Uit de Staatscourant.
Kerk en School.
Gemengd Nieuws.
Koloniën.
ouderdom, waarom z'g heeft nagegaan of eene
regeling op den aangenomen grondslag enkel
van de verplichte verzekering tegen ou.ierdom,
met een daaraan te verbinden restitutiestelsel
raadzaam zoude kunnen worden geacht.
De commissie overwoog dan ook alleen of de in
voering van verplichte verzekering enkel tegen ouder
dom met bet volgende daaraan te verbinden rcstitu-
tiestelsel aanbeveling verdient
a. dat aan de vrouwelijke verzekerde de door haar
zelf gestorte premien zonder bijberekenüg van renten
•worden gerestitueerd, indien zij, in bet huwelijk
getreden, ophoudt verzekeringaplichtig te zijn
b. dat aan allo verzekerden worden gerestitueerd
de door hen zeiven gestorte premien zonder bijbe
rekening- van renten, indien zij, buiten de gevallen
bij eene wet betreffende de verzekering tegen onge
vallen voorzien, ongeschikt worden tot bet verrichten
van arbeid, mits die ongeschiktheid niet bet gevolg
zjj van hun eigen opzet;
c. dat aan de echtgenoote en de kinderen beneden
den leeftijd van 16 jaren van den mannelijken ver
zekerde bij diens overlijden in gevallen, niet voorzien
$ij eene wet betreffende de verzekering tegen onge
vallen, worden gerestitueerd de door hem zeiven
gestorte premiën, zonder bijberekening aan renten,
met dien verstande evenwel dat van de echtgenoote
nooit meer dan de helft en aan elk der kinderen
nooit meer dan Va van het totaal bedrag dier pre
miën wordt verstrekt.
d. dat aan de kinderen beneden den leeftijd van
16 jaren van de overleden, op het oogenblik van haar
overlijden niet meer gehuwde of ongehuwde vrouwe
lijke verzekerde op analoge wijze worden gerestitueerd
de door haar zelve gestorte premiën, zonder hijbe
rekening van renten.
De commissie besliste dat, bij ahlien een
restitutiestelsel wordt aangenomen, het aanbe
veling verdient de volle premien te restitueeren
in de gevallen bedoeld sub a en b integen-
stelling met het gedane voorstel, waarbij slechts
sprake was van restitutie der halve premiën.
Deze beslissing werd met eene niet onaanzien
lijke meerderheid genomen ten aanzien van het
geval sub a rnaar ten opzichte van de beslissing
van het geval sub b was de meerderheid ge
ringer.
De commissie heeft met eene niet aanzienlijke
meerderheid zich verklaard tegen hel aannemen
van een restitutiestelsel in eene iegeling van
de verplichte verzekering tegen ouderdom alleen.
Vervolgens heeft de commissie met eene met
onaanzienlijke meerderheid zich verklaard tegen
de invoering van de verplichte verzekei ing tegen
oudeidom alleen.
Na het nemen van deze beslissing heeft de
commissie met eene niet groote meerderheid
zich verklaard tegen het gelijktijdig invoeren
van de veiplichte veizekering tegen invaliditeit
en tegen ouderdom.
Desniettemin, heeft de commissie met eene
aanzienlijke meerderheid haar reeds vroeger uit
gesproken gevoelen gehandhaafd, dat in beginsel
de verplichte verzekering zoowel tegen invalidi
teit als tegen ouderdom raadzaam is.
Mr. J. A. Vaillant.
Omtrent mr. VaülaDt, die, zooals wij reeds
meldden, gisteren is overleden, meldt onze cor
respondent te Rotterdam ons nog
Een der waardigste en meest eminente leden
der rechterlijke macht, de heer Mr. J. A. Vail-
lant is gisteren te Dieren overleden.
Den 13 juli 1817 werd mr. Vaillant te Maas
sluis geboren, terwijl hij reeds op 28-jarigen
leeftijd tot kantonrechter te Schiedam werd be
noemd. In 1854 werd hij in een. plechtige zit
ting der arrond.-rechtbank te Rotterdam als
rechter geïnstalleerd.
Den 1 Januaii 1875 werd de overledene tot
president der arrond.-rechtbank te Rotterdam
benoemd, welke hooge betrekking de w-sirdigo
grijsaard tot in den loop van het jaar 1896 met
eer© vervuld heeft.
Den 28 Januari 1896 herdacht mr. Va.il.-)ut
zijn 50-jarige loopbaan bij de rechterlijke macht
in het arrondissement Rotterdam en w;rc! Z.
E- A. op dien heucheliiken dag bij Kon. besluit
benoemd tot commandeur in de orde van Oran-
je-Nassau.
Tot ridder in de orde van dei Nedei'.ind-
schen Leeuw was hij reeds jaren geleden door
Z. M. den Koning benoemd.
In 1896 nam mr. Vaillant wegens hoi gen
ouderdom en om gezondheidsredenen zijn ont
slag en ging korten rijd later naar Dieren om
een welverdiende rust te genieten.
Aan verschillende nuttige instellingen ver
leende de overledene zijn steun, zoo was hij
president van curatoren van het Erasmiaansc!i
gymnasium, en was hij tot het jaar 1892 dijk
graaf van het hoogheemraadschap van Sehu-
land.
Zijne nagedachtenis zal bij velen in hooge
eere worden gehouden, niet in het minst Luj
rechtbank, parket en balie te Rotterdam.
Notarieel Staatsexamen.
Geslaagd voor het eerste gedeelte J. H. A.
Alpherts, te Arnhem; J. H. A. P. Ebell, te
's-GravenhageC- D. van Vliet en C. Cipon, te
AmsterdamR. E. Vonk, te HaarlemC. M.
Ooster, te Hilversum; P. K. Sjollema, te Zalt-
bommel; A. J. J. van Liempt, te Waalwijk.
Tweede gedeelte J. B. A. Dericks, te 's-Bosch
J. Alberts, te Amsterdam.
Men schrijft ons uit Amsterdam van 19 Au
gustus
Het verslag van de handelingen der Bemid-
delings-commissie in zake de werkstaking der
timmerlieden is heden verschenen.
Het geeft een nauwkeurig overzicht der met
de timmerlieden, patroons en eigenbouwers ge
voerde besprekingen en onderhandelingen. Zij
meende haar taak te moeten neerleggen toen de
algemeene staking was uitgesproken. Zij deelt
echter mede, dat zij daarin waarschijnlijk ge
slaagd zou zijn, indien niet de eigenbouwers
door hun gedrag alles hadden doen scliipbreuk
lijden, alles wat reeds bereikt was hadden doen
verloren gaan.
De meerderheid der commissie meent boven
dien, dat do aannemers nog veel goed hadden
kunnen maken, indien zij onmiddellijk na het
bekend worden der houding der eigenbouwers,
openlijk partij hadden gekozen. Dit alleen ware
bij maclito geweest, om de groote vrees der
werklieden, dat zij eigenlijk op sleeptouw wer
den gehouden, te verminderen. De minderheid
daarentegen, bewerende, dat er geen reden tot
zulk een wantrouwen was, ziet in de proclamec-
ring der algemeene werkstaking slechts een af
keurenswaardig besluit, ook al erkent zij, dat
het afbreken der bemiddeling van de zijde der
eigenbouwers in hooge mate verbittering en
prikkelbaarheid veroorzaken moest.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot kantonrechter-
plaatgvervanger
a. in bet kanton de Lemmer, J. Huender, ont
vanger der registratie en domeinen te De Lemmer.
b. in het kanton Zieriksec, mr. H. C. Moolenburgh,
wonende te Zieriksee.
Bij Kon. Besluit is benoemd tot rechter te Tiel
mr. A. van dc Koppel Gz., giffïcr bij het kanton
gerecht te Gorinchem,
Nbd. Hkrv. Kekk.
Synode.
In de zitting der Algemeene Synode van gisteren
kwam ter tafel een verzoek van den Ring van Kaar
den, om verlenging van gedeeltelijke dispensatie van
Art. 23 Reglement op het Godsdienstonderwijs, voor
de gemeente Ankeveen. Dit verzoek werd toegestaan
voor den tijd van een jaar en op de bekende voor
waarden. Een verzoek van het Presbyterium der
Evangelisch-Reformierte Unitatsgemeinde in Lissa
(Posen) om geldelijke bijdragen voor de oprichting
van een gedenkteeken ter nagedachtenis van Cou-
renins, moest worden afgewezen, bij gebrek aan be
schikbare middelen, doch werd besloten deze zaak
aan te bevelen in dc „Kerkelijke Courant".
Door de commissie voor eindredactie werd rapport
uitgebracht omtrent het aangenomen reglement op
het fonds tot stichting van nieuwe gemeenten. De
voorgestelde wijzigingen werden grootendcels aan
genomen. Door den heer Bronsveld werd namens
de commissie ad hoe rapport uitgebracht over een
schrijven van het Prov. Kerkbestuur van Gelderland
over de aanmelding tot het examen van proponen
ten bij de Doopsgezinde Sociëteit. Kaar aanleiding
hiervan stelde de commissie vooreen wijziging van
Art. 9 Reglement op het examen, strekkende om
voor hen, die uit de andere kerkgenootschappen tot
onze kerk wcnschen over te komen, het bijwonen
van het onderwijs van de kerkelijke hoogleeraren
verplichtend te maken. Dit rapport zal ter visie ge
legd, om later behandeld te worden.
Brand te Al-meloo.
Zooals wij reeds in. het vorig© nonrner meld
den heeft er in Abneloo een zware brand ge
woed. Donderdagavond omstreeks acht uur ont
stond deze in ae Twontsche Stoomtimmerfa-
briek van de hecren Scholten en Stad, gelegen
aan de Haven. Weldra stond het geheele ge
bouw van twee verdiepingen met aangrenzenden
timmerwinkel in lichterlaaie en vonden de vlam
men ruimschoots voedsel aan de voorhanden
zijnde groote hoeveelheid hout voor duigen, enz-
De brandweer was spoedig ter plaatse en had
handen vol werk, er werd met behulp van eenige
slangen op de waterleiding ©n brandspuiten een
massa water in het perceel, dat een vuurzee ge
leek, geworpen en de aangrenzende en tegen
overgelegen perceelen flink bespoten, die dan
ook veel waterschade hebben bekomen. Zij kon
echter niet verhoeden dat een aangrenzend per
ceel, waarvan de bewoners afwezig waren, om
streeks kwart voor negen door de vlammen werd
aangetast en de bovenverdieping geheel uit
brandde.
Omstreeks 10 uur was men den brand mees
ter, doch was de geheele fabriek met al haar
machines enz. slechts een puinhoop, en de groo
te hoeveelheid hout in het perceel nog een vuur
gloed
Duizenden menschen hadden zich op het
marktplein verzameld, om de ramp, die onmid
dellijk bij de Haven een phantastisch schouw
spel leverde, in ©ogenschouw to nemen.
Alles was tegen brandschade verzekerd. Oor
zaak onbekend.
Hendrik dc Jong.
Daar men vermoedt dat de welbekende Hen
drik de Jong, die naar reeds vermeld is, ver
dacht wordt van betrokken te zijn bij moord
aanslagen te Gent, zich te Haarlem met eene
dame vertoont en ook het Brongebouw aldaar
bezocht heeft, wordt door 4 rechercheurs van
de Amste-damsche politie naar hem te Haar
lem een onderzoek ingesteld.
Weer wat anders.
Om Alkmaar vroor het Woensdagnacht.
Verschrikkelijke brand.
Nog een rampspoedige brand wordt uit Nis-
nji Novgorod gemeld- Daar is een groot arbei
ders-tehuis in de asch gelegd. De brand ont
stond in dn nacht en toen de slapende bewo
ners waren opgeschrikt, stond de houten trap
reeds in lichterlaaie. Een aantal bewoners spren
gen uit de vensters, maar er worden nog velen
vermist, die twaarscli ijnlijk in de vlam
men zijn omgekomen. Tot dusver zijn dertien
verkoolde lijken gevonden.
Het spoorwegongeluk in Transvaal.
Bij het ernstige spoorwegongeluk, Dinsdag
avond op den weg van Johannesburg naar
Kaapstad voorgevallen bij Matjosfontein, zijn
omgekomen de volgende blankeneen predikant
Du Toit met vrouw en kind, de heer De Vil-
liers en de heer Davey Cape, in de Transvaal
als voetbalspelers wel bekend. Aangezien de
voornamen der heeren Du Toit en De Villiers
niet worden opgegeven, blijft er onzekerheid.
De twaalf of (volgens andere berichten) twin
tig omgekomen inlanders zijn allerdroevigst aan
hun eind gekomen; zij zijn als het war© lang-
zaun geroosterd tusschcn de overbliifselen van
twee in elkaar geduwde wagens, die door het
vuur der locomotief in brand waren geraakt;
hun daarbij hulp te brengen was op dat oogen
blik onmogelijk.
Een nieuw Eldorado.
Eene expeditie onder dr. Carl Peters vertrekt
weldra van Londen naar Zuid-West-Afrika,
waar men een nieuw wonderland hoopt te
ontdekken.
Nelson's vlaggeschip Foudroyant
heeft deze woek nog den dood van eene Engel-
sche dam© veroorzaalct. Het schip strandde 14
maanden geleden bij Blackpool en het werd se
dert dien tijd gesloopt door een maatschappij,
die zich gevormd had om van de overblijfselen
verschillend© voorwerpen te maken en in den
handel te brengen.
Thans moest nog de kiel opgeruimd worden,
die in het zand was vastgewoeld. Dat geschied
de met dynamiet en het schouwspel lokte tel
kens vele toeschouwers. Een van deze, een dame,
werd ongelukkig op het hoofd getroffen door
een zwaar stuk hout, dat vijftig voet hoog in de
lucht geslingerd werd; zij was onmiddellijk
doodeen kind dat zij aan de hand hield bleef
ongedeerd.
He listige wijtikooper.
Een beambte der stedelijke waterleiding te
Landau merkte dezer dagen op, dat eene der
grootste wijnhandelfirma's aldaar zoo weinig wa
ter verbruikte. Dit scheen hem verdacht
wijnhandelaren in Landau schijnen veel water
te verbruiken hij stelde een onderzoek in en
nu bleek, dat bij den wijnhandelaar eene kraan
was aangebracht vóór den watermeter, waaruit
de firma zooveel water kon tappen als zij tegen
over hare chënteele maar dorst te wagen, zon
der dat zij er iets voor behoefde te betalen. De
stedelijke waterleiding heeft nu de firma voor
de keuze gesteld óift tienmaal het bedrag van
het vermoedelijk onderslagen water te betalen,
ter somma van 15000 mark, of in rechten te
worden vervolgd.
Pedir.
Het „Bat. Nbld." bevat een brief uit Pedir
waaraan wij het volgende ontleenen:
Om tot het 2e bataljon terug te keeren.
In het bivak te Padang Tidji wensckto de ma
joor Van der Wedden het kamponghoofd te spre
ken, doch daar deze toekoe met verscheen, be
sloot de majoor hem maar op te gaan zoeken.
Daar het vlak in de buurt was, ging genoemde
hoofdofficier maar in negligé met een 12tal fu
seliers. Men vond een Atjeschen jongen, die ver
telde dat op de sawah een vijandelijke bende
zat, die het bivak wilde beschieten. De majoor
ging eens kijken en waarachtig, daar zat een
heel kluitje Atjehers met geweren. Nu, er wer
den dadelijk een paar goedgerichte salvo's in
gejaagd, die vrij veel vijanden deden neertui
melen. De rest vloog verschrikt de heuvels op
en opende een dol snelvuur in alle richtingen,
behalve in de juiste, daar zij geen rook van
salvo's konden ontdekken. Vergenoegd ging de
majoor Van der WedJten toen met zijn troepje
naar het bivak terug.
„Van de andere colonne vernam men in 't
eerst niets. De marine was naar Ndjong gegaan
om vivres op te voeren en verder hoorde men
dikwijls hevig vuren, totdat den 30sten Juni
's avonds om zeven uur de Gier terug kwam,
medebrengende het lijk van den luitenant Gol-
denberg, die den vorigen dag een schot in de
milt had gekregen en den daarop volgenden
morgen overleed. Vijf fuseliers waren eveneens
dien dag gesneuveld en te Riwat begraven. Ver
der bedroegen onze verliezen een twaalftal ge
wonden.
„Overal was de bevolking daar op tegenweer
bedacht geweest en had de kampongs versterkt
't terrein was zeer moeilijk, bovendien lagen
voor de versterkingen en kampongs meestal vrij
diepe sloten, die Let stormen moeilijk maakten.
En gestormd moest er worden, want de vijand
kon zich blijkbaar goed tegen het vuur dekken
en was ook niet van plan, om dadelijk weg te
loopen.
„Wij hebben te Oenoë bepaald met Oemar
te doen gehad. Zoo hoor ik, dat het den luite
nant Hoedt gelukt is om het eerst, gevolgd door
twee fuseliers, in een benteng te dringen en al
daar de nog vier overgebleven verdedigers neer
te leggen.
„Te Teupïn Raja bevonden zich slechte en
kele vijanden, die spoedig verdreven werden,
doch de oelama Teungkoe Teupin Raja was met
zijn pl- m. 100-tal discipelen in huis gebleven
en toen de compagnie aldaar kwam, trad do
lange priester in een wit gewaad naar buiten,
om met opgeheven armen een onverstaanbare
toespraak te houden. Deze oelama predikt den
heiligen krijg niet tegen ons en had ook reeds
per brief van zijn goede gezindheid kennis go-
geven. Natuurlijk werd hij ongedeerd gelaten.
„In het geheel liet de vijand 51 dooden lig
gen. Wel, alle kleine beetjes helpen, en als men
eens aan het optellen ging, zou men al tot een
vrij hoog getal gesneuvelde Atjehers komen.
Maar er moeten nog meer bij blijven. Niet dat
ik 'oo bloeddorstig ben, maar 't is een harde
noodzaak, dat dit volk verbazend flinke klap
pen moet krijgen, wil het zijn struikrooversaard
wat onderdrukken en het ons niet meer lastig
maken.
„Nadat de colonne doorgenikt was werd Teu
pin Raja wederom bezet door den vijand, waar
op de gouverneur terugkeerde, de benden ver
dreef en aldaar het bivak betrok. Den volgenden
dag werd de opmarsch voortgezet en onder
vond men betrekkelijk weinig tegenstand meer
en leden wij geen verhezen, totdat heden den
4en Juli des middags te li uur ongeveer de
tioepen braaf vermoeid thuis kwamen.
„Terwijl de kolonel Van Heutsz met den staf
van Soekoen naar Segli reed, schoot plotseling
een in het struikgewas verscholen Atjeher twecs
maal zijn beaumontgeweer af, waarvan de ko
gels dicht langs den Gouverneur snorden. Men
heeft dien sluipmoordenaar, 't was nota bene
in „bevriend" terrein niet in handen kunnen
krijgen, wat verbazend jammer is."
Elders zegt het blad nog:
Overste Willems, die zich op Atjeh zoo ver
dienstelijk maakt en den kolonel Van Heutsz
een krachtige steun is, moet onherroepelijk van
plan zijn, het volgende jaar het leger met pen
sioen te verlaten.
Hoewel algemeen geacht en voor hoogere ran
gen als het ware geheel aangewezen, schijnen
zijn aspiratiën niet tot den kolonelsrang te rei
ken.
Edi.
Over de gevechten bij Edi ontving „De Loc."
een telegram, waarin wij o- a. lezen, dat de vij
and bij Boekitpanas stand hield en 14 Atjehers
door de marechaussee met de klewang werden
nedergelegd.
Te Plawi was een tal van biddende vijanden
verzameld, die echter de vlucht namen bij do
nadering der troepen. Slechts drie Atjehers
hielden zich in eon loopgraaf verscholen en be
sprongen om erwachts de voorst© afdeeling; bij
deze gelegenheid werden twee Europeesche fu
seliers doodelijk en de luitenants Weyergang
en Gerth.van Wijk en vijf minderen niet le
vensgevaarlijk gewond.
In de versterkte woning van petoeha Ampat,
waar Tapa verblijf hield, werden er 45 neerge
legd, waaronder twee vrouwen en een kind.
Over de verrichtingen meldt de „Java Ct."
Elf dezer werd de vijand in het Edi'sche uit
al zijn stellingen verdreven, waarbij belangrijke
tegenstand werd ondervonden. Vooral in de ver
sterkte woning van Ketjik Saat, petoeha ampat
van Edi, waar T, Tapa verblijf hield, werd
hardnekkig weerstand geboden en evenzoo m
loopgraven op enkele heuveltoppen. De vijand
liet tachtig dooden in onze handen, waaronder
enkele goeroe's en tengkoe's. Onzerzijds sneuvel
den de fuseliers Van Loon, Stapel en Kartowi-
kromo, terwijl niet levensgevaarlijk gewond wer
den de lste-luitenant der infanterie L. E. F.
Weijergang, de 2e-luitenant der infanterie A.
A. Gerth van. Wijk, de Europeesche sergeanten
Gijzen, Beets en Lutje, d© Europeesche korpo
raal Scheidt, de Europeesche fuseliers Van den
Brande, Van den Heuvel, Breckpot, De Beuke
laar en Van Royen, de amboineesche sergeant
Tumbuang, de inlandsche sergeant Bandio, do
amboineesche fuseliers Sokota, Lengké, Wirata,
Sihalatu, Noesawakang en Slopa en de inland
sche hoornblazer Ngado.
Lnitenantg Letje en Boseli.
De luitenants Bosch en Lutje zijn, zooals men
weet, uit den militairen dienst ontslagen.
Het „Bat. Nbl." schrijft: „De loop, die den
zaak Bosch-Lutje genomen heeft, zal ongetwij
feld door velen worden betreurd. Hun is niet
eervol ontslag' verleend, wat in dit geval betec-
kent, dat. zij het recht op pensioen verliezen, en
dat de gouverneur-generaal van zijn recht om
ten gunste der beklaagden af te wijken van de
uitspraak van den raad van onderzoek, geen
gebruik heeft willen maken, ondanks dat die
Raad nadrukkelijk het bestaan van verzachten
de omstandigheden heeft geconstateerd.
„Voor de betrokkenen is dit zeer pijnlijk en
niet goed met de vroeger verleende gratie van
straf overeen te brengen.
BESLUITEN EN BENOEMINGEN.
Civiel Departement.
Benoemd: tot contr. Ie ld., de contr. 2e kl. H.
A. de Groo', tot contr. 2e kl., dc adsp. contr. J. Pb.
Fevesurtot adsji.-contr.. J. E. Jasper by do wees-
en boedelkamer te Soerabaja: tot adj.-secr., de 2a
comm. K. F. Obdam; tot conim.-boek., de tijd. 3e
comm bij dc idem te Batavia A. Ch. L. F. Schefcr.
Tot assistent-resident van Lamongnn de contr. Ie
kl. E. J. W. van Dijkvan Batang de ambt. op
nonaet. R. H. Ebbinkb. d S. S. op Java tot 3e
com. b. d. exploit, de Ie klerk L. G. W. de Jager;
tot predikant te Meester-Cornelis, J. L. R. Idsinga;
bij den waterstaat tot opz. 3e kl. in de ros. Scma-
rang, de ambt. op waubtg. W. L. A. Wctters tot
accr. der res. Bezoeki, de control, der le kl. bij bet
binnenl. best. op Ja^a en Madoera, H. D. A. Obertop.
Ontslagen uit 's 1. dienst, de uit zijne boir. ontsl.
zoutverkooppakhuism. te Laboean A. C. F. L. Bre
mer, met bep. dat nader zal worden beslist of dit
ontslag al dan niet moet worden beschouwd als tc zijn
verleend eervolop verz., weg. ziekte, cerv. b. de
dcurw. bij don residontieraad te Djokdjakarta H. R.
A. v. d. Leij,
Verleend: een jaar verlof aan den adj.-ontv. by
's lands kas te Batavia W. H. H. Sneli, een twee
jarig verlof, aan den raadsheer in het hoogger. van
Ned.-Indiii, mr. H. J. Wilmar, wordende hij in ver
band hiermede met ingang van 2 Aug. 1898, uit
zijno betr. ontslagen.
Hilitair Departement.
Benoemd: tot adjudant bij het 2e rccr.-bal., dele
luit. der inf. bij het le res.-bat., H. G. E. Granpré
Molière.
Bevorderdtot kol. (Iioofd-int.) bij de mil. admin.,
dc luit.-kol.-int. J. II. C, Vermeer (met verlof in Neder-