Gr e in e c n t e r a a d. Kunst en Wetenschap. E e c h t z a k e n. K erkjtu School. Laatste Nieuws. Koloniën. hunne dames van ^Schiedam's Mannenkoor Orpheus". Op beide avonden wordt hetzelfde programma gegeven, terwijl mevr. A. Kraft van Errr.el, concertzangeres te 's-Gravenluige, hare mede- wetking verleent. Zondag 9 J.tnuari 1898 zal het 10 jaar ge leden zijn dat de kaderbond k k. seherpschut ters en schutterij alhier werd opgericht. Hedenmorgen waren aan de visclmiarkt aan gevoerd 2 manden schel vi-ch de prijzen waren van f0.45 toL f i alles per koop. BURGER I„ IJ KESTAND Geboren 23 Dec. Cornelia, dochter van P. Hoogstad on C. tan Borkel. Ramp. 24 Dec. Adriaua Liduïna, dochter van D.Oetker on A. Kerklaan, F laarstraat. 25 Dec. Alida Wouterina, dochter van G. Solinger en A. W. van Giezen, Jacob straat. Johanna Liduïna, dochter van J. YV. J. van Steenderen en J. J. Eikmans, Villas/raat. Johannes Gerard us zoon van J. G. Post en M. M. Kleiss, Buitenhavenweg. Jacob, zoon van J. Kool en A. Mostert, Oude Dijk. Mar- tinus Cornelis, zoon van J. Planken en C. Keik- laan, Oosterstraat 20 Dec. Elisabeth, dochter van L. Jurgens en E. Driige, Hoofdstraat. <1 verleden: 26 Doc. Johanna Jacobs Dossers, oud 5 maan den, Broersveld. 27 Dec. Wilhelmus Aloysius Petrus Heel- winkel, oud 2 jaar 4 maanden, Polderstraat. 28 Dec. Levönlooze zoon van M. M. Haring en A. M. Haring, Broersveld. Zitting van Dinsdag 28 December 1897 des namiddags te twee nre. Voorzitter de Burgemeester, de heer H J. Versteeg. Tegenwoordig 20 leden. Afwezig de lieer van Buijsen met kennisgeving. De notulen van het verhandelde in de vergadering van 21 dezer worden gelezen en na oen aanvulling, op verzoek van den heer Nolet, vastgesteld. De Voorzitter deelt mede dat de vraag van de hoeren air. Jansen en Nolet in de zaak-Jansen (zie ons vorig raadsverslag) door hem bij B. on YV. ter sprake is gebracht. Uit beginsel zullen B. cn YV. geen stukken be treffende belasting-reclames in het raadsverslag of de bijlagen opnemen. B en YV. zullen cr geen bezwaar tegen maken dat de stukken van andere zijde worden gepubliceerd. Zij beschouwen de stukken als publiek domein, zoo dat ieder het recht heeft ze openbaar te maken. Ingekomen zijn de navolgende stukken: Vau de Gedeputeerde Staten dezer provincie, Mis sive daarbij terugzendende een exemplaar van de bij knn besluit van 21/22 dezer no. 17 goedgekeurde begrooting dezer gemeente, voor het dienstjaar 1898; aangenomen voor kennisgeving. Van Burgemeester en YYrcthoudcrs, Missive hou dende hun pracadvics op het verzoek van H. P. S. Engering om hem in eigendom of huur een strookje gemeentegrond af te staau, met ontwerp-besluit; Idem, Missive het voorstel bevattende tot het toe kennen van gratificatiën op grond van art. 08 der verordening op de brandweer; beide stukken ter visio gelegd, ter bchandoling in eone volgende vergadering. Idem, proces-vorbaal van de door hen op 24 dezer gedauc opneming der boeken en kas van de.i gemeente ontvanger, waaruit blijkt dat alles door hen in ordo bevonden is. In kas is een saldo van f190,052.67®. Aangenomen voor kennisgeving. Van A. Visser dankbetuiging voor zijne benoeming tot opzichter der gemeente-reiniging; aangenomen voor kennisgeving. Van C. Hormann, adres houdende verzoek om vrij stelling van de verdere betaling van zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1897/8. In handen gesteld van B. cn YV. om afdoening overeenkomstig de verordening. Van „Een vervoerder" cene brochure gstitcld „Beschouwingen over het tractaat met Belgie en de nieuwe spoorwegovereenkomst met de maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen". Aangenomen voor kennisgeving. Belasting. Thans kwam aan de orde de voortzetting van de behandeling der ontwerp-verordening op het heffen cencr plaatselijke directe belasting op bet inkomen naar grondslagen met de ontwerp-verordening op de invordering dier belasting en de daarop ingekomen amendementen. De Voorzitter heropent de algemeenc be raadslaging. De heer Elzevier Dom acht de verordening voor den Raad onaannemelijk, omdat zij zoo ongelijk matig zal drukken, weshalve ook aan de goedkeuring van Gcd. Staten mag worden getwijfeld. Met voor beelden licht spr. zijn meening toe. De heer m r. Jansen heeft in de vorige verga dering mr. Picrson onrecht aangedaan, nog wel bij diens afwezigheid. Hij wil daarvoor excuus vragen. De minister heeft niet gezegd, dat de personeele belasting is een inkomenbelasting. Op bladz. 543 van dezen jaargang der Handelingen der Staten- Generaal heeft spr. gezien dat de minister die be lasting noemde een „verteringsbelasting." B. en YV. schaarden zich aan do zijde van den heer Bournan. Spr. wil zijn plaats in deze <iuaestie inruimen aan B. en YV. De heer De Groot beent weinig waarde aan den naam. Mocht die verandering tengevolge hebben, dan acht hij het beter die te bespreken bij bet amen dement. Hij schaart zich aan de zijde van den heer Maas. Spr. waardeert de pogingen in het ontwerp gedaan om den last van de zwakken te laden op de sterken. Maar die pogingen zijn niet gelukt, hetgeen spr. reeds in zijn ingezonden opmerkingen heeft aange- toold. De belasting drukt zeer ongelijk. Hij heeft o. a. gevonden dat de een 84 maal zwaarder wordt getroffen dan do ander. Bovendien zullen er velen, die groote draagkracht bezitten, niet worden aangeslagen, b.v. kamerbewo ners. Zij die panden bezitten worden zwaar getroffen. Anderen die niet behoorden te worden aangeslagen, cn 't ook vroeger niet werden, worden thans zwaar getroffen. Dit zijn alle uitzonderingen die den regel omver werpen. De fout is. dat de grondslagen niet altijd beant woorden aan het inkomen. De heer Nolet is van meening dat de aange nomen grondslagen geen grondslagen van inkomen kunnen zijn, maar van vertering. Ook de heer De Groot heeft die meening versterkt. Bovendien maken die grondslagen de opbrengst der belasting twijfelachtig. Men kan in een goed- kooper huis gaau wonen met hetzelfde inkomen. De groote panden zullen door deze belasting in waarde verminderen. Spr. meent dat de kleinere inkomens tot 2 i\ 3000 te beoordeelen zijn naar do woning; de grooterc evenwel niet. De heer Yran YYTestendorp heeft liever de oude, gehate inkomstenbelasting dan deze. Ook hij acht de huurwaarde, vooral in Schiedam, geen ge schikte basis voor berekening van het inkomen. Men drukt op die wijze den huishuur tc sterk. Grondslag D wil spr. laten vervallen. Daarentegen zijn dc kamerbewoners nu vrij, en velen willsu zelfs niet vrijgesteld worden, omdat zij dan het kiesrecht verliezen. Spr. heeft alleen zijn amendement betreffende kin deraftrek ingediend voor geval het ontwerp onge wijzigd in stemming mocht komen. Hij zal tegen het ontwerp stemmen indien de kinderaftrek daarin niet wordt opgenomen. De wethouder, de heer Man s, heeft de becijfe ringen gemaakt van de lijsten, die voor de raads leden ter inzage hebben gelogen. Ook bij hoeft be vonden dat de nieuwe belasting in percentage ongelijkmatig drukt tegenover de vroegere belasting. Dit ligt echter hierin, dat de cijfers van het inkomen eenvoudig zijn geput uit de kiasse, waarin die per sonen thans zijn aangeslagen in de inkomstenbe lasting. Maar die cijfers dekken niet het werkelijk inkomen. In de inkomstenbelasting zijn giften van hand tot hand vrijgesteld. Gaat men van het onjuiste cijfer uit, dan komt racn inderdaad tot een veel hooger percentage. En de meeste der saillante feiten be treffen juist zulke personen. Daar komt nog bij, dat men niet weet of iemand aangeslagen is voor het laagste of het hoogste cijfer eencr klasse. En dat kan ook belangrijk ver schillen. Spr. vraagt of hetgeen tot op heden betaald is, zoo gelijkmatig was, en of vroeger de afwijkingen niet veel grooter waren. Spr. neemt een tiental personen van een aange slagen inkomen van f 1800. Dan betalen die personen 6,6 Heffen wij nu 4 belasting, dan betalen zij 4,8 °/0. Bij f 2400 komt men van 4,09 op 4,44, bij f 3200 van 5,21 op 6,45, bij f3700 van 4,58 op 4,43 enz. Gemiddeld betalen" die personen van f1800 tot f1900 inkomen nu &%°0, thans 5 terwijl de opbrcugst dan ook iets meer zal zijn. Een belasting-verordening, die een gelijken toe stand zou scheppen als thans is niet mogelijk. Dat bewijst echter niet, dat deze theorie niet deugt. YVanneer de grondslagen niet deugen, dan treft B. en W. geen verwijt daarover. Hun is opgedragen een belastiug te maken op de grondslagen der oude directe belasting. De raad kan zeggenYVij wensehen die grondslagen niet; maar dan komt hij terug op het in September genomen besluit. De heer De Groot geeft toe dat de aauslngeu in de inkomstenbelasting niet wiskunstig juist zijn. Maar wij hebben met een paar duizend aanslagen te doen, en op dat groote aantal maken die weinige onjuistheden niet uit. Er zijn ook kleiner aanslagen in het ontwerp, die de afwijkingen nog grooter zouden maken. Juist bij hen, die op ruimen voet leven, welke gevallen de heer Maas heeft genoemd kan men vrij nauwkeurig het inkomen aanslaan, niet die van hen, die een groot inkomen hebben, maar op be scheiden voet leven. De giften van hand tot baud zijn vrijgesteld. De vraag is nog of het wel billijk is die ondersteuning van familieleden te belasten. Evenwel, in de meeste inkomstenbelastingen geschiedt dit. Spr. vraagt of niet de percentages, door den heer Mans genoemd, onderling zeer verschillen Bovendien vergelijk de heer Maas een onjuist ontwerp met een onju.jte belasting, de bestaande pi. dir. belasting. De heer Van Gent heeft in de belastingcom- missic verklaard zich in hoofdzaak met het ontwerp te kunnen vereenigen, daar men gebonden was aan het besluit van den Raad. Sedert is hij gaan aar zelen zijn stem aan het ontwerp te geven; hij heeft ingezien dat de belaoting zeer ongelijk zou drukken. Stond de Raad nu voor de keus van 28 September, dan zou spr. de voorkeur geven aan de inkomsten belasting boven de thans voorgestelde. DeY7oorzitter antwoordt den heer YYrestendorp dat dc kinderaftrek beter besproken wordt bij het amendement. B. cn YV. zijn niet tegen kinderaftrek, maar dan moet de verordening er naar zijn. Bij een verorde ning cp grondslagen zoo laag gesteld als deze, vindt aftrek geen plaats. Er zijn er 3600, die van f 1 5 personeel betalenmoest van die geringe aanslagen in de pi. dir. bel. nog f 1 per kind worden afgetrokken, dan zouden er 900 aanslagen op het kohier worden gemist. B. en YV. stemmen in met de „amende honorable" van den heer Jansen, betreffende de uitdrukking, door den heer Pierson gebezigd. Ten slotte drukt spr. er zijn bevreemding over uit, dat men nu spijt schijnt te gevoelen over het besluit van September. De heer Nolet verzet zich zelfs tegen de grond slagen van het ontwerp, niet alleen tegen dc uitwerking. De Voorzitter acht het een wanhopige taak het ontwerp tc verdedigen, waar het in den Raad bij niemand verdediging vindt. Hij wil dus artikel 1 aan dc orde stellen. De beslissing daarover zal over het ontwerp decideeren. De heer Nolet zegt alleen opgemerkt te hebben, dat de gebruikte grondslagen niet geschikt zijn als basis voor een inkomsten-, wel voor een verterings belasting. De grondslagen zijn goed maar niet in do goede richting gebruikt. De heer Westendorp wijst er op, dat in de Persoueele belasting, ondanks de lage aanslagen wel kinderaftrek voorkomt. Bovendien in de vroegere inkomstenbelasting kwam kinderaftrek voor. YVaarom hier niet? De Voorzitter merkt op dat wanneer men kinderaftrek invoert cn grondslag D wil laten ver vallen, het bedrag dat gemist wordt, dan moet ge vonden worden door verhooging van percentage van 2 op 2,5. Die verhooging is niet zoo gering als zij wel lijkt. YVaro aan B. en YV. kinderaftrek opge dragen, dan zouden wellicht do vermenigvuldigings- cijfers anders zijn geworden. Dg aïgemeene beschouwingen u >rden gesloten. Aan de orde komt art. 1. De heer Elzevier Dom verdedigt het door hem onderteekende amendement. De voorgestelde be lasting is een verteringsbelasting. Men heeft zich beroepen op art. 3 van de verordening van 1882. Spr. had die vroeger ook beschouwd als inkomsten belasting. Toen later de werkelijke inkomstenbelasting werd ingevoerd, bleek hem het onjuiste dier meening. Dat beroep gaat dus niet op. De inkomstenbelasting is in Schiedam niet in eere. Toch zou spr. daaraan de voorkeur geven boven deze, die zoo ongelijk zou drukken. Ook verzet spr. zieh tegen het vermenigvuldigingscijfer. De Voorzitter merkt op, dat dit behoort bij art. 5. Bij art. 1 is nu aan de orde het amendement van den heer Elzevier Dom c.s De heer Maas ontraadt de aanneming van dit amendement. Of men een vorbeteringsbelasting moet stellen boven een inkomstenbelasting, hangt alleen van de inrichting der laatste af. Dat er geen twee inkomstenbelastingen naast elkaar kunnen zijn, be strijdt spr. op grond der gemeentewet, waar die beide worden genoemd. Maar dc Raad heeft gezegd, dat hij wil een nieuwe editie der oude pi. dir. bel. YY'il de raad nu een verteringsbelasting, dan komt hij terug op zijn vroeger besluit. Had men aan B. en W. opgedragen een verteringsbelasting temaken dan zou dit daarvoor ongeschikte ontwerp niet zijn ingediend. De heer Elzevier Dom merkt op dat de ge meentewet de twee inkomstenbelastingen niet naast elkaar toestaat. De heer Maas zegt, dat de gemeentewet dit niet verbiedt. De heer De Groot sluit zich aan bij den heer Maas. Hij meent dat inderdaad de drie grondslagen zijn verteringsgrondslageumaar daaruit maakt de schaal van art. 5 eerst een belasting. Consequent zullen de voorstanders eener verteringsbelasting die schaal moeten doen verdwijnen. Het percentage zou dan zeer hoog moeten worden. Hij ontraadt dan ook die verandering. De heer Nolet merkt op dat men niet den laag- sten multiplieator behoeft te nemen. Ook de vorige belasting had progressie. De heer Maas meent dat bij een verteringsbe lasting van progressie geen sprake mag en kan zïj'd wel in een inkomstenbelasting. Door gewoon hetgeen de burgers verteren gelijkelijk aan tc slaan, zou meu veel onbillijker worden. Dan zou men dc meer gegoeden begunstigen. De heer mr. Jansen herinnert er aan reeds vroeger gezegd te hebben, dat het amendement is ingediend alleen om waar te zijn. Met den heer Maas is spr. het niet eens. Do wet maakt geen distinctie tusschen beide belastingen wat betreft de wijze van berekening. Men kan evengoed een schaal maken ter betekening der vertering, als ter berekening van het ÏLkamen. De Voorzitter blijft van oordeel, dat bet amendement niet zoo onschuldig is. YVordt het aan genomen, dan moet grondslag D vervallen en moet art. 5 worden gewijzigd. De heer De G r o o t wil er op wijzen, dat wie tegen het amendement is, nog niet is voor grondslag D. Spr. b.v. is daartegen. Het amendement, in stemming gebracht, wordt tv rworpen met 13 tegen 7 stemmen. Vóór de liceronMr. Jansen, Elzevier Dom, Beu kers, Nolet, P. C. M. Jansen, Klein en Smit. Tegen de hoerenKranen, dc Bruijn, Prins, de Groot, van Geut, Loopuyt, Visser, Maas, den Breems, Brillenburg, Dienskc, van der YTies en YVestendorp. De heer De Groot vraagt nu of hij goed be grijpt, dat wie tegen art. 1 stemt, ook stemt tegen het geheelo ontwerp. Dc Voorzitter stemt dit toe. Het resultaat der stemming is, dat art. 1 wordt verworpen met 15 tegen 5 stemmen, zoodat het ont werp is verworpen. Voor de hoerenVisser, Maas, Den Breems, Brillenburg en Kranen. Dc Voorzitter merkt thans op dat het de laatste vergadering in dit jaar is. De Raad moet nu uitsproken, dat de pi. dir. bel. naar het inkomen, nis onbestaanbaar, wordt ingetrokken. Dc heer mr. Jansen zou dit niet wenschelijk achten. Hij deelt ook de meening van den Voorzitter niet. YVel is do oude belasting gebaseerd op het oude personeel, maar wij kunnen die ook heffen van het nieuwe personeel. Alleen zal de opbrengst minder zijn, doordat een der grondslagen van het personeel is vervallen. Bovendien wil spr. grondslag D niet misien. De heer Maas meent, dat de oude verordening in strijd is met de nieuwe wet. De drie eerste grondslagen zijn niet meer hetzelfde als vroeger, en dc nieuwe wet verbiedt b. v. de naamlooze vennoot schappen te treffen. De uitslag zou niets gelijken op den vroegeren. De Voorzitter vraagt of de heer Jansen meent dat de verordening moet gewijzigd worden Zoo ja, dan vraagt hij"hoe zal het ontwerp luiden Een verordening die niet kan bestaan, behoort te worden ingetrokken. Dan zal spr. onmiddellijk met een ander voorstel komen. De heer mr. Jansen handhaaft zijn standpunt en vraagt toezegging, dat grondslag D zal worden behouden. De Voorzitter wil cr dan zijn tweede voorstel bijvoegen. Dit is B. en YV. uit te noodigen zoo spoedig mogelijk bij den raad te komen met een voorstel tot wijziging der inkomstenbelasting. B.cn YV. willen die belasting, met de nooilige wijzigingen, verlengen tot 31 December 1898. De heer Elzevier Dom wil liever herziening voor een jaar, daar de inkomstenbelasting van Mei tot Mei loopt. De Voorzitter merkt op, dat in de herziene verordening wordt bepaald wanneer die in werking treedt. De heer Nolet vraagt of cr spoedig voorstellen zijn te wachten voor een nieuwe belasting. Dc Voorzitter wil het volgende jaar de inkomstenbelasting heffen. In dien tijd kan men uitzien naar een andere belasting. De beer mr. Jansen zal tegen het voorstel stemmen, omdat geen toezegging is gedaan om grond slag D te behouden. Do Voorzittter merkt op, dat daaromtrent niets is gezegd, waarop de heer Jansen zijn bezwaar intrekt. In stemming gebracht wordt het gecombineerde voorstel van B. en YV. met aïgemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter sluit hierop do vergadering. Naar aanleiding van het overlijden van den heer H. J. Steghgers J.Hzn. heeft de JProv. Qroningsche Courant zieh voortaan de medewerking weten te verzekeren van den heer YV.J. Veenhuizen, tot heden hoofdredacteur der Nieuwe Groninger Courant. De hoofdredactie van het blad, dat in verband hiermede een reorganisatie zal ondergaan, zal binnen kort toevertrouwd worden aan de hoeren YV. J. Veenhuizen en mr. H. de Visser. De heer Van Hattum te Arnhem, beklaagd den brand gesticht te hebben op de Arnhemsche ten toonstelling, is door de rechtbank te Arnhem vrij gesproken, als zijnde het bewijs van bekl.'s schuld niet geleverd. Nkd. Heuv. Kerk. Beroepen: Te Herkingen Flakkee), G. H. Slagmolen, cand.; te Parmerend, J. L. Bommezijn B. Hz., tc Sneek. Aangenomen: Naar Opijnen c. a., door YV. van Esveld, te Hattum; naar Bommel, door YV. Stoel, te Aalsum c. a. Bedankt: Voor Rozenburg, door F. YV. C. L. Schulte, to Cotbenvoor Oudenhoorn (toe), door G. A. Slagmolen, eand. te Schiedam; voor Burum e.a., door J. Hoekstra, te Heteren; voor Hoogebeintum (Fr.) (toez.), door A. H Seholte, cand te Oostburg; voor YVondsend c. a., door J. Vermeer, tc Zwolle. Geref. Kerken. Beroepen: Te Houwerzijl (Grond E. H. Broek stra, to Delfzijl; te Arnhem, YV. H. Gispen te Breukelen, Bedankt: Voor Zuidland, door R. Smeding, te IJselmonde; voor Oud-Vosmeer c. a., door C. B. Schoemakers, te Souburg. De Provinciale Staten van Noord-Holland hebben heden tot lid der Eerste Kamer, ter vervanging van den heer Wertheim, gekozen jhr, mr. .1. YV. H. Rutgers van Rozen burg, oud-lid der Tweede Kamer, met 33 van de 64 stemmen, nadat de meerderheid der vergadering één twijfelachtige stem aan den heer Rutgers toegekend had. Een wonderbaarlijke redding. In het Bat. Nieuwsblad van 30 Nov. wordt onder het opschrift: »de lotgevallen van den le- luit. der infanterie A. Ruijsch van Dugteren 1 het volgende medegedeeld Bestemd oin als postcommandant te Toboali op te treden, vertrok de le luitenant der infanterie A. Ruijsch van Dugteren per ss. Van Ricbeech den l6en 's namiddags !e G uur van Muntok naar zijn plaats van bostemming. Na de avondtafel beeft bij nog eenigen tijd met de overige passagiers staan praten en is toen naar zijn hut gegaan, waar hij zich dadolijk ter ruste begaf, ten einde den volgenden morgen vroegtijdig gereed te zijn. Spoedig viel hij in een rustigen slaap, maar wie kan zijn ontzettonden schrik beschrijven, toen hij plotseling mei een rilling wakker werden bespeutde, dat hij in zee lag. Wanneer de luitenant A. Ruijscli van Dugteren geen zoo goed als geheel-onthouder was, wiens absoluut eenig drinken bestaat in 'n enkel glas «portwijn en even zeldzaam 'n glas rooden wijn, zou men allicht denken, dat bij afterdinner op de reeling was gaan zitten en daar in slaap was ge vallen. Dat echter, kan onmogelijk bet geval zijn geweest. Wat er echter gebeurd is tusschen den tijd, dat Ruijsch van Dugteien insliep en het oogenbbk, waarop hij overboord viel, is hem totaal onbekend, en er is tot dusver niets, wut hem in dit duistete feit eenig licht kan geven. Oak is hij geen slaap wandelaar, althans men heeft hem nooit verteld, dat li ij aan die ziekte lijdende was, lei wijl het overigens van aïgemeene bekendheid is, dat dergelijke personen zeker zijn in hun bewegingen en geen misstap doen, tenzij zij plotseling rnet schrik tot bewustzijn komen. Toen hij dan tot bezinning kwam, bevond hij zich ter hoogte van het roer en zag bij in den stikdonkeren nacht de boot voor zich uit verder stoomen. Pogingen, om door schreeuwen de aandacht te trekken, mislukten, zoodat hem niets anders over bleef dan te zwemmen in de richting van een licht, dat hij in de verte vlak op het water iespeurde. Aanvankelijk denkende, dat men zijn hulpgeroep geboord had en er een reddingsboei was uitge worpen, begreep hij weldra, dat het licht van een vuurtoren moest zijn, waarop hij natuurlijk besloot in die richting koers te zetten. Ten einde vrijer te zijn in zijn bewegingen, had hij dadelijk het eenige kleedingstuk dat hij aanhad, een slaapbroek, uilgetrokken en bleef moedig op het licht aan houden. Waarschijnlijk heeft een zeestrooming bom hierin tegengewerkt, althans de vuurtoren ver dween meer en meer uit het gezicht er. eindelijk was hij weer door den stikdonkeren nacht omhuh'. Hij bleef in dezelfde richting doorzwemmen, ma spoedig begreep hij, dat er in den donkeren nac.it geen koers te houden wasmoedeloos bleef hij ronddujven, terwijl hij reeds geheel met het leven had afgerekend. Bij het aanbreken van den dag bemerkte hij vrij duidelijk de kust van Palembang, terwijl van Banka niets anders te bespeuren was dan heel in het verschietde bergen van het binnenland. Natumlijk hield hij op't land aan, nu eens krachtig voortzwemmende, dan weer geruimen tijd op zijn rug drijvend. Dit laatste werd hem tegen den morgen zeer bemoeilijkt, doordat cr een frisch .briesje opstak, dat eenige beweging in de golven bracht, zoodat deze telkens over hem heensloegen en hij groote hoeveelheden zeewater binnenkreeg. Gelukkig hield dit niet lang aan en spoedig was de zee weer zoo glad als een spiegel. Intusschen klom de zon steeds hooger en hooger, de hitte werd ondiagehjker, niets beschutte den eenzamen zwemmer tegen de gloeiende zonnestralen. Bovendien bad hij veel te lijden van de steken van kleine visschen, terwijl zijn rug en nek ver-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2