Niet minder belangrijk dan de beslissing van den gouverneur van Parijs is de zitting der Kamer van Zaterdag 1.1. geweest. De afgevaardigde Sembat wensehte de regee ring te interpelleeren en zijn collega Castelin wilde een eenvoudige vraag doen. Op de laatste verklaarde de minister-presi dent Méline te zullen antwoordende behande ling der interpellatie vast te stellen, achtte hij bij afwezigheid van den minister van oorlog moeielijk. Sembat vroeg toen aan de Kamer de on middellijke behandeling zijner interpellatie vast te stellen, waartegenover Méline de Kamer verzocht dit te doen nadat hij Castelin zou hebben geantwoord. Deze wees er nu op, dat zich in de zaak- Dreyfus feiten hebben voorgedaandie de gemoederen in opstand hebben gebracht. Hij achtte het noodig dat de minister-president het leger, de publieke opinie en de Kamer gerust stelde. Méline's antwoord luidde aldus «Er is op 't oogenblik geen zaak-Dreyfus, en er kan geen sprake van zijn. Er is een beschuldiging van verraad uitgebracht tegen een officier deze zaak is in handen van de militaire justitie. Na het voorloopig onderzoek werd een crimineel onderzoek gelast, hetgeen in het minst niet prejugeert op het definitief vonnis. «Alle burgers moeten het gezag van een gewijsde zaak eerbiedigen. Deze verklaringen zullen een einde maken aan de agitatie die reeds te lang heeft geduurd, maar de eer van het leger niet heeft aangetast. Men schijnt van een gerechtelijke zaak een politieke zaak te willen maken. De regeering doet een beroep op alle goede Franschen om haar in haar moeilijke taak te helpen." Castelin verklaarde acte te nemen van deze verklaring en smeekte de regeering een eind te maken aan een beweging, die vijandig is tegen het leger. Sembat was niet voldaan en wensehte tot de regeering een interpellatie te richten, die de minister-president aanvaardde, schoon hij nie'.s toe te voegen had aan de reeds gedane ver klaringen. Draaf De Mun betreurde dat de minister van oorlog niet aanwezig was deze toch moest het leger verdedigen. Eenige afgevaardigden begonnen toen te roe pen «Hij is in de buurtZooeven was hij in de couloirs De zitting werd daarop geschorst in afwach ting van de koinst van den minister van oorlog, Toen deze was gekomen, werd de zitting hervat. Generaal Billot beklom onmiddellijk de tri bune en legde een korte, maar flinke verklaring af, van ongeveer dezen inhoud: «Een jaar geleden had de minister van oor log gelegenheid in antwoord op een interpel latie van den heer Castelin te verklaren, dat Dreyfus was gevonnist, goed gevonnist en ver oordeeld met eenstemmigheid door zeven van zijn gelijken op de getuigenverklaringen van 27 officieren. «Enkele dagen geleden verklaarde de regee ring door den minister van oorlog in antwoord op een hernieuwde vraag, dat zij de zaak-Dreyfus wettig en rechtvaardig beoordeeld acht. «Ik voor mij acht in mijn ziel en geweten, als soldaat en als hoofd van het leger, het vonnis rechtvaardig en Dreyfus schuldig. «Ik kom tot de zaak-Esterhazy. Een officier is het onderwerp van een aanklacht, van een beschuldiging; het hoofd van het leger heeft onmiddellijk een buiten-gerechtelijk onderzoek gelast, gelijk de reglementen voorschrijven. «Dit onderzoek is loyaal, snel en nauwgezet gevoerd door generaal de Pellieux, plaatselijk commandant van Parijs, onder de hooge leiding van den gouverneur van Parijsten gevolge van dit onderzoek is hedenmorgen door generaal Saussier een gerechtelijke instructie gelast. »Gij begrijpt dat de minister van oorlog, dat de regeering, dat de Kamer zelf hun rechten te buiten gaan en in hun plicht te kort schieten zouden, indien zij op de een of andere wijze invloed gingen oefenen op de handelingen der justitie, vooral wanneer deze worden geleid door een man als generaal Saussier, den opperbevelhebber van uwe legers, rijk in jaren en in roem, aan wiens karakter nooit iemand heeft getwijfeld en wiens gezag zich uitstrekt niet alleen over ons leger, maar over onze grenzen". Herhaaldelijk werd deze verklaring levendig toegejuicht, vooral door het centrum. Hierop volgde nog een woelige zitting, of schoon de rede van Generaal Billot de over winning reeds aan de regeering had verzekerd. Sembat hield zijn interpellatie en vroeg overlegging van het dossier van generaal de Pellieux. De heer Méline antwoordde daarop, dat de zaak in handen is gesteld van den militairen rechter. Alleen nadat deze rapport heeft uit gebracht, kan er sprake van zij n om na te gaan of er ook aanleiding is een andere jurisdictie te volgen. De afgevaardigde Millerand viel de regeering aan. Hij meende, dat, indien Esterhazy voor den krijgsraad komt, dit kwansuis een herzie ning zal zijn van het proces-Dreyfus. Méline verdedigde het gedrag der regeering. Tal van moties werden ingediend. De regee ring vereenigde zich met die van Lavertujon, waarvan de inhoud was«De Kamer, erken nende het gezag van het gewijsde, sluit zich aan bij de verklaringen van den minister van oorlog." De prioriteit voor verschillende moties werd verworpen, en Lavertujon wijzigde zijn motie, die in twee stemmingen werd aangenomen met de volgende toevoeging: «en vereenigtzich met de hulde, aan het leger gebracht." Ten slotte werd de geheele motie van Laver tujon aangenomen met 313 tegen 65 stemmen. Een gevolg van deze Kamerzitting is geweest een gisteren gehouden duel tusschen de afge vaardigden Millerand en De Reinach. De eerste riep n.l., doelende op De Reinach uit «Laat men toch hem ondei'vragen die den veldtocht leidt en die tracht een schuldige in eer te herstellen, terwijl hij wel anderen in zijn eigen familie mocht rehabiliteeren". De heer De Reinach gevoelde zich zoo belee- digd, dat hij Millerand zijn getuigen zond. Het duel verliep, als de meeste duels tus schen afgevaardigden, onbloedig. Er werden twee kogels gewisseld op 25 pas, zonder resultaat. Aan de eer is dus reeds weer voldaan. Wat de regeering betreft, haar wacht waar schijnlijk morgen nog in den Senaat een inter pellatie van den heer Scheurer-Kestner. Men beweert althans, dat deze zijn voornemen daartoe aan zijn vrienden heeft te kennen gegeven. Het Journal komt intusschen nog eens terug op de meer besproken weigering van keizer Wilhelm op het verzoek der familie Dreyfus om in het proces tegen den ex-kapitein tusschen- beide te komen. Volgens het blad luidde het antwoord op dat verzoek kortaf: «Zijn Excellentie de vorst-kanselier heeft, na een onderzoek der zaak, Zijne Majesteit niet kunnen adviseeren om aan den wensch der familie Dreyfus gevolg te geven." Zaterdagmiddag te half vier is eindelijk bet vredestractaat tusschen Turkije en Griekenland geteekend. Binnen veertien dagen zal de uitwisseling der ratificaties plaats vinden. Overeengekomen is nog dat Griekenland de zelfde behandeling, wat betreft hande'i eri scheep vaart, zal genieten als vóór den oorlog. Binnen twee jaar zal een definitief handels- Iractaat tot stand komen. Indien in dat tijds verloop geen overeenstemming wordt verkregen, zal Turkije zijn volledige vrijheid van handelen terugkrijgen. De Turksche consuls in Griekenland zijn intusschen reeds aangewezen en het consulaat te Athene is heropend. De commissie voor de grensregeling heeft de Porte verschillende maatregelen aanbevolen, teneinde wanordelijkheden te voorkomen. 't Is te hopen dat die zullen opgevolgd worden. Ook met den financieelen toestand begint het er eenigszins beter uit te zien. De internationale commissie heeft een ont werp voor de controle uitgewerkt; wanneer dit wordt aangenomen, bestaat er voor Grie kenland kans op een leening tegen 3Vs percent. Het gevaar voor een ministerieele crisis in Griekenland schijnt thans geweken. Eindelijk schijnen de mogendheden het ook eens te zijn geworden over den aan te wijzen gouverneur van Kreta. De uitverkorene is, vol gens den correspondent van de Standard te Konstantinopel de heer Petrovitch, een neef van vorst Nikita van Montenegro en minister van binnenlandsche zaken en voorzitter van den ministerraad in Montenegro. Ciemengde MededceHngen. De onderhandelingen van baron Gautseh met de meerderheid der Oostenrijksehe Kamer en de leiders der oppositie heeft nog tot geen resultaat geleid. Waarschijnlijk zal de Keizer het voorloopig vergelijk met Hongarije bij keizerlijk besluit goedkeuren. Heden zou baron Banffy dan daarvan mede- deeling doen aan de Hongaarsche Kamer. De vraag is of die er genoegen mee neemt. Aan Badeni is door Tsechische studenten te Krakau een ovatie gebracht. Te Praag, te Pilsen en op andere plaatsen is het nog onrustig; maar ernstige incidenten doen zich niet voor. De beul heeft te Praag een galg opgericht, en is dus ten volle voorbereid voor «parate executie". Te Rome loopen geruchten van een op handen zijnde ministerieele crisis. De minister van oorlog zou aftreden, en het wordt waarschijnlijk geacht, dat het geheele ministerie zijn ontslag zal aanbieden, orn ter stond onder voorzitterschap van Di Rudini gereconstrueerd te worden. De commissie tot onderzoek van de zaak Crispi is door de Italiaansche Kamer met groote onpartijdigheid samengesteld. Zij telt, naar het algemeen oordeel, twee leden die vóór Crispi zijn, twee die hem vijandig zijn, en eert vijfde, wiens oordeel nog niet gevormd is, Volgens de Africa Italiana, een te Masso- wah verschijnend blad, zullen Kassala en eenige andere punten binnenkort door de Anglo-Egyp- tische troepen worden bezet. Aan de inlandsche troepen zal de keus wor den gelaten orn in Italiaanschen dienst te blijven of onder Engelsch commando over te gaan. Men verzekert te Pretoria dat president Kruger tot dusver groot succes heeft gehad met zijn verkiezingsreis door de oostelijke districten van de republiek. In een meeting te Lijdenburg verklaarde de president dat de regeering nooit zal gedoogen dat de dynamiet-industrie wordt onderdrukt, hoewel zij vast besloten is het dynamiet goed- kooper te maken. Mevrouw Joubert is ernstig ziek men hoopt echter dat zij nog herstellen zal. Duitschland heeft thans ook een consul- generaal in de Zuid-Afrikaansche Republiek benoemd. De Correvpondencia verneemt uit New-York, dat de president der Vereenigde Staten, in overleg met de leiders der partijen, tracht te voorkomen dat het Congres een vijandige hou ding aanneemt jegens Spanje in zake Cuba. De Boodschap van den President, schoon gunstig gestemd ten opzichte der Spaansche politiek, zal de gedragslijn aangeven, die de Vereenigde Staten hebben te volgen, ingeval de Cubaansche autonomie bedreigd wordt, BINNENLAND. Philologisch Studiefonds. Zaterdagnamiddag is te Utrecht opgericht 't Philologisch Studiefonds" een vereeniging, welke zich ten doel stelt het uitzenden van een of meer doctorandi of sedert den aanvang van het laatst voorafgaand academiejaar ge promoveerden naar Rome of Athene of andere door het bestuur aan te wijzen plaatsen, ter voltooiing hunner studiën. Het Duitsche Instituut heeft zich bereid ver klaard de uitgezondenen te leiden, zoodat eerie degelijke studie verzekerd is. Volgens de statuten za! elke der faculteiten der letteren en wijsbegeerte aan de universiteiteu te Leiden, Utrecht, Groningen en Amsterdam bevoegd zijn, telken jare een harer leden aan te wijzeu, om gedurende een jaar in het te stuur zitting te hebben. Eenr gelijktijdige werking der vereeniging over ons geheele land is du» gewaatborgd. De leden, 72 reeds in getal, zijn dan ook nu reeds door het geheele land verspreid, terwijl reeds meerdere hunne toetreding hebben in uitzicht gesteld. Er zijn voorts 10 donateurs en 1 begunstiger, tersvjjl reeds voldoende gelden aanwezig zijn om een doctorandus of lit. dr. uit te zenden. Op de gistermiddag gehouden vergadering werden de statuten definitief vastgesteldde de vereeniging zal gevestigd zijn te Utrecht en is opgericht voor den tijd van 29 jaren en 11 maanden. Tot leden van het voorloopig bestuur werden gekozen de bh, dr. J. H. Gallee, dr. J. van dei- Vliet en H. F. Kol, terwijl tot leden van het definitief bestuur waarin gedelegeerden van de vier letterkundige faculteiten en van het Utr. Prov. Genootschap zullen zitting hebben, dooi de leden werden benoemd mr. J, A. Sillem te Amsterdam, dr. C. J. Ezgink, Inspecteur der Gymnasias, mr. W. A. Mees te Rotterdam en de heer H. F. Kol te Utrecht. De gewone audiëntie van den Minister van Justitie zal op Woensdag 8 December aan staande niet plaats hebben. De installatie van jhr. mr. S. Laman Trip als raadsheer in den Hoogen Raad zal plaats hebben op Donderdag 9 Dec. a. s. des namid dags te 3 uur. Kolonel De Smaguine, militair-attaché van Rusland bij de hoven van België en Neder land, standplaats Brussel, is te 's-Gravenhage aan een beroerte overleden in het «Hótel des Indes", waar hij sedert eenige dagen verbleef. In den ouderdom van bijna 70 jaren over leed te Amsterdam, jhr. mr. Jacob Pieter Ploos van Amstel, oud-kantonrechter in het Tweede Kanton aldaar, welke betrekking hij vervulde van 1877 tot 1891, toen eene langdurige on gesteldheid hem noopte zijn onlslag te nemen. Amsterdam en vooral het Foomsch-Katho- lieke deel der burgerij, heeft wederom een groot verlies geleden door het onverwacht overlijden van jhr. H. C. J. M. van Nispen tot Sevenaer, Reet. Centr. President der «St. Josephs Gezellenvereeniging, aldaar. De Regeering erkende in 1887 zijne ver diensten door hem te benoemen tot ridder in de Orde van den Nederlandscheo Leeuw. Bij het examen, ter verkrijging van het radicaal voor den telegraafdienst slaagden o. m. de navolgende commiezen der posterijen H. J. Mahieu, M. Mouw, W. Ribbink, jhr. A. E. van Foreest, W. Rooseboom, C. Kuipers, A. I. J. Schmalhausen, H. Winters, F. J. Mijnssen, J. W. Bouwmeester en A. Grutterink. Naar wij vernemen, zal aan den wensch der 'bakkersgezellen te Almelo, afschaffing van nachtarbeid, worden voldaan. Tot directrice van de te Groningen op te richten kook- en huishoudschool is benoemd mej. A. Gorter, te Groningen, STADSNIEUWS. In den afgeloopen nacht tegen 12 ure on geveer zijn op het stationsemplacenient alhier 2 -wagens van een goederentrein ontspoord, zoodat de personentrein uit Rotterdam, voor Maassluis bestemd, eenige vertraging heeft ondergaan. Persoonlijke ongelukken hadden daarbij ge lukkig niet plaats. Gisteren had in de zaal der Officieren-Ver- eeniging de gewone jaarljjksche algemeene vergadering plaats van den R. K. Volksbond, waarin door het bestuur rekening en verant woording werd gedaan van zijn beheer over het afgeloopen jaar. Een commissie van drie leden werd door de vergadering benoemd om deze rekening met bescheiden na te zien en daaromtrent rapport uit te brengen. Voorts werd nog besloten dat in plaats van in de maand Juni ditmaal de jaarfeesten zullen aanvangen den 6en Januari a.s. Onze vroegere stadgenoot, de heer A. A. van Vlaardingen, heeft de vorige week te Utrecht in de «Utrechtsche Handelsvereeniging" eene lezing gehouden voor «Coöperatie." De iuleider had een zeer aandachtig gehoor. Een aardige vorm van reclame wordt ons toegezonden. De heer I,. van Einden, sigarenfabrikant al hier, brengt binnenkort in den handel een blikken sigarenkoker gevuld met sigaren. De handige en bruikbare koker is beschilderd met reclame's van verschillende firma's en wordt bij de sigaren cadeau gegeven. Ook hier ter stede worden deze kokers ver krijgbaar gesteld. Hedenmiddag zou iemand aan een schuitje nabij de Appelrr.arktbrug voor een dubbeltje mosselen koopen, waarbij ongelukkigerwijze twee guldens van hem in het water vielen. Daar i 2.10 voor een portie mosselen hem rijkelijk veel scheen, wilde hij met een tuin hark trachten de schat weer op het droge te brengen, waarom hij zich tot den brugwachter wendde met het verzoek om hem een dergelijk gereedschap te willen afstaan of om voor de hi-llt van het op te visschen bedrag dit werkje op zich te nemen. Gelukkig was een hark niet aanwezig ge lukkig omdat het eenig resultaat daarvan zou zijn geweest dat de guldens onder het slijk zouden worden gewoeld. Thans kan en zal waarschijnlijk ook een poging gedaan wor den om met een baggernet den schat omhoog te brengen. Correspondentie. I. M. B.alhier. Gij beklaagt u, dat aan de visehmarkt alhier niets steeds wordt afgeslagen op de wijze als door de verordening op den vischverkoop hier ter stede is voorgeschreven. Wy hebben uw klacht onderzocht, en naar onze inlichtingen is zij onjuist Door den visch- afslager zijn niet meer koopen gekocht, dan de verordening hem toestaat, doch slechts heeft hij op telegraphiseh bevel van zijn lastgever op den door u bedoelden ochtend den verkoop gestaakt, omdat de opbrengst der visch te ge ring was. Naar de bevoegde autoriteit ons mededeelde, wordt er tegen het plegen van overtredingen tegen de verordening op den vischverkoop steeds gewaakt door een ook daartoe aangewezen ambtenaar. Geveilde en verkochte onroerende goederen. Verkocht: 4 December. NotarisII. W. M. Rof.i.ants. Een woonhuis met overdekte plaats en erve, op den hoek van de Korte Haven en de Elze- steeg, met een uitgang in die steeg, no. 9, groot 67 cent., in veiling f 1925, daarvoor verkocht aan J. Raske Mz. te Schiedam. Een winkel- en woonhuis met bovenwoning, hebbende een afzonderlijken opgang, open grond, loods en erve, aan den Raam no. 48, groot 136 cent., in veiling f2025, op f 20 daarboven opgehouden. Notaris: W. J. A. Roldanus. Een goed ingerichte en onderhouden en in werking zijnde stoom branderij (vertegenwoor digende '10 branderijen) met koelbak, gistzolder, ketelbuis, afzonderlijk gisthuïs met zolder en gistpakkerij, kolenplaats, open grond en erven, aan den Buiteuhavenweg no. 90, en uitkomende aan de Bakkerstraat no. 9, kadaster sectie L no. 1654 gedeeltelijk, ter grootte van ongeveer 12 aren 30 centiaren, in veiling f 15000, niet verkocht. Een hecht en sterk gebouwd pakhuis met kantoor, laboratorium, open gang, open grond en erve, aan den Buitenhavenweg no. 91, kadaster sectie L no. 1654 gedeeltelijk, ter grootte van ongeveer 4 aren 77 centiaren, in veiling f5000, niet verkocht. Een pand met overbouwde gang, open plaats of grond en erve, aan de Schie no. 68, kadaster sectie A no. 1324, groot 207 centiaren, in veiling f 3350, niet verkocht. Een moutery", bevattende eest, denning en twee zolders, met kantoor open grond en erven, uitkomende aan de Lange Haven no. 105, ka daster sectie C no. 1065, groot 2 aren 90 centi aren, in veiling f 1375, verkocht voor f 1505 aan C. M. Knoop. Notarismr. II. M. C. Poohtman. Een zeer goed onderhouden en in vol le werking zijnde branderij met koelbak, erve, open gang en open grond, aan de Noordvestsingel No. 131, kad. H 112, groot 520 vierk. ellen, in veiling f 5600, verkocht voor f 6000 aan R. A. de Kroes te Oersehie, voor zich en zijn meester. Een woning en erve met open grond aan de ft ft

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2