52"" jaargang.
9734.
Dinsdag 20 September 1898.
DE GELDDUIVEL.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
FKUILLETOiSr.
8
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
BUITENLAND.
A»ojfjraMESTap»ijs mr Schiedam, per kwartaal f 0.9Ö
omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afronderlijke nommers0.02
BUREAUBOTBRSTRAAT 70, -ffeïephoon Wo. 123.
Abvertesthsprijs: van 1—5 gewone regola mot Into-
grip van eono Courantf 0.55
Iedere gowono regel meerft.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
Algemeen overelclit.
Schiedam, 19 September '98.
De uitvaart van Keizerin Elisabeth.
Zwaar heeft de gewelddadige dood zijner ge
malin. keizer Frans Jozef getroffen. Wie daar
aan ook maar een oogenblik mocht twijfelen, die
leze in de „Nsue Froie Presse" het verhaal van
do aankomst van het lijk dor Keizerin op den
Hofburg, in den laten avond van Donderdag.
Om lialfbien was de Keizer van Schönbrunn
op den Hofburg aangekomen, waar zijn dochters
en zijn schoonzoons mot lmn kinderen hem
wachtten-
De Keizer ging een poosje rasten totdat tegen
elf uur de opper-ceremoniemeester, graaf Monte-
Nuovo, de nadering van den lijkstoet die van
het station in aantocht was, aankondigde.
Met zijn kinderen en zijn klemkinderen be
gaf Frans Jozef zich toen naar de vestibule, die
naar de kapel leidt, en daar bleef de familie
groep in diepe ontroering wachten, terwijl de
klokken van alle kerken in den omtrek hun me
talen stemmen lieten spreken.
Daar naderde de prachtige lijkwagen en hield
onder aan de stoep stil. De last werd uit den
wagen getild, en acht lakeien namen die op hun
schouders. Zij begonnen de weinige treden die
naar de vestibule leiden, op te gaan, toen zij
den Keizer bemerkten, die lien met hun drocvi-
gen last afwachtte, en onwillekeurig bleven de
dragers staan, diep getroffen door do innig-smar-
tolijko uitdrukking op het gelaat van Frans Jo
zef, die slechts met moeite zijn ontroering be
dwong.
En toen de Keizer de ldst voor zich zag, die
de overblijfselen van zijn ongelukkige gemalin
bevatte, strekte hij in vertwijfeling de armen uit
en liet wcenende zijn hoofd op de kist zinken.
Da aartshertogen, de aartshertoginnen, de gees
telijken en alle aanwezigen paarden hun snik
ken aan de uiting van smart des Keizers.
Daarop gaf hij het teeken het lijk naar de
kapel te dragen, waarheen hij zelf met vasten
stap de kist volgde.
Staande woonde. Frans Jozef den lijkdienst
bijmaar toen de plechtige woorden die ook bij
den dood van zijn Rudi zijn oor hadden getrof
fen ,door den priester werden gesproken, werd
zijn tob nu toe doodsbleek gelaat hoogrood ge
kleurd; zijn hoofd zonk op zijn borst; hij be
dekte de oogen met zijn. hand en snikte.
Maar spoedig herstelde hij zich weer en woon
de flink den overigen dienst bij.
Voordat hij de kapel verliet, sloeg Je Keizer
tweemaal, ter plaatse van het hoofd der Keize
rin, zijn armen om de ldst. De Keizer vertrok
vervolgens met zijn naaste familie weer naar
Schönbrunn.
Vrijdag on in den morgen van Zaterdag was
hot om den Hofburg een vaak angstwekkend ge
drang, Schoon de kist gesloten was, wilden dui-
DOOK
S. YVRIS11 ÓFFER.
12)
En toen snelde hij naar liet rijtuig om de
jonge vrouw er uit te tillen en het huis binnen
te dragen. Zij weerde hem af, maar hij liet zicli
niet van de wijs brengen en legde haar op de
sofa van het aangrenzende vlug geopende ver
trek. Toen bracht hij haar van het buffet een
glas wijn dat hij haar bijna dwong op te drin
ken. Haar spookachtig bleek gelaat had hem al
te zeer verschrikt.
Ook de oude heer was naderbij gekomen.
„Mevrouw Burklin," riep hij op der toon van
de levendigste verbazing uit. „Stijn God, me
vrouw Burklin!"
„Daar lcomb de huishoudster," aldus viel Erik
hem vrij beslist in de rede. „Juffrouw Stoffen, u
zorgt wel een weinig voor deze dame, niet waar
Mevrouw heeft een ongeluk geliad."
De huishoudster sloeg de handen ineeu.
Anna stond met do uiterste inspanning van
de sofa op.
- «Wil u mij een japon leenen, beste juffrouw
t E11 een doek? Ik zou graag naar huis willen."
J „Zeker, zeker 1 Lieve liemel, wat is u
tetl Komt 11 maar met me mee, mevrouw,
ik zal u voorgaan."
j Anna raapte al haar krachten bijeen; zij
zenden als laatste hulde deelnemen aan het dó-
filé der onderdanen voorbij de gedoode Vorstin.
Op indrukwekkende wijze was do stad in
rouwgowaad gestoken, 011 Zaterdag, den dag dor
begrafenis, waren in den namiddag huizen en
winkels gesloten en brandden reeds vroegtijdig
de gaslantaarns. Het heerlijk© weder maakte zoo
mogelijk de rouwbetooging nog treffender.
De Keizer had het reeds druk gehad dien dag.
In den ochtend had graaf Golucliowsky, de
minister van buitcnlandsche zaken, hom de spa-
chile afgezanten voorgesteld, die hom de deelno
ming hunner vorsten en regceringen kwamen be
tuigen.
Een uur later liacl de Keizer de vreemde vor
sten te ontvangen die naar Weeuen gekomen wa
ren om de uitvaart' der Keizerin, bij te wonen,
o. a. grootvorst Nicolaas van Rusland, die den
oigon morgen was aangekomen.
Om één uur werd keizer Wilhelm aan liet sta
tion door Frans Jozef afgewacht. De beide sou-
vereinon drukten elkaar hartelijk de hand en
omhelsden elkaar in diepe ontroering tob drie
maal toe. Aan liet station bevonden zich ook do
rijkskanselier Von Hohenlohe, de staatssecreta
ris Von Bülow en het personeel van liet Duit-
sclic gezantschap.
Terstond 11a zijn aankomst op den Hofburg
legde keizer Wilhelm twee heerlijke kransen neer
op de kist der Keizerin, een van zich zelf eu een
van zijn gemalin.
fntusschen begon het 's middags op de Meel-
mnikb zeer vol to worden. Voor de kerk kwamen
6Q00 leden van wetgevende lichamen, corporaties
en officierscorps bijeen. Van den Hongaarschen
Rijksdag waren meer dan 200 leden verschenen
in him prachtige nationale kleederdrachten. In
het dichte gedrang werden opgemerkt Jokai,
Ugron, Apponyi, de twee Badetii's, prins Win-
'disohgratz en andere beroemde personen.
Om kwart voor vieren begonnen geestelijk©
orden en instellingen met talrijke crucifixen en
arbeidersvereenigingen met lxaar vaandels, voor
bij te trekken.
Om 4 uur kondigde het luiden der klokken het
vertrek van den lijkstoet van den hofburg aan.
Door kamerdienaars en lakeien was de kist, na
nog eens ingezegend te zijn, naar den praalwa
gen gedragen. Twee commissarissen van heb hof,
een kerkekneeht met liet kruis, twee assistee-
rende hofkapelaans en de hof- en Burgpastoor
met brandende kaarsen en een hoofdcommissa
ris van het hof gingen de kist vooraf, die rechts
en links werd omgeven door pages met branden
de waskaarsen, boogschutters, Hongaarsche lijf
garden, trawanten-lijfgarden en lijfgarde-rui
ters; do hofhorjjling dor overledene volgde.
Op dc Schweizerplatz stelde zich toen de rouw
stoet op. Eerst cavalerie, waarachter een aantal
hofrijtuigen met zes paarden met de opper-hof-
meesteres, de twee dames du paldis en den opper
hofmeester der Keizerin. Daarachter volgden
tweo aan twee de lijfbedienden.
Afdeclingen infanterie en ruiterij der lijfgar
de gingen de door acht paarden getrokken, met
zwarte draperieën behangen, lijkwagen vooraf
aCTBRaazassarawar;
scheen nu door de wijn en wellicht ook door haar
innerlijke opgewondenheid voor het oogenblik
gesterkt; het was haar mogelijk met de huis
houdster het vertrok te verlaten, zoodat heide
heoren alleen bleven.
Dc oude lieer Wolfram keek met een lachen
den blik in liet gelaat van zijn kleinzoon.
„Nu, Erik jo wou mij immers vertellen 1"
Do landeigonaar haalde do schouders op.
„Er is niet veel te vertellen, grootvader," ant
woordde hij. „Mevrouw Burklin monde zelf
u kent immers haar liefhebberijen en toen
het rijtuig omviel, werd zij van den bok geslin
gerd. Dat is .alles-"
„En jij was toevallig in de buurt, Erik, of
misschien..."
„Geheel toevallig, grootvader, dab verzeker ik
u heslist."
Do oude heer liet zich niet zoo spoedig van
zijn stuk brengen.
„Nu, dan mag je voor deze gunstige gelegen
heid den hemel wel buitengewoon dankbaar
zijn," antwoordde hij. „Je hebt haar het leven
kunnen r-edden, mijn jongen, bedenk toch welke
onvergankelijke verplichtingen daaruit voor haar
zijn ontstaan."
Erik hief afwerend de hand op.
„Grootvader, het zou mij veel waard zijn wan
neer ik de gebeurtenissen der laatste uren heele-
maal ongedaan kon maken. God weet, hoeveel
mij dat waard zou zijn 1"
„Maar laat ons toch li iver over u spreken,"
voegde hij er toen,bij. „Waarom is u niet gaan
slapen V'
Op het gelaat van tien ouden lieer vertoonde
zich een sombere uitdrukking.
do kist verdween onder een scliat van bloomen.
Rechts en links lakeien en pages met branden
de waskaarsen, boogschutters en trawanten-lijf-
garclistcn. Infanterie en cavalerie besloot den
hjksloet die nu onder aclemloozo stilte voorttrok
naar do Oupiicijncr-kork. De menigte op straat
was diep ontroerd.
In do kerk waren de vorstelijke personen
roods aangekomen; keizer Frans Jozef en keizer
Wilhelm 111 één rijtuig. Van liet oogenblik af
dat de kist do kerk werd binnengedragen, bleef
de blik van Frans Jozef or op gevestigd. Her
haaldelijk zag men hom tranen -afwisschen, ter
wijl do aartshertoginnen voortdurend weenden.
Na den lijkdienst werd do ldst naar den graf
kelder gedragen; de aanwezige souvereitien en
vorstelijke personen brachten door een diepe bui-
gum de overledene hun laatsten groet.
Do plechtigheid maakte op alle aanwezigen
een diepen indruk.
's Avonds verlieten de vorsten Weenen weder;
de grijze Vorst bleef alleen achter met zijn
smart. Of neen, niet alleen; een golieel volk
toch heeft getoond te deeleu in den louw van
zijn Keizer eu Koning.
De zaait-Brc} lus.
Eindelijk is het doel van de strijders voor
recht 011 gerechtigheid bereikt- Het besluit dat
men. verwachtte, is Zaterdagmorgen inderdaad
door den Frauschen ministerraad genomen.
De minister van justitie, de lieer Sariion, is
gemachtigd, om mot het oog op de revisie van
liet tegen Alfred Dreyfus gevoerde proces, do
commissie bijeen te roepen, die door den minis
ter van justitie met hot onderzoek dezer zaak
moet woiden belast.
Do „commissie"; want niet gelieel juist was
hetgeen wij in ons vorig nummer aan het telo-
giam, meldende het besluit van den minister
raad, toevoegdon. Wel berust bij het Hof van
Cassatie de feitelijke beslissing; wol onderzoekt
de kamer voor crimineele zaken van dit hoog
ste college eerst de ontvankelijkheid der revisie-
aanvrage, en beveelt daarna al dan niet de her
ziening; maar vóór het Hof zijn er nog ande
ren aan hot woord.
Art 444 toch van liet Wetboek van Strafvor
dering zegt dat elk verzoek om rovisie zal onder
zocht worden door een speciale commissie, be
staande uit clrib directeuren van het departement
van justitie als „membres do droit" eu drie
leden van het Hof van Cassatie. In dit geval
zijn de drie „membres de droit" de hoeren La
Borde, cliiecteur der burgerlijke zaken 011 van
het zegel, Couturier, directeur der crimineele za
ken eu van gratie, en Geoffroy, directeur van
het personeelde drie raadsheeren, door het Hof
van Cassatie aangewezen, de hemen Lepelletior,
Crépon en Peilt.
Van deze commissie is do minister van justi
tie voorzitterhij kan zich echter laten vervan
gen door den directeur van burgerlijke zaken en
van hot zegel.
Deze commissie geeft slechts den minister van
justitie advies, die alleen hot recht heeft in hot
„Omdat ik nog mot jo moet spreken, Erik.
Zeer noodzakelijk."
„Over uw plannen nopens mij, grootvader?"
„Daarover en over nog andere dingen."
De schittering in zijn oogen was uitgedoofd;
hij zag er weer oven bleek en vermoeid uit als te
voren.
„He ga naar mijn kamer, Erik. Wil je mij
straks daar opzoeken, beste jongen?"
„Als u dat wenscht, zeker, grootvader."
„Ik reken er op."
En toen ging de tachtigjarige weg, de trappen
op naar zijn eigen kamer, zoo langzaam, zoo
moeilijk dat Enk voelde hoe zwaar liet den
ouden man viel de eono trede na de andere op
te klimmen. Wat scheelde grootvader toch? Er
was iets dat liem kwelde; dat wist Erik al na
het gesprek van den vorigen avond.
Maar wat dan toch? Wat? Hij kon het ziclï
niet voorstellen.
Do eenzame man peinsde en peinsde zonder
dat er ook maar een vermoeden in hem op
kwam. Juist daarom echter werd het onbekende
tot een spookbeeld welks aanblik zijn hart snel
ler deed kloppen.
Erik keek op de klok. „Bij tweeën 1" De nacht
scheon wel eindeloos.
Nu weerklonken in de gang zachte schreden
juffrouw Sloffen opende de deur en liet een
eigenaardige, komische verschijning binnentre
den do kleine, slanke mevrouw Burklin in Idee-
ren dio voor haar zelf, een gezette, ronde matro
ne, van stevige wollen stoffen waren gemaakt.
Ruth's Hoeren waren veel tc lang gebleken, die
der bravo juffrouw Stoffen hingen als de fladde
rende bournou van een Bedouien om de elegante
onclerhavigo geval do revisie aan te rangen. Do
mï uister behoeft zich aan het advies der com
missie niet to storen.
Wanneer liet nu waar is, hetgeen verhaald
wordt, dat Handen, zonder zich te bemoeien mot
de schuld of de onschuld van Dreyfus eu zelfs
met het uiudent-llenry of het eigenlijke dos
sier-Dreyfus, alleen onderzocht heeft of juri
disch de ïevisie mogelijk is, dan bestaat er
aanleiding om te verwachten, dat het Jlof de
herziening van liet vonnis zal gelasten. Dan zal
Dreyfus naai Frankrijk wmdon teruggebracht,
om opnieuw voor een krijgsraad terecht te staan.
Intusscheii kan de rogecring het vonnis tegen
Dreyfus opschorten en diens lot verzachten-
De „liitr.msigoaiib" denkt daar ook aan, wan
neer het deze „eenvoudige vragen" richt tot
Brisson
Is hot waar dat heb schip la Cecile ver
trokken is naar het Duivelseiland?
Is liet wi dat de heer Brisson dat schip
heeft laten - opdat, zoodra tob do her
ziening bc - onmiddellijk inge
scheept en -nehb worde
Is liet om
Dreyfus mm
handelen
Intussuiien zijn tweo ministers, die
log en van openbare werken afgetredenZm
linden, omdat hij overtuigd is van Dreyfus'
seliukl (alsof die iets te maken lieefb met do
vraag of hij onwettig veroordeeld is) en Tillayo,
omdat hij do venuicwoordeiijkhoid niet wil aan
vaarden voor ecu regeeringsdaad die het begin
der revisie is.
■Zuriinden's besluit heeft opzien gewekt; men
bowoert dat Brisson hem de portefeuille van
oorlog alleen had aangeboden omdat Zin linden
zich uitgesproken luid ten gunste der revisie, en
zelfs op zeer besliste wijze.
Ziuimden wordt opgevolgd door generaal Char
noine, Tillayo door don senator voor Franscli-
Indie, Jules God 111Van Chauoine beweert do
„Soir" dat hij verklaard lieefb niet te doelen in
de verantwoordelijkheid voor het besluit van
Zaterdag, omdat zijn benoeming eerot na dat
besluit is geschied. Hij zou alleen de portefeuille
van oorlog hebben aanvaard, om te waken voor
de rechten van het leger.
Te Parijs beeft men liet besluit van den mi-
nisteiraad kalm opgenomen; men is er voldaan
over. Natuurlijk mot bladen als „Éclair", „Lihro
Parole", „ïutramJgeant" enz., die van een „Coup
d'état dreyfusard" spreken. Toen de twee afge
treden ministers Zaterdag liet Elysce verlieten,
werd er geroepen„Leve BrissonLeve de re
visie
Picquard heeft een dag of tien geleden een
uitvoerig schrijven over de vier geheime docu
menten. gericht aan don minister van justitie;
in het proces tegen den kolonel, dat Woensdag
a-s. begint, zijn o. a. als getuigen gedagvaard
Scheurer-Kestuer en do generaals Do Pellieux
en Gonsc.
gestalte dor jonge weduwe heen, clio nu met ta
melijk vasten stap naar den landeigenaar toe
liep.
Haar gelaat was gereinigd van het bloed;
heur haar was opgestoken en de wond met een
witten doek verbonden. In de donkere oogen
blonk een eigenaardige triomfeeren.de blik die
den landeigenaar vreemd voorkwam; hij wist
niet wat de eerstvolgende oogenhlikken hemzelf
011 haar zouden brengen.
„Hoe gaat het u nu, mevrouw?" vroeg Erik.
„Bevoel, als hot u belieft, over mij en mijn
huis."
Een spottend lachje trilde 0111 do lippen der
sclioone vrouw. „Werkelijk, mijnheer Wolfram?
Maar ik neem u hij uw woord. Lees straks" eens
den inhoud van dezen brief; wil u dat doen?"
Zij gaf liem een verkreukeld stuk papier dat
hij aarzelend aannam.
„Is dit schrijven aan mij gericht, mevrouw
Anna barstte uit in een schaterlach.
„Dan zou het u bezwaarlijk in zulle een toe
stand worden ter lmnd gestéld, mijnheer Wol
fram, Neen, het briefje behoort juffrouw Ass-
mann toe; ik vond hot in den zak van haar
japon."
Erik voelde plotseling dat eon donkere blos
zijn gelaat overtoog. „E11 heeft u den inhoud ge
lezen, mevrouw?"
„Natuurlijk 1 Het was niet gesloten en langs
gecorloofden weg in mijn bezit geraakt, ik keek
het dus in. Do mogelijkheid bestond dab liet een
diep-gevoeld gedicht bevatte of oen recept voor
pudding, niet waar Wie draagt dan ook docu
menten van gewicht bij zich in zijn zak?"
(iVordt vervolgd.)