52"e jaargang. Woensdag 7 September 1898. INI0. 9723. DE GELDDUIVEL. fia>r FEUILLETON. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. DE INHULDIGING. U - AsOHHBKEHTSPEijg voer Schiedam, per kwartaal f 0.90 n n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommerso.02 ./•V s, 'jy l:.\ BUREAUBOTEKWRi.iT TO. Velvpïjoon Wo. 103. Anvr.p.Tcstte prijs van 15 gewone regels met inbe grip van eene Courantf Q.Bi Iedere gewone regel meero.io Bij abonnement wordt korting verleend. (Van onzen correspondent per telegraaf.) Nadat hedenmorgen gewijde koraalmuziek op bazuinen van de transen van de Nieuwe Kerk, de Mozes- en Auronkerk, de Willems- poort en Muiderpoort had weerklonken vulde zich tegen half tien de Nieuwe Kerk met de verschillende grootwaardigheidsbekleeders, Achtereenvolgens kwamen daar binnen de ieden van de Siaten-Generaal, de Ministers, het Corps Diplomatique, de leden van den Hoogen Raad en de verdere staatsambtenaren, die in h'./;ne qualiteiten aanwezig moesten zijn. Omstreeks halfelf kwamen de Prins en Prinses Von "Wied en de Groothertog van Saksen- Weinmr, die ter rechterzijde vau den troon plaats namen. De Prinses droeg eene robe van crème satijn. Daarna arriveerden in prachtige kleedij de Indische Vorsten. Terwijl de zon doorbrak en schuins door de hooge vensters haar licht wierp en den rijks appel als een vlain deed schitteren, opende de Voorzitter der verocnigde zitting van de beide Kamers der Staten-Generaal, de heer A. van Namen van Eemnes, de vergadering. De voorzitter benoemde allereerst eene com missie van achttien leden cm de Koningin te ontvangen. Het luide gejuich buiten en liet geschetter der trompetten kondigde nu weldra do komst der Koningin-Moeder aan. Vergezeld van Hare hofdames bleef Zij voor Haren zetel staan links van den troon. Zij was gekleed in gns-perle costuum met witte kant en droeg het hut van liet Groot kruis van den Nederlandschen Leeuw. Voorafgegaan door den stoet van wapen herauten, koningen van wapenen enz., gelijk wij dat in vroegere nummers medegedeeld hebben, verscheen toen de Koningin, gekleed in wit satijnen gewaad, met zyden overkleed, bezaaid met diamanten en paarlen. Los om de schoudeis droeg Zij een met liet koninklijke hermelijn gevoerden mantel, waarop in goud klimmende leeuwen waren geborduurd. Veider droeg H. M. het Grootktuis der Mili taire Willemsorde. Toen weerklonk het Wilhelmus", En dóór brak de zon en bestraalde den ganschen stoel, de Koningin en Haar Hof, Toen nam II. M. Wiihelmina, Koningin dei- Nederlanden, het woord. Zij herinnerde aan de regeering van (laren geliefden Vader en hoe deze haar door den dood werd ontrukt, toen Zij nog jong was. II. M. herdacht hoe toen Haar zoo innig ge liefde Moeder als Regentes voor Hare schreden waakte. «Toen Ik achttien jaren oud geworden was", vervolgde de Koningin, »heb lk de regeering «aanvaard en richtte eene proclamatie tot Mijn ïVoik. DOOR S. WÖRISHÖFFER. Daar, waar de zes een harer diepste, met wou den omzoomde boeSiten een eind ver het groene land in zendt, lag op een heuvel een oud slot niet dicht overgroeide muren, met erkers en kleine torens, dié wellicht eeuwen geleden, in den ridder tijd, dienst gedaan hadden als uitkijk, maar waar van nu nog slechts wapperende vlaggan uitwoeien over liet dal, terwij! uilen en sperweis in de schiet gaten nestelden en de groene ranken allengs allo ingangen als met dichte sluiers omhulden. Het park en de tuinen daalden achter het slot af tot aan het strand en grensden aan de vegen overliggende zijde aan een ander landgoed dat er wel meer bescheiden uitzag, burgerlijker en een voudiger, maar toch niet minder behagelijk en flink, ofschoon de gebouwen blijkbaar van onzen tijd waren en het geheel het eigenlijk voornaam karakier miste. De zachto herfstwind woei over het landdah lia's en asteis stonden in vollen bloei en boog onder den klaren, blauwen hemel vlogen de zwa luwen kwinkeleerend om elkaar been in lange beraadslagingen over het hoe en wanneer der eerstvolgende reis. Een scboone dag van gouden y-gfajrap.'criafcTi nufgr »r» - .^iaatey^r^rTTtrs-aez-t.' I hans, Mijne lleeren, Leden der Stalen- «Generaal is de ure gekomen, waai in Ik mij «te midden van Mijne getrouwe Staten-Genei aal «bevind om onder aanroeping van Gods Heiligen «Naain Mg te verbinden aan het Nedeilandsche o 1 k tot instandhouding zijner dierbaarste «rechten en vrijheden. «Aldus bevestig Ik plechtig den hechten band »die tu-schen Mij en Mijn Volk reeds lang be- «staat. Moge God dit verbond dat lunchen Oranje «en Nederland is zegenen «Schoon is de taak die God op Mijn schouders «heeft gelegd, want Ik ben gelukkig over ecu «Volk te regeeren dat sterken krachtig is door «aard en kat als ter. «Het is Mijn plicht al Mijn krachten te wij- «den aan liet welzijn en den bloei van Mijn «Vaderland. Hier maak Ik de woorden van Sign «beminden Vader tot de Mijne: «Oianje kau «nooit genoeg voor Nederland doen." «Ik ben overtuigd, Mijne lleeren, dat Gij «Mij uw hulp in ruime mate zult verleenen. «Laat ous samen arbeiden voor den vuor- «spoed en hel geluk van het Nederlandse he volk. «God zegen Uw en Mijn arbeid tot heil tb-s «Vaderlands." En toen de rechterhand omhoog heffende, legde Hare Majesteit den eed af volgens de Grondwet «lk zweer aan liet Nederlandsche volk dat «ik de Grondwet steeds zal onderhouden en «handhaven. «Ik zweer dat ik de onafhankelijkheid des Rijks met al mijn vermogens zal verdedigen en bewaren; dat ik de algemeene en bijzondere vrijheid cn de regten van al mijne onderdanen zal beschermen, en tot instandhouding en be vordering van de algemeene en bijzondere wel vaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten te mijner beschikking stellen, zooals een goed Koningin schuldig is te doen." Plechtig, in alle hoeken der kerk verstaan baar klonk Haar: «Zoo waarlijk helpe mij God almachtig 1" De indruk van deze eedsaflegging was over weldigend. Het was doodstil in de Kerk; men zou een speld hebben kunnen huoren vallen. Alle aanwezigen luisterden staande eerbiedig toe. En nu was liet togen blik gekomen waarop de Staten-Gene;aai, vertegenwoordigende hel Nederlandsche Volk, de Koningin zouden hul digen. De Voorzitter der verocnigde zitting der beide Kamers, mr. A. van Nuamen van Eem nes, plaatste zich vóór den troon, tegenover Hare Majesteit, en legde de grond wettelijke verklaring af: «Wij ontvangen en huldigen in naam van het Nederlandsche volk en krachtens de Grond wet, U als Koninginwij zweren (beioven), dat wij Uwe onschendbaarheid en de rechten uwer kroon zullen handhaven; wij zweien (beloven) alles te zullen doen wat goede en getrouwe Staten-Generaal schuldig zijn te doen." Daarop plaatste de voorzitter zich links vóór zonlicht ging ter ruste; duidelijk en met helderen klank zond de klok van het kasteel zes zware slagen uit over hot wijde veld. Voor de deur van het laatstgenoemde huis zat op een steenen bank, met de lange pijp tusschen de lippen, een oude heer, diep in de tachtig, met een bleek, fijn besneden gelaat en ondanks zijn ouderdom nog levendig rondziende oogen. Over zijn knieën lag een prachtig tijgervel hij liet de linkerhand werkeloos rusten in hot dichte haai en keek uit naar den straatweg, vanwaar nu ge trappel van hoeven en hondengeblaf klonk. Een ruiter kwam in lichten draf aanrijden en wuifde reeds van verre een gioet. Toen li ij nader kwam, zag men dat het een krachtig gebouwde, middelmatig groote man was van ongeveer vijlen- dertig jaren, met innemende, vriendelijke Gokken en donkeie oogen. Hij droeg een bruinen, lang neergolvenden vollen baardzijn gehoele ver schijning maakte den indruk van kalme rustigheid en vastberadenheid. Wio hem voor hot eerst zag, die kreeg het gevoel dat hij dezen man wel zijn tijdelijk en eeuwig heil kon toevertrouwen. En zoo was het ook werkelijk. Erik Wolfram, do eigenaar van Dornau, gold algemeen voor iemand niet een voortreffelijk karakter; hij bekleedde alle eere ambten der kleine dorpsgemeente en was de helper en trooster van alle bedrukten. Alleen de moeders en de tantes uit don omtrek haaiden den neus op, zoo vaak er over hem gesproken werd. Waarom trouwde hij niet eindelijk Ja, waarom ontweek hij zelfs met opzet elk gezellig verkeer met de buren De een of andere romantische geschiedenis stak er toch bepaald achter. Maar welke de Koningin, en las de griffier der Eer-te Kamer achtereenvolgens de namen der leden van de beide Kamers af, die wanneer hun naam genoemd werd, oprezen ert op mm of meer verslaanbai e wijze de door den voorzitter voor gelezen verklaring beëedigden of door hun be lofte bevestigden. De Koningin aanvaardde den eed der Staten- Generaal zittende. Nu zwaaide de oudste koning van wapenen zijnen schepten, en sprak met luider stemme «Hare Majesteit Koningin Wii helmina i s i n g e h ti 1 d i g d En daarna klonk driemaal uit zijn mond «Leve de Koningin 1" en driemaal Jiethmildeti de andere koningen van wapenen dien kreet, en geestdriftig galmde liet gejuich door de hooge kei kge wolven. Daarna weerklonk weer liet oude Wilhelmus, en onder het ruhcheu der tonen verliet de Koningin de kerk. Onderwijl hadden de herauten van wapenen zich met Imti trompetters buiten de keik be geven en zich opgesteld aan den rechtervleugel der compagnie grenadiers. De trompetters openden den ban, waarop de oudste heraut luide uitriep «IJare Majesteit de Koningin is ingehuldigd."' Driemaal riepen toen beide herauten van wapenen uit: «Leve de Koningin". Aldus werd aan den volke verkondigd dat zijn Koniugin was ingehuldigd. (Reeds hedenmiddag per bulletin in Schiedam verspreid.) De Intocht van de Koningin. (Fan onzen correspondent nadere bijzonderheden.) Om kwart over tweeën gistermiddag stootn- do de Kon. trein, waarvan de locomotief met oranje en nationale vlaggen versierd was, liet Wousperpoort-station binnen en onmiddellijk bief het aan alle kanten om liet station verza melde publiek jen luid hoera, een liartelijken welkomstgroet aan. Zoodra II. M. do Koningin en H. M. de Koningin-Aloeder uit den trein waren gestapt, nam de burgemeester liet woord, om de Koningin toe te spreken, gelijk wij reeds meldden- li. AL dankte voor dezen welkomstgroet, met do volgende woorden „Ik dank U wel vriendelijk voor dc hartelijke woorden tot Mij gesproken, burgemeester. 11c behoef U niet de verzekering te geven, dat ik reeds lang dit oogenblik, dit pleclitigste oogeii- bhk in Mijn leven dat Ik in de hoofdstad zal beleven, met verlangen heb te gemoetgezien-'' Hierop nam de Commissaris der Koningin in do provincie Noord-llolland liet woord. Hij zei Mevrouw Nu Uwe Majesteit het grondgebied van Noord-Holland voor het eerst betreedt na. het van Hare Vaderen geërfd gezag over den Lande te hebben overgenomen uit handen van Hare Koninklijke Aioeder, Die geheel Nederland in Daar was maar niet achter te komen, en juist daarom ergerde men zich zoo. Nu hield de ruiter stil. Een knecht nam zijn paard en zijn zweep aan toen ping de landeigenaar naar den ouden heer toe en reikte hem de hand, terwijl hij met de linkerhand liefkoozend op den schouder van den ouden man klopte. «Goeden avond, grootvader," zei bij op vriende lijken toon. «Het gaat u, naar ik hopen wil, vol komen naar wensch «Waarom vraag je dat, Erik «Nu, de uitdrukking van uw blik bevalt mij niet zoo best." «Dan zie je zeer scherp, mijn jongen. Werkelijk dacht ik zooeven dat op mijn leeftijd toch iedere dag als een geschenk te beschouwen is, en dat men zich als verstandig man behoort te haasten om al zijn aangelegenheden volkomen in orde achter te laten." Do landeigenaar lachte. «Grootvader," sprak hij op den toon der innigste overtuiging, «grootvader, als ieder manscb zon getroost zijn laatste ure tege moet kon zien a! u I Maar ik hoop dat al die dingen nog ver zeer ver van ons liggen." De oude schudde zacht inot het hoofd de pijp lag vergeten in zijn hand een half gesmoorde zucht welde op uit zijn borst. «Getroost?" herhaalde hij. «Getroost? Dat is een stout woord, Erik. Maar," voegde hij er toen snel bij, «ons gesprek is op een verkeerd spoor geraakt, mijn jongen. Het was niet de vrees voor den dood, die mij ontstemde, neen, het waren allerlei ge dachten. De ouderdom maakt gevoelig, egoïst; hij verleidt de menschen er toe, steeds alleen aan zichzelf te denken, alleen aan zich zelf, als was hij deze ringelt nic' gevoelen- van eerbied en flank- b.i.irluid an,, zijde van Uwe Alaje-uit be groet - en .ilvoien- Uwe Alaje-teit Haren plechtiger, mtoeht aavangt, in de Hoofdstad de- Rijk-., om aldaar te midden der vertegenwoordi- g> r- van het Nederland-clie volk aan Haar ge zag zijne grondwettige wijding te geven wor de liet mill Gedeputeerde Staten van Noord-Hol land vergund aan Uiv, Alaje-teit een opreeht en welgemeend welkom in deze Provincie toe te poepen Dat welkom moge aan Uwe Alaje-teit tot ge tuigenis strekkeu van de hechtheid der banden, welke, in dagen van zwaren en liachlijken strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid gelegd, tends meer dan drie eeuwen de ver-eliilieiide dei leu van dit Gewe-t, aan Uwer Alaje-teit- hoog ge slacht verbonden houden en tot gelofte te- ven-, dat Uwe Alajesteit onder alle omstandig heden, in lief en bij leed, oj) de gevoelen- valt trouw en aanhankelijkheid van Noord-Hol land's bewoner- zal kunnen rekenen. Ik acht het mij een voorrecht, al- eer-to Staatsdienaar in de Provincie, daarbij te mogen voegen de verzekering, dat die gevoelen- niet het niin-t levendig zijn bij allen, die in hooge of in lage betrekking met mij ambtelijk geroepen zijn hef regeering-gezag van Uwe Alaje-teit in dit Gewest, te dienen en te steunen. Alet de bede, dat God Uwer Alaje-teit s regee ring tot heil van den Lande lang en gelukkig doe zijn, bieden Gedeputeerde Staten van Noorcl- Holland oji dit voor hen en voor mij onvergete lijk oogenblik Uwe Majesteit tevens aan de be tuiging van eerbied en hulde voor Haal' Per soon en van verknochtheid aan Ilaar Hui-, waarin dit Gewest, evenals geheel het Vader- land, altijd het aloude Stamhuis van Oranje hoopt te eeren. Ook hierop antwoordde H. M. met enkele woorden, en wel deze: „Ik dank U zeer voor de hartelijke woorden door U, ook nawens Ged. Staten tot Alij ge sproken. Ik ben daar zeer gevoelig voor en dank U nogmaals reclit hartelijk." Alvcren- de Koninklijke wacht kwam aan tc treden werd door mej. Veiling Aleine-z, dochter van den Burgemeester, een prachtige ruiker van witte en rose bloemen en ver-ierd met oranje linten aan de Koningin nangeboder mej. Geert- ,-ema overhandigde een lila ruiker met lila linten aan de Koningin-Moedor. In de ontvangkamer, waren aanwezig do le den van den Gemeenteraad, de hooge militaire autoriteiten, de leden van het Gerechtshof, van de Arr, Rechtbank, van de kantongerechten en de leden van het cere-comité. II. AI. sprak elk dezer corporaties afzonderlijk toe. Zij gaf uiting aan Haar blijdschap dat het uur Harer inhuldiging nu weldra zou zijn aan gebroken zei het zeer op prijs te stellen de verschillende hoeren hier aanwezig tc zien, enz- Tot den burgemeester zich wendend zei II. Al. te getooveu dat de stad heel mooi versierd was. „Ik heb ten minste al een paar straten gezien die we doorstoomden, 'tls tc hopen, dat het maar mooi weer zal zijn deze feestdagen." hot middelpunt van al het geschapene. Ik zag zooeven iets dat mij onaangenaam aandeed de deurwaarder uit de stad reed in zijn poney-wagentje voorbij." Enk knikte, «ik heb hem een oogenblik ge sproken," meikt hij op. «Jij Jij En op liet gelaal van den oude l.tg plot.-eling schrik te lezen, «Jij, mijn jongen?" De landeigenaar schudde met zichtbare verbazing het hoofd. «Waarom niet, grootvader anlwoonido hij, «De man is mijn vroegere sergeant, een zoo rechtschapen, eerlijke kerel als iemand tcrweield. Waarom zou ik dus niet mot hom spreken?" «Natuurlijk, natuurlijk. Ik krijg alleen altijd kippenvel, wanneer ik iemand van zijn slag voor mij zie." «Ofschoon u tocli door hon geenerlei verschrik king dreigt, grootiadci*. Naar Dornau komt er zeker geen toe."' «Spreek niot zoo boud, Erik. Doe dat niet 1" Do jongere Wolfram ging naast den oude op de steenen bank zitten. «Grootvader", zei hij na een pauzo, «heeft u muizenissen in het hoofd wegens den Iaatsten oogst? Hij is zeer slecht uitgevallen en menig grondeigenaar zal zeker met heiinelijken angst den winter tegemoet zien, maar dat alles is voor ons toch volstrekt geen dreigement. Misschien gaan er duizend mark verloten, terwijl zelfs liet verlies van tien duizend nog geen gevaar zou opleveren." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1