Gr e in e c n t e r a a d.
Kunst en Wetenschap.
E e c h t z a k e n.
K erkjtu School.
Laatste Nieuws.
Koloniën.
hunne dames van ^Schiedam's Mannenkoor
Orpheus".
Op beide avonden wordt hetzelfde programma
gegeven, terwijl mevr. A. Kraft van Errr.el,
concertzangeres te 's-Gravenluige, hare mede-
wetking verleent.
Zondag 9 J.tnuari 1898 zal het 10 jaar ge
leden zijn dat de kaderbond k k. seherpschut
ters en schutterij alhier werd opgericht.
Hedenmorgen waren aan de visclmiarkt aan
gevoerd 2 manden schel vi-ch de prijzen waren
van f0.45 toL f i alles per koop.
BURGER I„ IJ KESTAND
Geboren
23 Dec. Cornelia, dochter van P. Hoogstad
on C. tan Borkel. Ramp.
24 Dec. Adriaua Liduïna, dochter van D.Oetker
on A. Kerklaan, F laarstraat.
25 Dec. Alida Wouterina, dochter van G.
Solinger en A. W. van Giezen, Jacob straat.
Johanna Liduïna, dochter van J. YV. J. van
Steenderen en J. J. Eikmans, Villas/raat.
Johannes Gerard us zoon van J. G. Post en
M. M. Kleiss, Buitenhavenweg. Jacob, zoon
van J. Kool en A. Mostert, Oude Dijk. Mar-
tinus Cornelis, zoon van J. Planken en C. Keik-
laan, Oosterstraat
20 Dec. Elisabeth, dochter van L. Jurgens
en E. Driige, Hoofdstraat.
<1 verleden:
26 Doc. Johanna Jacobs Dossers, oud 5 maan
den, Broersveld.
27 Dec. Wilhelmus Aloysius Petrus Heel-
winkel, oud 2 jaar 4 maanden, Polderstraat.
28 Dec. Levönlooze zoon van M. M. Haring
en A. M. Haring, Broersveld.
Zitting van Dinsdag 28 December 1897
des namiddags te twee nre.
Voorzitter de Burgemeester, de heer H J. Versteeg.
Tegenwoordig 20 leden. Afwezig de lieer van
Buijsen met kennisgeving.
De notulen van het verhandelde in de vergadering
van 21 dezer worden gelezen en na oen aanvulling,
op verzoek van den heer Nolet, vastgesteld.
De Voorzitter deelt mede dat de vraag van
de hoeren air. Jansen en Nolet in de zaak-Jansen
(zie ons vorig raadsverslag) door hem bij B. on YV.
ter sprake is gebracht.
Uit beginsel zullen B. cn YV. geen stukken be
treffende belasting-reclames in het raadsverslag of
de bijlagen opnemen.
B en YV. zullen cr geen bezwaar tegen maken dat
de stukken van andere zijde worden gepubliceerd.
Zij beschouwen de stukken als publiek domein, zoo
dat ieder het recht heeft ze openbaar te maken.
Ingekomen zijn de navolgende stukken:
Vau de Gedeputeerde Staten dezer provincie, Mis
sive daarbij terugzendende een exemplaar van de bij
knn besluit van 21/22 dezer no. 17 goedgekeurde
begrooting dezer gemeente, voor het dienstjaar 1898;
aangenomen voor kennisgeving.
Van Burgemeester en YYrcthoudcrs, Missive hou
dende hun pracadvics op het verzoek van H. P. S.
Engering om hem in eigendom of huur een strookje
gemeentegrond af te staau, met ontwerp-besluit;
Idem, Missive het voorstel bevattende tot het toe
kennen van gratificatiën op grond van art. 08 der
verordening op de brandweer; beide stukken ter visio
gelegd, ter bchandoling in eone volgende vergadering.
Idem, proces-vorbaal van de door hen op 24 dezer
gedauc opneming der boeken en kas van de.i gemeente
ontvanger, waaruit blijkt dat alles door hen in ordo
bevonden is. In kas is een saldo van f190,052.67®.
Aangenomen voor kennisgeving.
Van A. Visser dankbetuiging voor zijne benoeming
tot opzichter der gemeente-reiniging; aangenomen
voor kennisgeving.
Van C. Hormann, adres houdende verzoek om vrij
stelling van de verdere betaling van zijn aanslag in
de plaatselijke directe belasting naar het inkomen,
dienst 1897/8. In handen gesteld van B. cn YV. om
afdoening overeenkomstig de verordening.
Van „Een vervoerder" cene brochure gstitcld
„Beschouwingen over het tractaat met Belgie en de
nieuwe spoorwegovereenkomst met de maatschappij
tot exploitatie van Staatsspoorwegen". Aangenomen
voor kennisgeving.
Belasting.
Thans kwam aan de orde de voortzetting van de
behandeling der ontwerp-verordening op het heffen
cencr plaatselijke directe belasting op bet inkomen
naar grondslagen met de ontwerp-verordening op de
invordering dier belasting en de daarop ingekomen
amendementen.
De Voorzitter heropent de algemeenc be
raadslaging.
De heer Elzevier Dom acht de verordening
voor den Raad onaannemelijk, omdat zij zoo ongelijk
matig zal drukken, weshalve ook aan de goedkeuring
van Gcd. Staten mag worden getwijfeld. Met voor
beelden licht spr. zijn meening toe.
De heer m r. Jansen heeft in de vorige verga
dering mr. Picrson onrecht aangedaan, nog wel bij
diens afwezigheid. Hij wil daarvoor excuus vragen.
De minister heeft niet gezegd, dat de personeele
belasting is een inkomenbelasting. Op bladz. 543
van dezen jaargang der Handelingen der Staten-
Generaal heeft spr. gezien dat de minister die be
lasting noemde een „verteringsbelasting." B. en YV.
schaarden zich aan do zijde van den heer Bournan.
Spr. wil zijn plaats in deze <iuaestie inruimen aan
B. en YV.
De heer De Groot beent weinig waarde aan
den naam. Mocht die verandering tengevolge hebben,
dan acht hij het beter die te bespreken bij bet amen
dement. Hij schaart zich aan de zijde van den heer
Maas.
Spr. waardeert de pogingen in het ontwerp gedaan
om den last van de zwakken te laden op de sterken.
Maar die pogingen zijn niet gelukt, hetgeen spr.
reeds in zijn ingezonden opmerkingen heeft aange-
toold. De belasting drukt zeer ongelijk. Hij heeft
o. a. gevonden dat de een 84 maal zwaarder wordt
getroffen dan do ander.
Bovendien zullen er velen, die groote draagkracht
bezitten, niet worden aangeslagen, b.v. kamerbewo
ners. Zij die panden bezitten worden zwaar getroffen.
Anderen die niet behoorden te worden aangeslagen,
cn 't ook vroeger niet werden, worden thans zwaar
getroffen.
Dit zijn alle uitzonderingen die den regel omver
werpen.
De fout is. dat de grondslagen niet altijd beant
woorden aan het inkomen.
De heer Nolet is van meening dat de aange
nomen grondslagen geen grondslagen van inkomen
kunnen zijn, maar van vertering. Ook de heer De
Groot heeft die meening versterkt.
Bovendien maken die grondslagen de opbrengst
der belasting twijfelachtig. Men kan in een goed-
kooper huis gaau wonen met hetzelfde inkomen.
De groote panden zullen door deze belasting in
waarde verminderen.
Spr. meent dat de kleinere inkomens tot 2 i\ 3000
te beoordeelen zijn naar do woning; de grooterc
evenwel niet.
De heer Yran YYTestendorp heeft liever de
oude, gehate inkomstenbelasting dan deze. Ook hij
acht de huurwaarde, vooral in Schiedam, geen ge
schikte basis voor berekening van het inkomen.
Men drukt op die wijze den huishuur tc sterk.
Grondslag D wil spr. laten vervallen. Daarentegen
zijn dc kamerbewoners nu vrij, en velen willsu zelfs
niet vrijgesteld worden, omdat zij dan het kiesrecht
verliezen.
Spr. heeft alleen zijn amendement betreffende kin
deraftrek ingediend voor geval het ontwerp onge
wijzigd in stemming mocht komen. Hij zal tegen
het ontwerp stemmen indien de kinderaftrek daarin
niet wordt opgenomen.
De wethouder, de heer Man s, heeft de becijfe
ringen gemaakt van de lijsten, die voor de raads
leden ter inzage hebben gelogen. Ook bij hoeft be
vonden dat de nieuwe belasting in percentage
ongelijkmatig drukt tegenover de vroegere belasting.
Dit ligt echter hierin, dat de cijfers van het inkomen
eenvoudig zijn geput uit de kiasse, waarin die per
sonen thans zijn aangeslagen in de inkomstenbe
lasting.
Maar die cijfers dekken niet het werkelijk inkomen.
In de inkomstenbelasting zijn giften van hand tot
hand vrijgesteld. Gaat men van het onjuiste cijfer
uit, dan komt racn inderdaad tot een veel hooger
percentage. En de meeste der saillante feiten be
treffen juist zulke personen.
Daar komt nog bij, dat men niet weet of iemand
aangeslagen is voor het laagste of het hoogste
cijfer eencr klasse. En dat kan ook belangrijk ver
schillen.
Spr. vraagt of hetgeen tot op heden betaald is,
zoo gelijkmatig was, en of vroeger de afwijkingen
niet veel grooter waren.
Spr. neemt een tiental personen van een aange
slagen inkomen van f 1800. Dan betalen die personen
6,6 Heffen wij nu 4 belasting, dan betalen zij
4,8 °/0. Bij f 2400 komt men van 4,09 op 4,44, bij f 3200
van 5,21 op 6,45, bij f3700 van 4,58 op 4,43 enz.
Gemiddeld betalen" die personen van f1800 tot
f1900 inkomen nu &%°0, thans 5 terwijl de
opbrcugst dan ook iets meer zal zijn.
Een belasting-verordening, die een gelijken toe
stand zou scheppen als thans is niet mogelijk. Dat
bewijst echter niet, dat deze theorie niet deugt.
YVanneer de grondslagen niet deugen, dan treft
B. en W. geen verwijt daarover. Hun is opgedragen
een belastiug te maken op de grondslagen der oude
directe belasting. De raad kan zeggenYVij wensehen
die grondslagen niet; maar dan komt hij terug op
het in September genomen besluit.
De heer De Groot geeft toe dat de aauslngeu
in de inkomstenbelasting niet wiskunstig juist zijn.
Maar wij hebben met een paar duizend aanslagen te
doen, en op dat groote aantal maken die weinige
onjuistheden niet uit. Er zijn ook kleiner aanslagen
in het ontwerp, die de afwijkingen nog grooter zouden
maken. Juist bij hen, die op ruimen voet leven,
welke gevallen de heer Maas heeft genoemd kan men
vrij nauwkeurig het inkomen aanslaan, niet die van
hen, die een groot inkomen hebben, maar op be
scheiden voet leven.
De giften van hand tot baud zijn vrijgesteld. De
vraag is nog of het wel billijk is die ondersteuning
van familieleden te belasten. Evenwel, in de meeste
inkomstenbelastingen geschiedt dit. Spr. vraagt of
niet de percentages, door den heer Mans genoemd,
onderling zeer verschillen Bovendien vergelijk de
heer Maas een onjuist ontwerp met een onju.jte
belasting, de bestaande pi. dir. belasting.
De heer Van Gent heeft in de belastingcom-
missic verklaard zich in hoofdzaak met het ontwerp
te kunnen vereenigen, daar men gebonden was aan
het besluit van den Raad. Sedert is hij gaan aar
zelen zijn stem aan het ontwerp te geven; hij heeft
ingezien dat de belaoting zeer ongelijk zou drukken.
Stond de Raad nu voor de keus van 28 September,
dan zou spr. de voorkeur geven aan de inkomsten
belasting boven de thans voorgestelde.
DeY7oorzitter antwoordt den heer YYrestendorp
dat dc kinderaftrek beter besproken wordt bij het
amendement.
B. cn YV. zijn niet tegen kinderaftrek, maar dan
moet de verordening er naar zijn. Bij een verorde
ning cp grondslagen zoo laag gesteld als deze,
vindt aftrek geen plaats. Er zijn er 3600, die van
f 1 5 personeel betalenmoest van die geringe
aanslagen in de pi. dir. bel. nog f 1 per kind worden
afgetrokken, dan zouden er 900 aanslagen op het
kohier worden gemist.
B. en YV. stemmen in met de „amende honorable"
van den heer Jansen, betreffende de uitdrukking,
door den heer Pierson gebezigd.
Ten slotte drukt spr. er zijn bevreemding over uit,
dat men nu spijt schijnt te gevoelen over het besluit
van September.
De heer Nolet verzet zich zelfs tegen de grond
slagen van het ontwerp, niet alleen tegen dc uitwerking.
De Voorzitter acht het een wanhopige taak het
ontwerp tc verdedigen, waar het in den Raad bij
niemand verdediging vindt. Hij wil dus artikel 1
aan dc orde stellen. De beslissing daarover zal over
het ontwerp decideeren.
De heer Nolet zegt alleen opgemerkt te hebben,
dat de gebruikte grondslagen niet geschikt zijn als
basis voor een inkomsten-, wel voor een verterings
belasting. De grondslagen zijn goed maar niet in do
goede richting gebruikt.
De heer Westendorp wijst er op, dat in
de Persoueele belasting, ondanks de lage aanslagen
wel kinderaftrek voorkomt. Bovendien in de vroegere
inkomstenbelasting kwam kinderaftrek voor. YVaarom
hier niet?
De Voorzitter merkt op dat wanneer men
kinderaftrek invoert cn grondslag D wil laten ver
vallen, het bedrag dat gemist wordt, dan moet ge
vonden worden door verhooging van percentage van
2 op 2,5. Die verhooging is niet zoo gering als zij
wel lijkt. YVaro aan B. en YV. kinderaftrek opge
dragen, dan zouden wellicht do vermenigvuldigings-
cijfers anders zijn geworden.
Dg aïgemeene beschouwingen u >rden gesloten.
Aan de orde komt art. 1.
De heer Elzevier Dom verdedigt het door
hem onderteekende amendement. De voorgestelde be
lasting is een verteringsbelasting. Men heeft zich
beroepen op art. 3 van de verordening van 1882.
Spr. had die vroeger ook beschouwd als inkomsten
belasting. Toen later de werkelijke inkomstenbelasting
werd ingevoerd, bleek hem het onjuiste dier meening.
Dat beroep gaat dus niet op.
De inkomstenbelasting is in Schiedam niet in eere.
Toch zou spr. daaraan de voorkeur geven boven deze,
die zoo ongelijk zou drukken. Ook verzet spr. zieh
tegen het vermenigvuldigingscijfer.
De Voorzitter merkt op, dat dit behoort bij
art. 5.
Bij art. 1 is nu aan de orde het amendement van
den heer Elzevier Dom c.s
De heer Maas ontraadt de aanneming van dit
amendement. Of men een vorbeteringsbelasting moet
stellen boven een inkomstenbelasting, hangt alleen
van de inrichting der laatste af. Dat er geen twee
inkomstenbelastingen naast elkaar kunnen zijn, be
strijdt spr. op grond der gemeentewet, waar die beide
worden genoemd. Maar dc Raad heeft gezegd,
dat hij wil een nieuwe editie der oude pi. dir. bel.
YY'il de raad nu een verteringsbelasting, dan komt
hij terug op zijn vroeger besluit. Had men aan B.
en W. opgedragen een verteringsbelasting temaken
dan zou dit daarvoor ongeschikte ontwerp niet zijn
ingediend.
De heer Elzevier Dom merkt op dat de ge
meentewet de twee inkomstenbelastingen niet naast
elkaar toestaat.
De heer Maas zegt, dat de gemeentewet dit niet
verbiedt.
De heer De Groot sluit zich aan bij den heer
Maas. Hij meent dat inderdaad de drie grondslagen
zijn verteringsgrondslageumaar daaruit maakt de
schaal van art. 5 eerst een belasting. Consequent
zullen de voorstanders eener verteringsbelasting die
schaal moeten doen verdwijnen. Het percentage zou
dan zeer hoog moeten worden. Hij ontraadt dan ook
die verandering.
De heer Nolet merkt op dat men niet den laag-
sten multiplieator behoeft te nemen. Ook de vorige
belasting had progressie.
De heer Maas meent dat bij een verteringsbe
lasting van progressie geen sprake mag en kan
zïj'd wel in een inkomstenbelasting. Door gewoon
hetgeen de burgers verteren gelijkelijk aan tc slaan,
zou meu veel onbillijker worden. Dan zou men dc
meer gegoeden begunstigen.
De heer mr. Jansen herinnert er aan reeds
vroeger gezegd te hebben, dat het amendement is
ingediend alleen om waar te zijn. Met den heer Maas
is spr. het niet eens. Do wet maakt geen distinctie
tusschen beide belastingen wat betreft de wijze van
berekening. Men kan evengoed een schaal maken
ter betekening der vertering, als ter berekening van
het ÏLkamen.
De Voorzitter blijft van oordeel, dat bet
amendement niet zoo onschuldig is. YVordt het aan
genomen, dan moet grondslag D vervallen en moet
art. 5 worden gewijzigd.
De heer De G r o o t wil er op wijzen, dat wie
tegen het amendement is, nog niet is voor grondslag D.
Spr. b.v. is daartegen.
Het amendement, in stemming gebracht, wordt
tv rworpen met 13 tegen 7 stemmen.
Vóór de liceronMr. Jansen, Elzevier Dom, Beu
kers, Nolet, P. C. M. Jansen, Klein en Smit.
Tegen de hoerenKranen, dc Bruijn, Prins, de
Groot, van Geut, Loopuyt, Visser, Maas, den Breems,
Brillenburg, Dienskc, van der YTies en YVestendorp.
De heer De Groot vraagt nu of hij goed be
grijpt, dat wie tegen art. 1 stemt, ook stemt tegen
het geheelo ontwerp.
Dc Voorzitter stemt dit toe.
Het resultaat der stemming is, dat art. 1 wordt
verworpen met 15 tegen 5 stemmen, zoodat het ont
werp is verworpen.
Voor de hoerenVisser, Maas, Den Breems,
Brillenburg en Kranen.
Dc Voorzitter merkt thans op dat het de
laatste vergadering in dit jaar is. De Raad moet nu
uitsproken, dat de pi. dir. bel. naar het inkomen,
nis onbestaanbaar, wordt ingetrokken.
Dc heer mr. Jansen zou dit niet wenschelijk
achten. Hij deelt ook de meening van den Voorzitter
niet. YVel is do oude belasting gebaseerd op het oude
personeel, maar wij kunnen die ook heffen van het
nieuwe personeel. Alleen zal de opbrengst minder
zijn, doordat een der grondslagen van het personeel
is vervallen. Bovendien wil spr. grondslag D niet
misien.
De heer Maas meent, dat de oude verordening
in strijd is met de nieuwe wet. De drie eerste
grondslagen zijn niet meer hetzelfde als vroeger, en
dc nieuwe wet verbiedt b. v. de naamlooze vennoot
schappen te treffen. De uitslag zou niets gelijken op
den vroegeren.
De Voorzitter vraagt of de heer Jansen meent
dat de verordening moet gewijzigd worden Zoo ja,
dan vraagt hij"hoe zal het ontwerp luiden Een
verordening die niet kan bestaan, behoort te worden
ingetrokken. Dan zal spr. onmiddellijk met een ander
voorstel komen.
De heer mr. Jansen handhaaft zijn standpunt
en vraagt toezegging, dat grondslag D zal worden
behouden.
De Voorzitter wil cr dan zijn tweede voorstel
bijvoegen. Dit is B. en YV. uit te noodigen zoo
spoedig mogelijk bij den raad te komen met een
voorstel tot wijziging der inkomstenbelasting. B.cn
YV. willen die belasting, met de nooilige wijzigingen,
verlengen tot 31 December 1898.
De heer Elzevier Dom wil liever herziening
voor een jaar, daar de inkomstenbelasting van Mei
tot Mei loopt.
De Voorzitter merkt op, dat in de herziene
verordening wordt bepaald wanneer die in werking
treedt.
De heer Nolet vraagt of cr spoedig voorstellen
zijn te wachten voor een nieuwe belasting.
Dc Voorzitter wil het volgende jaar de
inkomstenbelasting heffen. In dien tijd kan men
uitzien naar een andere belasting.
De beer mr. Jansen zal tegen het voorstel
stemmen, omdat geen toezegging is gedaan om grond
slag D te behouden.
Do Voorzittter merkt op, dat daaromtrent
niets is gezegd, waarop de heer Jansen zijn bezwaar
intrekt.
In stemming gebracht wordt het gecombineerde
voorstel van B. en YV. met aïgemeene stemmen
aangenomen.
De Voorzitter sluit hierop do vergadering.
Naar aanleiding van het overlijden van den heer
H. J. Steghgers J.Hzn. heeft de JProv. Qroningsche
Courant zieh voortaan de medewerking weten te
verzekeren van den heer YV.J. Veenhuizen, tot heden
hoofdredacteur der Nieuwe Groninger Courant.
De hoofdredactie van het blad, dat in verband
hiermede een reorganisatie zal ondergaan, zal binnen
kort toevertrouwd worden aan de hoeren YV. J.
Veenhuizen en mr. H. de Visser.
De heer Van Hattum te Arnhem, beklaagd den
brand gesticht te hebben op de Arnhemsche ten
toonstelling, is door de rechtbank te Arnhem vrij
gesproken, als zijnde het bewijs van bekl.'s schuld
niet geleverd.
Nkd. Heuv. Kerk.
Beroepen: Te Herkingen Flakkee), G. H.
Slagmolen, cand.; te Parmerend, J. L. Bommezijn
B. Hz., tc Sneek.
Aangenomen: Naar Opijnen c. a., door YV.
van Esveld, te Hattum; naar Bommel, door YV. Stoel,
te Aalsum c. a.
Bedankt: Voor Rozenburg, door F. YV. C. L.
Schulte, to Cotbenvoor Oudenhoorn (toe), door G.
A. Slagmolen, eand. te Schiedam; voor Burum e.a.,
door J. Hoekstra, te Heteren; voor Hoogebeintum
(Fr.) (toez.), door A. H Seholte, cand te Oostburg;
voor YVondsend c. a., door J. Vermeer, tc Zwolle.
Geref. Kerken.
Beroepen: Te Houwerzijl (Grond E. H. Broek
stra, to Delfzijl; te Arnhem, YV. H. Gispen te
Breukelen,
Bedankt: Voor Zuidland, door R. Smeding, te
IJselmonde; voor Oud-Vosmeer c. a., door C. B.
Schoemakers, te Souburg.
De Provinciale Staten van Noord-Holland
hebben heden tot lid der Eerste Kamer, ter
vervanging van den heer Wertheim, gekozen
jhr, mr. .1. YV. H. Rutgers van Rozen
burg, oud-lid der Tweede Kamer, met 33
van de 64 stemmen, nadat de meerderheid der
vergadering één twijfelachtige stem aan den
heer Rutgers toegekend had.
Een wonderbaarlijke redding.
In het Bat. Nieuwsblad van 30 Nov. wordt
onder het opschrift: »de lotgevallen van den le-
luit. der infanterie A. Ruijsch van Dugteren 1 het
volgende medegedeeld
Bestemd oin als postcommandant te Toboali op
te treden, vertrok de le luitenant der infanterie
A. Ruijsch van Dugteren per ss. Van Ricbeech den
l6en 's namiddags !e G uur van Muntok naar zijn
plaats van bostemming.
Na de avondtafel beeft bij nog eenigen tijd met
de overige passagiers staan praten en is toen naar
zijn hut gegaan, waar hij zich dadolijk ter ruste
begaf, ten einde den volgenden morgen vroegtijdig
gereed te zijn.
Spoedig viel hij in een rustigen slaap, maar wie
kan zijn ontzettonden schrik beschrijven, toen hij
plotseling mei een rilling wakker werden bespeutde,
dat hij in zee lag.
Wanneer de luitenant A. Ruijscli van Dugteren
geen zoo goed als geheel-onthouder was, wiens
absoluut eenig drinken bestaat in 'n enkel glas
«portwijn en even zeldzaam 'n glas rooden wijn,
zou men allicht denken, dat bij afterdinner op de
reeling was gaan zitten en daar in slaap was ge
vallen.
Dat echter, kan onmogelijk bet geval zijn geweest.
Wat er echter gebeurd is tusschen den tijd, dat
Ruijsch van Dugteien insliep en het oogenbbk,
waarop hij overboord viel, is hem totaal onbekend,
en er is tot dusver niets, wut hem in dit duistete
feit eenig licht kan geven. Oak is hij geen slaap
wandelaar, althans men heeft hem nooit verteld, dat
li ij aan die ziekte lijdende was, lei wijl het overigens
van aïgemeene bekendheid is, dat dergelijke personen
zeker zijn in hun bewegingen en geen misstap doen,
tenzij zij plotseling rnet schrik tot bewustzijn komen.
Toen hij dan tot bezinning kwam, bevond hij zich
ter hoogte van het roer en zag bij in den stikdonkeren
nacht de boot voor zich uit verder stoomen.
Pogingen, om door schreeuwen de aandacht te
trekken, mislukten, zoodat hem niets anders over
bleef dan te zwemmen in de richting van een licht,
dat hij in de verte vlak op het water iespeurde.
Aanvankelijk denkende, dat men zijn hulpgeroep
geboord had en er een reddingsboei was uitge
worpen, begreep hij weldra, dat het licht van een
vuurtoren moest zijn, waarop hij natuurlijk besloot
in die richting koers te zetten. Ten einde vrijer
te zijn in zijn bewegingen, had hij dadelijk het
eenige kleedingstuk dat hij aanhad, een slaapbroek,
uilgetrokken en bleef moedig op het licht aan
houden. Waarschijnlijk heeft een zeestrooming bom
hierin tegengewerkt, althans de vuurtoren ver
dween meer en meer uit het gezicht er. eindelijk
was hij weer door den stikdonkeren nacht omhuh'.
Hij bleef in dezelfde richting doorzwemmen, ma
spoedig begreep hij, dat er in den donkeren nac.it
geen koers te houden wasmoedeloos bleef hij
ronddujven, terwijl hij reeds geheel met het leven
had afgerekend.
Bij het aanbreken van den dag bemerkte hij
vrij duidelijk de kust van Palembang, terwijl van
Banka niets anders te bespeuren was dan heel in
het verschietde bergen van het binnenland.
Natumlijk hield hij op't land aan, nu eens krachtig
voortzwemmende, dan weer geruimen tijd op zijn
rug drijvend. Dit laatste werd hem tegen den
morgen zeer bemoeilijkt, doordat cr een frisch
.briesje opstak, dat eenige beweging in de golven
bracht, zoodat deze telkens over hem heensloegen
en hij groote hoeveelheden zeewater binnenkreeg.
Gelukkig hield dit niet lang aan en spoedig was
de zee weer zoo glad als een spiegel.
Intusschen klom de zon steeds hooger en hooger,
de hitte werd ondiagehjker, niets beschutte den
eenzamen zwemmer tegen de gloeiende zonnestralen.
Bovendien bad hij veel te lijden van de steken
van kleine visschen, terwijl zijn rug en nek ver-