Zaterdag 21 Mei 1898, jaargang. CU BA LIBRE. FETJILLETOlSr. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. uitgever!~hTj. c. röelants. BUITENLAND, (iVordt vervolgd) hem beheerschte en onder haar juk gekromd hield, vrroed onbarmhartig, niets in heen ontziende. Wat moest daarvan worden Ver, zeer ver in het westen verlichtto een zwak schijnsel den rand des heueis en verdween weer. Het was of hij ver verwijderd gerommel hoorde. Kwam daar een onweer op, dat nog onder den horizon was? Trokken zich wellicht ook boven hom donder wolken samen, die hij nog niet zag Er was iets gebeurd; men wilde hem iets zeggen en toch weer niel. Had Rodriguez misschien geschreven Wisten zij dat hij kwam Misschien had hij zijn komst reeds aangekondigd en gezegd dat hij de plantage nu zelf zou besturen, en wel niet met een vreem deling. Dan kon dr. Möbius gaanl Rodriguez had immers in Duitschland en Frankrijk scheikunde gestudeerd. Donna Barbara zou het vei trek van den doctor wellicht vluchtig betieuren. Niets laten merken, om Gods will Hij knarsetande van woede tegen zich zelf wanneer hij aan die moge lijkheid dacht en hoe na hem het gevaar had be dreigd van zich bloot te stellen aan een doodelijke beleediging. Daar ruischte een fijne, lichte japon achter hem. Hij wendde zich om, en in het licht dat uit de deur van den salon straalde, stond in haar wit mousselinen, kleed donna Barbara, Het volgende oogenblik kwam zij in het donker naar hem toe. Hij voelde hoe haar kleine blanke hand op zijn arm werd gelegd. AVat deert u, don Alfonso?" fluisterde zij. Toen was het met hem gedaan. Hij wist niet meer wat hij deed. De hand die hem had aange raakt, greep hij aan den pols vast en hij trok die Algemeen overiclcht. Schiedam, 20 Mei '98. Gladstone. Gladstone is gisteren kalm ontslapen. Geboren in 1809 als zoon van een rijk Liverpoolseh koopman deed hij, na te Eton en te Oxford gestudeerd te hebben, in 1832, op slechts 22- jarigen leeftijd, zijn intrede in het Lagerhuis, en twee jaar later reeds riep sir Robert Peel hem in zijn ministerie, eerst ais lord van de schatkist, later als onder-secretaris voor ko loniën. Dit was het begin van een meer dan zestigjarige politieke loopbaan. "Wij hopen in ons voigend nummer de gele genheid te hebben een blik te slaan op het leven van dezen staatsman, wiens dood niet alleen zijn vaderland, maar geheel het mensch- dorn treft als het verlies van een zijner beste zonen, die uitmuntte ais staatsman, ais redenaar, als schrijver, maar boven alles als een vriend van waarheid, gerechtigheid en zedelijkheid. Reeds werd in het Engelsche Lagerhuis hulde gebracht aan den grooten doode. De minister Balfour verklaarde te meenen dat allen het er over eens zouden zijn om als hulde aan de nagedachtenis van Gladstone, wiens lange schitterende loopbaan nu een einde had genomen, de vergadering te verdagen. De minister beloofde heden een voorstel in te zullen dienen om een openbare begrafenis in Westminster Abdij en de oprichting van een gedenkteeken in de Abdij toe te staan, als erkenning der waarde van de door Gladstone bewezen diensten. Het voorstel tot verdaging werd door sir William Harcourt gesteund en de vergadering ging uiteen. Welk een hooge eer de regeering door haar voorstel wil bewijzen aan de nagedachtenis van Gladstone, blijkt uit het feit dal slechts bij den dood van twee staatslieden besloten werd tot een begrafenis van staatswege en de oprichting van een gedenkteeken. Dat was bij den dood van lord Chatham (1778) en van diens zoon Pitt (4806). Maar niet alleen het Lagerhuis en de regee ring, het geheele Engelsche volk, hoog en laag, treurt met de nabestaanden. De couranten ver schijnen roet rouwranden en bevatten geïllu streerde uitvoerige artikels over den grooten ouden man wiens dood een nationaal verlies wordt genoemd. Openbare gebouwen en tal van particuliere huizen te Londen en elders vlaggen halfstok. Bewjjzen van innige deelneming gaan in stroomen naar Havvarden Castle. De Koningin, de prins van Wales, de koninklijke familie zonden aan de weduwe reeds hun condoleances. Nog vóór het einde, Woensdag, toen de prins van Wales van een wapenschouwing terug keerde, zond hij aan Henry Gladstone het wild naar zich toe, en terwijl de woorden zacht, gedempt, heesch bijna, over zijn lippen stroomden, had hij nog de vage gewaarwording dat hij zich er over verwonderde hoe zij zonder tegenstand aan zijn dwang toegaf. »Wat mij deert? Waanzinnig ben ik, waanzinnig van verlangen. Ik ga te gronde wanneer je mij niet staande houdt; ik ben verloren zonder je liefde. Maar ik wil het nu weten; ik wil mijn vonnis liooren. Ik kan niet meer Barbara Heb je mij lief?" En toen kwam de omkeer mijn God, hij hield immers die heerlijke gestalte in zijn knellende armen, en zij zag naar hem op als had zij iets gehoord dat zij reeds lang verwacht had. En het was alsof de nacht plotseling licht voor hem was geworden en alsof de wereld veranderd was. Hij hoorde zijn woorden nog klinken, zijn Duitsche woorden, en daar was ook reeds haar antwoord in 'tSpaanseh: »Reeds lang, Adolfo, reeds van den eersten dag af." Hij overstelpte haar met een stroom van kussen, en zij omklemde hem vast, als wiide zij hem niet weer laten gaan. Hoe lang was het geleden sedert zij naar buiten was gekomen Zij wisten het niet. Daar hoorden zij hoe don Eusebio zich binnen bewoog, hoe zijn schommelstoel eenige coalen heen en weer ging en hoe een groote courant samengevouwen werd. Een oogenblik later verscheen hij in de deur. Eerst meende hij dat het licht zijn oogen ver blindde, maar toen zag hij toch daar voor zich in het donker zijn dochter in het wit in de armen van den Duitschor. !>Oh, la," zeide hij. Maar een oogenblik later viel zijn schoone dochter hem om den hals en riep uitsO, papa, lieve papa, hij wil mij hebben, hij wil mij hebben 1" vSennor don Eusebio," wilde Mobius beginnen. Maar de oude heer scheen geen lange uiteen zetting noodig te hebben. Hij vatte de rechterhand van den doctor en die zijner dochter, en legde ze met zekere plechtigheid in eikander, en terwijl hij ze tusschen zijn fijne, smalle, blanke handen hield, zeide hij tot MobiusiIJ bezit de liefde mijner dochter; u bezit mijn achting, ontvang dan ook mijn zegen." Tusschen de woorden van dank die de gelukkige stamelde klonk nog zijn angstige vraag; zEn zal don Rodriguez ook uMijn zoon zal zijn zuster gunnen aan een man van eer dien zij liefheeft en wien zijn en haar vader haar beeft toegezegd. Maar meer dan dat, ik heb u onlangs reeds gezegd dat gij vrienden zuit zijn." Toen gleed een glimlach over zijn gelaat en hij ging voort: sMaar u had wel iets vroeger kunnen komendan zou don Francesco een blauwtje gespaard zijn gebleven." sDon Francesco vroeg Möbius verbaasd, sla, van middag. Maar komt binnen, wij hebben nu nog een menigte dingen te bespreken." Zij vet lieten de veranda. Maar buiten in den tuin maakte zich onder de balustrade van het balkon een schaduw los van den muur. Een oogenblik later gleed Pablon's lange gestalte over de lichtstreep, die uit de deur in den tuin viel, en verdween weer in den nacht. AnoirsKMSïrrsPHijs voor Schiedam, pet kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommera- 0.02 BUREAU: BOTERÜTKAAT ?0, Telephoon Ko. 123. Advbbtbntibpsijs: van 15 gewone regels met inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. volgende telegram»Ik ben met mijn gedachten bij u, uwe moeder en uwe familie, in de ure der beproeving die gij doorleeft. God geve dat uw vader geen pijn lijdt." Sir William Harcourt, die Woensdag aan het feestmaal van het Nationaal-Liberale verbond een politieke rede zou houden, verzocht na het dankgebed zijn heengaan te verontschuldigen. Te groote droefheid vervulde hem, zeide hij, om het dreigend verlies van een vroeger ambt genoot niet alleen, maar van een intieinen vriend. En hij voegde er nog bij »De stem van den politieken hartstocht moet het zwijgen doen tot het sterfbed van een onsterfelijk staatsman, die zoolang de aanvoerder was dei- liberale partij." Die staatsman is nu heengegaan, omringd door de ziinen, door de hartelijke liefde van geheel een volk, en met een gebed \an innige vroomheid op de lippen. Re oorlog. De laatste berichten omtrent den staat van zaken in het eigenlijke oorlogsgebied, de An tillen, zijn beslist gunstig voor Spanje. Blijkbaar in het onzekere rondtastende, niet wetende werwaarts zich te wenden, is de Ame- rikaansche vloot feitelijk tot machteloosheid gedoemd, terwijl het Spaansche eskader van admiraal Cervera recht op zijn doel aan stevende. Dat doel is gebleken te zijnSantiago de Cuba. Zoo althans bericht Heuler uit Madrid. De al dan niet gemeende bewering van maarschalk Blanco dat het Spaansche eskader te Havanna werd verwacht, met welk beweren Blanco de bevolking Zondag jl. nieuwen moed inboezemde, is dus ten eenenmale door de feiten gelogenstraft. Meer overeenkomstig de werkelijkheid schijnt daarentegen de mededeeling geweest te zijn, die de Standard Dinsdag uit Washington kreeg. Aan commodore Watson zou nl. bevel zijn ge geven om, overal waar dit mogelijk is, op de Cubaansche kust de verdedigingsmiddelen te vernielen, ten einde daardoor admiraal Cervera te dwingen naar Cuba te stoomen. Want inderdaad hebben zich twee Aineri- kaansche oorlogsschepen voor Santiago de Cuba vertoond en 8ü kogels op de stad afgeschoten, die evenwel volgens het officieels telegram uit Havanna geen schade aanrichtten. Daarentegen zou het vuur, waarmede de kustbatterijen ant woordden, aan een der Amerikaansche schepen averij hebben toegebracht. De berichten van Cuba zijn over het geheel zeer optimistisch. Te Madrid ontvangen telegrammen zeggen dat de opstandelingen in verschillende gevechten verslagen werden, waarbij zij verscheiden dooden hadden. Gebrek heersclit er op het eiland allerminst en wordt er ook niet verwacht. Ondanks de blokkade, zeggen de Spaansche bel ichten, loopen er eiken dag schepen met levensmiddelen binnen. Er liep te Madrid een gerucht dat Cervera's eskader in het gezicht van Havanna is aan gekomen, maar dit gerucht, dat door Renter's bericht uit Madrid volkomen wordt tegenge sproken, is niet bevestigd. Te Washington dacht men d. w. z. het leger- en marinebestuur het zaak maarschalk Blanco te isoleeren en hem elke gemeenschap met Madrid en het eskader van admiraal Cervera te ontnemen. Daartoe zou het beslist noodzakelijk zijn alle telegraafkabels, die dat verkeer mogelijk maken, af te snijden. De meeste daarvan zijn Engelscb eigendom, maar de chef van het tijdingbureau te Washington beweert dat de Yereenigde Staten het recht hebben om alle kabels af te snijden, die binnen de jurisdictie van Spanje gelegen zijn. Nadere bijzonderheden zijn nog bekend ge worden omtrent bet bombardement van San Juan de Porto-Rico door vluchtelingen die met de Fransehe stoomboot Olindo Rodriguez te St. Thomas zijn aangekomen. Zij zeggen, dat een Engeischman bij het bombardement is gedood. Aan de stad zelf is weinig schade toegebracht, ofschoon de kruisers nabij de versterkingen werden vernietigd. In bet geheel werden vijf personen gedood, vijf en twintig gewond. De Spanjaai den beweerden, dat ook schoolkinderen het leven hadden ver loren, doch dat is niet waar. Levendig ongerust is men in de Yereenigde Staten over de Oregon, de Marietta en de Nictherog. De minister Long heeft echter be kend gemaakt dat ue Oregon in veiligheid is hij wilde echter niet zeggen waar. Men vermoedt dat liet schip een schuil plaats heeft gezocht in een der Braziliaansche havens. Men verneemt thans evenwel over de Ameri kaansche scheepsverplaatsingen niets meer. De kabelmaatschappijen tc New-York houden zich stipt aan de bevelen van de regeering om geen tijdingen te verzenden over de bewegingen van de Amerikaansche schepen. Ook van de landmacht hoort men slechts bij geruchte. Yolgens de Eclair moet er groote sterfte heerseheu onder de troepen te Tarn pa door de moorddadige hitte. Gok voor de Oostkust der Vereenigde Staten is men weer bevreesd. Lit Montreal (Canada) wordt do. 19 dezer bericht dat dien dag negen oorlogsschepen, die men voor Spaansche hield, de kust van Nieuw-Schotland zijn voorbijgevaren. Een particulier telegram schijnt dit bericht te bevestigen. Spaansche kolenschepen zouden nl. van uit Cadix ter hoogte van St. Pierre en MiCjUelon (New-Foundland) zijn aangekomen. Het departement van marine te Washington is hiervan verwittigd, en een telegram uit Washington aan de New-Yorksche Evening World zegt dat de minister van marine Long reeds bericht heeft ontvangen dat een Spaansch eskader de kust der Oostelijke Staten nadert. Voor de Amerikanen een ernstige bedreiging, zou de aankomst van een Spaansch smaldeel op de kust der voornaamste staten der Uriie een heilzame afleiding zijn voor Cervera. De vraag is echter of het bericht waar is. Is bet 't z.g.n reserve-eskader van Cadix, dat op de kust van Nieuw-Engeland is aangekomen, dan zou het samengesteld zijn uit liet slagschip Pelagode pantserkruisers Carlos V, Alpltonso XIII on Vilor'm, de hulpkruisers Ilapido, Alfonso XIII'uenos-Aïres en Antoniu Lopez, het adviesjacht Giraldu en drie torpedojagers. Een niet te minachten smaldeel dus. Een telegram uit Madrid van gisteravond zegt evenwel dat de Spaansche bladen het ophanden zijnde vertrek aankondigen van de Pelayo en de Carlos V, de Patriotade Ilapido, de Alfonso .YII en de Antonio Lopez, liet aviso Giraldu en drie torpedo-jagers onder admiraal Cainara, terwijl een ander eskader zou worden samengesteld uit de Viloi'ia, de Xmnuncia. de Alfonso XIIL en de Laponta. Het reserve-eskader van Cadix was oorspronke lijk bestemd om de Philippijnen te ontzetten, en een telegram, van Woensdag gedateerd, uit Gibraltar zegt zeer beslist dat het te Cadix bijeengebrachte smaldeel thans gereed is om zee te kiezen, en dat het, naar men denkt, tegen 't eind van Mei met een militaire expe ditie van 11.000 man naar de Philippijnen zal vertrekken. Ook op de Philippijnen schijnen de zaken iets boter te gaan voor de Spanjaarden. Terwijl Dewey nog altijd op versterkingen wacht en zijn mannen veel te lijden moeien hebben van het heete klimaat, wordt de stem ming onder de Spanjaarden beter. De gouver neur tracht de opstandelingen voor zich te winnen. Zoo verneemt de Times uit Manilla dat met dit doel een nationale raad van vijftien leden is ingesteld bestaande uit halfbloeden en inboorlingen, onder voorzitterschap van Paterno, die ook de laatste onderhandelingen over den vrede met de opstandelingen leidde. De toestand in liet binnenland wordt in brieven uit Manilla minder ongunstig geschetst, daar de regeering bij machte is den prijs der levensmiddelen te regelen. Daartegenover staat dat, naar uit Hongkong aan hetzelfde City-blad wordt bericht, Agui- nahlo en andere leiders van den opstand met het adviesjacht Mc-Culloch naar Cavita zijn vertrokken. Zij willen de opstandelingen trach ten over te halen eerstdaags een aanval te doen op Manilla. Men is op de Philippijnen hoopvol gestemd ten opzichte van Duitschland, waarvan steun wordt verwacht. Zelfs werd uit Hongkong naar Londen bericht, dat de Duitsche kolonie tc Ma nilla vernomen zou hebben dat prins Heinrieh van Pruisen van plan zou zijn om aan boord van een zijner kruisers naar Manilla te komen door THEODOR DÜIMCHEN. 21) Morgen of overmorgen trad wellicht de zoon des huizes als een nieuweling in dezen kringdeze avond was wellicht de laatste, die zoo ongestoord was. Met bijna ziekelijke macht, met den daemonischen aandrang van een met moeite onderdrukt idéé fixe had een inwendige stem hem aangedreven om hier, nu terstond, tot haar te zeggen »Ik heb u lief; gij meet de mijne zijn". En dan had hij zichzelf afgevraagd welk een uitwerking dat we) zou' hebbenhoe de oude heer zou opspringen en hem aanstaren; waarschijnlijk zou hij hem voor gek hebben versleten. Misschien was hij het wel. Met moeite had hij zich bedwongenhij had ge daan of hij op de veranda een weinig frissche lucht ging scheppen, die ook daar niet voor hem te vinden was. Daar stond hij nu, tegen een der marmeren zuilen geleund, in het donker te staren. Wat moest daarvan worden Die liefde was in hem toegeno men van het eerste oogenblik aan dat hij Barbara gezien hadzij was toegenomen van maand tot maand, van week tot week, van dag tot dag en van uur tot uur, totdat zij geweldig en almachtig

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1