51"° jaargang.
Vrijdag 4 Februari 1898.
N°. 9543.
DE VLUCHT.
Eerste Blad
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FEUILLETON.
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND.
Plata
La
-.14.
Abonnementsprijs voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers- 0.02
BUREAU: BOUEKSTIEAAT 70, Tclephoon ]Vo. 123.
Advertentieprijs ran 15 gewone regels met inbe
grip ran eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Algemeen orerzleht.
Schiedam, 3 Februari '98.
Men is in Engeland volstrekt niet zoo op
ïijn gemak als men het wel "wil doen voor
komen.
Tot nog toe heeft Groot-Britannië nog altijd
het toekijken. Duitschland heeft Kiautschau
bezet, en is bezig uit zijn gedooden matroos
nieuwe voordeelen te kloppen Ruslaud mag
zijn vloot te Port-Arthur laten overwinteren,
en Engeland krijgt niets en mag nietszelfs
China geld leenen, sehijnt het niet te mogen.
De sterke pressie, die Rusland op het Tsung-
li-Yamen uitoefent, doet China aarzelen om de
leening toe te staan aan eene andere mogend
heid dan Rusland, dat zich zelfs, naar men zegt,
verstaan zou hebben met .Duitschland om de
Chineesche schatkist alvast aan een voorschot
te helpen teneinde Engeland den pas af te
snijden.
Hoe het eigenlijk met deze quaestie is gesteld,
is moeilijk uit te maken. Maar zeker is het,
dat Rusland, Frankrijk en waarschijnlijk ook
Duitschland, Engeland met alle macht tegen
werken.
En dat weet men te Londen zeer wel. Vandaar
dat het bericht uit Londen kon komen, als zou
Engeland hebben afgezien van de openstelling
van Ta-Lien-Wan als conditio sine qua non
voor een Britsche ieening.
De Times, die dit nieuws uit Peking ver
nam, comnaenteert het prijsgeven dezer con
ditie aldus:
«Hoewel wij overtuigd zijn, dat het sluiten
eener Engelsch-Chineesche leening onder de
voorgestelde voorwaarden, zelfs zonder de open
stelling van Ta-lien-Wari, ten voordeele zou
hebben gestrekt van alle handelsvolkeren der
wereld, zien wij geen enkele reden, waarom
het mislukken der onderhandelingen nood
zakelijkerwijze de ernstige gevolgen met zich
zou moeten brengen, die men in bepaalde krin
gen vreest."
Terwijl nu de Daily Telegraph wil weten,
dat Rusland en Duitschland het eens zijn ge
worden over een leening van 100 millioenaan
China, verneemt het Berliner Tageblatt dat de
Duitsche financieis alleen lust hebben mede te
doen aan eene Chineesche leening of die zelfs
over ia nemen, indien Rusland staatspapieren
uitgecii tegen het bedrag dier Ieening bij wijze
van waarborg.
Over de nieuwe eischen die Duitschland
stelt naar aanleiding van den moord op een
Duitsch matroos (die volgens de Chineesche
autoriteiten aan het wangedrag van den schild
wacht zelf te wijten is), verneemt men uit
Peking, dat Duitschland de concessie verlangt
voor nog een spoorweg, zuidelijk van Kiautschau,
door
IDA BOY-ED.
21)
«Hooggeachte mevrouw
«Uw lange brief heeft mij gelukkig gemaakt.
Voor de vergunning, mij tegenover u naar
hartelust schriftelijk te mogen uiten, dank ik
u hartelijk. Ik zal dus den moed hebben uit
voerig te zijn. Overeenkomstig uw verlangen
schreef ik mijn weekbericht afzonderlijk. Het
is hierbij ingesloten. U zal uit de cijfers en
de" data bemerken, dat ik mij veroorloof van
iedere kuituur, die hier wordt beoefend, een
klein toekomstbeeld te ontwerpen. AI hebben
zoowel de heer von Collas als de oude Amtrup
mij menigen nuttigen wenk gegeven, heb ik
toch een zeer merkwaardige ontdekking gedaan.
«Ik beb, zooals u weet, mijn jeugd doorge
bracht, tot voor weinige maanden nog, in een
kleine garnizoenstad. Men verkeerde daar
ook mijne ouders, hoofdzakelijk met grond
bezitters. Alle gesprekken werden beheerscht
door den staat van zaken op de omliggende
landerijen. Andere wandelingen dan over veld
en beemd waren er niet. En nu zie ik met
verbazing, dat ik een groote hoeveelheid
ai ig het dan ook onsamenhangende kennis
werktuigelijk in mij heb opgenomen, ongeveer
Yoor het oogenblik is het Yerre Oosten nog
in dichte nevelen gehuld. Wat er eigenlijk
omgaat, wat uit dit alles zal groeien, men
weet het niet.
Mogelijk dat de Engelsche regeering spoedig
haar licht onder den korenmaat uit zal nemen.
Immers, het Parlement zal spoedig bijeenkomen,
en in de Troonrede zal wel iets over het Yerre
Oosten dienen gezegd te worden.
In afwachting daarvan is dezer dagen de
attorney-general, sir Richard Webster, voor
zijn kiezers te Ventnor, op het eiland Whigt,
aan het woord geweest.
Ook hij betoogde, evenals Chamberlain en
anderen, dat de regeering vast besloten is de
voovrechten, die Engeland in China geniet, te
handhaven, zelfs ten koste van een
oorlog. Dat was geen snoeverij of opsnijderij,
maar het gevolg van het moedig besluit om
het eens verkregen bezit vast te houden.
Zelfs wanneer Engeland om der wille dezer
quaestie zou moeten strijden en het verloor,
dan zou het een snellen, roemvollen dood heb
ben in stede van door honger om te komen,
hetgeen de beteekenis is van het verloren gaan
van den Britschen handel.
Veel gewicht wordt ook gehecht aan de mee
ning, die het radicale lid van het Lagerhuis
Pritchard Morgan, die bekend staat als een
kenner van Chineesche toestanden, tegenover
zijn kiezers in Wales uitsprak.
Hij beval der regeering een politiek aan van
handhaving van Engelands gegronde rechten en
verstandige eischen, waarbij er tegelijk naar
moest gestreefd worden, om zich met andere
mogendheden te verstaan.
China is groot genoeg voor allen, meende hij.
Morgan is van oordeel dat het vooroordeel tegen
Rusland moet wijken voor een overeenkomst
tusschen beide landen. Het oogenblik is geko
men dat Engeland zijn verzet tegen de natuur
lijke ontwikkeling van Rusland, naar de zijde
van Konstantinopel moet opgeven.
Kon Engeland dan met Rusland tct over
eenstemming komen over de invloedssferen in
China, dan zouden alle zwevende quaesties in
Azië een gemakkelijke oplossing vinden en zou
Engeland meer voor den wereldvrede hebben
gedaan dan het in eenige andere richting zou
kunnen doen.
Morgan achtte dit een politiek van groote
staatslieden.
Mag men intussehen de Daily Mail gelooven,
dan is het voor zulk een politiek reeds te laat
Het blad verneemt nl. uit Nagasaki, dat de
toestand daar als hoogst ernstig wordt be
schouwd. Er is aanleiding om te gelooven, dat
Japan al het mogelijke doet om zich ten strijde
te rusten.
Daar zijn er, die reeds ernstig vreezen voor
een botsing, hetzij tusschen Engeland en Japan
eener-, Duitschland en Rusland, misschien ook
Frankrijk, anderzijds of tusschen Rusland en
Engeland alleen.
zooals men naar de ouderwetsche methode
het ABC leerteerst de letters afzonderlijk,
dan het lezen.
sik hoop spoedig te kunnen «Sezen". Ook
komt mij de tijd als leerling en boekhouder
bij een graanhandelaar zeer te stade. Toen
verwenschte ik het, dat ik gedwongen was
met grondbezitters en boeren te handelen
over de qualiteit van het graan dat zij als
monster brachten toen haatte ik die rijen
getallen in de boeken. Nu heeft dat alles voor
mij een verblijdende waarde gekregen. Ik aan
vaard zoodoende toch niet geheel onbekwaam
dit deel van mijn taak, wellicht het belang
rijkste deel. Daardoor kon ik ook de koeie
nonchalante beleefdheid van mijnheer von
Liingwitz door een energiek optreden beant
woorden.
«Ik heb vrijwel het gevoel, alsof ik door
dien heer beschouwd wordt als een voorbij
gaande verschijning. Hij treuzelde met het
overgeven van zijn boeken er lag zekere plagerij
in en het scheen of hij kunstmatig wantrouwen
wilde wekken, om zich dan ta vermeien in
mijn verbazing over den onberispelijken toe
stand van de boeken, die hij mij eindelijk
voorlegde. In ieder geval kan ik nu reeds
zeggen, dat er geen fouten uit domheid, na
latigheid of onervarenheid in handelszaken
voorkomen. En indien er iets anders niet in
den haak is, dan geschiedt het met de grootste
geslepenheid of met de merkwaardigste on-
noozelheid. Het resultaat van beide methoden
is immeis hetzelfde.
«Wat zijn persoon betreft, is mijnheer von
Niet alleen in het proces-Zola zal de zaak-
Dreyfus ter sprake komen. Ook de correctioneele
rechtbank te Rennes zal zich wellicht ermede
hebben bezig te houden.
Een der professoren aan de universiteit aldaar,
de heer Andrade, had nl. door een open brief
aan generaal Mercier ten gunste van Dreyfus,
zich de ontevredenheid der studenten op den
hals gehaald.
Er>. niet alleen dat dezen door hun lawaai
de colleges van Andrade verstoorden, maar zij
brulden hem ook steeds, wanneer hij zich op
straat vertoonde, hun «Conspuez Andrade
Conspuez Zola I" toe.
Op een gegeven oogenblik nu heeft de profes
sor een dier heeren conspuanten een oorvijg
gegeven, die den heer Andrade een aanklacht
heeft bezorgd.
Het voornemen bestaat nu bij den beklaagde
voor de rechtbank de zaak-Dreyfus ter sprake
te brengen.
De enquête tegen kolonel Picquard is ge
ëindigd en de beslissing van den raad van
enquête is aan den minister van oorlog over
gebracht.
Het is echter zoo goed als zeker, dat generaal
Billot het oordeel eerst zal pubüceeren na het
proces-Zola. Dit geschiedt 't is de Ind. Beige
die het zegt uit een oogpunt van onpartijdig
heid I en om geen pressie in deze of in
gene richting uit te oefenen op het in de zaak-
Zola te vellen vonnis.
In militaire kringen gelooft men dat het
besluit van den raad van enquête Picquard
niet gunstig is, en dat de minister hem wel
uit den dienst zal ontslaan.
De Aurore ontleent piquant nieuws over
het oordeel van G-aar Nicolaas omtrent de zaak-
Dreyfus aan een Zweedsch blad, de Soenska
Dagbladt.
De correspondent van dit blad te Kopen
hagen schreef n.l. onder dagteekening van 17
November 1897, sprekende over een gesprek
in het gezin van den koning van Denemarken,
waar de Czaar toen ook was, dat deze zich
aldus had uitgedrukt
«Het is een vreeselijke gedachte dat een
Fransch officier zich kan hebben schuldig ge
maakt aan verraad jegens zijn vaderlandmaar
nog verschrikkelijker is het denkbeeld, dat men
een onschuldige heeft kunnen veroordeelen, en
dat, terwijl er ook maar een schaduw van
twijfel is, men er zich tegen kan verzetten het
proces te herzien, alleen uit vrees dat het be-
wjjs worde geleverd dat men zich heeft vergist."
Of de Czaar of de correspondent zelf de auteur
dezer woorden is, is moeilijk uit te maken.
Maar de Aurore brengt ze in verband met
de volgende gebeurtenis, die daardoor, naar het
blad meent, aan belangrijkheid wint.
«Eenige dagen geleden", zegt het blad,
«keerde de aide de camp van den Czaar, baron
Von Freederiksz, uit Petersburg te Parijs terug
en begaf hij zich onmiddellijk naar net Elysée.
3)Men verzekert ons dat het lange onderhoud,
Liingwiiz mij niet sympathiek; op een afstand
maakt hij den indruk van een eleganten jonker
en van dichtbij van een stalknecht. Zijn gelaat
is verwonderlijk bleek voor iemand, die den
gebeelen dag in de open lucht leeft; ik weet
wel dat het belachelijk is zich te laten leiden
door een toevallige eigenschap der buid, zooals
de gelaatskleur, maar mij bevalt die vale
teint niet, die door de donkere oogen nog
sprekender uitkomt. Zijn hoofd is bedekt met
donker haar, zoo glad en effen naast elkaar,
dat men onwillekeurig denkt: dat zorgvuldig
gefriseerde kapsel geraakt ook 's nachts niet in
de war, en de haartjes van den opgestreken
zwarten snor onder zijn scherpen neus zitten
ook altijd even keurig. Kortom, mijnbeer von
Langwitz bujft iets over zich, dat den indruk
maakt van een onwrikbaar volgehouden mas
keering. Is dit zoo, dan is het masker van zijn
gelaat te rukken. En dan zal ik dit doen.
«Na deze door U, mevrouw, verlangde glosse
op het thema «Liingwitz," mag ik thans over
gaan tot het mooiste, het liefste onderwerp
en ovor Trebbin spreken. U te zoggen hoe
het mij bevalt, is ondanks de uitvoerigheid,
die mij vergund is, een moeilijke taak.
«Toen ik twaalf dagen geleden aankwam,
was het middag, en de eerste warme dag,
dien men er had gehad, maakte zich gereed
over te gaan in een zwaarmoedigen, regen-
achtigen avond. De natuur stond nog niet
zoo in groei en bloei als te Berlijn, De bladen
aan de beuken begonnen zich eerst te ont
plooien nog dekte een grijs waas van fijne
haartjes zeaan de ooftboomen gingen de
dat hij met president Faure had, zeer belang
wekkend was.
«Generaal Freederiksz, die vele jaren lang
zeer nauwe betrekking heeft onderhouden met
de buitenlandsche militaireattaché's, wier doyen
hij was, heeft zijn redenen om goed op de
hoogte te zijn van de benauwende zaak welke
thans de openbare meening bezighoudt.
«Hij heeft dus, beter dan iemand anders,
zijn vorst kunnen inlichten en, door zijn over
tuiging te vestigen, hem kunnen bewegen om
officieus tusschenbeide te komen ten gunste
van een onschuldige. Aldus moet, naar men
ons verzekert, de terugkeer van generaal
Freederiksz te Parijs worden verklaard en
ook diens spoedig bezoek aan den president
der Republiek, waaromtrent de officieuse or
ganen van het Elysée een onbegrijpelijke te-
i -.ghoudendheid in acht te nemen."
Baron Freedericks heeft Maandag den mi
nister-president Méline een portret van den
Czaar gebracht met een eigenhandige opdracht
van keizer Nicolaas.
Zola en de directeur der Aurore hebben
tot den procureur-generaal het verzoek gericht,
den minister van justitie te bewegen tot het
uitvaardigen van het gebruikelijk decreet, waarbij
het hooren van den mmister van oorlog als
getuige voor de gezworenen wordt toegestaan.
(Gemengde Mcdedecllngen.
Keizer "Wilhelm heeft gisteren een bezoek ge
bracht aan den Britschen gezant te Berlijn.
Bij den Pruisischen Landdag is een wets
ontwerp ingekomen om de privaat-docenten
als ambtenaren te beschouwen.
Een en veertig gewone hoogleeraren aan de
Berlijnsche universiteit hebben daartegen een
protest ingediend.
De Badensche Kamer heeft met 29 tegen
28 stemmen een motie aangenomen waarin
de regeering wordt uitgenoodigd om uit de
leerboeken voor geschiedenis alle passages te
verwijderen, die een chauvinistisch karakter
dragen, b.v. gezegden als de «erfvijand" en
dergelijke.
Dit mag als een groote stap voorwaarts
worden beschouwd in 't belang van het kweeken
van vredelievende denkbeelden.
Johannes Trojan, de hoofdredacteur van de
Kladderatsch, heeft appèl aangeteekend tegen
het vonnis, waarbij hij wegens majesteitschennis
tot 2 jaar vestingstraf is veroordeeld.
Een groot aantal journalisten en schrijvers
bieden Trojan een feestmaal aan.
De oudste officier van het Fransche leger,
generaal de Ladmirault, is, 90 jaar oud, over
leden.
Van 18711878 was hij gouverneur van
Parijs. Hij is onder-voorzitter geweest van den
Senaat.
bloesemknoppen zich juist openen. Zoo schenen
alle kleuren teerder en alle vormen tengerder.
De door elkaar gestrengelde takken stonden
mat hun schaarschen bladertooi voor den
blauvvgrijzen hemel als een netwerk van zilver.
En midden in dien wand van zilveren net
werk, die het park vormt, verhief zich het
Huis, schitterend van witheid in het vaal
blauwe licht, fier oprijzend in zijn vierhoekige
torentjes. Hoog in de lucht hing de vlag en
vormde een zacht-bewegendescherp-gele,
kleurige stip aan den hem-d. Rechts en links
van het park strekten zi< de groene en de
bruine landerijen uit. Tout kreeg men niet
den indruk van een onbegrensde vlaktewant
in het Zuiden hingen de wolken zóo laag, dat
zij den horizon verkortten, en in het Noorden
verheft het land zich tot een beuvelrij.
«En dan in het park zelf. Van het venster
mijner kamer op de eerste verdieping uit,
zie ik in de doorzichtige toppen Ier boomen,
als woonde ik, een vogel gelijk, hoog tusschen
de takken. Ik wordt het nooit moede te kijken,
hoe dat alles door elkaar beweegt en door
den wind wordt geschud. De wind gaat hier
nooit liggen. Zelfs heeft hij alle boomen aan
den noordelijken rand van het park voorover
gebogen, zoodat het schijnt of zij ter aarde
zullen vallen. Binnen in het park, beschut
door de muren van boomen en de wallen van
struiken, is het op tal van plaatsen stil en
rustig. Daar hoort men de wind slechts van
verre, als het geruiseh des levens in een
afgelegen cel.
Wordt vervolgd.)