51'"5 jaargang.
Zondag 20 en Maandag 21 Februari 1898.
N°. 9557.
Eerste Blad.
PERSOOSLIJKE DIENSTPLICHT.
DE VLUCHT.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
uitgeverThT j. c. roelants.
FEUILLETON.
IK
BUITENLAND.
si
Abonxemektsprijs voor Schiedam, per kwartaal 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers- 0.02
BUREAUBOTEKSTKAAT SO, Telephoon Tio. 133.
ADVBRTEXTrEPBiJS: van 15 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
In de vereenigde zitting van de beide Kamers
der Staten-Generaal van 21 September j.l
sprak H. M. de Koningin-Weduwe, Regentes
van het Koninkrijk, o. m.
üEen wetsontwerp tot afschaffing der dienst-
vervanging bij de militie als voorbereiding van
de hervorming der levende strijdkrachten, hoop
ik U eerlang aan te bieden."
In ons blad van 23 September in een artikei
over de Troonrede spraken wij als onze meening
uit, dat ïgelijk als gevolg van den stembusstrijd
wei moeilijk anders te verwachten was, voor
op het program de afschaffing der dienstver-
vanging bij de militie, hoofdzakelijk als maat
regel van sociale rechtvaardigheid bedoeld"
stond, simmers," zoo lieten wij er op volgen,
>zij is losgemaakt van de militaire hervorming
eener nieuwe regeling van strijdkrachten, die
voor later voorbehouden blijft en door den in
dit jaar" (natuurlijk bedoelden wij daarmee ook
1898) »tot stand te brengen persoonlijken dienst
plicht slechts wordt voorbereid." ïMet grond,"
aldus eindigden wij onze korte beschouwing over
het aangekondigde wetsontwerp, »mag worden
verwacht, dat deze poging tot wegneming van
een schromelijk sociaal onrecht thans beter zal
slagen dan toen zij vóór 25 jaren door den
wakkeren generaal van Limburg Stirum beproefd
werd."
Aldus waren onze woorden nu een vijftal
maanden geleden, toen het wetsontwerp alleen
nog maar in de gedachte van generaal Eland
bestond, en hij hoogstens de grove lijnen daar
van voor dit speciale geval te boek had gesteld
aldus luidt ook thans, nu het wetsontwerp voor
eenige dagen door de Regeering in druk is
rondgezonden, ons oordeel.
Het ontwerp, gelijk het vóór ons ligt, bevre
digt ons en wij gelooven, dat het dit de meer
derheid der volksvertegenwoordiging en des
volks kan en zal doen.
Natuurlijk zijn er voor wie het te ver, en
voor wie het niet ver genoeg gaat reeds
nu gingen hier en daar stemmen in dezen geest
op in het algemeen, en wanneer men reke
ning houdt met de omstandigheden, gelooven
wtj dat, wanneer dit ontwerp tot wet zal ver
heven "zijn, er bereikt is, wat thans bereikt
kon wurden, terwijl het anderzijds niet prae-
judicieert op eene toekomstige legerhervorming,
waaromtrent in de kringen van ter zake des
kundigen te groot meeningsverschil bestaat, dan
dat het een leek of zelfs een ingewijde ge-
oorloof 1 zou zijn in bijzonderheden de baan,
waarlangs men zal hebben te gaan, in meer
of minder grove lijnen aan te geven.
Het ingediende wetsontwerp beoogt afschaf
fing der dienst ver vanging, invoering dus van
DOOR
IDA BOY-ED.
35)
»Nu don heeft uw grootmama nog eens gelijk.
Wat tnij aangaat, zou ik ook nooit zulk een enga
gement zonder vooruitzicht aangaan. Maar zie eens,
wij beiden, u en ik, zijn in ieder getal menschen,
die ernstig daarover kunnen spreken. Het is toch
zeker interessant, niet waar? Nu, zooals u mij
voor u ziet, ben ik wei een man die op zijn eigen
goed schipbreuk heeft geleden, maar die sedert
dien tijd door een kleine erfenis weer in het bezit
van zoovee! kapitaal is gekomen, dat hij binnen
een of twee jaar een stuk grond kan pachten. Ik
verheug mij nu reeds op dat oogenblik als een
gevangene op zijn vrijheid. Een Langwitz in dienst
van een ander I Dat brood smaakt bitter! Ik smacht
naar zelfstandigheid, dat wil zeggendie had ik
hier wel in zekere mate, tot die mijnheer
Eahllund op het toonee! verscheen. Maar het is toch
geheel anders wanneer men voor zich zeil' dan
voor andere menschen werkt. Ik denk dat ik toch
nog eens rijk word. Als ik eerst maar weer eens
den voet in den stijgbeugel heb. En waarom zou
ik dat niet op Trebbin doen? Waarom eigenlijk
niet? Denkt u niet, juffrouw Phoebe, dat uw tante
wij bijvoor beeid ora uwentwil Trebbin zou ver
pachten V'
den persoonlijken dienstplicht, niet den
algemeenen dienstplicht.
Het rernplapantenstelsel zal vervallen. In
plaats van art. 4 van de tegen woordige Militie-
wet luidende »Het staat elk vrij zijn dienst
bij de militie, volgens de bepalingen dezer wet,
door een ander te doen waarnemen," wordt een
ander artikel gecreëerdsEen ieder, die tot
den dienst bij de militie verplicht is, is ge
houden zijn dienst in persoon waar te nemen."
Wij willen niet zeggen, dat het rcrnplacan-
tenstelsel absoluut verstoken is van eenige
lichtzijdezeer zeker zijn er omstandigheden
aan te wijzen, waar de baten eenerzijds genoten
grootelijks hulp brachten, terwijl het niet tot
den dienst gedwongen worden anderzijds een
reden was tot dankbaarheid, doch wij mogen
niet uit het oog verliezen, dat voordeelen van
dezen aard een zoo geheel particulier karakter
dragen en zoo weinig den Staat als zoodani.
betreffen, dat de vraag onmiddellijk zich op
den voorgrond dringt, hoe het mogelijk was.
dat meer dan het drie vierde deel van een
eeuw ons volk tevreden is geweest met een
nu nog vigeorend stelsel.
Uit een algemeen oogpunt is voor dit stelsel
zoo bitter weinig te zeggen, dat het slechts
uit de onhandigheid van vroegere regeeringen
kan verklaard worden, hetzij die dan de tijd
van indiening of de wijze van inkleeding betrof,
dat tot tweemalen toe een ingediend wets
ontwerp, dat aanstuurde op afschaffing van de
dienstvervanging, het Staatsblad niet bereikte.
Dat thans de importuniteit *an tijd of wijze,
gelijk bij de ontwerpen-Van Limburg Stirum
en -Bergansius, bestaat, meenen wij ook, ondanks
wat van anti-revolutionnaire zijde in deze rich
ting wordt verkondigd, beslist te moeten ont
kennen. Wij gelooven, dat dit ontwerp is een
nationaal ontwerp, en dat wij ons gelukkig
zullen mogen prijzen, wanneer het op 1 Sep
tember a. s., zooals het plan bestaat, juist voor
de inhuldiging onzer Koningin, in werking kan
treden.
Met haar ontwerp meent, o. i. terecht, de
regeering het militair belang te dienen en de
sociale rechtvaardigheid te betrachten, beter
dan onder de nu vigeerer.de Militiewet. En op
welke gronden zij tot die conclusies komt, zet
zij in eene Memorie van Toelichting uiteen.
In de eerste plaats meent zij, dat bij het
ontwerp het zedelijk en verstandelijk gehalte
van het leger zal verbeteren.
Stelt men de beteekenis der eischen van de
gemeenschap hooger dan de rechten der indivi
duen ieder voor zich zelf, dan is het buiten
kijf, dat de regeering niet alieen het recht heeft
om de voorgestelde wetsartikelen in te dienen,
maar ook dat zij op goede gronden de gevolgen
mag voorzien, die zij verwacht. Niet anders dan
gunstig kan het werken op het moreele peil
van. het leger, dat thans nog voornamelijk aan
gevuld wordt uit de minder beschaafde klassen
»Ik weet het niet," stamelde Phoebe, sik weet
heelemaal van zaken niets af."
ïGoed zoo. Dat is ook mannenwerk, juffrouw
Phoebe. U is het liefste, bevalligste, meest volmaakte
schepsel, dat ik ooit heb gezien," zeide hij.
»U kent mij immers bijna niet 1" riep zij uit.
Hij lachte.
nik u niet kennen Sedert meer dan twee jaar
sla ik u dagelijks gadeEn al deed zich vaak
dagen lang geen gelegenheid voor om u te spreken,
dan zag ik u toch Dan zag ik den dikken rossigen
vlecht en de slanke gestarte, die ondor het loopen
de bekoorlijkste lijnen verraadto, juffrouw
Phoebe
Hij deed een stap nader.
Zij liet een gil hooren.
(rapt in mijn jalapeno, hoe verschrik-
kelijk
Zijn woorden waren terstond uit haar geheugen
gevloden door de ergernis, dat hij met zijn zwaren
mannenstap lomp op haar bloembed was neerge
komen,
«Och, dat hindert immers nietsdie richten zij
wel weer op", zei hij wrevelig. ssNeem het mij
niet kwalijk. Maar als men aanzoek doet om een
meisje, dan kan men niet aan bijzaken denken."
»Aan aanzoek
»Ja, Phoebe. Heb je dan nog steeds niet gemerkt,
dat ik je gaarne tot mijn lieve kleine bruid zou
willen vroeg hij, nog dichter naar haar toe
komend.
ïO, mijn God I" riep zij verschrikt uit, en staarde
hem aan.
Dus tochReeds weken lang had zij in twijfel
verkeerd, of von Langwitz* gedrag tegenover haar
het gedrag was van een man, die bemint en dien
der bevolking, indien ook andere klassen door
de wet daartoe worden gebracht.
Hoe gering ook het contingent moge zijn,
volgens onz.e meening zal dat steeds moeten
bestaan, wenscht men de belangen van het
rijk op de beste wijze te bevorderen, uit die
genen, die hetzij door loting of op andere wijze,
den persoonlijken plicht op zich hebben zien laden
orn in dienst te treden, m. a. w. dus bij vol
strekte afschaffing der plaatsvervanging behou
dens in die gevallen, waar die afschaffing op
zoodanige wijze in strijd zou komen met do
belangen der burgers, dat daardoor het lands
belang geschaad zou dreigen te worden.
Een tweede beweegreden, die geleid iieeft
tot de indiening van dit ontwerp is deze, dat
hierdoor eene legerhervorming te verkrijgen is
op de minst kostbare wijze. De regeering ver
wacht volgens haar plan de noodige officieren
en kader bij de volstrekt noodige uitbreiding
van het leger, zonder al te groote, althans met
de minst groote opofferingen te kunnen krijgen.
In hoeverre bij dit standpunt aan optimisme
wellicht een al te ruime plaats is ingeruimd,
willen wij hier thans niet onderzoeken, Men
zoude trouwens hierbij geraken op het teirein
van gissingen en onderstellingen en het zoude
zeer moeilijk vallen met degelijk bewijsmate
riaal de stellingen der regeering omver te halen.
"Wat men in den lande in den laatsten tijd
ziet gebeuren, geeft veel moed, dat de betere
krachten der bevolking zich niet zullen ont
trekken aan wat de regeering van hen ver
wacht.
Echter kan slechts de toekomst in deze een
voldoend antwoord geven, en mocht het blijken
dat de regeering in deze de zaak wat al te
rooskleurig heeft ingezien, dan is nog de moge
lijkheid om maatregelen te nemen niet af
gesneden.
3 Een eisch van sociale rechtvaardigheid"
noemt de M. v. T. in de derde plaats het ontwerp.
Dat is zeer zeker een woord, dat alle aan
dacht verdient. Eigenlijk, het valt niet te ont
kennen, zijn staatslieden van allerlei gading
het hier over eensen moeilijk zal men dan
ook kunnen volhouden, dat de handhaving van
het landsgebied en de verdediging van onze
nationale belangen niet een plicht is, welke op
ieder onafwijsbaar blijft rusten, die daarvoor
volgens de wet is aangewezen. De plaatsver
vanging is uit sociaal oogpunt iets zoo immo
reels, iets zoo zeer liggend buiten de lijn van het
tegenwoordig streven, dat zij hoe eer hoe beter
afgeschaft dient. Wij zeiden het boven reeds,
er mogen gronden zijn van utilistisch en aard,
die haar vergoelijken, uit een ideëel oogpunt
beschouwd, gelooven wij dat voor baar ook
geen enkel punt van verdediging is bij te
brengen.
tengevolge een huwelijksaanzoek zal doen. Met een
mengsel van nieuwsgierigheid en angst zag zij
hem steeds naar haar toe komen. Zij nam zich
dan steeds voor, goed toe te zien, om nauwkeurig
te weten te komen, hoe de liefde van een man
zich openbaartdan zou zij het in de toekomst
steeds terstond kunnen zien.
Bovendien had het bewustzijn, zoo bewonderd
en gevierd te worden, tocb iets prikkelends. Phoebe
vergeleek haar spiegelbeeld nu zeer dikwijls met
von Lüogwitz' woorden en dacht dat, wanneer zij
er werkelijk zoo uitzag als bij zeide, een ander
misschien toch ook een beetje welgevallen in haar
kon vinden. Dien ander noemde zij bij zich zelf
niet.
Dus tochHaar hart klopte als dol. Het kwam
haar voor als iets verschrikkelijks en vreeselijk
ernstigs, dat een man de beslissing over zijn en
haar gausche leven in haar hand legde, dat een
enke! kort woord haar bestaan voor altijd kon
ketenen aan dat van dezen man of hem voor
altijd in het diepste ongeiuk kon storten. Want
voor Phoebe sprak het vanzelf dat men trouw
liefheeft, tot in den dood, wanneer men een meisje
wil huwen, en dat men levenslang doodongelukkig
is, wanneer men dit meisje niet krijgt.
De geschiedenis harer ouders was voor haar
het voorbeeld in alle liefdesaangelegenheden. In
het leven kon er slechts eens één groote liefde
zijn, en wanneer die ongelukkig was, dan bleef
slechts de dood over.
De tranen sprongen haar in de oogen.
»0, mijnheer von Lüngwitz," zeide zij zacht.
Hij vatte haar beide handen. De hark viel op
den grond.
uLieve Phoebe, je behoeft toch niet dadelijk te
Algemeen overzicht.
Schiedam, 19 Februari '98.
Het proees-ZoIa.
Do dag van gisteren is voor de vrienden van
Dreyfus, beter gezegd de voorstanders eener
revisie van het proces van 189i, hoogst ongun
stig geweest.
't is een eigenaardige wijze waarop voor het
Hof de strijd wordt gevoerd.
Een hardnekkige worsteling is het tusschen
den hartstochtelijken, hoogst bekwamen Labori
en den koel-sarcastisclien mr. Clérnenceau eener
zijds en den generalen staf, het opperbestuur van
het groote Fransche leger, anderzijds.
En telkens weer weten de officieren de over
hand te behalen. In hun schitterende uniform,
de borst bedekt met decoraties, komen zij tel
kens weer terug voor het Hof om het tegen
wicht hunner militaire autoriteit in de schaal
te leggen.
Het groote woord is »het vaderland en zijn
veiligheid"; aan de arme mishandelde Justitia
denkt bijna niemand meer.
Of is het soms geen mishandeling van recht
en gerechtigheid, wanneer, zooals gisteren op
nieuw. bewezen is, dat er geheime stukken
hebben dienst gedaan in het proces-Dreyfus.
Dreyfus schuldig of onschuldig, wij weten
er niets van. Maar wat de gansche wereld
thans weet, is dat Dreyfus veroordeeld is op
het borderel dat, de tegenstrijdige verklaringen
d-schriftkundigen in aanmerking genomen,
nooit de grond had mogen zij n voor een veroor
deeling.
En wat wij nog weten is, dat er geheime
stukken, buiten den beklaagde en zijn advocaat
om, aan den krijgsraad zijn voorgelegd, dat het
»hoor en wederboor" jammerlijk geschonden is.
De toestand wordt niet onjuist geteekend
door de woorden, die Jaurès gisteren in het
Paleis Bourbon spiak.
Daar, in de couloirs der Kamer, werden de
laatste incidenten van het proces-Zola druk be
sproken.
Jaurès, die om half zes zeer opgewonden in
het Paleis kwam, zeide toen:
»Wat er nu is gebeurd, lijkt ongelooflijk.
Ik heb voor het Hof generaal De Boisdeffre de
zaak in handen der gezworenen hooren leggen.
i>0f wel zij zullen de beklaagden veroor-
deelen, of er is geen generale staf, geen leger,
geen vaderland meer."
»'t Is een waar ■pronunciamento viel
Rouanet hem in de reden.
»Ja", was Jaurès' antwoord, Dalies is gedaan.
De wet, de jury, het Hof, de Kamer, het mi
nisterie, niemand komt in opstand. Iedereen,
zelfs de revolulionnairen, kruipt voor de gene
raals. Men kust hun de voetzool
Arm Frankrijk 1
antwoorden", zeide hij, sik zie wel, dat ja over
rompeld bent, ofschoon ik eigenlijk denk, dat ik het
weken lang duidelijk genoeg heb getoond. Morgen
of overmorgen zoek ik u weer op en doe mijn
vraag nog eens, niet waar?"
Terwijl hij zoo sprak zag hij haar aan. Zijn ge
laat had haar eigenlijk niet bevallen. Er lag zoo
veel ruwheid in. Maar nu zijn donkere oogen zoo
van dichtbij fonkelden en een nieuwe, zeer merk
waardige uitdrukking op zijn gelaat lag, vond zij
hem tolaal veranderd. Niet dat hij haar bepaald
beviel, maar hij scheen haar zeer, zeer interessant
toe. Een lichte zenuwachtige huivering voer baar
door de leden. Door zekere aangename vrees ge
boeid, beantwoordde zij zijn blik.
Hij kwam haar zon mannelijk voor, zoo »dae-
moniseh", en het deed haar bijna duizelen, dat
deze man baar onder alle vrouwen ter wereld tot
vrouw begeerde.
Eensklaps trok iets anders haar aandacht. Zij
zag Felix, die haar zeer ernstig aanzag, maar niets
kon verstaan van wat er gesproken werd.
«Daar is mijnheer Dahiland," zeide zij en kleurde
hevig.
Langwitz bukte haastig om zijn rijzweep op te
nemen. Het bloed scheen hem daarbij naar het
hoofd te stijgen althans hij werd vuurrood, zooals
anders van kwaadheid.
sTot weerziens, Phoebe," riep hij, sdenk eens
na over mijn woorden."
En terwijl hij zijn hoed afnam, zonder een blik
te slaan naar Phoebe, liep hij haastig den kleinen
poort dooi' en sloeg den smallen weg in langs de
tuinheiningen naar de hoeve.
Wordt vervolgd.)