5ftó jaargang.
N°. 9535.
Woensdag 26 Januari 1898.
DE VLUCHT.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
UITGEVER? H. j7c. ROELANTS.
BUITENLAND.
Aboskeheotspbub vaar Schiedam, per kwartaal i f 0.90
omliggende plaateen, p. kwart. - 1.05
franco per paat, p. kwartaal. - 1.80
Afzonderlijke nommerao.02
BUREAU: BOTERSTRAAT ÏO, Telephoon No. 123.
Advebtentiepmjb van 15 gewone regels met inbe
grip van eene Conrantf 0.52
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
ii IWAJJIMtimnffiMMB
Algemeen overzicht.
Schiedam, 25 Januari '98.
De zitting der Fransche Kamer van gisteren
heeft der regeering een groote overwinning
gebracht.
De heer Méline heeft slechts te weigeren op
pertinente vragen te antwoorden, waarop toch
een beslist bescheid dringend noodig is, en de
vertegenwoordigers van het vrije Fransche volk
buigen het hoofd deemoedig voor den tetisch
van het gewijsde, althans 376 van de 489.
Het parlementair tournooi begon met een
scbijnaanval van den anti-semiet de Beauregard,
die zich beklaagde over de behandeling, Zater
dag door de Kamer ondervonden, en het optre
den van troepen.
Nadat de voorzitter Brisson uitgelegd had,
dat men wegens het verzet hij liet ontruimen
der tribunes eenige soldaten had laten binnen
komen, en hij nog had verklaard waarom hij
Zaterdag de vergadering niet had willen her
openen, welke mededeelingen bijval vonden,
kwam Jaurès aan het woord.
Onder bewijzen van instemming vroeg deze
collectivistische afgevaardigde voortzetting der
discussie over zijn interpellatie.
Allereerst verbetert liij, onder teekenen van
afkeuring, eenige door de pers gegeven voor
stellingen. Hij zou het woord «slager" in min
achtende beteekenis hebben gebruikt, en ver
scheiden slagers hadden daartegen geprotesteerd.
(Gelach]Vervolgens doet hij eenige vragen
over het proces-Zola, die hieiop neerkomen:
Waarom is men alleen ingegaan op de beschul
digingen legen de leden van den tweeden krijgs
raad En waarom wil men de generaals aan
het oordeel der jury onttrekken.
Op die wijze zouden de generaals hun eigen
rechters zijn.
Wij eerbiedigen de wet, merkt de minister
president Méline op.
Gij hebt niet het recht, gaat Jaurès voort,
om van te voren aan de gezworenen het von
nis te dicteeren dat zij te vellen hebben. Ook
kunt gij niet aan officieren verbieden getuigenis
af te leggen. De regeering behoort toe te staan,
dat er volledig licht, worde verspreid.
Jaurès geett voorts toe dat hij zich geen
oordeel kan vormen over de zaak in haar bij
zonderheden. De Kamer kan daarom geen
rechter zjjn.
Maar hij wensrht een eategcOVn ja of neen
te hooren op de vraag of de leden van den
eersten krijgsraad een stuk in handen hebben
gehad, dat het bewijs leverde van Dreyfus'
schuld. En nu vraagt hij of dat stuk niet is
medegedeeld aan Dreyfus en diens advocaat.
Maar de minister-president antwoordde noch
ja noch neen hij weigerde doodeenvoudig over
die zaak te discussieeren in de Kamer.
Jaurès protesteert tegen onwettigheid en
rechtsverkrachting. Hij vraagt of «wij in Frank-
DOOR
IDA BOY-ED.
13)
In plaats van buiten zichzelf van vreugde te zijn,
overviel hem een gevoel van namelooze deemoe-
diging. Hij dacht er niet aan, dat hij door hot
verhaal zijns levens zichzelf geheel aan haar had
geopenbaard dat hij ernstig vertrouwen kon hebben
veroverd... hij dacht aan het tooneeltje in den
winkel van den juwelier, hoe Conradine zich had
omgekeerd om hem nogmaals in de oogen te zien
do mooie oogen van een armen jongen hadden be
hagen gevonden bij een rijke dameneen, dui
zendmaal neen!
Hij schudde het hoofd met een heftig gebaar van
weigering.
Zij hield nog steeds haar handen op den rug
gevouwen en, zonder op zijn zwijgende weigering
te letten, begon zij weer heen en weer te loopen
en te spreken.
«Bijzondere omstandigheden dwingen mij, voort
durend betaalde krachten te gebruiken. Mijn man
is sedert zes jaar dood. Hij had mij goed geleid
hij beweerde dat ik een aangeboren talent had
om te organiseeren en te besturen maar toen hij
mij zoo plotseling alleen liet, begaf het mij."
Haar stem beefde smartelijk, zeer smartelijk.
rijk niet meer een Franschman in bet open
baar durven veroordeelen."
Indien het land lijdt onder al wat ten op
zichte der zaak-Dreyfus aan het licht kornt,
dan is dat omdat de Republiek haar roeping
niet heeft weten te vervullen. Sedert vijftien
jaren heeft de justitie niet de hand durven
leggen op de groote plichtverzakers.
De voorzitter roept den redenaar toe dat hij
spreekt zooals de ergste vijand der Republiek
niet zou doen.
Jaurès eindigt met op te merken, dat de
grootste laagheid zou zijn, de Republiek over
te leveren aan militairen willekeur.
Méline zegt Jaurès niet op den door dezen
ingeslagen weg te willen volgen. Een regel
matig geveld vonnis kan niet op de tribune
worden besproken. De regeering mag niet in
de plaats treden van den rechter.
Lanjuimais zegt namens een deel der rechter
zijde der regeering steun toe en vraagt haar
of zij besloten is een eind te maken aan de
afschuwelijke campagne van het syndicaat.
Goblet keurt de houding der regeering en
de vervolging tegen Zola af. De regeering
had openlijk moeten verklaren dat Dreyfus
schuldig is.
Baudry d'Asson leest een verklaring voor,
waarom men slechts lacht. Plotseling strekt hij
de armen uit en valt achterover. Hij wordt
weggedragen.
Men roept om sluiting der zitting. Een voor
stel daartoe wordt verworpen.
De voorzitter heeft zes moties ontvangen.
De regeering vereenigt zich met die van Bancel,
waarvoor Méline de prioriteit vraagt.
Ondanks de bestrijding van Goblet wordt
met 375 tegen 171 stemmen de voorrang toe
gekend. en de motie zelf, waarbij de verkla
ringen der regeering worden goedgekeurd, met
376 tegen 133 stemmen aangenomen,
Met luide bravo's wordt de uitslag der stem
ming begroet.
Een voorstel van Gendre om aan de motie
toe te voegen de woorden «De Kamer, be
treurende dat de verklaringen der regeering zoo
laat worden gedaan wordt met 303 tegen
40 stemmen verworpen.
Aan de beurt komt nu de interpellatie van
de Beauregard over het ssyndicaat-Dreyfus".
Sommigen roepen «Tot Zaterdag Maar
Méline wil nog heden een eind aan de zaak
maken.
Beauregard stelt een motie voor, de regee
ring uitnoodigende een eind te maken aan de
campagne van het syndicaat van geldmannen
tegen de militaire Rechtspraak.
Maar de regeering vereenigt zich met een
door het centrum voorgestelde eenvoudige orde
van den dag, die vervolgens wordt aangenomen.
Nadat de voorzitter Brisson nu nog had
medegedeeld, dat de procureur-generaal mach
tiging heeft gevraagd om de afgevaardigden
de Bernis en Gérault-Richard te mogen ver
volgen, werd de vergadering gesloten.
Fehx hoorde het duidelijk. Dus zij had haar dooden
man lief gehad
«Eerst", ging zij voort en het was of haar
stem en haar gelaat plotseling door weemoed
werden omfloersd «eerst was ik te wanhopig
dan dat er eenige bekoring voor mij in lag, te
arbeiden en to besturen."
Zij zuchtte diep, bleef voor een venster staan
en staarde, in gedachten verzonken, voor zich
uit.
Felix had terzelfder tijd een gevoel van vage,
lichte smart en van groote verlichting. Een vrouw
zegt niet aan een man, in wien zij een speelsch
welgevallen heeft, dat zij haar echtgenoot tot ver-
twijfelens toe heeft liefgehad. Dat zegt zjj alleen
aan iemand, dien zij acht, en tot wien zij onbe
vangen spreekt.
«Men moest eigenlijk niet lief hebben," zeide
zij halfluid, «de smart van het verlies is zoo ver
schrikkelijk, dat al het vroegere geluk er door
wordt uitgewischt. Maar misschien ben ik een dier
ongelukkigen, die beter verdriet begrijpen en vast
houden dan geluk."
En toen ging zij voort, zich met een glim
lach tot Felix wendende:
«Maar waarom zeg ik u dat alles? Ja nu weet
ik het. Uit dank voor al het vertrouwen dat u mij
heeft geschonken, En ik wilde u immers ver
klaren ja juist. Dus, destijds heb ik de teugels
van het bewind niet terstond met krachtige hand
gegrepen. O, wat heb ik toen droeve ondervinding
opgedaan! En hoeveel, geld heeft het mij niet
gekost!
«Op Trebbin ging de rentmeester op den loop
on op Dolbatsch werd het een allertreurigste war-
Belangrijk is de verklaring door den nieuwen
staatssecretaris van uitenlandsclie zaken van
Duitschland in de vergadering der budget
commissie van den Rijksdag afgelegd.
Op een vraag van Eugen Richter over de
zaak-Dreyfus antwoordde de heer Von Bulow
natuurlijk slechts met de grootste voorzichtig
heid, temeer «omdat te verwachten is dat door
de in Frankrijk zelf begonnen processen vol
ledig licht zal worden verspreid over deze zaak".
De minister bepaalde zicli er dus toe ieder
verband van Dreyfus met Duitschland ten
sterkste te ontkennen. De namen Esterha/y en
Picquard had hij drie weken geleden voor het
eerst gehoord. Het verhaal van de papiermand
was goed voor een sensatie-roman, niet voor
de werkelijkheid.
De betrekkingen tusschen Duitschland en
Frankrijk waren overigens even gelijkmatig
kalm gebleven.
Van reizen van Dreyfus naar den Elzas en
bijzondere vrijheid van beweging, die hem daar
zou zijn toegestaan, was den minister bovendien
niets bekend.
Men mag aan deze verklaring zeker wel
eenig gewicht hechten, vooral omdat op dit
oogenblik de gezai t te Parijs, graaf von Munster,
zich te Berlijn bevindt, waar hij o. a. officieel
uitgenoodigd is op een partij bij de Noailles,
den Franschen gezant aldaar.
Vermelding dient voorts, dat volgens de
Gaulois de minister van oorlog alle officieren
zal verbieden als getuige op te treden in het
proces-Zola. Hij zelf zal in groot uniform het
leger voor de juiy vertegenwoordigen.
De democratische linkerzijde van den Senaat
is bezorgd voor de repubhkeinsche instellingen.
Het bestuur der fractie heeft in opdracht met
andere partijen in den Senaat overleg te plegen,
hoe die instellingen het best te verdedigen zijn.
Het garnizoen te Parqs wordt in de kazernes
geconsigneerd, wellicht om te verhinderen dat
de soldaten in de straatmanifestaties worden
gemengd.
Lanteme en Journal zeggen, dat cavalerie
uit Versailles het Parijsche garnizoen zal komen
versterken.
De wacht in het gebouw der Kamer is ver
sterkt. Ook de Cercle militaire wordt bewaakt.
De gouverneur van Algerife heeft bevolen alle
vreemdelingen, die b'j de opstootjes betrokken
zijn geweest, onmiddellijk het land uit te zetten.
Groote sensatie wekte gisteren te Parijs een
gefingeerd telegram uit Algiers«Algiers in
brand. Plundering Joden, moorden bij honderd
tallen".
Gelukkig bleek er niets van waar te zijn.
Integendeel is het gisteren te Algiers betrek
kelijk rustig geweest.
Gemengde Mededeelingen.
In de vergadering der budget-commissie vau
den Rijksdag verklaarde Von Bulow o.a. ook,
dat China voor de vermoorde zendelingen nog
225,000 tafels zoengeld betalen moest. Op het
boel. Nu, u zal dat zelf wel ondervinden. Maar ik
ben helaas 1 nooit door schade wijs geworden"
Vraag het Madame mare maar eens. Ik heb later
met mijn ondergeschikten nog vaak ongeluk gehad.
Een sympathiek gezicht verleidt mij. Ik kijk steeds
naar het etiket, terwijl ik beter ondeizoek behoorde
te doen naar den inhoud," bekende zij naïef.
Ja, naïef. Foüx kon op dit oogenblik geen ander
woord vinden voor haar manier van spreken
alleen dit woord was "an pus, hoe weinig ook
naiveteit te rijmen scheen met de figuur dezer
vrouw.
«Bovendien haat ik zorg over kleinigheden. Alles
moet flot gaan. Veel vragen en lastige voorvallen
vervelen mij. Daarom boud ik van ferme en ervaren
rentmeesters, en wanneer zij mij met mate be
driegen dan zie ik dat door de vingers. Maar liet
blijft niet met mate
«En nu denkt u, roevrouw, dat vertrouwbaar
heid en eerlijkheid bij mij vanzelf spreken, en dat
ervaring en flinkheid wel zuilen komen vroeg
Felix. Nu eerst beving hem blijdschap. IIij zag
land, land Hij begon buiten zichzelf van geluk te
worden.
«Ja, dat denk ik," riep zij uit, hem beide handen
toestekende.
«Sla toe en zeg in blind vertrouwen ja
Aanvaard bij voorbaat den toestand zooals u dien
zal vinden, de voorwaarden die ik zal stellen 1
Gaat het later niet nu dan bekent u mij vrij
moedig, dat de poging misiukt is. En gaat het
dan bewijst u mij diensten van zeer groot belang,"
«Ja," zei Felix, sja."
Slechts met moeite kwamen die korte woorden
6r uit. Hij gevoelde zich overgelukkig. Z ij had
oogenblik onderhandelde Duitscblan 1 ïr.et China
o\er mijnbouw- en spoorweg-concessies.
De Times constateert mot genoegen dat
Duitschland van Kiautschau een soort noor
delijk Hongkong wil maken.
Men vermoedt, dat de Britsche vloot in de
Oost-Aziatische wateren thans is samengetrok
ken te Nagasaki en Chemulpo. Drie Engelsche
oorlogsschepen bevinden zich nog in de Zui
delijke wateren van China.
Men verwacht, dat bij een eventueel conflict
Engeland en Japan gezamenlijk zullen optreden.
Te Londen is men met geheel gerust over
den toestand, wat het Verre Oosten betreft.
Zaterdag is een kabinetsraad gehouden, die
drie uur duurde. De Russische gezant wachtte
in een naburigen club den afloop af en begaf
zich toen terstond naar Downingstreet.
Hij kon evenwel lord Salisbury niet te spreken
krijgen."
De afgevaardigde Naquet is te Parijs terug
gekeerd om zich in zake Panama te komen
verantwoorden.
Cornelius Herz is, voor het eerst sedert vijf
jaren, in een rijtuig uit geweest.
Cipriani, wiens verkiezing door de Italiaan-
sche Kamer ongeldig was verklaard, is te Torni
herkozen.
In een interview heeft de Grieksche Kroonprins
den oud-premier Ralli hevig aangevallen.
Deze zou hem aangemaand hebben Larissa te
verlaten, opdat het Griehsche leger daar niet
een «Sedan" zou vinden.
Ralli verklaart zich hierover niet te kunnen
uitlaten.
De Sirdar van het Engelsch-Egyptische leger
heeft aan de Engelsche officieren die te ICairo
ter beschikking zijn gesteld, bericht, dat het
voor de eerstvolgende wassing van den Nijl met
verstandig is naar den bovenloop der rivier te
trekken.
President Mc. Kinley betreurt de uitbarsting
van jongoisme in het huis vau Afgevaardigden.
Hij verklaart niet voornemens te zijn, zijn
politiek jegens Cuba direct of indirect te wijzi
gen.
Volgens een telegram uit Jacksonville loopt
daar een gerucht dat Amerikaansche kruisers
naar Havanna zijn vertrokken waar groote op
gewondenheid heerscht. Men beweert dat er ge-
welddadighei m zijn gepleegd jegens den consul
Lee en andere Amerikanen.
Anderzijds zegt een telegram uit Key-West
dat te Havanna een opstand dreigt tegen de
Amerikanen. Maarschalk Blanco heeft te Havanna
troepen samengetrokken.
De minister van marine van Spanje heeft aan
een verslaggever verklaard, dat de regeering
volkomen gerust is over de bewegingen der
Amerikaansche schepen.
Marcellino Rispo, de moordenaar van den
Braziliaanschen minister van oorlog, heeft zich
in de gevangenis van het leven beroofd.
iemand gelukkig gemaakt en kon er niet genoeg
van krijgen hem gelukkig te zien.
«Ik zal u dadelijk voorstellen," zeide zij vroolijk
en met een gewichtig gezicht. De dame, die bij
mij is, is de tweede vrouw van den vader van mijn
man geweest. Ik noem haar Madame mère. Een
schertsende benaming 1"
Zij liep haastig naar de deur waardoor zij een
uur geleden was binnengekomen, en riep eenige
woorden in de andere kamer.
Spoedig verscheen de dame met het bleek-blonde
haar en de zijden japon. Fehx boog diep, terwijl
hij er nog over dacht, waarom Conradine zoo na
drukkelijk vermeden had «mijn schoonmoeder" te
zeggen.
«Mijn nieuwe directeur, mijnheer Felix Dahliand
Madame mère", zei Conradine vroolijk.
Ook later hoorde Fehx nooit, dat zij «mevrouw
de la Frémoire" of «mijn schoonmoeder" z.ide;
zij wist dat met groote behendigheid te vermijden.
Wel wat streng en kortaf beantwoordde Ma
dame mère zijn groet en keek daarop Conradine
verwondeid aan.
«At weer een nieuwe beambte?'' vroeg zij.
«Zeker", bevestigde Conradine, «en ditmaal
iemand, in wien wij ook een aangenamen huis
genoot vinden voor de lange avonden op Trebbin
of Doblatsch. Mijnheer Dahliand is mij door Stepban
Alius warm aanbevolenAlius was een goede
bekende van mijnheer Dahlland's ouders, majoor
Dahliand en diens vrouw; zij logeerden ieder jaar
samen bij prins Westing".
Wordt vervolgd.)