52*'cjaargang. Woensdag II Mei 1898. N°. 9623. CUBA LIBRE. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, FEUILLETON". UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. BUITENLAND. CHE COUl/liT. f 0.90 - 1.05 - 1.30 - 0.02 BVKEAÜ: BOTEKSTBAAI 70, Telephoon STo. 1C3. Adtbetestiepeijs: van 15 gewone regels met inbe grip Tan eene Courantf 0.58 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. wegingen der Spaansche vloot geheim moesten gehouden worden, en dat hij met discretie behoorde te werk te gaan. Op Cuba beginnen de insurgenten zich thans te roeren. De New-Yorksche World publiceert een brief van Maximo Gomez, waarin hij de Vereenigde Staten dankt voor de bescherming die zij de insurgenten hebben aangeboden en die een band vari solidariteit en broederlijke vriendschap zal knoopen tusschen beide volkeren. Gomez, en het voorloopig bewind der opstan delingen met hern, verklaart zich bereid het aangeboden bondgenootschap aan te nemen. Hij verwacht de komst vaa een vertegenwoordiger van generaal Miles. Ten slotte zegt Gomez het dat generaal Miles bekend moet wezen dat het onnoodig is de Avnerikaansche schepen in gevaar te brengen, daar de insurgenten alleen ammunitie noodig hebben om met de Spanjaarden af te rekenen. De toestand te Havanna maakt het, volgens hem, onmogelijk voor de Spanjaarden om een krachtig beleg zes maanden uit te houden. Aan den anderen kant echter zit maarschalk Blanco ook niet stil. Volgens een telegram van den correspondent der Herald bij het leger der opstandelingen, heeft Blanco alle troepen in het binnenland samengetrokken bij de trocha teneinde te beletten dat Maximo Gomez zich vereenigt met de strijdmacht van Calixto Garcia. Naar hetzelfde blad uit Washington ver neemt, zou Mc Kinley besloten hebben geen landing op Cuba te doen geschieden, voordat admiraal Sampson heeft afgerekend met de Spaansche vloot hetgeen, naar men verwacht, binnen acht dagen zal zijn geschied. Maar de Portugeesche bladen zeggen dat een smaldeel van 9 schepen Zondagmiddag gezien is bij Kaap Espichel, 21 mijlen zuidelijk van Lissal'on, koers zettende naar het zuiden. Indien dit smaldeel hel Kaap-Ymlische eskader is, dan kan admiraal Sampson blijkbaar nog lang wachten. TJit de rapporten van admiraal Dewey om trent de gebeurtenissen in de wateren van het Yerre Oosten geeft het volgende uittreksel vrijwel een beknopt overzicht van het gebeurde. Maandag, 25 April. Dewey krijgt bericht van de oorlogsverklaring en verlaat de Engel- sche wateren. Woensdag. Hij zet koers naar Manilla met die snelheid, dat de transportschepen met steenkolen de vloot kunnen bijhouden. Zaterdagnacht. Hij passeert de batterijen aan den ingang der baai van Manilla. Zondag. De geheele Spaansche vloot wordt vernield, de vuren worden gedoofd, drie batte rijen vernield. Maandag. Dewey bezet het arsenaal, laat zes batterijen aan den ingang der baai in de lucht vliegen, snijdt den telegraafkabel af, opent de blokkade van Manilla en verjaagt de Spaansche troepen uit Cavita. Dinsdag en Woensdag. Dewey ruimt de torpedo's op in de baai, schenkt zijn equipage een welverdiende rust en zendt depêches naar Hongkong. De verliezen der Spanjaarden zijn in het geheel 10 oorlogsschepen, verscheiden torpedo- booten, 2 transportschepen, het arsenaal, 9 batterijen en ongeveer 1200 dooden en ge wonden. De waarde der vernielde of veroverde eigendommen bedraagt 25 millioen francs. De Amerikanen hadden 8 gewondende aan hun schepen toegebi achte schade wordt op niet meer dan 5000 francs begroot. Het lapport van den correspondent der N.- Y. Herald bevestigt ten volle het rapport van Dewey, waaruit nog der vermelding waardig zijn deze mededeelingen «Indien de Spanjaarden gereed waren ge weest om ons te ontvangen, zouden zij ons veel kwaad hebben gedaan. Maar zij waren niet van plan bij Cavita slag te leveren. Onder de pa pieren, die op het bureau van admiraal Montejo in beslag zijn genomen, komt voor een besluit van den krijgsraad om de kanonnen met de schepen te concentreeren in de baai van Subig, waar de omstandigheden veel gunstiger zijn voor verdediging. Er zouden slechts enkele dagen noodig zijn geweest om de kanonnen van Cavita naar Subig over te brengen, waar de nauwe ingang en het lage water onze over winning zouden bemoeilijkt hebben. Maar onze snelle overtocht heeft dit plan verijdeld." Toch heeft men zich in marine-kringen er over verwonderd dat de Amerikaansche vloot zoo lang heeft gedaan over den afstand van Hongkong naar Manilla Maar de Ra'teigh kreeg onderweg mankement aan een der pompen, terwijl de transportschepen niet harder konden loopen. Anders zou er reeds des Donderdags slag zijn geleverd. Onmiddellijk na de nederlaag der Spanjaar den hebben de inboorlingen zich meester ge maakt van Cavita en de plaats geplunderd. De Amerikanen hebben door eenige prijs- gemaakte schepen de zieken en gewonden laten halen en naar Manilla doen overbrengen. Intusschen heeft president Mc Kinley een boodschap aan het Congres gezonden, waarin hjj het parlement uitnoodigt om admiraal Dewey Jank te betuigen voor diens overwinning in de zaak der rechtvaardigheid die een groote schrede is in de richting van den gewenschten vrede. Beide Kamers hebben onmiddellijk in dien geest een motie aangenomen. De nadere bijzonderheden omtrent den slag bij Cavita hebben in Spanje zulk een diepen indruk gemaakt dat de positie der regeering zeer wankel is geworden. Zooals meer in dergelijke gevallen geschiedt, wordt een zondebok gezocht en de aangawezen AfiOKWEMENTaPBijs voor Schiedam, per kwartaal omliggende plaatsen, p. kwart. franco per post, p. kwartaal. Afzonderlijke rommera. Algemeen orerricht. Schiedam, 10 Mei '98. Be oorlog. Met groote hardnekkigheid blijven er geruch ten loopen omtrent een zeeslag, die in de An tillen zou geleverd zijn. Van verschillende plaatsen zijn berichten gekomen omtrent oor logsschepen die men gezien, kanongebulder dat men gehoord heeft, maar ten slotte weet niemand met stelligheid iets omtrent een slag. Men weet alleen dat admiraal Sampson aan de regeering te Washington kennis heeft ge geven van zijn aankomst ter hoogte der west kust van Porto-Rioo. Hij zal daar wachten, tot een der verkenningsschepen hem meldt dat de Spaansche vloot is komen opdagen. Verschijnt deze uiterlijk heden niet, dan zullen dc marine-autoriteiten al hun aandacht wiyden aan de Oregon, de Marietta en de Nicthcroy, waarover men wel eenigszins on gerust is. Want nu men nog sieeds niets verneemt omtrent het Spaansche eskader, nu dit nog steeds niet is aangekomen in de Antillen, waar het toch reeds lang had kunnen zijn, vreest men dat de drie Amerikaansche schepen, op hun reis van Rio-de-Janeiro naar het Noorden, op dit eskader zijn gestooten of nog zullen stooten. Althans wanneer het Spaansche eskader zoo danig koers heeft gezet, dat het de drie Ame rikaansche bodems, die van bet Zuiden komen, den pas afsnijdt. Een klein échec heeft de Amerikaansche kruiser Montgomery geleden. De bemanning van het Fransche schip OUnde Rodriguez, dat zich Zaterdagavond bij Haiti bevond, verklaart een grooten Spaanschen kruiser te hebben zien jacht maken op de kleine Montgomerydie deel uitmaakte van het eska der van admiraal Sampson, "Volgens de Fransche zeelieden werd de Mont gomery geducht et faire genomen door den Spanjaard, op te grooten afstand echter dan dat zij den uitslag van den strijd konden consta- teeren, Terzelfder tijd evenwel zeggen andere be richten, dat de Montgomery naar Key-West is teruggekeerd met belangrijke averij. Som migen vermoeden dat er op de kust van San Domingo of van Haïti een partieel? slag is geleverd, waarvan men een grooten zeeslag heeft gemaakt. Een te Key-West van Cap Haïtien ontvangen depêche zegt nog dat de gouverneur van San Juan op Porto-Rico bevel heeft gekregen levens middelen gereed te maken voor 40.000 man. Op zjjn vraag, wanneer die proviand gereed moest zijn, werd hem geantwoord, dat de be- DOOR THEODOR DUIMCHEN. 14) Het was verscheiden maanden later. De Duitsche doctor stond in de morgenschemering op de asotea, het platte dak van het huis. Dat was zijn lievelingsplaatsje geworden evenals van de andere heeren. 's Avonds na zonsondergang zat men te zamen hier boven om zich te vermeien in het zachte koeltje en een paar uren te verpraten Möbius evenwel ging dikwijls reeds 's morgens vroeg geheel alleen naar boven, en steeds vond hij nieuwe verrukking in de majesteit en de pracht van den tvopischen zonsopgang. Ook heden had die hem weer overweldigd. Het huis stond op den kam van den heuvelr ug, die de grens der bezitting vormde van het dak zag men ver over het land rondom. Zoo even was het nog zoo donker dat de doctor de suikerfabriek in de laagte, de huizen en de hutten der slaven en der koeli's, de loodsen en schuren alleen onduide lijk had kunnen waarnemen. Maar nu verscheen een lichtpunt in het oostenhet schijnsel wies spoedignog weinige oogenblikken en de geheele oosterkim was verlicht. En nu schoten ook reeds gouden stralen boven den horizon op, en een oogenblik later snelde een mat geflonker over de velden nog een minuut, en het was of een onafzienbare drom ruiters met gouden harnassen, flikkerend, vlammend, schitterend, kwamen aan rijden, snel als de wind. Het licht slurpte de schaduw op en omgaf hem met zijn glans. Zoo juist was nog slechts de boven rand der zon to ziennu stond reeds do geheele vlammende schijf aan den hemel. Hij iimest de wijk nemen op do azotea onder het uitgespreide zonnescherm. Nog eenige minuten, en overal was het de volle, klare, brandende dag der tropen. Reeds stond de zon hooger aan den diep donker- blauwen hemel dan hij haar in zijn Duitsch vaderland maanden lang had gezien. Het was overweldigend, een onvergelijkelijke triomt; voorwaar, hier was Sol de eerste onder de goden. Beneden ontwaakte het leven al spoedig. De groote, gillende stoomfluiten van de fabriek wekten de aibeiders; de opzichters ordenden de kolonnes van uitrukkende veldaibeiders; in de suikerfabriek begon hut geraas de.' machines en in de groote loodeen waren honderden handen in beweging om de voortgebrachte suiker te verpakken en gereed te maken voor den verkoop. Achter de gebouwen daalde het land nog een eindweg; in de laagte glinsterden da kronkelingen der beekeen smal zilveren lint, waarvan men niet zou zeggen dat het in den regentijd een don derende stroom was geweest. Daarachter begonnen de bouwlanden; alleen aan de linkerzijde strekten zich langs het riviertje de van oudsher beroemde koffietuinen der bezitting. Overigens zag men, zoo ver het oog reikte, suikerriet. Möbius zag met zijn goeden verrekijker, hoe in de verto de arbeiders aan het werk togenhij zag het flikkeren der macheta's, der kapmessen waaru ede de negers de rietspruiten afhaktenhij zaf, de wagentjes, ge duwd door Oliineezan, vlug over de smalle rails van het verplaatsbare spoor loopen en zich aan de paden vereenigen tot Unge treinen, die een muildier vlug naar de loodsen der fabriek trok. Tot aan den horizon behoorde alles aan Pacheco en overal was rijkdom en overvloed. 't Was merkwaardig; die uitgestrekte voistolijke bpzitting drukte hem neer. Ook nu weer wenteldo het zich als een zware last op zijn ziel, nu hij daar van boven af toezag hoe die duizenden in de weer waren voor één man, en hoe hij zelf slechts een rad was, zij het ook een belangrijk, in dit samenstel. Iedere flikkering der messan daar buiten beteekende suiker, meer suiker voor don Eusebio. Een visioen rees als het ware voor hem op; elk der wagentjes die daar over de rails voortiolden, was als een nieuw glinsterend goudstuk, en zij rolden en rolden in onafgebroken reeks de rails langs en de fabriek binnen en kwamen aan de andere zijde er weer uit en werden verpakt en zwommen den Oceaan over en werden opgestapeld in de onderaordsche kelders der banken van Frankrijk en Engeland. In de bureau's zaten grijs- gebaarde mannen voor groote boeken en berekenden hoeveel macht don Eusebio Pacheco daarvoor zou hebben. En zijn Europeesche zaakgelastigden schre ven hem wat er van het geld hier en wat er van het geld daar zou besteed worden; de electrische vonk snelde over den bodem der zee en over vele landen om zijn bevelen over te biengen; bedrukte vellen papier werden m bijzondere vakken gelegd waarop de naam Eusebio Pacheco stond, en tot in lengte van dagen moesten nu ook in Engelscho weverijen, in Duitsche fabrieken, in Spaansche mijnen vele honderden en nog weer honderden menschen, mijnwerkers, werktuigkundigen, schei kundigen en directeurs voor don Eusebio en die na hem kwamen, ai beiden, evenals daar in de verte de negers en de Chineezen en de Spaansche opzichters en bij, de Duitsche doctor. Dr. Möbius kwam zich zelf zeer klein voor, en hij personen daarvoor zijn de ministers\ari marine en van koloniën. Men spreekt reeds van een nieuw ministerie onder Martinez Campos; volgens anderen zou het liberale kabinet gereconstrueerd worden. Maar Sagasta schijnt niet geneigd zijn ambt- genooten van marine en koloniën te laten vallen. Ook ovet de positie der dynastie blijven alarmeerende geruchten loopen. Opnieuw wordt gezegd, dat te Weenen in een der Keizerlijke paleizen reeds vertrekken in gereedheid zijn gebracht voor Alfonso NIH en zijn moeder, de Koningin-Regentes. De onlusten breiden zich over geheel Spanje uit, maar vooralsnog blijven zij van localen aard. Op verschillende plaatsen is de staat van beleg afgekondigd. Gemengde Mededeelingen. De volledige uilslag der verkiezingen in Frank rijk is dat gekozen zijn 183 republikeinen, '104 radicalen, 41 socialisten en 47 monar chisten Er moeten 181 herstemmingen plaats vinden. De republikeinen winnen nu reeds 22 zetels en verliezen er 16; van de radic.uen zijn die cijfers 8 en '11, van de socialisten G en 4, van de monarchisten 4 en 3. Onder de niet-herkozenen komen voor de bekende socialisten Jaurcs en Guesde en Joseph Reinach. De berichten uit Milaan zijn weer minder gunstig. De spoorwegen in den omtiek zijn opgebroken. Kanongebulder werd bij de Porta Ticinese gehoord. Een aantal studenten, die van Pavia naar Milaan getrokken waren, werden door Bersaglieri verstrooid, waarbij twee stu denten gedood werden. Niettemin schijnt de opstand vrijwel be dwongen te zijn. Verscheiden fabrieken te Milaan hebben haar werkplaatsen weer geopend. Er zijn 8000 man militairen in de stad. Ook te Napels en op andere plaatsen zijn opstootjes voorgekomen. Karditzi en Georgi, de daders van den aanslag op den Koning van Griekenland, zijn gister morgen ter dood gebracht. De Koninginnen. Men seint aan het Vaderland, uat de Ko ninginnen in welstand te Innsbruck in het hotel Tirol zijn aangekomen De Minister van Financiën maakt bekend, dat liet saldo van 's rijks schatkist op 7 dezer bedroeg bij de Nederlandsche Bank f 146,633.76'/a bij de betaalmeesters.... -1,647,641.58 Te zamen /'l,794,275.34!/3 begreep niet waar hij somtijds den moed van daan gehaald had en zijn hoop zijn dwaze stoutmoe dige hoop. Zeker, noch donna Barbara noch don Eusebio lieten hem ooit voelen dut zij aan dit alles in den omgang met hem dachten. Hij vergat dan ook zelf, wanneer hij in hun beider gezelschap was, dat hij niet een vriend des huizes, een bondgenoot voor een groot gemeenschappelijk belang, maar dat hij een ondergeschikte was, die zijn arbeidskracht en zijn weten aan den ander bad verkocht; dat het beste in hem zelfs hem zelf niet meer toebehoorde maar den ander. De oude heer was er gisteravond nog geweest hij kwam bijna iedere week eens naar de plantage en de doctor was bijna dagelijks te Marianao, Don Eusebio had met hem gesproken bijna als met een zoon. De aanleiding tot het bezoek van Pacheco was eigenlijk hierin gelegen, dat Möbius met mon sters suiker van den nieuwen oogst zelf nai r Ha vanna zou gaan om daar eenige polarisatie-analysen te doen op het kantoor der makelaarsflrma die al sinds jaren met den verkoop der Las Oaobas suiker belast was. Maar toen dat was afgedaan, had het eene woord het andere gehaald en da oude hem- had met hem gesproken over zijn p Bitieke inzichten, over zijn hoop op den vrede, over hetgeen men van Las Caobas wilde maken en o\cr zijn zoon; hoe hij naar hem verlangde; hoe hij er zeker van was hem te zullen weerzien; hoe hij zich daarover ver heugde, en hoe zijn zoon en de doctor zeker goede viiendon zouden worden Alles heel mooi. Eu donna Baibara sprak juist zoo en was zoogoed en zoo lief tegen hem. Wordt vcrmlgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1