52",e jaargang. Vrijdag 29 Juli 1898. N9689. Eersie Blad. VROUWE N STRUD Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, Tentoonstelling van Vrouwenarbeid. FEUILLETON". UITGEVERTIL J. C."ËÖELANTS. in BUITENLAND, Wordt vervolgd.) wwiirii i'-i-t.ui Abohubmbhtbpbws voer Schiedam, per kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nomaers- 0.02 Bl'HEAllBOTERSTUAAT ÏO, Icleplioon So. 123. Advertentieprijsvan 1—B gewone regels mot inbe grip van eene Courantf 0.52 Iedere gewon8 regel meero.lO Bij abonnement wordt kortiDg verleend. „Er is eigenlijk minder te schrijven over dan wel naar aanleiding van het tentoongestelde" drukte deze week een tijdschrift het uit. Volko men juist. Het is waar„ze is gemaakt om ge volgtrekkingen te doen maken, en dat doel is ruimschoots bereikt." Toch wil de lezer van een dagblad-artikel, hetwelk niet met liet kennelijk doel is opgezet om iets te betoogen, van. het tentoongestelde zelf, van „das Ding an sich," wel een en ander weten, waarom wij, gelijk wij reeds deden, nu en dan zullen blijven wijzen op wat wij merk waardig achten, aldus als een goed gids den lezer trachtend te leiden. Heeds vonden wij gelegenheid om op te mer ken, dat vooral in de rubriekzaaltjes de kracht dezer expositie schuilt; daar vindt incn de stof telkens gesystematiseerd, daar is een overzicht gemakkelijk, daar ook laat zich een oordeel ge willig vormen. Van die zaaltjes zijn er talrijkeniet het minst belangrijk zijn, die ons aan Oost- en West- Indië herinneren; elk harer, aan een specialen tak van vrouwenarbeid gewijd, heeft echter haar eigenaardig gewicht, geen is er, waar geen lee ling in schuilt. En vraagt men nu weerwar is dan wel hot belangwekkende bier en ginds, dan is weer ons antwoord, waarmede wij aanvingen er is minder over dan wel naar aanleiding van het tentoongestelde te schrijven; niet in de be- teekenis zelve der ingezonden nummers, maar in haar latente kracht, om het aldus eens te be titelen, ligt het hooge soortelijke gewicht. Wij zullen gelegenheid hebben hierop terug te komen, maar nemen nu eerst eens even een kijkje bij wat niet onze ingespannen aandacht vraagt; en dan sluit zich aan het oude begrip van „uitspanning" wel het nauwst aan het te genwoordige van restauratie. Zoo ziet men te vens hoe de wereld vooruitschrijdt; waar men vroeger het eerst aan de beesten daclit, die men uitspande, thans is het de mensek, waarop de aandacht in de eerste plaats valt; „hij kwikt zich wat op" en gerestaureerd gaat hij weer ver der. De heer Meijer uit Schiedam zwaait den scepter op het tentoonstellingsterrein over zijn niet talrijke onderdanen Dit niet talrijke wij bedoelen natuurlijk niet ontoereikende is iets wat op deze tentoonstelling opvalt. De gelegen heden om zich te amusceren, gelijk men dat pleegt te noemen, zoo ruim vertegenwoordigd op de expositie van 1895 te Amsterdam, zijn hier scliaarsch, maar daarvoor is deze ook eene tentoonstelling van Vrouwenarbeid en noemde men gene er een van Reiswezen, Dat een Schiedammer een niet onbelangrijke functie als hoofd van het restauratiewezen hier vervult, verheugt ons, maar wij knoopen daar- DOOR HERMAAN HEIBERG. 54) Zij onderdrukte met geweld alles in haar, wat haar kon doen wankelen in haar voornemens. En bij al die beelden en gedachten voegde zich heden ook weer de herinnering aan Preslö. Nog eens had Inogjor hem ontmoet, toen zij destijds bezig was blijvend te Kopenhagen haar tenten op te slaan. Zij had ham met een jong meisje, stellig zijn bruid, op de veerboot gezien, die de beide Deensche eilanden verbindt, en daar hij niet eens gegroet had, was de oude vlammende haat en de gedachte, dezen gevaarlijken man ter verantwoording te roepen, weer in haar opgestegen. Maar juist het meisje aan zijn arm was als een engel tusschen hem en haar getredenhaar ge stalte had alle wraakplannen bij Imgjor tot zwijgen gebracht. Ingeborg Jensen had haar geschreven, had haar bezworen haai verloofde te vergeven, en voor haar smeekwoorden was Imgjor bezweken. Bijna een uur leeds zat Imgjor zoo in gedachten verzonken. Haar sieraden had zij afgelegd haar robe had zij uitgedaan. Toen haar blik toevallig in den spiegel viel, geleek zij een geestesafwezige, een kranke. Voor zij haar legerstede opzocht, greep zij een Deensch boek dat op haar tafel lag. arm de opmerking vast, dat Schiedam hier ove rigens wel wat heel weinig van zich liet liooren slechts enkele malen nog, door cenige nummer-, van „Ome Kling" in do afdeeling „Maatschap pelijke Arbeiden door een relainckaart dei- kaarsenfabriek „Apolio" in de afdeeling „Indus triescholen'*, worden wij aan Schiedam herin nerd blijkens den catalogus bestond hier echter geeu damescomité van samenwerking. Maar weer dwaalden wij af. NVij hadden het over de restauraties (één op het eigenlijke ter rein cn één in Insulinde) van den heer Meijer welnu deze vallen blijkbaar wel in den smaak; op het koffieuur vooral is het er gced bezet, zoo zelfs dat de vrouwelijke eu mannelijke bedienden het drukke werk slechts met moeite af kunnen. Een voornaam ding, welgezien, is dat de prijzen hier niet hoogcr zijn dan in elke andere restau ratie te 's-Hage; gewoonlijk lubben tentoonstel lingsrestaurateurs er anders een handje van om hun publiek weinig voor veel geld te bieden. Behalve deze gewone restauratie-inrichting vindt men een vegetariërscafé, waar slechts spij zen en dranken te verkrijgen zijn voor vegeta riërs toegestaan. Hoeveel sympathie echter deze inrichting ook voor veleu moge hebben, wij zijn er slechts even „pour acquit do conscience" ge weest, niet bekeerd geworden door de warme woorden, de vorige week in do congreszaal m deze materie gehoord. Wij gevoelen weinig voor deze richting, die goeddeels aan eene ziekelijke overgevoeligheid haar ontstaan heeft te danken. En thans nemen wij even een kijkje op de af deeling Insulinde, welke niet rechtstreeks in ver band staat met de overige tentoonstelling en als eene afzonderlijke finantieele onderneming „extra muros", die evenzeer aan de Bakkerij- of welke andere tentoonstelling ook te knoopen ware geweest, gelijk men reeds heeft opgemerkt. Toch is Insulinde niet zonder groot belang als trekkend voorbeeld van den band, die ons aan onzo voornaamste koloniën bindt. Een aantal Ja vanen, die reeds eenigen tijd in Europa, vertoef den, zijn hier onder dak gebracht als hoofdbewo ners, terwijl in enkele inlandsche type-buisjes door anderen nationale bedrijven worden uitge oefend. Uit de rubriekzaal „Oost-Indië" bereikt men het ietwat achteraf liggende terrein van Insu linde. De aanleg is zoo natuurgetrouw mogelijk, ten minste zoover men met bescheiden middelen kan komen. Er is een kali, er zijn palmboonien, en er is een hangende brug van bamboe, er is een graftombe met aschhuisje en relieken (die in dit speciale geval in illuminatie-vetpotjes bestaan, welke liier een veilige en niet voorziene berg plaats vonden) er zijn en tweetal Bomeo-wotün- gen, een Sumatra-woning, een rijstschuur enz. enz., ja zelfs tot een van Houtcns-cacao-lmisje toe, in Indisclien stijl. Maar liet weerstandsstuk vormt hier wel de gamelan, gelijk de Javaansclie comedie, die on der begeleiding van gamelan-muziek gegeven wordt, betiteld is. Meestal is er van de eigen lijke vertooning voor den Nederlandschen »Wat is geluk?" luidde de titel. Wat is geluk Ja, wat was geluk In plichts vervulling was het geworteld. Maar plichtsvervulling was ook een rekbaar begrip. Met plichtsvervulling ging een hooge mate van zelfverloochening sa men en zij bracht strijd die maakte toch niet gelukkig? Was zij eigenlijk wel gelukkig? Zij schudde weemoedig het hoofd. Neen 1 Zij, wier wijsheid zij bespot had, hadden gelijk gekregen. Waar bestond de grootste wijsheid Haar erva ring had daarop het antwoord gegeven bi; hen die de dingen dezer wereld niet ontstuimig, maar met bezonnenheid en overleg ter hand nemen die zonder dat zij zwijgend of hardop er over philosofeeren, weten en daaraan vasthouden, dat tijd en voor zienigheid medewerken aan de ordening der dingen die den goeden middelweg inslaan, daarover blijven voortgaan, ook al lokken op zijpaden nog zoovele harpen met zoet-künkende tonen die eindelijk van den dag en da uren niet meer begeeren, dan zij naar omstandigheden vermogen te geven en zij, die vooruit willen, in zich vermogen op te nemen. Zij daarentegen, Imgjor, joeg onrustig een door allo versiandigen als een hersenschim gekenschetst doe! na, en oogstte geen dank, maar we! meestal het tegendeel. De door haar beweldadigden hadden reeds dikwijls verklaard dat men haar immers niet geroepen dat zij zich opgedrongen, bad, dat men zonder haar er ook we! en beter gekomen zou zijn Dan was zij gaan zitten en had zij als een kind en dat was zij zeker nog aan ervaring bittere tranen geweend. Ja, hoe geheel anders was de wereld der ver beelding en die der werkelijkheidOurbière had haar gezegd en in ieder woord had zij Axel Dehn meanon te hooren spreken toeschouwer weinig te genieten; liet „stuk" kan men. is men de taal eu de eigenaardigheden der Indische tooneel- en danskunst niet machtig, moeilijk volgen, zoodat men zich moet tevreden stellen met opmerkzaam aan de melodieuze be wegingen van het soepele lichaam cn de zoete melancholie der gamelan de aandacht te scheu ken. Dit reeds loont de moeite zeer stellig en voor een zich indenken in Oostersche toestanden heeft reeds het wei-begrijpen dezer sobere en uiteimate wemig-expressieve vertooning belang; men krijgt in het Indische volkskarakter even een kijkje, waarvan het nut naderhand nog door werken kan. Welk hemelsbreed onderscheid deze •Javaansclie vrouwen zacht-selmifelend, slechts met eenige gewrichtemimiek te zien voortsluipen met afgemeten voetbeweging en de Fraiische coquette, die in oog- en gelaatsuitdrukking, in even aangeduide beweging van het gracievolle lijf hare triompheu vindt. Een enkele maal heeft men hier in de „kam pong" des avonds een Javaansclie bruiloft ge vierd dan kan men bij liet. wceke eu weemoedi ge slaan op de gamelan, bij het zwoele van den zomeravond, zooals wij dien dit jaar nog slechts een enkelen maal kenden, bij de licht-optochten der feestgenooten, bij liet ruischen der slendang en bij liet kauwen van dc sirili-pruimen zich een oogeublik denken in hun zonnig Oosterland te zijn. Wie Insulinde op deze tentoonstelling bezoekt verzuime niet de verschillende hujsjos, voor zoo verre die toegankelijk zijn, eens even binnen te stappentelkens vindt men iets interessants, en al doet men ook niet anders dan de naieve kunst dezer Oosterlingen bewonderen, men is reeds tevreden- In do „Sumatra-woning" is eene vrouw bezig te battikken, en is eene andere aan het eenvoudig weeftoestel, eene oude wouw, die al menig der dubbel tellende Indische jaren over haar hoofd heen zag gaan. Hoe primitief gaat het batikken en toch hoe heerlijk cloeu deze tekeningen aan door haar kinderlijken eenvoud. Algemeen overzicht. Schiedam, 28 Juli '98. De door den Franschen gezant te Washing ton, den heer Jules Camhon, aan dc Amerikaan- sclie regoering overhandigde nota luidt in haar geheel als volgt: „De regeering der Yereenigde Staten en die van Spanje zijn ongelukkigerwijze in een oorlog gewikkeld, ontstaan ten gevolge van den door Amerika aan Spanje gcstelden eiscli om zich van Cuba terug te trekken, aan welken eiseh Spanje geweigerd heeft toe te geven. „In den gewapenden strijd die daaruit is voort gevloeid, bekent Spanje het onderspit te hebben gedolven- De smart die deze oorlog hei heeft berokkend, is groot, cn het gelooft dat het oogen- blik is gekomen waarop het met fatsoen de mede werking der Vereenigde Staten kan vragen met »Wij lijden aan drie ziekten de eerst aan de vrouwen te laste gelegde, maar nu den mannen aanklevende ijdelheid, de zucht tot verbetering en lot voogdij. nDe ergste bedervers van onze toestanden zijn degenen die zich opwerpen tot wereldverbeteraars, die, steeds den spiegel der ijdelheid ter raadpleging in de zak dragend en bijna zonder uitzondering om die reden ook handelend, ook met zelfbewust opgeheven hoofde spreken, spreken en weer spreken, motiveeren en besluiten nemen. nWij bezitten de middelen ter verbetering van omen toestand in de onmid iellijke nabijheid. Maar wij versmoren te zeer in den poel onzer zwak heden, gepaard aan verwijfdheid en genotzucht, dan dat wij door kunstmatige middelen opnieuw even wicht kunnen verkrijgen. »Tot een gezonder toestand kunnen wij alleen geraken, wanneer wij allen terugkeeren tot een voudige, natuurlijke omstandigheden, wanneer ieder strikt in zijn werkkring zijn plicht vervult, eerst met zorg zijn eigen huis bostelt en dan ook zijn buurman hulpvaardig de hand reikt, en de laatste weder zijn buurman, zóó dat ieder geduldig, waak zaam en trouw zich buigt onder den iast die zwaar of minder zwaar op zijn schouders rustwanneer eindelijk de bedreigden van de tegenstanders eener rustige ontwikkeling der dingen de kunst van een heid en offervaardigheid ieeren, vast en onwrikbaar schouder aan schouder te staan en te handelen, zoodra revolutionnairen de bestaande orde willen ondermijnen. nAan ieder mensch heeft de natuur, evenals aan het dier, de werktuigen medegegeven voor den strijd om het bestaan. iDie moet hij eerst gebruiken en niet omzien naar vreemde hulp. het doel deti oorlog te beëindigen. Daarom ver zoekt het dat men het door bemiddeling van liet gezantschap van Frankrijk de voorwaarden doe kennen, die de Vereenigde Staten zullen stellen om den vrede te sluiten." De vraag is nu maar of men het eens kan wor den over die eischeu, en dienaangaande is men ill de Vereenigde Staten geenszins gerust. Van daar dat men, zoolang er nog geen wapenstil stand i;, gesloten, de operatien voortzet. President Mc Kniley wil wel een wapenstil stand sluiten, en in heb antwoord dat hij heden den Franschen gezant zal geven op het voorstel van Spanje, zal de President dit ook te kennen geven; maar de Vereenigde Staten willen alleen een wapenstilstand toestaan, wanneer die verge zeld gaat van de meest stellige belofte dat dio door een vredesverdrag zal gevolgd worden, dat binnen zekere lijnen begrensd is. Er zullen dus zekere algetneene voorwaarden gesteld worden, en naar hieromtrent verluidt, zijn dc twee voorwaarden waaraan de regeering to Washington beslist vasthoudtdo onafhan kelijkheid van Cuba en cle afstand van Porto- Rieo, beide vrij van schuld. Daarentegen zou geen schadevergoeding wor den verlangd, tenzij Spanje door langer tegen stand te bieden, de Vereenigde Staten zou dwin gen tot de rustige uitgaven, vereischt voor een een expeditie naar Spanje en do voortzetting van den krijg in de Antillen. Antillen. Volgens andere berichten zou Cuba daaren boven onder Anierikaansch protectoraat en zou den de Maria nne-eilanden aan Amerika dienen te komen, terwijl over de Pliilippijnen nader zou geconfereerd worden. Waarschijnlijk zouden do Vereenigde Staten daar een kolenstation eisclien. 't Spreekt wel van zelf dat dit alles slechts ver moedens zijn. In een telegram uit Washington aan de New-Yorksche „Evening Post" wordt evenwel een stelliger toon aangeslagen. Het meldt dat de staatssecretaris van buitenlandsche zaken Day en de onder-staatssecretaris Moore de hoofdvoorwaarden voor den vrede die aan het ministerie zullen worden voorgelegd, hebben op gesteld die voorwaarden worden natuurlijk ge heim gehouden. Verzekerd kan evenwel worden, gaat het telegram voort, dat die voorwaarden zijn lo. beëindiging van Spanje's souvereinileit op Cuba en wel zóó, dat aan het volk van Cuba, onder bescherming van de Vereenigde Staten, vergund wordt een vaste regecring te vormen 2o. volkomen en onvoorwaardelijke afstand van Porto-Rico aan de Vereenigde Staten; 3o. rege ling der Pbilippijnsche quaestie door een confe rentie of eeti commissie. De Vereenigde Staten zullen voorts de meest mogelijke liandelsbevoor- rechting eischen. De quaestie der Marianne- en der Carolinen-eilanden en van andere veroverin gen zullen geen hinderpaal zijn voor het tot stand komen van den vrede. Een lid van het ministerie eindelijk, dio bij de Woensdagavond op het Witte Huis gevoerde beraadslagingen een groote rol lieeft gespeeld uOp den bijstand van zeeschepen rekenen, terwijl men in bootjes op een meer vaart, is de daad van onverstandigen en dwazen." Wat was het dan toch, vroeg Imgjor zich af, dat steeds weer in haar ziel trilde en evenwel leeringen en ervaringen op zijde schoof? Zij vond daarop geen antwoord en verzonk in dof gemijmer. Toen Imgjor den volgenden dag laat opstond en na afdoening eeniger huiselijke plichten naar haar schrijftafel ging, om daaruit geld te nemen, bevond zij tot haar ontsteltenis dat zij bestolen was. Verscheiden honderden kronen ontbraken, die zij ter zijde had gelegd om een zwaar beproefden huisvader, die een betrekking had bij den douane dienst, te ondersteunen. Da diefstal moest gedurende haar afwezigheid den vorigen avond gepleegd zijn, en daar alleen haar dienstmeisje haar kamers kon betreden, moest zij de dievegge zijn. Dit maakte Imgjor opnieuw buitengewoon opge wonden, vooral omdat zij dit meisje en haar ouders vele woldaden had bewezen, omdat zij hier dank baarheid of ten minste trouw had verwacht. Maar zij vond ook in haar brievenbus, die zij volgens gewoonte na afloop van haar ontbijt opende, een brief welks inhoud haar gemoed in hevige beroering bracht, die haar bewees dat nijd en wraakzucht niet rustten, dat een geheele klasse van kwaadwilligen er op uit waren haar door systematische krenkingen en beleedigingen te won den en haar daardoor uit Kopenhagen te verdrijven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1