52"° jaargang. Donderdag 22 September 1898. N°. 9736. Eerste Blad DE GELDDUIVEL. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. DE TROONREDE. FEUILLETON. UITGEVER: II. JwÖTrÖELANTS. V, W jj iiiaiwItlBi A®o»sbi«btspru* V09T Schiedam, pat kwartaal omliggende plaatsan, p. kwart. franco per post, p. kwartaal. Afzonderlijke nommera. f e.90 - 1.05 - 1.30 - 0.02 BUREAU: BOTE119THAAT fO, Tclcplioon No. 1S3. Abvbbtuntikpkjs: van 1—5 gewone regols mot inbe grip van eono Courantf 0,52 Icdcro gowono regel moor- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Sober, buitengewoon sober was ditmaal de trede, waarmede bet Hoofd van Staat de zitting jvan do Staten-Generaal heeft geopend. De reeks van aangekondigde wetsontwerpen jis gering, de opsomming der reeds ingediende [behoefde niet lang te duren. Maar al is er ook wat men slechts noode Imist, het gemis aan overschatting van wat er in 66a zittingsjaar door de Staten-Generaal tot Island gebracht kan worden, doet anderzijds Iweldadig aan. Daardoor blijft ook de indruk achterwege, idien men andere jaren wel bij het uitspreken seener Troonrede kreeg: »\vanneer dit arbeids jaar om zal zijn, zullen wij zien wat er van dat »j alles tot stand gebracht is." Zoo gaat dit Koninklijk woord recht op den man af, er ligt een basis van groate waarach- jtigheid aan ten grondslag. Aangenaam doet aan in den aanvang dö j herinnering aan het jplechtige" oogenblik van ;do Inhuldiging, die blijkbaar op 11. M. de j Koningin, niet minder dan up Haar Volk diepen {indruk gemaakt heeft. »De herinnering daaraan Izal bij Mij onuitwischbaar zijn," zegt H. M. Daar ligt in deze woorden 3>ez cathedra" i een oogewone warmte, die door hare onge- jwoonheid op deze plaats met dankbaarheid vervult. En opwekkend volgt daarop de oproep ten arbeid. »Belangrijk en veelomvattend" zal deze zijn. En dan wijst de Koningin op de amaat- jschappelijke vraagstukken", die Zij met dit «ministerie van sociale hervorming zal trachten sop te lossen. sVooistellen tot verzekering van werklieden tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen," i desgelyks sin liet belang van het onderwijs en '{"de bescherming der jeugd", ze zijn ïeeds in- |gekomen. Daarbij zullen gevoegd worden sontwerpen jtot verbeteiing der woningstoestanden en tot if het tegengaan van overmatigen arbeid van vol- Iwassen mannen in fabrieken en werkplaatsen jen tot herziening der drankwet". Zie daar het lijstje der maatschappelijke her vormingen, waarvan de zwaarte tégen de lengte opweegt. DOOK S. w'ÓRISHÖFFER. •14) De oude lieer bedekte zijn oogen met de hand. Zelfs bij de gedachte aan dien vreeselijkon nacht scheen bom een huivering door de leden te va ren hij zuchtte diep. „Er bestonden toen nog geen brandverzeke ringen en ook geen voldoende bluschrniddelon," ging hij voort, „Ik was plotseling een. bedelaar geworden; al mijn have on goed lag daar in verkooldo puinhoopen. Maar zelfs dat scheen inog niet het ergst-o. Duizenden thalers kleefden aan de bezitting als geleend geld van verschil lende personen wien ik tot nu toe eerlijk rente had betaald waarmee zou ik die sommen dek- -ken? Als mij do toen bijna geheel waardeloozo grond als onderpand werd ontnomen, bleef mij d niets over dan de geschildo staf waarmede' een ^.banneling zijn buis verlaat. „Dat alles wist jo reeds, mijn jongenvaak is het je verteld en zoo dikwijls je mij vroeg „Grootvader, wio hielp u toen in den hoogsten liood 1" zoo dikwijls antwoordde ik jo ook„Bra- jve menschen, Erik. Dio zijn er altijd nog; laat je nooit het geloof aan hen ontnemen." Maar ik geide je nist dat het maar één enkel man was Voorts voorstellen tot verbetering in den fi ns nlieel-oeconomisehcn toestand tariefsher/,le ning vrijmaking van het verkeer op de Rijks land- en waterwegen. Eindelijk regeling der buurtspoorwegen en de bestuursinrichting in Indié. Altomaal zaken, die geen lang uitstel meer gedoogen. Voeg daarbij de belangiijko ontwer pen, reeds door den Minister van Justitie aan hangig gemaakt, de «belangrijke wetsontwer pen" die nog in vooi bereiding zijn, en men mag tevreden zijn, wanneer dit alles in den loop van dit zittingsjaar in behouden haven belandt. Toch missen wij, zij het ook slechts de aan kondiging,van een en ander, slechts noode. De regeling eener administratieve icchtspraak, reeds voorbereid door eene Staatscommissie van 1894, waarop schier bij de behandeling van iedere Staatsbegrooling met klem door ernstige mannen is aangedrongen, is ook nu nog niet in uitzicht gesteld, En toch doet zich meer en meer het gemis van een zoodanige rechtspraak gevoelen. Een wetsontwerp op de drooglegging der Zuiderzee, door mannen, die het weten konden, reeds in deze Troonrede tegemoet gezien, werd evenmin met name genoemd tot veler teleur stelling. Maar wij willen thans niet afdingen, misschien zijn er zaken, die meer nog dan dit, de aandacht der regeering vorderen, misschien ook belmoren ontwerpen, als de door ons ge noemde tot de s belangrijke wetsontwerpen", die in uitzicht zijn gesteld. In de sociale richting bewegen wij ons, ook volgens deze Troonrede, in elk geval voort. Dat dan de wensch der Koningin vervuld worde, en de beraadslagingen dei Staten-Generaal vruchtbaar zullen zijn en veel tot stand moge komen ten nutte van het Vaderland I Algemeen overzicht. Schiedam, 21 September '98. De Fransclie ministerraad heeft gistermorgen vergaderd en generaal Zurlinden opnieuw be noemd tot militair gouverneur van Parijs en lid van den oppersten raad van oorlog. Het voorstel daartoe ging uit van president Faure. Op dio wijze is de oud-minister weer op fat soenlijke wijze onder dak gebracht. Dit valt natuurlijk weinig in de smaak van die zich toen over mij ontfermde. Maar thans moet je ook dien naam vernemen." Erik schudde liet hoofd. „Heb was baron Moldt, grootvader ik weet nu alles. Evenwel nog niet precies in hoeverre „Laat mij uitspreken, mijn jongen. Ik kan je alleen in geregeld verband de zaak volkomen dui delijk maken, dat zie je zelf wel in, mijn jongen. Sedert drio eeuwen zijn do Wolfram's van Dor- nau en de Moldb's zur Molde in wederzijdscho vriondscbap nauw verbonden geweest; ja, zelfs is er tusschen beide families in den loop der tij den meer dan één huwelijk gesloten. Zoo kwam. het ook dat de vader van den tegenwoordige!! baron en ik zelf in den omtrek nooit anders dan Castor en Pollux heetten. Wij hadden in den vrijheidsoorlog zij aan zij gestreden en leefden nu als goede" buren met elkaar totdat in dien nacht het ongeluk over mijn hoofd kwam. „Toen was Jurgen Moldt do eerste dio met zijn knechts op de plaats van den brand ver scheen ik zie hem nog voor mij een knap man, in de frisclihcid der jeugd, heerlijk ge bouwd en gezond naar lichaam en ziel. Hij deed wat in het vermogen van een mensch was, maar vergeefs; er viel niet het minste te redden. „En zoo nam hij mij bij het grauwen van den morgen, toen alles tot asch was vergaan, met zich mede naar Moldt. „Kijk niet achter jo, Hans Adamzei hij. „Wat er was, is weg, en wij zelf zijn gebleven. Wij moeten dus ons leven opnieuw inrichten, en ons in ons lot schikken zoo goed liet mogelijk is „Ik geloof dat ik toen gehuild heb, mijn jon gen, gehuild als een kind wion men zijn gelief koosd speelgoed ontneemt. Ik moest mij in mijn do „Siècle", de „Aurora" onz.daarentegen zul len zij die door betaalde schreeuwers gisteren op den boulevard Port-lioyal bij het voorbijtrekken vau een lïnio-regirnenb lieten roepen: „Leve het legerLeve Zurlinden Weg mot de revisie I" wel content zijn over clo herbenoeming van den generaal. De nieuwe minister van oorlog is volgens berichten van vcrscliillencle zijden voornemens grootc opruiming tc houden in het departement- van oorlog. Volgons do „Temp»" heeft generaal Chanoine begrepen dat oen minister or voor moot zorgen, dat hij zich omgeeft met een per soneel dat hem niet beschouwt als een tijdolij- ken gast, maar dat hem trouw gehoorzaamt on zich niet vau andere zijdo laat inspirecrcn. Op liet oogenblik schijnt*generaal de Boisdef- fro nog op liet ministerie oen ongcoorloofden in vloed to oefenen. Intusschon begint heden liot proces togen Pic- quard, on men mag er benieuwd naar zijn of alles rustig blijft. Reeds heeft do „Sicclo" de regeering gewezen op de heftige hetoogingen, welke door de anti semieten worden voorbereid in do buurt van liet paleis van justitie. Er worden betoogers aango- worven in een inrichting in Montmartre en er wordt vier francs huur aan eiken bobooger be taald. Do prefect van politie heeft echter dezelfde maatregolen genomen als hij heb proces-Zola, zoodat de betoogers wel niet veel pleizier van huil werk zullen hebben. Wat het rechtsgeding zelf betreft, werd in do laatste dagen gezegd dat de twee beklaagden, Picquard en mi', Leblois, door hun verdedigers liet verzoek zouden doen de zaak to verdagen, tob na de beschikking op liet request vragende herziening van liet proces-Droyfus. Maar mr. Laboid heeft verklaard dat noch de ontdekking der valschheid-IIenry noch diens dood noch de inleiding der revisie in eenig op zicht zijn gedragslijn hebben veranderd, en dat zijn cliënt overeenkomstig de ontvangen dagvaar ding zal verschijnen. Alleen zullen do advoca ten Labori voor Picquard on Jules Fabre voor Leblois volledige openbaarheid verlan gen, die waarschijnlijk zal worden toegestaan- De dood van kolonel Henry is trouwens van weinig belang voor deze zaak. Immers, Henry is wel door den rechter van instructie opgeroe pen om met de heide beklaagden geconfronteerd te worden, maar hij behoefde niet ter openbare terechtzitting te komen getuigen. Wel is getuige, en een wiens verklaringen van gewicht zijn, generaal Dc Pellieux, en belang wekkend is daarom hetgeen Paul Meyer, de di recteur der „Eeole des Charles", aan een medewerker van de „Temps" vertelt over de briefwisseling door hem met den generaal ge voerd. Meyer heeft De Pellieux gewezen op zijn groote verantwoordelijkheid, mot name wat betreft zijn verklaringen in het proces-Esterhazy en het pro ces-Zola over Picquard en over het door Henry vervalschte stuk. Hij heeft don generaal bezwo- lob schikken dat was gemakkelijk gezegd, maar hoe Doch Jurgen Moldt haalde ook reeds uit een wandkast een groote, ijzeren geldkist voor den dag. „Help mij tellen, Hans Adam," zei hij. „Twaalf duizend thaler vergoeden do schade die je hebt geleden, en hier zijn ze." „Dat was edel l" riep de jonge Wolfram in opvlammende geestdrift uit. „Grootvader, dat was een grootmoedige daad." Do oogen van den ouden heer glinsterden met het vuur van lang vervlogen dagen. „Dat zou ik denken, mijn jongen," antwoordde hij met on zekere stom. „Waarachtig, dat zou ik denkon. Van zulke zelfverloochenende vriendschap weet onzo tijd niet meer af; liet gevoel daarvoor is totaal verloren gegaan. Twaalf duizend tha ler l Een broeder verraadt tegenwoordig voor dat bedrag zijn broeder. „Sterf, dan kan ik leven", dat is in de plaats van alle zachtere aandoenin gen» getreden." ,,'tls waar," voegde hij er toen hij, „Jurgen Moldt was een schatrijk man; hij kon die twaalf duizend thaler gemakkelijk missen; ja, toen ik hem vroeg op wolko voorwaarden wij liet "ontract zouden sluiten, schudde hij heb hoofd. Niemand zal er ook maar iets van hooren, Hans Adamwij halen er geen getuigen hij en zetten geen letter op papier. Jo weet dat ik nooit trouw, liet landgoed komt eens aan verre verwanten; hoe kan ik jou levenslot aan die vreemde men schen in handen geven 1 Dat geld is goed be waard bij een man van eer als jij, ook zonder documenten en uilerlijken dwang," „Maar daar wilde ik niets van weten. „Ik kan sterven, Jurgen," antwoordde ik hem, „dan zou den de Moldt's hun eigendom kwijt zijn." ren het kwaad dat Hij had aangericht, to her stellen. In zijn antwoord hooft De Pellieux o. m, ge zegd dat liij in hot proecs-Picqnard zonder haat uocli spijt zal getuigen; krachtig wierp hij allo medeplichtigheid aan do vervalsching van zich af, cn hij voegde er bij dat het leger do rovisio moet eischen, wat voor gevolgen die ook mogo hebben. Indien dc generaal dezo belofte houdt, dan zal zijn rol zeker nobeler zijn dan in hot procos logon Eslerhazy. Daarover vortolt Clémonccau in do „Aurora", ten bewijzo dat Zola gelijk had teen hij boweotde dat Esterhazy „op bevel" was vrij gesproken, liet volgende. Toon Seheuror-iCestnor voor do eerste maal als getuige verschoon voor generaal Du Pellieux, dio do zaak-Esterhazy instrueerde, was hij verrukt over do verzekeringen van den generaal dat hij niets anders dan do vollo, naakte waarheid weuschte, waarom, hij den senator verzocht liom ten volle to vertrouwen en alles te zeggen wat hij wist. Eenigo dagen later evenwel, toon Scheuror- Kcstiier wederom was gedagvaard, was De Pel lieux omgeslagen als een blad aan den boom. Hij had niets anders dan aanmerkingen op do verklaringen van den getuige, zoodat dezo ten slotte zeido„Maar, generaal, eenigo dagen go- loden was u heel andersWaarop de Pellieux antwoordde „Dat geloof ik graag. Toen had ik de bewijzen vail Droyfus' schuld nog niet gezien- Maan nu heb ik die gezien. Heeft uw vriend Billot ze u niet getoond? Vraag hom or maar eens naar en u zal eveneens overtuigd zijn." Clémenccau zegt door Scheurer-Kestner, die dit onderhoud terstond had opgetcelcond, ge machtigd to zijn liet te publiceeren, en hij zou dat in het gezicht van De Pellieux heblxm ge daan in het tweede proces-Zola, wanneer dab niet plotseling ware afgebroken geworden. Uit Scbeurer-Kestner's verhaal trekt Clêmen- ceau de conclusie dat de toenmalige minister van oorlog Billot, door generaal De Pellieux in keunis te brengen met het geheime bewijsstuk tegen Dreyfus, dat volgens hom geen ander was dan het valsehc documont-IIenry, volkomen be wust en opzettelijk een zoodanigen invloed heeft geoefend op het proces-Esterhazy, dat hij de betrokken personen aan liet verstand bracht dat er voor hen slechts één uitspraak kon bestaan Esterhazy vrij te spreken. Als Clcmenceau's verhaal waarheid behelst, levert do inmenging van Billot dan niet een „nieuw feit" op, dat de herziening van heb pro ces-Esterhazy mogelijk zou maken? Esterhazy doet teil minste wijs wanneer hij maar to Lon den blijft, waar hij volgens de „Observer" on do „Daily News" nog is. Hot laatste blad zegt dat de majoor, schoon or hem belangrijke sommen voor zijn geboden, geweigerd heeft een schrifte lijk overzicht van de zaak-Dreyfus tc geven. Guérin, minister van justitie ten tijde van Dreyfus' veroordeeling, heeft in een interview verklaard nooit een der stukkon van het dossier- Dreyfus te hebben gezien- Generaal Mercier had „Daar laat ik hot op aankomen, Hans Adam." „Ik niet, Jurgen- Wij zullen ten, minste een stuk opstellen, door ons beiden onderteekend en ver zegeld, inhoudende dat ik jo het geld schuldig hen dan laten wij het aan de wijsheid van den Eeuwige over boo de zaken later zullen loopen," „Toon knikte hij en reikte mij hartelijk do hand. „Zoo is het goed, Hans Adam, ik kan begrij pen dat je dat moet wenschenmaar ik sta op één voorwaarde, en daar gaat geen tittel van af jij zult de schuldbekentenis bewaren; niet ik." „Daarin heb ik toegestemd, on ook dat het een rentelooze leening zou zijn. Wij onderteeken den beiden het stuk; ik bouwde huis en schu ren weer op, loste mijn hypotheek af en begon sedert dien dag den cenon thaler na den anderen op zij te loggen. Jurgen Moldt en ik leefden nog bijna dertig jaar als innig bevriende buren voor dat do vriend van mijn jeugd verstrikt geraak te in de netten eener Fransclie gravin en als man van in de vijftig nog in 't huwelijk trad. Hij had in zijn jeugd een ongelukkige liefde ge had en was nooit tot een huwelijk te bewegen geweest; maar nu had de liefde hem opeens machtig aangegrepenhij verloor het hoofd ge heel en al, en wat eon rocks van spaarzame, met beleid huishoudende voorvaderen bij elkaar had den gebracht, dat werd nu lichtzinnig verkwist. Op Dornau biocide een bescheiden welvarenop Moldt daarentegen verdween het kapitaal als sneeuw voor de zon- Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1