52"° jaargang. Zondag 7 en Maandag 8 Augustus 1898. N°. 9697. Tweede Blad, HET TOUWTJE Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. Aan onze Abonn&s! Tentoonstelling van Vrouwenarbeid. FEUILLETON. BINNENLAND. GOURA ijojnreitEHTrspxm vosi Schiedam, per kwartaal f 0.90 ji omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco pei post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke Bommeng.02 BUREAU? BOTERSTKAAT ffO, Telephoon KTo. 123. ABVKRTumEPRijBvan 16 gewone regels met inbe grip Tan ecne Courant9.53 Iedere gewone regel meoro pg Bij abonnement wordt korting verleend. In de lithographische ateliers der firma VAS DIAS te A m s te r d a m is eene CHBOMO-LATJÏOGKAFIE van Hare Majesteit Koningin Wilheimina vervaardigd, waarin de aanvallige figuur van Hare Majesteit in gala-gewaad en staande in eece rijk gestof feerde omgeving wordt voorgesteld. De firma mocht zich met de onderscheiding vereerd zien, dat eene hiervan aan H. M. de Koningin-Regentes aangeboden proefdruk, door Hare Majesteit welwillend werd aangenomen en met belangstelling ontvangen. Dit in veertien kleuren op zwaar plaatpapier gedrukt Chromo-beeld, vervat in sierlijk passe partout, groot 48 x 64 centim., is niet in den handel verkrijgbaar, doch wordt uitsluitend aan de abonné's van ons blad aangeboden tegen den neer geringen prijs van 7S> Cent in passé-partout, In deze courant is een bon gedrukt, die recht geeft het portret tegen betaling van 75 Cent op ons bureau te ontvangen. Zonder Bon wordt geen portret afgegeven. De portretten zijn in enkele magazijnen bier ter stede te bezichtigen, en ook geheel geën- cradeerd verkrijgbaar in noten- en eikenbouten ljjsten met glas, met zwaar vergulde kroon of kroonfronton, voor ƒ2.50 en f3.inclusief portret. Nog enkele grepen doen. wij ten slotte, er geen aanspraak op makend, dat wij geheel vol ledig zijn geweest. Wat is trouwens de waarde eener photografische beschrijving? Zij is met even geringe moeite samen te stellen als hare waarde voor den lezer klein is. Eene opsomming staat achter bij eene beschouwing; van deze laatste niet af te zien heeft vooral bij eene ten toonstelling als deze gewicht. Zij is, wij hebben het opgemerkt en door niemand is het ontkend, tendentieus. Dat is haar kracht in ons oog, »n anderer hare zwakte. Naar GUY DE MAUPASSANT. Langs alle wegen in de buurt van. Goderville togen de boeren met hun vrouwen naar het stadjewant het was marktdag. De mannen lie pen met langzamen tred, het bovenlijf voorover gebogen bij iedere beweging van hun lange kromme beenen, misvormd d.oor het zware werk, door het drukken op de ploeg dat tegelijkertijd den linkerschouder hooger maakt en het lichaam krom, door het korenmaaien, waarbij de knieën wijd van elkaar worden gehouden om steviger .te staan, door al het moeilijke en zware van Hen veldarbeid. Hun blauwe kielen, gesteven, glimmend alsof ze vernist waren, aan den hals en de mouwen versierd met een wit striksel, wijd uitstaand rond; hun knokige lenden leken wel opgeblazen ballons, waar een hoofd, twee armen en twee beenen uitstaken. Sommigen trokken aan een touw een koe of een kalf voort. Eu hun vrouwen, achter het dier aanloopende, porden het voort met een tak waar de bladeren nog aan zaten, om hem wat harder te doen loopen. Zij droegen groote manden aan den arm waaruit bij den een kip penkoppen, bij de andere eendenkoppen staken. En zij liepen met kleiner, vlugger passen dan him mannen, stijf en recht, met een kleinen omslagdoek op de boi-st vastgespeld, een witten doek om heb hoofd en daar bovenop een hoed. Wat verder kwam een boerenkar voorbij, hor tend en stootend voortgetrokken door een hit, zoodat twee mannen, die naast elkaar op de bok zaten, geweldig door elkaar geschud wer den, evenals een vrouw die binnen in het voer tuig zat en zicli stevig vasthield om de erge schokken af te wenden. Op de markt van. Goderville was het een drukte, een. gewoel van menschen en beesten Tendentieus is vooral de afdeeling „Maat schappelijk Wöl-k". En toch zijn de dames, die hier aan het hoofd staan niet strijdend in do voorste rijen der beweging der vrouwenevoiutie, uitgezonderd misschien freule Comclie Huy- geus. Veel is liier wat slechts is materiaal. Ontel bare regiementen en verslagen van vcreunigin- |en, in wier besturen va ouwen zitting hebben of die ton nutte der vrouw werken. Die schrif turen geven slechts ,.acte de presence"; zij zeg gen niets; niemand kijkt ze in. Daarnaast weer enkele dingen, die tot den beschouwer spreken. Hier vindt men oen ontwerp-affiche van deu Bond ter bestrijding van den Vogélmoord. Of deze dames geen gebraden patrijsjes of kippen- ragout believen 1 Neen liustorde Bond beoogt tegen te gaan de ziimelooze en wreede mode om hoeden enz. met vogellijkjes en veeren van hier voor (waar-voor?) gedoode vogels te versieren, en in 't algemeen om de vogels te beschermen. Drieduizend leden zijn er, die ieder twee kwar tjes betalen, samen ƒ1500; wij vernamen, nog niet, wat met dit geld gedaan wordt. Ververga- derd Er is in dezen Bond eene overdrijving, die ons de sympathie, welke wij voor het stre ven der leden kunnen koesteren, zou doen ver liezen. Meer trekt ons aan de expositie der Weezen-Commissie der Gereformeerde Kerken te Amsterdam; daar ziet men hoe de weezen door genoemde commissie worden opgevoed vol gens het paviljoenstelsel, de eerste toepassing van dien aard in ons land. Op het Congres, de vorige week ter tentoonstelling over weczenver- pleging gehouden, waarvan in de „Schiedam- sche Courant" een verslag opgenomen is, werd aan dit stelsel alle hulde gebracht, dio het ver diende. Niet het kazemesysteem, met groote slaapzalen, met eindeloozo tafels bij het mid dagmaal, met uniformeering in kleeding der verpleegden bovenalDat de Gereformeerde Kerken te Amsterdam van dit systeem zijn te ruggekomen is een verblijdend en belangrijk verschijnsel, dat vertrouwen zal wekken, omdat het van die zijde kwam, bij velen, die, kwam het van elders, allicht wat angstvalliger zouden zijn. In het zelfde zaaltje vindt men eenige gege vens, verzameld door de rubriekconimissie van „Maatschappelijk Werk". Daar zijn een paar merkwaardige dingen waarop de bezoeker de aandaciit dient te vestigen. Typisch zijn een paar schilden, genaamd liet eerste „Arbeidsma teriaal dor volleerde jonge dame" on het andere „Dringende behoefte aan meer werkkrachten". Het eerste is een ernstige hekeling van de te genwoordige jonge-dames-tijdverdrijvmg niet door elkaar. De horens der stieren, de hooge hoeden der rijke boeren en de kappen der boe rinnen staken boven alles uit. Eu de schelle, krijschtnde, schreeuwende stemmen veroorzaak ten een aanhoudend, woest getier, waar nu en dan een forscli gelach uit de sterke borst van een vroolijken boer boven uit klonk of het door dringend geloei van een koe, die vastgebonden was aan den muur van een huis- Alles rook naar den stal, naar melk en mest, naar hooi en zweet, die scherpe, onaangename menschen- en beestenlucht, die allen buitenmen- schen eigen is. Boer Hauchecome, van Breaut, was juist Goderville binnengekomen en liep naar de markt, toen hij een eindje touw op den grond zag liggen. Boer Hauchecome, als rechtgeaard zuinig Normandiër, vond dat alles wat gebruikt kon worden, de moeite van liet oprapen wel waard is, en liij bukte zich met moeite, want hij was stijf van de rheuniatiek. Hij raapte het dunne stukje touw op, en be gon het zorgvuldig op te rollen, toen hij zag dat baas Malandair, de zadelmaker, op den drempel van zijn winkel naar hem stond te kij ken- Zij hadden indertijd eens oneenigheid ge had over een halster en waren nog steeds vijan den, want beiden waren haatdragend van aard. Boer Hauchecome schaamde zich eigenlijk dat zijn vijand gezien had hoe hij in den modder naar een stukje touw zocht. Hij stopte zijn vondst eerst mei onder zijn' kiel, toen in den zak van zijn broek; toen deed hij of hij nog iets zocht op den grond wat hij maar niet vin den kon, en liep einde1 ijls naar de markt, het hoofd voorover, en krom van de pijn. Hij verdween dadelijk tusschen de schreeu wende menigte, in 't oneindige aan 't loven en bieden. De boeren betastten de koeien, gingen heein, kwamen weer 'terug, weifelend, aldoor bang om beetgenomen te worden, durfden geen besluit nemen, keken tersluiks den verkooper aan, aldoor hun best doende om de hst van den man en de gebreken van het beest te ont dekken. name in do hoogere Tandenop liet schildje vindt men allerlei miniatuurgoedmenu's, waaiers, poudre dc riz doosjes portretten van officieren en andere in ionge muisjesoogen be koorlijke individuen, handwerkjes, tenuisr.iket- ten, kortom al die kleinigheden, die een jonge- meisjeslcveu interessant maken. liet is eene vermakelijke parodie- Ernstiger stemt een reeks van pakjes brieven wij hopen niet door een onbescheidene ingezonden op advertenties ingekomen betreffende aanvragen om huishoud sters, gezelschapsjuffrouwen en op advertenties „ernstig gemeend". Vooral het laatste pakje stemt zeer mismoedig. Het is ongelooflijk hoe veel vrouwen, stellig uit wanhoop, schreven op advertenties, van mannen, die z g„ om welke reden dan ook, met dames weinig in aanraking komen, zoodat zij niet in slaat zijn een huwe lijk to sluiten. Ook hier echter is, liet blijkt, meer aanbod dan vraag. Een „arbeidersbudget*' vindt hier eveneens een plaatsje. Het bestaat uit een karton, waarop is voorgocijferd hoe een arbeidersgezin, bestaande uit man, vrouw en drie kinderen, waar 's weeks 8 gulden binnen komt, rondspringt. Slechts het onmisbare, wij spreken nog niet van het allernoodzakelijkste, kan voor die f 8 gekocht wordenen overdre ven zijn de verschillende posten volstrekt niet; wij stelden op eigen hand liier ter stede een onderzoek in, waarbij ons bleek, dat, zij ook al een enkele post als huishuur voor een Scliic- damsch wekelijkseh inkomen van acht gulden wat hoog geraamd (f 1.75) or tal van andere posten to laag zijn, zoodat ook onze berekening op 8 henevens eenige centen uitkwam. En dan is er nog niets voor klecren, voor meerdere uit gaven bij ziekte, voor kleine weeldeiutgaven, ook niet één halve cent. Toch moet ook in onze berekening nog iets onjuist zijn, aangezien een groot, misschien het grootste deel der arbei dersgezinnen over niet meer dan f 8 's weeks, steeds door, beschikken kan. Wij gaan verder en komen tot de „Sociale Misstanden", op een tafel den bezoeker voor gelegd. Door deze expositie, niet omdat wat er is, geexposeerd werd, is verontwaardiging ge wekt. Niet ten. onrechtede loonen aan vrou wen uitgekeerd voor de vervaardiging der ten toongestelde artikelen, meest lingerie, zijn in derdaad zeer gering. Doch wie moet het mis hagen over zoo karige bezoldiging treffen, de gebruikster of den leverancier, die den sweater in dienst heeft? Den laatste deert het niet, de eerste zal zich er feitelijk bitter weinig om be kommeren, omdat zij niet doordringt, in liet verband tusschen het hier te kijk gestelde en wat zij zelf behoeft. Er klinkt in deze zaal on- De vrouwen hadden hun groote manden voor zich op den grond gezet en er de tóppen uitge haald, die daar neergegooid lagen met vastge bonden pooten, verschrikte oogen en scharla- kenroode kammen. Zij luisterden naar wat ei- geboden werd, lieten zich niet afdingen, met een onverschillig, onbewegelijk gezicht, of wel plotseling besluitende om het bod maar aan te nemen, riepen zij den klant die langzaam weg liep toe Goed, baas Anthime. Ik geef het er voor. Langzamerhand werd de markt leeg en toen het half twaalf uur sloeg, gingen zij, die te ver van huis waren, naar de herbergen. Bij Jourdain was de groote zaa' vol gasten en de groote binnenplaats vol voertuigen van allerlei soort, sjeesen, tilbury's, char ii bancs, cabriolets, lcaixen, te veel om op te noemen, be slijkt en bemodderd, kapot en opgelapt, sommi ge met de hoornen als twee armen in de lucht gestoken, of met den neus op den grond en het achterste naar boven. Vlak bij de tafeltjes, waaraan de gasten ge zeten waren, was de reusachtige schoorsteen, waarin, een heldor vuur brandde, dab hen die dichtbij gezeten waren, de ruggen verwarmde. Drie braadspitten draaiden rond, waaraan lap pen, duiven en lamsbout gestoken waren, en een verkwikkelijke geur van gebraden vleesch en jus, neerdruppelend op 't bruin gebraden vel, steeg op uit den haard en deed de gasten watertanden. Al wat aristocratie was onder de hoeren at daar bij baas Jourdain, herbergier en paarden koopman, een slimmen klant die een aardig stuivertje verdiend had. De schotels gingen rond en werden geledigd evenals de kannen met gelen cider. Ieder ver telde van zijn zaken, wat hij gekocht en ver kocht had. Men informeerde naar den stand van het gewas. Het weer was goed voor het gras, maar te vochtig voor het koren. Op eens hoorde men een trommelslager op de plaats voor het huis. Iedereen vloog over eind op enkele onverschilligen na, en men liep oplioudelijk een „hoe is liet mogelijk", een „liet is schande", maar die exclamaties zijn ijtlel. Reeds in ons eerste artikel wezen wij hierop. Toch heeft de expositie dezer „Sociale Misstan den" haar nut, omdat zij althans even do aan dacht vestigt, op wat anders oubeacht blijft, lil deze afdeeling vindt men nog een paar xinislre curiosa een portret van een loopnieisje, dat tengevolge van uitputting door te zwaren arlieid I'll te weinig loon (vermoedelijk bedoeld te wei nig voed-el) tweemaal in bewustcloozen toe stand door de politie op straat is gevonden; een kiosk in verkleind model, zooals die te Am sterdam staan, en waar de bedienende vrouw van 's morgens 8 uur tot 's avonds 10 uur in het getouw is. met verbod gedurende dien tijd de kiosk een oogenblik te verlaten, en eindelijk de reproductie van eene keet op de Dreutselio heide op A Van de ware grootte. Dat is een lu guber verblijf, van plaggen opgetrokken een hei de, met Icemen vloer, met ellendige venster tjes, met één slaapstede. Gelukkig, ze worden meer en meer zeldzaam; voor menschen zijn ze onteerend. Eu thans eindigen wij onze wandeling over het Ilaugsche teiitoonsteliingsten-eiii. ook al is er menig belangrijk stuk ingezonden in nog on besproken rubrieken, waaraan wij gaarne een kort woord hadden gewijd. Een eerste belangrijke stap is deze tentoon stelling, wier invloed niet verloren zal gaan, maar ten goede zal komen aan velen, die in den strijd om het bestaan eenige steun zeer ten stade zal komen. Beter dan do congressen, op deze tentoonstelling gehouden, en waar, eiken middag schier, een massa stof wordt verwerkt, die niet tot haar recht komt, achten wij hut ge- exposeerde zelf. Daden hebben trouwens steeds meer dan woorden vermocht. Inbuldigingsfeeston. Niet jhr. Hiunalda van Eysinga uit Schie dam, gelijk wij gisteren meldden, maar diens broeder, jhr. C. Humalda van Eysinga, tenor zanger te Berlijn zal met de genoemden als so list optreden in de feestcantate op den gala-kunst avond aan H. M. van wege het feestcomité to 's-Gravenhago aangeboden. Do verwarring zal vermoedelijk onstaan zijn, orndat do heer C. Humalda van Eysinga gedurende de feesten te Schiedam zal vertoeven. Koninklijke Militaire Academie. Tengevolge van den uitslag van liet onlangs naar de deur en dc rmnen, met vollen mond en het servet in de hand. Wordt bekend gemaakt aan de inwoners van Goderville en in 't algemeen aan alle personen dio op do markt tegenwoordig zijn, dat verlo ren is, vanmorgen op den weg van Beuzeville tusschen negen en tien uur, een portefeuille van zwart leer, inhoudende vijf honderd francs- en eenige papieren. Men wordt verzocht die ter stond terug to bezorgen aan liet raadhuis, of bij baas Fortune Houlbrèquo van Manneville. De vinder krijgt twintig francs belooning. Toen ging de man weg. Men hoorde nog eens in de verte den doffen trommelslag en de ge dempte stem van den omroeper. Men begon over het gebeurde te praten en al de kansen op te sommen die boer Houlbrèque had om zijn portefeuille al of niet terug te vuiden. En de maaltijd werd voortgezet. Men was juist aan de koffie toen de briga dier van de veldwacht op den drempel ver scheen. Is haas Hauchecome van Breauté nog hier? Baas Hauchecome, die aan het andere eind der tafel zat, riep Present. De brigadier ging voort. Baas Hauchecome, wees zoo goed met mij meo te gaan naar liet raadhuis. Mijnheer de burgemeester moet je spreken, Verivonderd, een beetje ongerust, stond de boer op, dronk met één slok zijn glaasje leeg, en nog meer gebogen en pijnlijker dan 's mor gens, want na iederen maaltijd viel hot loopen hem bijzonder moeilijk, begaf hij zich op weg, terwijl hij mompelde: Ik kom al, ik kom al. Hij volgde den brigadier. De burgemeester wachtte hem, in zijn leun stoel gezeten. Het was de notaris van het stad je, een forscho, ernstige, gewichtige man die al tijd met plechtige zinnen sprak. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1