52"" jaargang. Dinsdag 3 Mei 1898. N°. 9616. CUBA LIBRE FETJILLETON. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. Kennisgeving. Kennisgeving. KonnisffeYinsr. STIERENKEURINGEN. RUITENLANIE ABOJjKBMEirrspaiJB voor Schiedam, pet kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart - 1.05 franco per post, p. kwartaal. 1.30 Afzonderlijke nommers- 0.02 BUREAUHOTSRSTRAAT ÏO, Tcleplioon Ifo. 123. AnvERTEMTTarMjatan 1—5 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.58 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Verkiezing voor den (Gemeenteraad. JBk burgemeester vak Schiedam brengt ter algemeene kennis 1o. dat in de plaats van den heer S. A. Maas, over leden, in kiesdistrict III eene verkiezing vat, één raadslid zal worden gehouden op Dinsdag, den \lden Afe i as, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur, gedurende welken tijd ten Raad- huize overeenkomstig ait 52 der kieswet opgaven van candidaten kunnen worden ingeleverd. 2o. dat de formulieren, bestemd voor de bovenbedoelde opgaven, ter secretarie dier gemeente kosteloos "verkrijgbaar zijn van den 3den tot en met!7den dezer, van des morgens 8t/s des namidd >gs 4 uur. Schiedam, d«.-n 2den Mei 1898. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Oproeping lot Inschrijving voor de üchuttcry. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gezien de wet op de schutterijen van 11 Apiii 1827 staatsblad no. 17), on in hel bijzonder de artikelen dier wet, die betrekking hebben op de jaarlijksche inschrijving, zoo tot de bestaande registers van vroegeie jaren als tot de inschrijving die in de laatste helft der maand Mei van ieder jaar moet geschieden Doen te weten dat. do registers ter inseinijving voor de SCHUT TERIJ, van de geborenen in de jaren '1805 tot en met 1873, zullen worden geopend ter inschrijving van alle mannelijke ingezetenen, die tot het laatstgemelde jaar behooren, alsmede van hen, die, in de vorige jaren geboren zijn en sedet t de vorige insein ijving zich alhier metterwoon hebben gevestigd, waaronder ook begrepen zijn de militairen, na dien tijd gepnsporteerd, en de vreemdelingen, van buiten het rijk gekomen, die alhier zijn komen wonen, voor zooverre deze laatste» liet voornemen om zich in dit rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke veiklaring, hetzij door de weikelijke overbrenging van den zetel van hun vermogen en de hoofdmiddelen van hun bestaan naar hier, zonder dat de tijdelijke uit oefening van eenig bedrijf of handwerk, in eenige ondergeschikte betiekking, als zoodanig voornemen wordt aangemerkt: allen welken zullen worden inge schreven in dat register, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren dat van deze inscluijving niemand der hiervoor be doelde personen is uitgezonderd, maar dat allen eonder onderscheid, daarin begrepen zijn, al ware liet ook, dat zij zouden vermeenen, volgens de wet, tot vrijgestelden of uitgestotenen te behoorenzullende derhalve, alle de lovengemelden, daartoe bij deze opgeroepen, moeten verschijnen ten raadhuize der gemeente: op Maandag, den IC de» Mei of Dinsdag, den 17 den Mei 1898, DOOR THEODOR DUIMCHEN. 7) Toen de tafel was opgeheven, bracht dr. Möbius den heer des huizes onder een kop uitmuntende koffie en een sigaar, zooals zelfs te Havanna weinig menschen zich kunnen verooi loven, rapport uit. Het deed hem genoegen te hooien dat alles in orde was aangekomen en oogenschijnlijk onbescha digd was. Hij vroeg wanneer don Eusebio wenschte dat hij naar de plantage verhuisde. «Ik stel u voor", zei don Eusebio, «dat wij morgen of overmorgen van hier uit er eens heen rijden. U geeft dan uw bevelen voor het uitpakken en gaat weer mee terug. Ik zou u willen verzoeken nog te Havanna te blijven om den Amerikaanschen ingenieur met zijn monteurs, die Vrijdag komen, te ontvangen en dan met hen naar Las Caobas te vertrekken." «Dat zal dr. Möbius uitmuntend schikken"^ merkte d»nna Barbara op, die nu en dan naar haar vader en den doctor gezien en hier en daar zich in het gesprek had gemengd. «Mevrouw Löber heeft u toch zeker ook uitgenoodigd voor haar groot bal, doctor? U is immers een zeer goed vriend van mijnheer Gobauer, niet waar?" sik had nog geen bezoek gebracht aan de Löbers, maar mijnheer Löber zelf was dezer dagen zoo vriendelijk, toen ik mijn vriend Gebauer op het op beide dagen van des voormiddags 10 tot des middags 12 ure, ten einde zich te laten inschrijven. De opgeroepenen zullen verplicht zijn, bij hunne inschrijving opgave te doen van hunne namen, voor namen, van de plaats en den tijd hunner gebooilo, hunner woonplaats met aanduiding tan stiaat en nommer, het beroep hunner ouders en dat van hen zelf, of zij zijn gehuwd, ongehuwd of weduwnaar, het getai hunner kinderen van beider geslacht, sedert wan neer zij ingezetenen der gemeente zijn en vanwaar zij alhier zijn komen inwonen, en eindelijk de redenen, die zij vermeenen te hebben, om van den schutterlijken dienst te woiden vrijgesteld, of uitgesloten. Wordende voorts ieder hunner, buiten deze gemeente geboren, aangemaand, om zicli tijdig van aan geboorte akte te voorzien, en zich alzoo van zijnen oudeidom te vei zekeren, ten einde de inschrijving behooilijk kunne geschieden, en om te voorkomen, dat iemand door eene verkeerde opgave van zijnen ouderdom, vervalt in de straf bij de wet bepaald. De hierbij belanghebbenden worden mitsdien ge waarschuwd. om zich van hunne verplichting m deze te kwijtenvermits uit kracht van art. 9 der wet en art. 0 van het koninklijk besluit van 21 Maart. 1828. ai degenen, die zich lóor het sluiten der registers, op den eersten Juni eerstkomende, niet hebben laten inschrijven, alsnog ambtshalve zullen worden inge schreven, en dat zij dientengevolge zullen worden verwezen in eene geldboete, en bovendien zonder loting bij de schutterij ingelijfd, indien het zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde inscluijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien be stonden. En is hietvan afkondiging geschied, waar het be- hooit, den 2den Mei 1898. Burgemeester en wethouders van Schiedam VERSTEEG. De secretaris VERNÈDE. SCHUTTERIJ. Burgemeester en wethouders van Schiedam, Gelet hebbende op art. 7 van het koninklijk besluit van 7 September 1828 staatsblad no 55), roepen bij deze alle peisouen op, die als gehuwd of weduwnaars met kind of kinderen in liet afgeloopen jaar, uitdien hoofde iri de tweede klasse van de algemeene ro! der schuttel ij zijn gebracht, doch sedert dien tijd, door het overlijden hunner vrouw of kinderen, de bevoegdheid verloren hebben om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in de eerste klasse der voor dit jaar op te maken algemeene rol gerangschikt moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandigheden kennis te geven, of wel zich daai toe ter secretarie dezer gemeente aan te melden voor de aan te vangen inschrijving der schuttel ij, des morgens van '10 tot 12 ure, en dus uiterlijk op den 14» Mei aanstaandezullende bij verzuim dezer aangifte, de belanghebbende, ingeval hij, dientengevolge niet op de bijzondere rol mocht zijn overgenomen, dadelijk volgens art 8 van voornoemd besluit bij de schuttel ij worden ingelijfd, tegen ontslag van hem, die in zijne plaats is opgeroepen, alles onverminderd de toepassing van de straf, bedreigd bij art. 22 der wet van 15 Apiil 1883 (staatsblad no. 6i). Voorts ivoidt ter kennis van de belanghebbenden gebracht, dat zij, die hun 34ste jaar hebben volein digd en tot de leserve behooien, alsmede van hen, die daarbij vijf jaar hebben gestaan, op grond van de ai ti kelen 25 en 2(5 der bovenaangehaalde wet, indien zij kantoor opzocht, mij met een uitnoodiging voor het danspartijtje, zooals hij het noemde, te vereeren. Ik zal mij morgen aan mevrouw Löber voorstellen en dan Donderdag eens probeeren hoe het dansen in do tropen gaat," «Wij zullen er ook zijn," zeide donna Barbara met een glimlach, «en ik zal uw dansen aan een strenge critiek onderwerpen," «Mag ik u die taak misschien gemakkelijk maken door u te verzoeken mij met den eeisteu wals to vereeren Er wordt hier toch gewalst «Er wordt gewalst," antwoordde zij, «en het zal mij een genoegen zijn den eersten met u te dansen, doctor." De Donderdagavond, mot verlangen tegemoet gezien door de danslustige jeugd van Havanna, was eindelijk aangebroken. Het was een prachtige avond helder schitterden de sterren aan den donkerblauwen hemel, waarin geen maan scheen, boven de Calte Tulipan te Cerro. Uit de marineren vestibule van de villa der Löbers stroomde in breede stralen hot roodgele licht der lampen en kaarsenop de steenen zuilen aan de poort van het park brandde in kleine ijzeren korven krakend en knetterend pijnboomhout; duizenden lampions slingerden zich in lange rijen van boom tot boom, den geheelen uitgestrekten tuin, die achter het huis nog tot aan de oevers van do Zanja liep, herscheppend in een toovertooneel uit een feêen- sprookje. Gebauer woonde vlak bij, in de Calzada del Cerro. Hij had dr. Möbius voor dezen nacht zijn huis aan geboden, opdat hij niet naar Havanna behnelde 'erug te rijden. De twee vrienden waren nu te voet zulks verkiezen, k innen worden ontslagen weshalve ieder, die van dit recht wenseht gebruik te maken, aangemaand wordt om zulks Ier kennis van het be stuur dezer gemeente te brengen, door een verU.u iug, schriftelijk te doen, en ter secietarie voornoemd te bezorgen, uiterlijk vóór 30 Juni aanstaande, vermits zij, die zulks met mochten doen, gehouden worden voor vi ij willige I s, die niet vroeger dan in de maand Juni van het volgend jaar lmn ontslag op bovenstaande wijze kunnen aanvingen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 2den Mei 1893. Burgemeester en wethouders van Schiedam, VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid- IIOEÏ.AND, Gelet op art. 8 van liet Provinciaal Reglement ter bevordering der veefokkerij Maken bekend dat bij de in Maart en April dezes jaais gehouden stierenkeunngen, wegens bun uitstekende hoedanig Unlen, zijn bekroond met Provinciale premien vin 150 en f 100 en met Rijkspremiën van f 100, f GO en tO de Stieren van de eigenaren, genoemd tn een op de daartoe bestemde plaatsen nangt'i lakten staat; dat de stieren waarvoor Provinciale pieiméu zijn verleend, met de letters I. I! op den lecbterhooru zijn gebrand en de stieren waarvoor Rijkspremiën zijn verleend, met de letters R. S. op den linker hoorn; dat de bekroonde stieren tot 1 September 1898 in de Provincie Zuid-Holland ter dekking beschikbaar moeten zijn tegen een springgeld van hoogstens f 1.op stiafl'e van niet-uitbetaling der toegekende premie, 's Gravenhage, 25 April 1898. De Gedeputeerde Stalen van Zu'ul-Holland, O G K, Voorzitter F. TA VENRAAT, Grifier. Algemeen uverilctil. Schiedam, 2 Mei '98. He oorlog. De waarheid gaat schuil. Wat al berichten En evenveel leugens, zou men geneigd zijn er achter te voegen. Er is slag geleverd tusscheri de Spaansche en de Amerikaansche vloot in de wateren der Philippijnen. Ziedaar het stramien, waarop in levendige kleuren verschillende tafreelen wor den geborduurd, al naar een Spaansche of Spaauscligezinde dan wel een Angelsaksische hand de naald hanteert. Er is slag geleverd. Bij Manilla, zegt een telegram aan de Journal te New-York, is volgens het te Hongkoug loopend gerucht een verwoede zeeslag geleverd. In het korte maar lievige gevecht zouden de Amerikanen over winnaars zijn gebleven. Dit gerucht vond te New-York weinig ge loof, terwijl men er niets wist van de bijzonder heden die te Londen geruchtsgewijze werden op weg naar de Calle Tulipan. Van de Calzada kpmend gingen zij langs een voetpad een zachte helling af en toen over een smal, eenvoudig, slechts aan éen zijde van een leuning voorzien bruggetje over de beek. Dr. Möbius was in verrukking over de onge wone heerlijkheid van den tropischsn nacht. Een zacht koeltje streek door het gebladerte der pal- mm en over de bloeiende boschjes van do parken en tuinen, op geurende vleugels zachte verkoeling brengend. Van tijd tot tijd bleef hij staan en ver gastte zich met uitroepen van bewondering aan een of arider landelijk tooneel dat een draai van den weg aan zijn blikken bood. Maar Gebauer maande hem aan «Wij mogen niet al te iaat komenhet is reeds ver over achlon. Mevrouw Lober heeft den engsren kring van dienst doende bewonderaars gaarne wat vroeg om zich heen en daartoe behooren vrij vanzelf. Bij mij behoort dat tot mijn procuratie, en jij behoort bij mij als mijn vriend, dien ik geïntroduceerd heb." «Het zal mij niet moeilijk vallen mij in die rol te schikken," antwoordde de doctor lachend. «Een zeer schooie, verstandige en aardige vrouw." «Zeker," zei Gebauer, «alleen houdt zij wat al- te veel van partijen. Nu, een of ander gebrek hebben wij allen. Zij bezit het eerzuchtig verlangen de toongevende dame der vreemdelingen-kolonie te zijn. En zij is het. En die waardigheid staat haar 'goed. Ha, kijk eens, grootsch, hé?" viel hij zich zelf in de rede, terwijl hij met de uitgestrekte hand naar de Callo Tulipan wees, aan welks einde, even vóór den spoorweg, aan de overzijde waarvan zij zich als Rozenstraat voortzet, men nu do villa in een zee van licht door het geboomte zag schemeren. «Zij kent het, niet waar? Maar gauw, verspreid omtrent den geleverden zeeslag. De Amerikanen zouden twee schepen met 500 man verloren hebben, terwijl van de Spanjaarden de vloot voor een deel vernield en 2000 man ge sneuveld zouden zijn. Geheel anders luiden natuurlijk de berichten uit het kamp des vijands, ofschoon ook te Lissabon Zaterdag een weliswaar niet be vestigd gerucht liep dat de Amerikanen bij do Philippijnen een nederlaag hadden geleden, die hun op verlies van vijf schepen kwam te staan. De Spaansche berichten spreken van twee slagen. Een te Madrid ontvangen telegram vau een particulier te Manilla zegt dat het Amerikaan sche smaldeel om vijf uur 's ochtends voorde baai van Manilla ycischeen. Ifet nam de Spaan sche vloot en de forten krachtig onder vuur, zoodat de Spaansche kruiser Don Juan zwaar werd beschadigd; de commandant sneuvelde en een ander schip verbrandde. Het Ameri- kaansch eskader moest zich met groote schade terugtrekken. De slag bij Manilla, waarin, volgens een andere depêche, de Spaansche schepen Min danao mi UIea lichte schade, het Amerikaan sche eskader daarentegen belangrijke verliezen leden, schijnt het tweede gevecht te zijn geweest. Het eerste moet dan geleverd zijn bij Cavita. Blijkens een aan het ministerie van marine te Madrid ontvangen bericht, was de Amerikaan sche vloot na een vreeselijk gevecht gedwongen zich terug te trekken. De gesneuvelde commandant heet in dat bericht van de kruiser Christina te zijn, welk schip de admiraalsvlag voerde. De verliezen der Spanjaarden zijn volgens dit telegram belangrijk. Andere berichten echter, die te Madrid zijn ingekomen, bevestigen de zware verliezen, die de Amerikanen hebben geleden. De minister van marine heeft er dan ook geen been ingezien, de vloot met baar heldenmoed geluk te wenschen. Wij zagen dezer dagen een satirieke prent, voorstellende Keizer Wilhelm, in verlegenheid welk van beide oorlogvoerende machten hij het eerst zijn telegram van gelukwensch moest zenden. Die twijfel is zeer natuurlijk; want zelfs de beste bronnen schijnen wel door den geest der leugen vergiftigd en troebel gemaakt te zijn. Zonder eenig commentaar een overzicht te geven van de stellige en geruchtsgewijze ver spreide berichten, schijnt daarom de veiligste weg. Vermeld dient dan nog dat El Liberal uit Manilla vernam dat het Amerikaansch eskader zich daar voor de haven had vertoond. Toen het weer vertrokken was, werd liet gevolgd door de Spaansche vloot die, na een verkenning weder in andere richting koers zette, waar schijnlijk naar Manilla. Van den kapitein-generaal der Philippijnen werd te Madrid slechts het volgend telegram ontvangen pauw," ging hij toen voort. «Het eene rijtuig rolt al na het andere voor. Het is ai aan den gang wij moeten ons haasten." Inderdaad, het was reeds bijna een klein gedrang aan de poort van het parkde bedienden waren ijverig in de weer om de gasten oeibiedig bij het uitstappen behulpzaam te zijn en de kootsiers be velen toe te roepen. De twee vrienden wisten naar binnen te komen, de doctor bijna verblind door het vuur uit blik semende zwarte oogen, door den rijkdom van vrouwelijke schoonheid, die onder lichte mantilles, in kant en zijde hem omringde. De korte gi intweg van den voortuin was afgelegdmen was de weinige marmeren treden der vestibule opgegaan. De twee vrienden hadden aan de binnen wachtende bedienden hun overjassen afgegeven, en eenige minuten later kuste dr. Möbius de vrouw des huizes de hand, die hem, reeds dom' een kleinen kring van dames en hoeren omringd, vriendelijk ontving en hem terstond aan verscheiden dames voorstelde. «Mijn zusters hebt u nog niet ontmoet. Dit is Anny Deblanc en vlak achter u staat Jane." Nog eenige namen dwafrelden hem om de ooren en telkens weer maakte hij een buiging, zonder dui delijk te hooren of te zien wien die gold. «Donna Barbara kent u zeker al," klonk liet daar aan zijn oor, en een junanische gestahe, die half van hem afgewend met een heer had staan praten, wendde zich op mevrouw Löber's roepstem naar hem om. Hos kon zooveel schoonheid bestaan! Die armen, die schouders, dat gelaat, die gestalte I Het was hem weer of hij baadde in licht en gloed. Wordl vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1