52''* jaargang. Zaterdag 9 Juli 1898. N". 9672. VROUWENSTRÜa Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. FEUILLETON. UITGEVERH. J. C. ROELANTS. BUITENLAND. BINNENLAND. v EJ tTSsJ'-SL «Kis vIS-Ok Abohsbhehtspkub voor Schiedam, p» kwartaal f 0.30 omliggende plaatsen, p. kwart -1.05 franco per poat, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijks nommeraq,02 Bt'jglSAUi BOTEBSTRAAT ?0, Telcplioon lfo. 123. ADVERTBWTTErRiJBvan 1—5 gewone regels met iahe- grip ran cene Courantf 0.59 Iedere gewone regel meer©.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Algemeen overzicht. Schiedam, 8 Juli '98. In de Franscho Kamer was gisteren nog eens de zaak-Dreyfus aan de orde, Castelin heeft geïnterpelleerd en Cavaignac heeft geantwoord, en het eenige resultaat dat met zekerheid vast staat is, dat de meening van het nieuwe minis terie gebleken is. Duidelijk gebleken, zou te veel gezegd zijnover de wettigheid van het tegen Dreyfus geveld vonnis, een cardinaal punt in deze quaestie, is geen woord gerept. Maar laat ons zien wat er dan wel gespro ken is. Nadat de Kamervoorzitter Deschanel de slacidoffers der Bourgogne herdacht en hul de gebracht had aan do Franscho scheepsoffi cier eu f.io zoo moedig hun plicht hadden ge daan, .n de minister-president Brisson zich daar bij namens do regeering had aangesloten, be klom de interpellant Castelin do tribune. De interpellant verklaarde zonder politieke bijbedoelingen en alleen in het belang van het vaderland to spreken. Zijn interpellatie moet de laatste zijn. Waarom heeft de regeering geen lasterlijke aantijgingen, tegen do daders van lasterlijke aantijgingen, tegen de schrijvers van den diefstal der dossiers! Waarom is Zola nog steeds officier van het Legioen van Eer, en wel ke maatregelen heeft men getroffen tegen het syndicaat-Dreyfus Do spreker herinnerde aan de verklaring van LebrunRena.uld en de door Cavaignac te dien opzichte gesproken woorden. „Ik loochen die niet," riep Cavaignac hierop uit. Castelin verklaarde voldaan te zijn over het feit dat Cavaignac aan de ministerstafel zat, waarop dezo tusschcnbeide kwam met de ver klaring dat hij niet de portefeuille van oorlog had aanvaard ter wille der zaak-Dreyfus. De interpellant eindigde met de regeering toe te roepen dat zoo zij geen wapens heeft tegen do campagne ten gunste van Dreyfus, zij ze van do Kamer moet vragen. (Protesten der linker zijde.) Cavaignac antwoordde den interpellant met te zoggen dat het voldoende zou zijn geweest eerbied te eisclien voor de gewijsde zaak, maar do regeering wilde aan het land zeggen wat zij zelf weet. Men heeft beproefd een officier in Dreyfus' plaats te stellen, die morgen de disci plinaire straffen zal ondergaan die hij verdient- (Levendige toejuichingen. De minister doelde blijkbaar op Esterliazy. R e d.) De minister verklaarde overtuigd te zijn van Dreyfus' schuld. De verklaringen die hij daar omtrent ging doen, konden het buitenland niet raken. „Wij zijn meester in ons land om onze zaken te behandelen, zooals wij willen." De informatiedienst bezit meer dan duizend, meer of minder belangrijke stukken gedurende zes jaar bijeengezameld, die aan ieder die te goeder trouw is, geen twijfel laten omtrent hun authenticiteit en do schrijvers. Drio dier stukken zijn vooral van belang, en de minister las die voorin twee daarvan wordt DOOR UERMiltlf IIEIBER0. 37) Op een der eerstvolgende dagen ontving Imgjor, met medeweten harer moeder, dokter Prestö in haar vertrekken om met hem een gesprek onder vier oogen te hebben. Thans snelde zij hem niet te gemoet. Zij zat met het hoofd op de hand geleund, aan het open venster en staarde naar buiten. Eén persoon zag haar graaf Dehn. Wetend dat vandaag de samenkomst met Prestö zou plaats vinden, had hij, inwendig diep ontroerd, zich naar hot park begeven, en toen hij omhoog keek, zag hij Imgjor aan liet venster zitten Prestó's binnenkomen ontrukte haar aan haar droeve overdenkingen. Een rilling voer haar door de leden; haar hart klopte onstuimig. Zij wist dat nu de beslissing zou komen. Maar ook in Prestö huisde een daemon van onrust. De op een onbewaakt oogenblik gesloten verbintenis weder los te maken, hield alleen zijn gedachten bezig. Graaf Knut had hem een brief geschreven. Daaruit wist hij dat Imgjor niets to verwachten had, dat de gesproken van zekere D...zij zijn van 1 Maart en 16 April 1894. Het derde is in 1S96 geschre ven aait den vooravond der interpellatie over de zaak-Dreyfus, en daarin wordt gezegd„Ik zal zeggen dat ik nooit in relatie heb gestaan tot Dreyfus. Zeg hetzelfde. Men mag niet weten dat wij betrekkingen met hem hebben onderhou den." Na dezo stukken to hehben voorgelezen, deel de de minister mede dat Dreyfus bekentenissen had gedaan aan twee officieren, kapitein Lc- bmn-Rcnauld en majoor Atellos, de laatste sinds overleden. Die bekentenissen geschiedden op den morgen der degradatie en waren terstond overgebracht aan den minister van oorlog. Generaal Gonse die do officieren bij den minister had gebracht, bekrachtigde dit feit in een brief aan generaal Boisdeffrc, welk schrijven door den minister werd voorgelezen. Kapitein Lcbrun-Renauld had de bekentenis nog op den dag der degradatie in zijn zakboek opgcsclirevcnhet is de bekende geschiedenis van liet leveren van stukken om daarvoor meer belangrijke in do plaats te krij gen- Over do latere bevestiging dezer bekentenis door Lcbrun-Renauld verklaarde de minister niet eens te willen spreken. Do minister eindigde met de gebruikelijke toast op liet leger, die warm werd toegejuicht. Daarop werd het voorstel van Mirmaii om Ca- vnignac's rede in het land te laten aanplakken, met 570 tegen 2 stemmen aangenomen. Cavaignac verklaardo toen nog, dat hij zou handelen. Dc leden van den krijgsraad, zijn eer lijke mannen die volgens hun geweten hebben geoordeeld. Hun vonnissen begroette hij met eerbieden indien er een minderheid is die zich heeft laten misleiden, dan is liet onze taak, daarmede besloot de minister om hen in to lichten. Hierop ging do Kamer het amnestie-voorstel behandelen. Wat zeggen nu de Dreyfus-bladen wel? Zij meonen dat Cavaignac bewezen heeft hoe op recht zijn geloof aan Dreyfus' schuld is. Maai bij heeft niet geantwoord op de beschuldiging dat Dreyfus schuldig of onschuldig in ieder geval veroordeeld is op geheime stukken, dus onwettig. Intusschen heeft het agentschap Havas een nota aan de bladen gezonden zeggende dat, als gevolg van Cavaignac's verklaring, den gouver neur van Parijs is bevolen Esterliazy voor een raad van onderzoek te doen terechtstaan. Men beweert bovendien dat de minister van justitie, na het votum der Kamer, geen gevolg zal geven aan het verzoek van mevrouw Dreyfus. Eén schip was er van admiraal Cervera's eskader nog in de baai van Santiago achter gebleven maar ook dit, de R e i n a Mer cedes, het laatste schip van Cervera's eskader, is Maandagnacht, bij een poging om de haven van Santiago te verlaten, door de Amerikanen vernield. Het wrak ligt aan het strand, ter hoogte van Merros. Een Spaansche 6 cM. granaat viel op het toekomst zoo hij haar niet prijs gaf, hem een on- dragelijken last op de schouders zou leggen. Terwijl zij in zulk een innerlijken gemoedstoestand verkeerden, moesten beider gelaat en woorden wel eenigermate gedwongen zijn. Prestö begon met in aansluiting aan den brief van graaf Knut te vertellen, wat Imgjor reeds van Lucile had gehoord, en toonde zich zeer bedrukt. sWat kan geld en goed ons scheien, wanneer onze halten een zijn, Erik", zei Imgjor. uZeker wel; do grootsche doelen die wij najagen, is een struikelblok in den weg gelegd. Wel hebben wij nog het levende woord voor onze zaak, daardoor kunnen wij aan het groote werk arbeiden en er voor strijden. Maar zal je ook tegen den wil van ja familie den strijd kunnen aanbinden, Imgjor? Zal je geen berouw krijgen? Alle bruggen breek je achter je af. Hier te Kneedeholm bunnen wij niet blijven. Ik moet eerst een nieuwen werkkring zoeken, weer oen bestaan vinden. Dan eerst kunnen wij er aan denken te trouwen. Wat wil je in dien tusschentijd beginnen Wij moeten beiden leven en ik ben zonder middelen Daarom wees ik op de noodzakelijkheid, je pleegvader te bewegen althans een deel van zijn vermogen af te staan. Volgens de roededeeiingen van graaf Knut zal hij daar geen ooien naar hebben. Wat moet er dan evenwel geschieden Imgjor had met een strak gelaat naar Prestö geluisterd. Zoo koud, zoo nuchter, zoo vol bezwaren had hij gesproken zoo gevoelloos waren de woor den over zijn lippen gekomenWat hadden zijn woorden thans anders geklonken, nu zij een arm Wit.' UAtXVjyVJUgVPy AA dek van de Indiana en ontplofte in de slaapzaal der bemanning, zonder iemand te kwetsen. Het is onbekend of de granaat werd afgeschoten van de II e i n a Mercedes of van de strandbattcrijen. Om Santiago is de toestand nog hetzelfde. Uit berichten uit Havanna blijkt, dat de bis schop van Santiago aan maarschalk Blanco een brief schreef, om hem te bewegen, dat Santiago zich zal overgeven; de bisschop besehouwt het nutteloos zich nog langer te blijven verdedigen. Do eer van Spanje en van zijn troepen is gered. De maarschalk antwoordde den bisschop, dat het onmogelijk is voor Santiago zich over te geven. sWij moeten ons herinneren, dat wij de afstammelingen zijn van de verdedigers van Gerona en van Sarragossa", zegt Blanco. Het is zeker dat Oalixto Garcia generaal Shafter vergezelt bij de krijgsbewegingen. Berichten uit Santiago te Madrid ontvangen melden dat de Amerikaansche troepen liet lijk gevonden hebben van generaal Varavarev. De Amerikanen gaven aan de Spanjaarden de gewonden terug en sloegen onderhande lingen voor over het uitwisselen van krijgs gevangenen. Generaal Linares heeft deze aan genomen. Infusschen is reeds luitenant Hobs .n, die den kruiser Merrimac deed zinken, en die daarbij door de Spanjaarden gevangen genomen werd, gisteren uitgewisseld met zijn mede-ge vangenen tegen Spaansche krijgsgevangen. Maarschalk Blanco heeft een proclamatie uit gevaardigd van dezen inhoud nllet geluk is niet steeds den moedige gun stig. Het Spaansche eskader, strijdende tegen een overmacht, is roemrijk ondergegaan. Het zou den Spanjaarden onwaardig zijn, thans den moed te laten zakken. Ondanks de tegenslagen moeten wij blijven toonen dapper en volhardend te zijn. Wij zullen den strijd voortzetten on danks den tegenspoed en dien overwinnen. Onze macht is voldoende om onze zaak te verdedigen. Ook president Mc Kinley hepft zich lot de natie gericht met het verzoek God te danken voor het succes der Amerikaansche wapenen en in de godsdienstoefeningen te bidden voor het leger to land en ter zee. Generaal Miles is gisteravond naar Charles ton gegaan om zich daar naar Santiago in te schepen. De bedreiging met een bombardement van Spaansche havens schijnt werkelijk gemeend tc zijn. De minister van marine, Long, heeft aan admiraal Sampson telegraphisch bevel gegeven, onmiddellijk het eskader-Watson af te zenden; Watson ontving last zich dadelijk met zijn eskader naar Spanje te begeven. Van admiraal Dewey is te Washington een telegram van 4 dezer ontvangen, meldende dat de Amerikaansche troepen te Oavita geland zijn. Aguinaldo heeft zich tot president der Philip- pijnsche Republiek geproclameerd. De Spanjaarden hernamen Culoocan, doch later maakten de opstandelingen zicli opnieuw er van meester. Ook namen de opstandelingen stormenderhand Santa Cruz en drongen zij Fondo binnen, meisje was, armer dan eenig boerenmeisje te Knee deholm. In plaats van de onstuimige taal, het teedere smeeken, de bezweringen en beden otn hem te volgen, hem te gelooven en te vertrouwen, alles luchtig op te vatten, alleen hun toekomstig geluk en hun groote doe! voor oogen te houden, van vroeger, zat nu een laffe zwakkeling tegenover haar. O, nog vee! erger 1 En deze vreesehjke waarhoid deed haar 't bloed bruisend door de aderen stroomen. Uit ieder woord was zijn oogmerk gebleken om zich zoo spoedig mogelijk van haar te ontslaan, ongedaan te maken wat hij honderdmaal bezwo ren had. Toch besloot zij tot haar volkomen genezing den beker geheel te ledigen. Terwijl zij rich tot kalmte en tot vriendelijke zachtheid dwong, sprak zij ®Ik denk er anders over als jij, Erik. Liefde kent geen bergen en afgronden. Zij komt alles te boven. Ik zou alles geduldig op mij nemen, indien ik daardoor de zege wist te behalen. Maar je bent niet vrij, tenzij de inhoud van deze brieven" met deze woorden haalde zij de brieven van zijn verloofde uit den zak »de zaak tot klaarheid brengt." Na deze inleiding, waaraan zij een verklaring toevoegde, op welke wijze zij in het bezit der brieven was geraakt, verzocht zij hem ze te openen en haar den inhoud voor le lezen. Met oogen waaruit maar al te duidelijk zijn verwardheid sprak, keek Prestö op de beide brieven neer. Maar even spoedig speelde ook woer een minachtende trek om zijn lippen. «CTTOeawgBegwEaogTOawmsigicagBjiBigpwsiEaaMMMiiCT Er blijven geruchten loopen van stappen om den vrede te vei krijgen. Ondanks de tegenspraak van officieele zijde wordt in de Spaansche bladen verzekerd, (lat de regeering de heeren A'modovar en Gama'/o belastten met het onderzoek naar de mogelijk heid om directe vredesonderhandelingen aan te knoopen met de Vereenigdo Stalen. Men gelooft niet, dat de Paus zal lusschenbeide komen als bemiddelaar. Een telegram uit Rome aan de Mmpareial" meldt, dat do keizer van Oostenrijk verklaard heeft, met medewerking zijner bondgenooten, al het mogelijke te doen, om voor Spanje een eervollen vrede te bedingen. 0crueng«5e iflrdnlrcliitgcn. De Franscho oud-minister Buffet, sedert 1870 senator voor het leven, een virtionuir-clericaal van den ouden stempel, is op 70-jarigen leef tijd overleden. Te Buda-Pest is men een «am enz wering op het spoor gekomen die in December 1.1. be raamd was tegen het leven van Frans Jozef, maar die destijds mislukt is, doordat liet aan de uitvoerders beloofde gold niet hetaald was. Vorst Ferdinand van Bulgarije is met zijn vrouw te bezoek bij den Koning van Rumenië. Uit Kanton zijn te Hongkong berichten ont vangen omtrent ernstige onlusten in Kwang ling De rebellen, die overal zegepraalden, waren op weg naar Wu-Tcliou. De Engelsche autoritei ten aldaar hebben om kanonneerbooten geseind, die ook naar Kanton gezonden worden. Men is zeer ongerust over het feit dat de aanvoerder der beruchte Zwartvlaggen zich daar ter plaatse ophoudt. President Mc Kinley heeft de resolutie tot annexatie van Hawaii onderteekend. Atjch. Men bericht nog aan de „N, R. Ct.", dat de troep, die naar Lohong ging, te Kotha-Radja is teruggekeerd, zonder den vijand ontmoet te hebben. Dit bericht heeft betrekking op een vroeger medegedeelden tocht van overste Van der Dussen, die 1 Juli met een half bataljon naar Lohong ging, om de zich daar ophoudende volgelingen van Toekoe Oemar te verdrijven. Bakkerij-tentoonstelling'. In het hotel Witte Brug" te 's-Gravenhage werd Woensdag door den voorzitter der jury van de Bakkerijtenloonsto'.iing, mr. Stuart, een diner aangeboden aan de leden van hel uitvoe rend comité en van dejury der tentoonstelling. Een zeer hartelijke toon heerschic aan dit gast maal. De gastheer stelde den eersten toost in op Hare Majesteit de Koningin, »in wier ver schijning de gansche geschiedenis van het Neder- landsche volk onder zijn roemrijke stadhouders herleeft", en op de Koningin-Regentes, hare »Dat is Ingeborg's hand niot eens. Zekor heeft de een of andere schurk een schavuitenstreek uit gedacht, met het oogmeik je opinie omtrent mij op een dwaalspoor te voeren. En een lomp bedrog is het bovendien daar deze brieven van Kopenhagen zijn verzonden, terwijl ik je gezegd heb dat zij in 't geheel daar niet meer is, maar zich ergens in Frankrijk bevindt." Een oogenblik was Imgjor door zijn besliste uit eenzetting overbluft. Nog eens wilde in haar hart de hoop ontluikendo verpletterende indruk zijner koels woorden van zoooven week een zalige ver wachting maakte zich van haar meester. Maar toon zag zij hem weer in het gelaat, en wat zij daarin las, deed haar even spoedig alles geheol anders inzien. Daar zij opgestaan was en hij zich dientenge volge onbewaakt waande, opende hij raet dezelfde onrust die zij vroeger bij hem had opgemerkt, een der brieven, en zij zag de schrik op zijn gelaat reeds bij het lezen der eerste regels. Toen vatte zij een besluit. Met groote kalmte dwong zij hem het verlof af om den anderen brief te openen. Zij maakte het couvert open, nam den brief die verscheidene blad zijden bestoeg er uit en vloog den inhoud door. En toen zij den brief gelezen had en Prestö op hetzelfde oogenblik zijn komediespel voortzettend, verontwaardigd afgaf op graaf Dehn, sprong Imgjor, haar drift niet meer meester, op en richtte een blik voi toorn en verachting op Prestö. Wordt vervolgd,)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1