I i li "f f 51"* jaargang. Vrijdag 14 Januari 1898. N°. 9525. Eerste Blad, DE VLUCHT. E e irl Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FBÜILT/RTQIST. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. BUITENLAND. Schiedam, 13 Januari '98. •reyfus en Estcrliazy. IDA. BOY-ED. {Wordt vcvolgd, 1! t tl' 'h 'f f4 gi Asosnembstsphijs voor Schiedam, peT kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BUREAUBOTEKSTItAAT ÏO, Tclcplioon IV'o. 123. AnvrnTPNTiEprjjs: van 1—5 gewone regels mot inbe grip van ecne Counntf 0.52 Iedere gewone regel meer0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Algemeen overzicht. Het tweede gewijsde, dat nu in de zaak Dreyfus-Esterhazy is verkregen, heeft de eer van Esterhazy gered, maar daarom de schande van Dreyfus niet bevestigd. Emile Zola, door een redacteur der Agence Nationale naar zijne meening gevraagd, zeide zich het recht voor te behouden later zijn oor deel uit te spreken over het vonnis. sik ben in ieder geval overtuigd van de onschuld van Dreyfus", vervolgde hij. »Men zou mij eer het hooh kunnen afsnijden, dan mijn overtuiging aan het wankelen brengen." En heel voorzichtig voegde hij er aan toe ïMijn oot deel bindt rnij alleen." Toch is de beroemde schi ijver niet de eenige die aan Dreyfus' onschuld gelooft, en 't schijnt niet te boud, wanneer men aanneemt dat het proces-Esterhazy het aantal van hen, die in Dreyfus g.-en verrader zien, heeft doen toenemen. Zoo bevatte de Temps van gisteren niet alleen een pleitrede van Scheurer-Kestner, maar ook een redactioneele beschouwing, waarin wordt toegegeven, dat het proces-Esterhazy den twijfel aan de juistheid van het tegen Dreyfus uitge sproken vonnis heeft doen toenemen. Het blad vindt de akte van beschuldiging thans nog zwakker dan op het eerste gezicht. Maar indien al de vrjjspraak van den een de schuld van den ander te kennen geeft, dan hoopt het blad, dat het volksbewustzijn in ieder geval volkomen zal worden gerustgesteld. Waar zoo de Temps spreekt, het regeerings- gezinde blad, dat steeds met groote correctheid zich bepaald heeft tot een opsomming der ge beurtenissen en vermoedens, aantijgingen en feiten, zonder zelf een oordeel te vellen, daar mag men veilig aannemen, dat het aantal van hen, die zich or bevredigd voelen over den afloop van dit proces, zeer groot is. Twee dingen staan thans in ieder geval vast lo. Dreyfus is veroordeeld, tegen de wettelijke voorschriften in, op grond van geheime stukken, die aan de verdediging niet zijn medegedeeld, en 2o. de regeering heeft iets, wat dan ook, te verbergen dat zij tot geen prijs aan de publi citeit wil overgeven. Wat de geheime stukken betreft, majoor Ravary spreekt er vrijuit over in zijn rapport, en het onbehoorlijke van kolonel Picquard's gedrag moest juist gelegen zijn in indiscretie omtrent deze stukken, die hem ais vertegen woordiger der regeering bij het proces-Dreyfus bekend waren. Dat de regeering iets te verbergen heeft, is zeker. De vraag is alleen, wat. DOOR 4) Felix kwam dus op een kantoor. Spoedig daarna stierf zijn moeder. Hij voelde meer woede en teleurstelling dan smart, of wel de eersten waren zoo sterk, dat zij de laatste over stemden. Voor zijn geest had namelijk steeds een heei naïeve voorstelling van de toekomst gezweefd zijn vader was dood zijn moeder had een vreed za&m tehuis, en hij, de zoon, verdiende reeds ge noeg geld, om haar mooie Irieeren, een goed leven, heerlijke reizen en veel genoegens te verschaffen. Dat alles was nu voorbij. Zijn vader leefde, en zijn moeder was heengegaan, zonder nog de jaren vol zonneschijn, die haar schadeloos hadden moeten stollen, genoten te hebben. Later verweet Felix zichzelf, dat hij zijn vader aldus in zijn stille wenschen eigenlijk uit den weg had geruimd, en hij deed zijn best om een lief hebbend zoon te zijn. Maar zijn vader, die nu den geheelen dag zijn ergernis over alles en allen moest verkroppen en geen geduldige toehoorde! es meer had, spaadde al zijn gal op tot 'savonds en maakte dan Fetx tot owgetuige van al zijn hatelijke overpein zingen. Dat was zijn tehuis, waarheen hij terugkeerde na lange, doodehjk vervelende uren op het kantoor In enkele Duitsche bladen vooral de Vossische Zeitung weidt er over uit wordt melding gemaakt van een te Brussel loopend gerucht. In het verraad, hetzij dan door Dreyfus ge pleegd of niet, zou betrokken zijn niet Duitsch- land, maar.... Rusland, dat nauwkeurig zou hebben willen weten of het Fransche leger inderdaad gereed was enz. En de omstandig heid, dat de »nation mie" hierin zulk een rol speelt, zou de verklaring geven voor de geheim zinnigheid der Fransche regeering. Schoon deze verklaring niet geheel onmo gelijk klinkt (vooral niet, waar de Duitsche regeering zoo nauwkeurig elk belang bij deze zaak \an zich heeft gewezen), schijnt toch een ander vermoeden het in waarschijnlijkheid te winnen. Er zijn er die meenen, dat er inderdaad van geen verraad ooit sprake is geweest. De Fransche regeering, het Fransche leger, de Fransche krijgsraad, zij allen zouden zijn aa dupen van een schandelijk bedrog, Ook de Berliner Neueste Nachrichten, een blad dat in den laakten tijd dikwijls voor officieus doorgaat, is van die meening. Het blad zegt, dat men in oificieele Duit sche en in Parijsche diplomatieke kringen Dreyfus algemeen voor onschuldig houdt. De regeering en de krijgsraad zouden het slacht offer van een bedrieger zijn geweest, en nu bevreesd wezen door eene herziening van het proces hun gezag te verliezen, wat echter eerder geschieden zal door een halstarrige weigering om recht te doen. De Matin geeft intusschen de volgende dra matische bijzonderheden ten beste over het toon eel in de gerechtszaal na de vrijspraak van Esterhazy. Zoodra het vonnis bekend was, snelden vele aanwezigen naar hem toe en schudden hem hartelijk de hand. Esterhazy was zichtbaar ontroerd, vergoot »heete tranen" en riep her haaldelijk dAIi, quelle joie De regeeringscommissaris Hervieu ging naar hem toe en drukte hem beide handen, Esterhazy weende intusschen voort en stamelde onver staanbare woorden. Na de plechtige voorlezing van de uitspraak wenschten generaal Luxer, de voorzitter, en de leden van den krijgsraad hem op hun beurt geluk. Over het geheime deel der zitting heeft Esterhazy zelf een en ander aan een verslag gever verteld. Verschrikkelijke tooneelen hadden zich voor hem afgespeeld, maar ook aangename, want hij had gezien, dat zijn kameraden hem groote achting toedragen. Alle officieren, die als getuigen varen opge roepen, hadden hem lof toegezwaaid, maar de aanvallen, die kolonel Picquard op hem deed, waren verschrikkelijk geweest. van een graanhandelaar, waar hij aan don lessenaar zat, de suizende gasvlam boven zijn hoofd, en in groote boeken cijfers schreef of brieven copieerde en aan alleilei dingen moest denken, die hem nooit, nooit belang kondan inboezemen. Om dien tijd meldde ook voor het eerst gebrek zich bij vader en zoon aan. Het kleine vermogen, dat de familie had bezeten, was nooit groot ge noeg geweest, om voldoende rente af te werpen. Reeds lang had men van het kapitaal geteerd, want van het kapiteinspensioen kon men niet leven. Felix beproefde na zijn kantooruren door ver- taalweik nog iets te verdienen. Hij was twintig jaar, flink opgegroeid, en had goede voeding en voldoen den slaap noodig gehad. Nu worstelde hij den geheelen dag tegen moeheid, deed dikwijls in de zaak iets verkeerd en hoorde meer berispingen dan lof van zijn patroon. Zijn jong hart smachtte naar vreugde. Hel was het bloed zijner moeder, dat in hem gistte. Een dorst naar schoone, groote, zorgelooze levensvreugde verteerde hem dikwijls. En tegelijk met die begeerte ontwaakte in hem een gevoel van trots, dat hem ver boven zijn omgeving verhief. Hij voeide zich inderdaad als een verbannen prinsdat had Alius zeer duidelijk op zijn gelaat geiezen, nog thans, nu hij reeds vier jaar ouder was geworden. Misschien alleen omdat in hem leefde een ver langen naar een gebeurtenis, naar het echte leven, naar een of ander hoog gevoel, ontwaakte in zijn ziel de zucht om lief te hebben. Maar daar zijn zware dagtaak en de vreugdeloosheid in het ouder lijk huis hem zwarigalhg hadden gemaakt, werd ook deze eerste liefde voor hem geen lachende voor- jaarsdroom, maar een drukkende gebeurtenis vol zorg en teleurstelling, Lore, de zestienjarige dochter 's Maandagasvonds tot half negen en Dinsdag tot 's middags toe, had deze niet opgehouden hem (Esterhazy) door het .slijk te sleuren en op de ongehoordste wijze te beschimpen. Maar in majoor Ilenry was Esterhazy een wreker opgestaan, en hij had Picquard als falsaris aan de Kaïk gesteld. Ook de voorzitter had Picquard t't faire genomen, zoodat de/e ten slotte had uitgeroepen: sMaar, rnon general, ben ik dan hier de beklaagde ïMen zou werkelijk gedacht hebben", be sloot Esterhazy, sdat ik met de zaak niets had uit te staan, en dat kolonel Picquard mijn plaats als beschuldigde had ingenomen." Laat ons tegenover deze zelfvoldoening eens stellen wat Clémcnceau met gemotiveerde bit terheid in de Aurora schrijft: Esterhazy is vrijgesproken: dat was te voorzien. sGij kleine Fransche soldaten presenteert voor dezen uhlaan het geweer, daar hij nu op bevel van den minister van oorlog Billot een deel der eer van het Fransche leger uitmaakt. j>Is de zaak daarmede afgeloopen Ik geloof het niet. Wanneer de regeering haar uhlaan trouw wil blijven, dan moet zij het Dreyfus- syndicaat gerechtelijk vervolgen, omdat het heeft durven twijfelen aan de eer van Esterhazy. Doet de regeering dit evenwel niet, dan zullen, naar ik hoop, de moedige verdedigers van Dreyfus het doen. Zij zullen generaal Billot en zijn geheime rechtspraak overleveren aan het oordeel der openbare meening, de jury van alle Fransche burgers." Het oordeel der verschillende stemmen der pers eenigszins uitvoerig weer te geven, is ons in ons beknopt bestek niet wel mogelijk. De Engelsche en de Duitsche bladen blijven sterk twijfelen aan Dreyfus' schuld, de Fransche bladen zijn, evenals vóór liet proces, in twee kampen verdeeld. Dat de Temps, zooals wij boven zeiden, thans eenigermate partij kiest ten gunste van Dreyfus, mag als een feit vau 2;kere betee- kenis worden beschouwd. Vermelden wij ten slotte nog mige recht- streeksche of zijdelingsche gevolgen van het proces-Esterhazy en den uitslag daarvan. Kolonel Picquard heeft gevraagd, voor een raad van onderzoek te mogen ver-chijnen. Een gerucht gaac, dat Esterhazy Mathieu Dreyfus zal aanklagen wegens laster en kolonel Picquard zal uitdagen. Generaal de Pellieux spreekt in een schrijven aan Esterhazy de bewering van sommige bladen tegen, dat de brief aan mme. de Boulancy, op verzoek van Scheurer-Kestner bij deze in beslag genomen, geen punt van onderzoek heeft uit gemaakt. Die brief is aan het oordeel van deskundigen onderworpen en ter volledige behandeling ook aan den krijgsraad gezonden. van hun buurvrouw, beantwoordde zijn liefde, mis schien eerst alleen om de bekoring van het heime lijke. Haar opgei uimdheid streed langen tijd tegen zijn treurigen aard, maar allengs werd het ook haar in 't blonde kopje droef te moede door al het troostslooze in Felix' bestaan. Zij begon hem in waai heid lief te hebben en met hem te lijdenzij schepte er behagen in zich voor te nemen, op hem te zullen wachten, ook al zou zij oud en grijs worden, Felix' vader stierf, toen zijn zoon een jaar Jang in zijn eerste betrekking was, waarin hij honderd mark per maand verdiende. Het bewustzijn, dat men als koopman niet binnen een paar jaren, seen paar millioen bij elkaar rooft," zooals kapitein Dahlland zich in zijn onbekendheid met de wereld had voorgesteld, had nog zijn laatste levensjaar vergald. Felix voelde zich bijna tevreden, dat zijn vader dood was ieder levensjaar meer had hem toch slechts teleurstellingen kunnen brengen. Nu rustte hij althans in vrede. Om dezen tijd hield Felix zich stetk bezig met overpeinzingen, of er nog een persoonlijk bewust zijn was na den dood, en voor zijn armen vader zou hij gaarne zulk een bewustzijn hebben willen vragen van den Schepper aller dingen, opdat den ongelukkige nog éen weldaad zou ten deel vallen, de bescheidenste van allezijn rust, zijn diepe rust te voelen. Al wat er over bleefeen paar meubelstukken, zilver, kleeren, bedden, werd verkocht. Felix hield alleen den ring, dP sedert vele geslachten een erfstuk was in zijn .aders familie, en den ouden hond. Met driehonderd mark in den zak dacht hij zich bijna rijk, en hij kocht een rentegevend premie- sUw advocaat", zoo eindigt het schrijven, fe heeft, een copie van liet rapport der deskun digen in handen. Gij kunt er gebruik van maken om de bladen, die op dit punt dc af schuwelijke campagne voortzetten, waartan gij het slachtoffer zijt geweest, te vertolgen en, iets waaraan ik niet twijfel, te uoen veroor- deelen". De senator en oud-minister van justitie Tra- rieuv z.al den minister tan oorlog intorpelleeren. Hij zal de volgende traag stellen: Heeft de krijgsraad, die in 1 SO i Dreyfus heeft gevonnist, kennis genomen van stukken, die niet aae den beklaagde zijn medegedeeld? En zou de minister de leden, of één lid van den krijgsraad kunnen machtigen, onder eede te getuigen, dat zij geen enkele vertrouwelijke mededeeling hebben ontvangen buiten hetgeen ten overstaan tan den beklaagde is ter tafel gebracht De afgevaardigde de Beauregard eindelijk z.al bij de Kamer een wet indienen, om de bepa lingen der keizerlijke decreten van 4800 en 1808, waarbij de in Frankrijk wonende Joden aan speciale voorschriften worden onderworpen, van kracht te verklaren. Bovendien tvil hij, dat aan geen Jood, die niet reeds woont in dc grensdepartementen, voortaan vergund worde zich daar te vestigen. Beauregard zal de urgentie voor zijn voorstel vragen en zal daarbij aantoonen welke groote gevaren, volgens hem, voortvloeien uit het steeds groolcr wordende aantal Joden, die in het leger zijn en openbare betrekkingen be- kleeden. Het schijnt, dat do Russische invloed zich zeer sterk bij den bondgenoot doet gevoelen. Gemengde Mededeellngcn. Denemarken heeft aan de Europeesche mogendheden om een gewaarborgde onzijdig heid gevraagd. De minister tan buiteniandsche zaken heeft thans in het Folkething medegedeeld dat de antwoorden op dit verzoek niet gunstig luiden. De mogendheden hebben verklaard met genoe gen te vernemen dat Denemarken bereid is om een onzijdige positie in te nemen, maar het is niet waarschijnlijk dat zij de onzijdigheid zullen waarborgen. Aan berichten uit ^betrouwbare bron" uit Brussel wordt ontleend, dat de Belgische re geering het voornemen heeft onverwijld de Europeesche staten, die beetwortelsuiker uit voeren, uit te noodigen deel te nemen aan een conferentie, die zich binnen korten tijd te Brus sel zoude vereenigen, ter onderzoeking van de mogelijkheid om te geraken tot de afschaffing der suikerpremiën. De Weener correspondent van de Daily Neius meldt dat keizer Wilhelm, de koning van Saksen, de prins van Wales en de kroonprins lot. Dagelijks sprak hij met Lore over de mogelijk heid, dat er een prijs op zou vallen, die hen in staat zou stellen te trouwen. Zijn eprste betrekking liet hij spoedig varen. Het kantoor, waar hij zat te werken, grensde aan een zolder met ongelooide kaifshuidon behalve graan een handelsartikel van zijn patroon en de reuk daarvan werd hem op den duur onverdrogeiijk. Hij vond niet zoo spoedig een andere betrekking, want overal werd ovakkennis" geëischt. Felix was bij een graanhandelaar in do leer geweest, omdat zijn vader beweerdesmet speculaties in granen verdient men razend veel geld." Hij ondervond al de kwellingen van een kantoorbediende zonder be trekking. Lore keurde het af, dat hij zijn eerste betrekking had laten varen. Uit de tweede, die hij eindelijk vond, werd hij spoedig ontslagen. Het zoeken en vinden werd nu nog moeilijker, omdat hij geen getuigschriften van goede plichtsbetrachting had. En toen kwam op zekeren dag een lijvige brief van Lore's moeder. Daarin stond dat zij, de moe der, mot alle hoogachting voor mijnheer Felix zich gedwongen zag een eind te make, aan de nu reeds vier jaar durende stille verloving van haar dochter. Het had toch niet den schijn of c." eenig vooruit zicht voor hem bestond. En Lore micht baar jeugd niet onnut laten voorbijgaan. Ook had zich een flink aanzoek voorgedaan, en gelukkig zag Lore zelf de zaak verstandig in. Alleen het hartelijke verzoek bleef haar nog slechts over, dat hij het zich niet al te zeer zou aantrekken. Moeder en dochter wenschten hem nog alles goeds. Denzelfden nacht vei het hij de stad en vertrok naar Berlijn. h t' b' hi f V 'f f i ;t «y tb fit

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1