m
wmmim
A
51"e jaargang.
Zondag 23 en Maandag 24 Januari, 1898.
N°. 9533.
Eer sie Blad
DE VLUCHT.
m
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
TÉ
ii
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND.
m
"ill
j hm
'li
Al
4
p
AnoSKmic-M'swias voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
it omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers- O 09
EE.-^S7T^3S3g5>£g
s BÖTESSTHAAT f«, 'ïelrp.liocra Xo. 120.
ADcriiTOTinrnus: vu l—5 govvone regds niet inbe
grip van ccne t'cr.n.nt
Iedere gewone rtgrl meer
Bij abonnement wordt korting verleend.
f 0.53
- 0.10
jfzrsuu,' rx. 5i'
ASgetssecn cïcraieht.
Schiedam, 22 Januari '98.
De Fransche regeering beeft besloten Zola
en de Aurore to vervolgen zij zullen terecht
staan voor de jury, zooals Zola ook vvenschte,
cn toch zou 't verkeerd zijn hooge verwachtingen
van dit proces te koesteren.
De dagvaarding n.l., door Zola en den direc
teur der Ai/rorc ontvangen, legt hun alleen
enkele zinsneden uit den open brief aan den
President te larie, en wel deze
>iEen krijgsiaad heeft op hevel het ge
waagd eenen Esterha/y vrij te spreken en op
deze wijze aan elke waarheid, elke gerechtig
heid een slag in het aangezicht gegeven. En
daarmede is het uitda geschiedenis zal schrij
ven. dat het onder uw presidentschap geweest
i«, dat een dergelijke maatschappelijke misdaad
kon worden begaan.
ïGij hebt een onrechtvaardige uitspraak ge
daan, die steeds op onze krijgsraden zal blijven
rusten en van nu af al uwe vonnissen met
verdachthcid zal bevlekken. De eerste krijgs
raad kon dwalen, do tweede is door den nood
gedrongen misdadig.
»Ik beschuldig den eersten krijgsraad, het
recht te hebben verkracht, omdat hij een be
schuldigde veroordeelde op een geheim ge
bleven stuken ik beschuldig den tweeden
krijgsraad, dat hij deze onwettigheid heeft
gedekt, op hevel, omdat hij van zijn kant de
juridische misdaad beging met bewustzijn, een
schuldige "vrij te spreken."
De /lagvaarding zegt, dat deze plaatsen
feiten veronderstellen van dien aard, dat zij
de eer en den goeden naam treffen van den
eersten krijgsraad.
Do Aurore merkt bij deze dagvaarding op,
dat de beschuldingen van onwettigheid, ver-
Vval.sch'ng der feiten en plichtverzaking, door
'Zola uitgesproken tegen du Paty de Clam, de
generaals Mercier, Billot, de Pellieux, majoor
Ilavary e. t. q., niet vervolgd worden.
De regecring wil de jury niet tot rechter
stellen over den generalen staf. Zij deinst terug
voor het bewijs der waarheid dat Zola aange
boden heeft te leveren, en stelt een schijnbare
vervolging in. zooals zij schijnbaar Eslerhazy
voor een krijgsraad liet terechtstaan.
liet blad noemi deze vervolging een poging
om de zaak te sussen, rc mr vindt het zeer
twijfelachtig, of dit wel gelukken zal.
De Jad. Beige weet intusschen te berichten
dat Zola en de Aurora ook voor de correctioneele
rechtbank zullen worden gedagvaard. Zij zijn
nl. door drie deskundigen, die voorden krijgs
raad advies hebben uitgebracht over het hand
schrift van het borderel, de heeren Belhomme,
a
DOOB
IDA BOY-ED.
12)
Hij had een gevoel of hij drie- of viermaal een
buiging had gemaakt, in ieder geval een of andere
onhandigheid begaan. liet ldoed steeg hem naar
het hoolci. lïij aarzelde, durfde niet te gaan zitten
en verachtte zichzelf omdat hij zich zoo gedwongen
gedroeg.
In wei kei ijkhnid had hij geen enkele onhandig
heid begaan, maar integendeel een houding van
voorname bescheidenheid bewaard.
ïNeeoit u plaats," zeide zij en ging zelf op het
voeteneind dor cliabe-longuo zitten, in een scheeve
houding, terwijl haar uitgebreide rechterhand op
do zwarte vacht leundede vingers van haar
linkerhand speelden met de kant van haar japon.
Felix nam een stool en ging tegenover haar
zitten.
sik heb u verzocht hioibeen te komen, omdat
ik u mondeling wilde bedanken en tevens mij zelf
veroiitschul ligen," zoo begon z,j. nik had dat ook
wel schriftelijk kunnen doen, maar daar ik mij
zeer schuldig voel, vond ik een brief te afgemeten.
Het gesproken woord scheen mij in dit geval meer
gepast."
Zij spiak gemakkelijk en zeer beleefd, en toch
Varinard en Conard, aangeklaagd wegens het
maken van valsche en leugenachtige rapporten
De Aurore weet ook nog uit de school, of
liever uit den krijgsraad te klappen, n.l. uit
de zitting van den tweeden krij 'sraad, die
Eslerhazy geoordeeld en niet te licht heeft
bevonden.
Mag men het blad gelooven, dan is inderdaad
het proces al op hoogst zonderlinge wijze ge
voerd.
In het beruchte borderel is sprake van een
^Handbook voor het schieten", en onder de
getuigen voor den tweeden krijgsraad bevond
zich ook de luitenant der artillerie Bernheim,
die in -1894 zijn sllandboek van het schieten
te velde" aan Eslerhazy leende.
Wat zou natuurlijker zijn geweest, dan dat
over deze zeker zonderlinge coïncidentie door den
krijgsraad eanig licht was verspreid, althans
beproefd was dat te verspreiden.
Nauwelijks evenwel was de getuige verschenen
of de voorzitter van den krijgsraad, generaal
Luxer, wendde zich tot me. Tezenas, Esterhazy's
verdediger, met de vraag of hij veel gewicht
hechtte aan de verklaring van luitenant Bern
heim, welke vraag Tezenas beslist ontkennend
beantwoordde.
Daarop liet generaal Luxer inet een hand
gebaar den getuige vertrekken, zonder ook maar
één vraag tot hem te richten.
Had men die vraag gesteld aan Mathieu
Dreyfus, wanneer deze als aanklager ware toe
gelaten, het antwoord zou zeker gansch anders
hebben geluid.
Op den ernst, waarmede de zaak-Esterhazy
is behandeld, valt, zoo de Aurore waarheid
spreekt, heel wat af te dingen.
Op zeer besliste wijze komt Alfred Dreyfus'
verdediger, me. Demange, op tegen de terug
gekeerde legende van Dreyfus' bekentenis.
Daartoe maakt liij eenige brieven van zijn
cliënt openbaar, vóór en een dag na de degra
datie geschreven,
In een daarvan zegt deze o. a.»Ik denk met
ontzetting aan den dag vau morgen uit plichts
gevoel, als onschuldige, weiger ik den dood
maar ik vertrouw altijd op u en op mijn
geheele familie om het vreeselijk geheim te
doorgi onden."
En in een anderen briefWaarlijk, het is
al te smartelijk, al te wreed, onschuldig te
zijn en tocli veroordeeld te worden v 'egens zulk
een ontzettende misdaad. Bij God, laat men
mijn onverdiende staaf afkorten. Mijn hart
heeft vandaag al te zeer gebloed."
Nu moge dat de taal van een onschuldige
of wel de pathetische tirade van een schuldige
zijn, in ieder geval zijn het woorden, die een
bekentenis ten eenen male uitsluiten.
Een redacteur der Matin heeft den eerst
kort geleden afgetreden minister van justitie
Darlan gesproken.
lag in haar toon en op haar gelaat iets, dat in
Felix het gevoel wekte, dat een reusachtige afstand
hem van haar scheidde. Bovendien waren haar
woorden hem hoogst raadselarhtig.
sDank V' vroeg hij aarzelend, neen verontschul
diging tegenover mij? Hoe kan dat mogelijk zijn
Conradine glimlachtehet was of zij moeite
deed niet te lachen.
»U moet namelijk weten, dat ik er zeer naar
verlangde Alius te leeren kannen. Zooals ik u
reeds schreefvoor de betrekking, die bij mij
vacant is, is u natuurlijk volstrekt niet geschikt.
Dat is daarenboven een soort bediendenbetrekking.
Dus niets voor u Dat wil zeggen, dat ik dit nog
niet wist, toen ik naar Stephan Alius ging. Maar
toch had ik reeds besloten u niet te nemen, omdat
u geen ervaring op het gebied van reizen bezit.
Niettemin ging ik naar Alius. De gelegenheid was
te gunstig. Ziet u nu, dat ik u grooten dank ver
schuldigd ben
Felix was zeer bleek geworden; een soort ver-
iamming beving hem; gioote zwaai te en leegte
was al wat hij voelde, llij had niets gehoopt, dat
wil zeggen, hij had zich zelf steods wijsgemaakt:
»ik hoop op niets", en toch had hij reeds ieder
detail van een uitgewerkt toekomstbeeld voor zich
gezien. En nu stortte alles ineen! Conradine de
la Fiómoire had noch zijn ouders gekend, noch
ook dacht zij er aan belang in hem te stollen of
zelfs hem in laar dienst te nomen; zijn sollici
tatie had alleen dienst gedaan als een voorwendsel
voor haar om eens een bezoek te brengen aan een
beroemd dichter.
[lij beproefde te glimlachen en zeide:
sDat mevrouw mijn bescheiden sollicitatie daarto®
Deze verklaarde dat Scheurer-Keriner hom
over de revisie van het proces-Drevfus niet
officieel heeft gesproken.
Over de noodzakelijkheid van de revisie wilde
de oud-minister zich niet uitsprekenmaar hij
zeide alleen, dat veel mannen van verstanden
met een gezond oordeel er vóór zijn.
Meer kon hij niet zeggenalleen zeide hij nog
sik geloof wel na de herhaalde verklaringen
van advokaat Demange te kunnen aannemen,
dat de ex-kapitein Alfred Dreyfus zich voor
den krijgsraad alleen te verantwoorden heeft
gehad over de in het borderel genoemde feiten
intusschen komt de vraag, of hij ook op andere
bewijzen is veroordeeld, mij voor te ernstig
en van te groot gewicht te zijn, dan dat ik
er nog iets heb bij te voegen."
Inmiddels zit kolonel Picquart nog steed* op
het fort Mont Valérien gevangen.
De Siècle verhaalt dat hij ernstig ziek is.
hetgeen veroorzaakt zou zijn door zijn vochtige
kazemat en gebrek aan frissche lucht.
llij mag niet wandelen en zelfs is het aan
do officieren van het fort verboden met hem te
spreken.
De manifestaties in de provincie en te Parijs
gaan nog steeds voort.
Morgen honden de antisemieten een groote
betooging.
Heden zal in de Kamer Cavaignac zijn inter
pellatie houden over liet rapport van Lebrun-
Renaud aangaande Dreyfus' bekentenis.
Waarschijnlijk evenwel zal het laat op den
middag worden, eer de interpellatie aan de
orde komt.
Het Journal zegt n.l. dat de afgevaardigde
Chavoix geweigerd heeft zijn interpellatie in te
trekken.
In le Kamer zelf is men van oordeel dat do
zaak spoedig zal worden afgedaan.
De gouvernernenteele republikeinen hebben
intusschen in een partij-vergadering besloten
de regeering een votum van vertrouwen te
schonken.
Mogelijk vinden onze lezers onder »Tele-
grammen" nog iets over de zitting van heden.
Gisteren was in de Fransche ICamcr de gods
dienstige onverdraagzaamheid aan het woord.
De begrooting van Eeredienst wa* n.l. aan
de orde en bij die gelegenheid beschuldigde de
afgevaardigde Berard de regeering van met de
Kerk te heulen, hetgeen den abt do Bernis
Berard deed toeroepen »Gij zijt aan de Joden
verkocht 1"
Nadat eenige afgevaardigden tot de orde waren
geroepen, beklom de minister-president Méline
de tribune om te antwoorden.
Men spreekt van den bemoeizucht des Pausen,
zeide hij. Zeker, het hoofd der kerk heeft het
recht er een meening op na te honden, maar
het recht dat de regeering hem niet veroorlooft
is, zich met onze inwendige politiek te bemoeien.
En dat doet hij ook niet.
als voorwendsel noodig had, verwondert mij toch.
Yoor een dame slaap, er zeker genoeg wegen open
om met Alius kennis te maken."
sToch niet", antwoordde zij levendig, svoor mij
niet. Ik woon meestal daar ginds of daar in
het Noorden," zij wees met haar linkerhand ver
schillende hemelstreken in een vage richting aan,
vkortom, zelden te Berlijn. En hier heb ik alleen
zaken af te doengeld, kleeren, hoeden, wat men
zoo noodig heeft. En daar ik er niet van houd,
lastig gevallen te worden door menschen die mij
niets aangaan en die altijd iets verlangen, ben ik
zelf ook op mijn hoede, dat ik niet indringerig
word. Betieft het een schilder die mij in verruk
king brengt, dan kan ik naar zijn atelier gaan en
een schets of een schilderijtje van hem koopen;
dan leer ik hem kennen met het aangename ge
voel, dat mijn bezoek hem ten zeerste welkom was.
Maar bij een dichter is dat heel anders. En
Stephan Alius! Mijn Hernel, wat heb ik een geest
drift voor hem gevoeld. Voild un hommedacht
ik. En er zijn zoo weinig mannen, werkelijk man
nen van wil en van kracht. En ik had mij wijs
gemaakt, dat Stephan Alius mij zou impoueeren.
Toen vond ik in uw grappige aanbieding de uit-
noodiging informaties te r.emen bij Alius. Ik be
sloot terstond naar hem toe te gaan, wapende mij
met een ruiker orchideeën voor de vrouw van den
dichter en nu, ik ben er ook geweest
Zij lachte en drukte plotseling de hand voor den
mond als wilde zij de uitbarsting van vroolijkbeid, die
ais een sterke critiek dienst deed, terughouden.
Felix dacht aan Alius' slordig voorkomen en aan
zijn magere vrouw mat den stalen vingerhoed en
het geborduurde canapé-kussen. Maar hij was niet
Móline ontkende dat er een clmeaal gevaar
bestaat, waarna een twintigtal artikelen werden
aangenomen.
Toen kwam Le Ilérrisé er aan herinneren
dat dc opperrabbijn Zadoc Kalm zich in een
kort geleden gevoerd proces had gemoeid.
llij vroeg welke maatregelen de regeering
dacht te nemen voor het geval van een nieuwe
inmenging van den rabbijn.
De antisemiet de Beauregard stelde voor het
traetement van den opperrabbijn to vermin
deren. wat de abt Letnire afkeurde.
De Maliy noemde de vreemde Joden en
protestanten een nationaal gevaar.
liet riot was. dal het amendement-Beaure-
garcl werd verworpen en de begrooting van
Eeredienst aangenomen.
De Frankfurter ZediiiO'/benchl, dat gisteren
te Parijs nog een anarchistische aanslag heeft
plaats gehad. Een agent, die op pori, stond op
den hoek van den Boulevard Saint-Germain en
den Boulevard Siint-Miclnd cn aan den linker
oever der Seine dus', hoorde een schot en be
merkte dal een kogel boven den rechterarm
door zijn mantel was gegaan. llij ging naar
den politiepost en terwijl hij binnen was. werd
voor de deur weer ge-clioleiido kogel ging
langs den agent die daar op post stond, heen.
Twee vluchtende mannen werden vervolgd en
gegrepende een wierp een dolk. de ander
een revolver weg. De een bleek een leidekker
te zijn, 19 jaar oud, de ander, die eer-t '18
jaar is, is een letterzetter. Beiden verklaarden
dat zij anarchisten waren cn zich wreken wil
den voor vroeger van de politie ondervonden
ruwe behandeling.
Zooals gewoonlijk wordt ook nu weer de
cene anarchistische aanslag door den andoren
gevolgd zoo iets schijnt altijd sterk te werken
op de verbeelding van menschen, die in het
algemeen geneigd zijn in dien geest op te treden.
De Engelsche regeering doet erg strijdlustig.
Eerst dc stoffende rede van Ilicks-Beaeh, en
nu weer een van lord Wolseley. den opper
bevelhebber van liet Eugelsche leger.
Deze verklaarde in eon Donderdag j.l. te
Londen gehouden toespraak dat indien morgen
de oorlog werd verklaard, alles gereed zou zijn.
Twee legercorpsen zouden volledig uitgerust
samengetrokken worden in de havens, waai
de inscheping moest plaats vinden, nog voordat
de marine zich de ïioodige schepen zou kunnen
verschaffen om de troepen te vervoeren.
Wat baat dan die gereedheid van het leger
indien de marine in gebreken blijft, is men
geneigd te vragen.
Ook C'iamberlain verklaarde in de conser
vatieve club te Londen, dat iedere dag nieuwe
bronnen van onrust doet ontstaan. Wij beleven
een interessanten tijd, meende hij.
De staatssecretaris van koloniën is evenwel
volgens zijn eigen beweren een optimist, sik
in een stemming om over de teleurstelling van oen
ander te lachen.
sDaarvoor was waarlijk noch dank noch een
verontschuldiging noodig. Daar ik vorder in gea-
nerku beirekking tot Alius sta, zou ik nooit van
uw bezoek hebben gehoord"', zaido hij.
tTocli wei. dat was mijn [dichtwant ik beu
u werkelijk dankbaar. Men heeft zulke dwaze voor
stellingen hef aanschouwen der werkelijkheid
is zoo gezond. En ik moest ook zoo erg ora u
lachen Wat vertelde Alius mij daar Uw vader
was officierhij kende uw ouders door do Westing's.
Uw moeder was de koningin vau alle feesten, die
prins Westing gaf. Eu u wilde koerier worden
Beken maar dat u aan een studmitikce bui hebt
toegegeven. Alm, dacht u, dat zijn zeker van dio rijk
geworden burgernienschen, die reizen willen, men
schen mev, veel geld en heel weinig opvoeding, en
het is niet zoo heel erg, wanneer ik voor hen de
kas houd, hotelrekeningen betaal, biljetten neem,
reisplannen ontwerp en hier on daar ean kieine
verklaring geef van wat zij zien. Zoo zie ik ook
al dat moois en blijf geestelijk toch alleen! Ja,
beken maar, dat het een stu ientenstreek was!"
Folix hemei kto, dat hij hier totaal verhoord
werd begrepen. Dat mocht hij geen oogenblik
langer dulden. Een bitter gevoel van deomoedi-
ging kwam in hem op, daar hij door zijn be
kentenis als het waro uit de sfeer dezer vrouw
moest treden, terwijl hij juist voor haar trotseh
en als gelijke had willen staan. Miar hij over
won die gewaarwording met mannelijke kloekheid.
Hij stond op.
Wordt vervolgd.)
i'l
1 drifl
f
i -vl
i
t'i