvangen »0, zeker, het is een gentleman in alle opzich ten. Ilij heeft zoo zijn best gedaan mij te troosten in mijn leed «Nog een vrang, mevrouw. Was de lengte van uw man niet vijf voet zeveri «Ja juist. Hoe weet u dat?" «Tot zions, mevrouw." «Rijd even naar 't politie-bureau," zei Holmes V">sen den koetsier. Teen we daar aankwamen, trad hij binnen en kwam spoedig met een commissaris terug. We reden met ons drieën naar Barnes. »U wilt we! even wachten en een paar minuten na ons boven komen," zei Holmes tot den beambte, terwijl hij aanbelde. «Meneer Barnes is niet te spreken," riep een stem van boven. «O, dat geldt voor ons niet," zei Holmes, sllier is de kamer, nietwaar juffrouw We traden binnen. Barnes, een lang jongmensch met een gunstig uiterlijk, trad toornig op ons toe. iPardon," zei mijn vriend. «Mijn naam is Sher lock Holmes, dit bier is de heer Watson. We zijn vrienden van Mevrouw Roman en komen u om eenige inlichtingen verzoeken." «Nu u er eenmaal bent, gaat zitten, heeren. U vindt me hier in een scbrikkeiijken rommel. Daarom had ik niet thuis gegeven. De zelfmoord van mijn vriend heeft mijn zenuwen in da war gebracht, en ik ben mijn boeltje aan 't inpakken om in een reisje wat afleiding te zoeken." «Dat kan ik me zeer goed begrijpen," zei Holmes. «U moet weten, ik heb de zaak van dien diefstal tot klaarheid gebracht. Er blijft nog maar één punt over. Toen Roman dien Zaterdagmiddag bij u kwam borrelen, was hij geheel normaal, niet waar?" iZeker". »U hebt in zijn borrel opium gedaan, en toen iiij in slaap is gevuilen, hebt u hem behoorlijk vastgebonden De dosis opium hebt u zeker eiken dag vernieuwd Barnes sprong op als door een adder gestoken. Zijn gelaat werd vaalbleek. Hij strekte de hand uit naar de tafel. «Doe geen moeite," zei Holmes, zijn revolver voor den dag halend, nik zou ja toch voor zijn." Op dit oogenblik trad de commissaris binnen. Hoe het onthaal was Ibij de uit hun slaap gewekte en daardoor weinig gestichte mannen laat zich goed begrijpen. De reizigers kregen logies in het daarvoor bestemde hok. De Duit- sclier werd 'smotgens over do grens gebracht, de Nederlander den volgenden dag ontslagen: Bij dezen laatste werd bij fouilieering gevon den een yzeren pin in den vorm van een wig met twee scherpe punten, zeer geschikt om iemand een gevaarlijke wond toe te brengeu. De Duitscher verklaarde noo.t meer in Neder land te komen en verweet zijn makker, dat hij hem in zulk een nette herberg bad ge bracht. De visschcrij en de storm. Bijna geen bom of logger komt nu teSche- veningen binnen of zij hebben groote verliezen van netten en toebehooren, verscheidene zelfs van hun gelieele vleet. Voor de faaringvisscherij zal dit, naar men verwacht, een aanzienlijke schade opleveren. Reeder A. de Mos, te Scheteningen, heeft bij de politie gemeld, dat zijn bomschuit Vrouw Adriana bij den jongsten storm is verongelukt en de equipage, bestaande uit D man, slechts gedeeltelijk is gered. Met de gisteren-ochtend te Maasluis terugge komen bomschuit Holland II, stuurman Den Duik, is behouden aangebracht een der matro zen van de bomschuit Vrouw Adriana, wier bemanning vermoed werd omgekomen te zijn bij den jongsten storm. Deze visscher had zich zwemmende weten te redden. Verdronken vee. Te Scherpenisse zijn door een plotseling op gekomen vloed 404 schapen van den veehande laar G. verdronken. Een diefstal, Een fabrikant uit Berl'yn was op reis aan een station een handkoffer ontstolen, waarin zich gouden horloges ter gezamenlijke waarde van 20,000 mark bevonden. Bij onderzoek werd ontdekt dat de dief waseen beambte, dié met het vervoer van gevangenen belast was I sWeos zoo goed, dezen man te arresteeren wegens diofsta! in de Spaatbank". Barnes strekte gelaten zijn handen uit, toen da commissaris zijn boeien te voorschijn haalde. Ilij wierp alieen een blik van raachtelooze woede op Holmes. «Maak je niet boos", zei mijn vriend goedig. »lk moet zeggen, je plan was geniaal, en ik heb 't met veel genoegen gevolgd. Je hebt Roman acht dagen verborgen gehouden, en hem zoo lang met melk gevoed. Verder heb je zijn kleeren aange trokken, je bent den vorigen Zaterdagavond naar de Bank gewandeld, hebt met Roman's sleutel de brandkast geopend en je kans waargenomen. Je was zoo verstandig, piet tegen de vrouw van den concierge te spreken, want dan zou je stem jè verraden hebben. Maar zijn stap heb je niet onver dienstelijk nagebootst." tMaar dat lijk, dat opgevischt >s viel ik in de rede. «Dtar kom ik nu aan, Watson. Je hebt van Robbers een lijk gekocht, dat zoowat de lengte had van Roman. Dat heb je hier acht dagen onder watei' gehouden, door het met een touw aan den muur vast te binden en in de Theems te iaten drijven. Vermoedelijk heb je er ook een zwaren steen aan gebonden. Toen heb je het de kleeren van Roman aangetrokken, maar 't ondergoed van je zelf. Een zekere kieschheid eigenaardig, Wat son, zelfs deze man heeft nog eenige kieschheid belette je Roman's ondergoed te nemen. Je hebt er niet aan gedacht, dat je eigen goed anders ge merkt was dan dat van Roman, alleen heb je de B's gedeeltelijk uitgekrabd. Verder heb je een briefje geschreven en in den zak van Roman's jas gestopt. Overigens bob je zijn hand slecht nagemaakt, dat was onvoorzichtig. De vergelijking met je brielje aan mij heeft me veel geleerd. Nu blijft alleen de vraag waar is Roman Barnes was verpletterd in een stoel achterover gevallen en scheen een vaag denkbeeld te hebben, dat Holmes de duivel was of ten minste daarmee verwant. Hij mompelde, dat Roman op zijn slaap kamer op bed lag. «Dat dacht ik wol. Nu, Watson, ik geloof, dat ik verder do zaak 't best aan jou kan toevertrouwen. 'tZa! wel 't aangonaamste deel van onze taak zijn, mevrouw Roman voor te bereiden op 't wederzien, van haar echtgenoot. Ik heb geen tijd meer,"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 9