LI
StsMijte Gasfatoiel ei Liitaterleiiiii
52s'6 jaargang.
Donderdag 22 September
1898
N°. 9736.
■,mmk
Tweede Blad.
DIRECTEUR.
iiaagscïïebrieyeïT
r-
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
UITGEVER: H. J. G. ROELANTS.
B e Ic e n <1 in a It i h t.
UIT DE PERS.
x Ur-w
;H1Hil l;iV7'l
A»OinraMBHTSPMjg voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
n franco per poet, p, kwartaal. 1.30
Afzonderlijke nommers.o.02
BUI&EAU: BOTEÏKSTKAAT ÏO, fclephoon Wo. 1S3.
-5 gewone regole met isbn-
ABVSMEimKPWJS: Vftü 1-
grip van cono Courantfd.B!I
Iedere govvono regel meero.jO
Bij abonnement wordt korting vorleend.
Df, durqeheester van Sciuao.ut,
gezien do wet van 30 December 1887 (staatsblad
no. '225) betreffende onderstand (ondeisteuning) aan
mindere geémploieeulen, vaste werklieden on bedien
den op daggeld weiluaam b>j inrichtingen van's rijks
zeemacht en op 's rijks weikvaartuigen, niet vallende
in de teimen van art. 2 der wet van 24 Jvnu 1854
{staatsblad no. 92);
Gelet op art. 0 van het Koninklijk besluit van 10
Januari 1888 {staatsblad no. 3), houdende bepalingen
nopens do botaalbaaistelling der bij eerstgenoemde
wet toegekende ondeisteumngen
Maakt bekend dat de attestation de vita tot ont
vangst van bedoelde ondersteuningen, in liet begin
van ieder kwartaal, op de werkdagen van des voor-
middags 10 tot des middags '12 uren, tor sccretaiie
dor gemeente verkrijgbaar zullen zijn,
Schiedam, 21 September 1898.
De Burgemeester voornoemd
VERSTEEG.
te SCHIEBAM.
Aan bovengenoemde inrichtingen wordt ge
vraagd een
Jaarwedde /"30O0, met opklimming tot f3500,
benevens vrije woning, licht, brandstoffen en
water der waterleiding,
Sollicitatiestukken in te zenden aan den
Burgemeester, vóór 10 October a.s.
Den ïïaao, 20 September.
Zoo juist en zoo uitvoerig zijn de verslagen
der grootsche feestviering, die achter ons ligt,
geweest dat 't ten eenemnale overbodig is daar
van den lezers der „Schied/Courant" nogmaals
een schets aan to bieden- Op waardige wijze is
's lands hoofdstad daarbij voorgegaan en de resi
dentie heeft vervolgens, al is 'b op wat kleiner
schaal, mede een schitterende hulde gebracht
aan de jeugdige Souvereino, wier kranig optre
den door allen met hoopvolle vreugd wordt er
kend. Yan deze geheele „betooging" is als 't ware
zekero bezieling uitgegaan, wij hopen den voor-
treffolijken indruk lang to bewaren, gelijk wij
vertrouwen dat ook onze 18-jarige Yorstin doen
zal, die zich in een gewijd uur zoo hartelijk en
zoo plechtig aan haar volk verhonden heeft.
Ha al het jubelen en pret maken herneemt de
ernst des levens zijn rechten, hetgeen ook maar
goed is. Evenwel niet zoodanig of de zucht tob
verstrooiing blijft hij de meesten, bij de Hage
naars althans, merkbaar. De zgn. Vrouwenten
toonstelling moge haar deuren gaan sluiten, heb
Kurhaus moge ook reeds sporen vertoonen van
heb naderend einde, dit neemt niet weg dat nog
dagelijks gelieele drommen de badplaats opzoe
ken om zich hij de concerten, bij de laatste uit
voeringen op Seinpost, bij den klinkklank in de
„Bar" te amusecren. Loffelijk is daarnevens het
streven van een onzer eerste en. beste genoot
schappen, van „Pulehri Studio", om den kunst
zin der natie té streelen en verhoogen. Nauwe
lijks is in het gebouw der Vereeniging de ten
toonstelling van teekeningen en aquarellen van
de Hollandseke Teeken-Maatschappij gesloten of
„Pulehri" heropent zijn deinen om ons een. expo
sitie van schilderwerken zijner leden aan. te
bieden.
Hot rumoerige feestgedruisch der laatste we
ken heeft aan heb succes der eerstgenoemde ver
zameling eenige schade gedaan. Zij heeft niet
zooveel aandacht getrokken als zij verdiende.
iWanb onder haar 112 nommers waren werken
van beteekenis, sommigen van buitengewone
waarde. Hoog to roemen waren bijv. Israels'
Middagmaal, Gabriel's Vallende avond, Therèse
Schwartze's Jongensportret (zoontje van minis
ter Cremer) en vooral dat heerlijke Herfstland
schap van Du Chattel, eon kunstenaar die do
natuur idealiseert en toch waar blijft. Ook zijn
Gezicht op Giessea-Nieuwkerk, evenals clo Zons
ondergang bij Wolf hoezo van mevr. Bildersv.
Bosse, waren in. hooge mate bekoorlijk- Bastert
was in volle kracht met zijn Octoberzon en zijn
Als de brem bloeit, terwijl de meesterlijke tee-
jkeniugen van Bauer uit Bussum vooral de
Grootc Moskee te Delhi en liet Paleis van Ak-
bar grooto waardeering vonden.
Ik zou nog menigeen mogen noemen, want
Mommers oil Mesdag, Poggenbeok, Eeiolman cn
Jao. Maris waren mede goed voor den dag go-
komen, maar ik bepaal mo nog slechts tob een
paar vreemdelingen, als Cipriani uit Rome, die
jaarlijks hier exposeert en een bevallig meisje
„bij do fontein" alsmede een kleurrijke „kippon-
markt" deed aanschouwen, on als Pecqueroau
uit Brussel en miss Clara Montalba uit Londen,
waarvan de le een fraai Lnxcmburgsch land
schap „gezicht op Beaufoil" do 2o een keurige
teekening „Regen on Zonneschijn" te zien gaven.
Laat ons nu eens kijken wat „Pulcan's" gister
geopende nieuwe tentoonstelling zooal te genie
ten geeft. M. i. staat zij in haar geheel genomen
hij de fraaie aquarellen-expositie achter. Maar
een gunstig verschijnsel is dat ditmaal zooveel
nog 'vibekende en jonge kunstenaars optreden,
van wier werk voor de toekomst vrij wat te ver
wachten is, Van dezen zou ik C. P. Gruppe bo
venaan willen plaatsen, wiens „Zonneschijn to
Katwijk" allerbevalligst is. Een breiende jonge
moeder zat met haar dochtertje aan haar lcme
voor do kleine woning, waarop de zon heerlijk
tintelt en aardige lichtplekjes toovert tusschen
do schaduwen van het gebladort. Het is keurig
van toon en schakeonng. Op gelukkige wijze
bootst Mondt do krachtige slagschaduwen in zon
nige stadsgezichten na, die Klinkenberg ons
vaak zoo uitmuntend te zien geeft. De violen
van moj. Al. Ruijsch zijn ook hoogst verdienste
lijk, Onder de dames, wier kunstvaardigheid wij
van vroeger kenden, komt aan mej- Anna Vee-
gens hulde toe voor haar „Groentevrouwtjo",
een bedaagde en gerimpelde maar expressieve fi
guur, die zelfs iets guitigs over zich heeft. Van
Vuuren's „mooie herfstdag" is mooi, al rijst de
vraag of do gebruinde kastanjeblaren niet wat
al te uitvoerig behandeld zijn. Onder de ouden
neemt Stroobel met zijn „In het 17e-eeuwscho
Zusterhuis" een eereplaats in. Sadée's zeegezicht
„Anker lichten" is in zoor mooie grijze tint be
handeld. In Schipperus vindt de „Herfst" weder
een uitstekend vertolker en in Apol heiwinden
wij den artistieken bewonderaar van den Win
ter. Onder de .amen vol goeden klank van eerst
genoemde tentoonstelling kunnen wij ook bij
deze Gabriel, Mesdag en mej. Therèse Schwartzo
nogmaals noemen, terwijl wij ten slotte do Haag-
sche Vlamiugskast van PI. Amtzenius met haar
velo figuurtjes en door den regen glinsterende
en glibberige asphalteering en vooral do fraaie,
droeve vrouwenfiguur („Berusting") van Henkos
niet stilzwijgend mogen voorhij gaan- Dab er
naast deze en andere verdienstelijke doeken ook
menig onbeduidend stuk te vinden is, kan moei
lijk weorsproken worden, maar zonder nationale
vooringenimenkeicl mag ook van dezo verzame
ling getuigd worden dat zij opnieuw komt too-
nen dat op kunstgebied liet jongere Holland nog
niet Oud-Holland oiiwa-irHg i-~ Men roet nu
wel geen vergelijkingen met de Rcnilu andt-ten-
toonstelling te Amsterdam gaan maken, dab
spreekt wel van zelf (al heb ik laatstgenoemde
nog niet gezien, begrijpt iedereen dit „a priori"),
zulle een Grootmeester der kunst brengt een volk
maar éénmaal voort. Maar het Land van Israels
en Maris, van Bosboom, Mauve en Mesdag zet
toch de tradities van het Land van Rembrandt
en Ruijsdael voort en werkelijk niet zonder eere,
Met dien indruk mogen wij voldaan zijn.
Terwijl 't bezoek van dergelijke kunstzaal een
genot is, kan men hèt zelfde nog niet zoggen van
't bezoek van den schouwburg. Zeer terecht heeft
daarom de Fransehe opera sedert eenige jaren
den aanvang van haar winter-veldtoclib van 1
Sept. naar 1 October verschoven, liet Ned. To
neel heeft intusschen de vorige week zijn voor
stellingen hervat, waarbij riek een der jeugdige
artiesten, mej. Rika Hopper, in Sardou's Dora
(niet een der beste werken van den meester)
zeer gunstig heeft onderscheiden. Belangstellend
zien de kunstvrienden onderwijl uit naar de crea
tie, die Bouwmeester hedenavond van Molière's
Vrek leveren zal. Wij, ouderen, herinnoren ons
nog welk een diepen indruk weleer Albregb in
die verbazend zware rol wist te maken. Wie nu
nog met mevr. Albregt een gesprek voert over
de uitnemendste rollen van. haar betreurden
echtgenoot, kan nog aardige bijzonderheden ver
nemen over de geestdrift, door zijn vertolking
van den onsterfolijken „Harpagon" verwekt. Le
vendig staat mij nog voor den geest hoe ik kort
ha Albregt, hier in don Haag Talbot van de
Comédie Francaise in ..l'Avare" zag optreden en
lioe ook deze verdienstelijke kunstenaar niet
de hoogte bereikte, waartoe onze Albregt zich
verhief. Met alle erkenning van Bouwmeester's
talent is 't nauwelijks to verwachten dat hij de
zen voorganger evenaren zal. Er is echter iets
onbillijks in zulk een vergelijking, waar men
eigenlijk slechts wagen moet of de vertolking „an
unci fiir sich" den gcwonschton indruk maakt,
waarbij nog komt dat Albregt iïT"zijn lange,
schrale gestalte met zijn magere vingers voor
dezo rol een wezenlijk physick voordcel had op
Bouwmeester, wiens korho en vierkante lichaams
bouw „in casu" veel minder typisch is.
Het mag overbodig lieelen voor uw lezers aan
te stippen dat 'fc heden hier buitengewoon vol is.
De eerste opening der Sta ten-Generaal door Ko
ningin Wilhdmina lokte natuurlijk nog veel
meer mensclion dan vroeger naar de pleinen on
storten, welke de statige stoet doortrok. Natuur
lijk telkens herhaald gejubel. De inhoud der
troonrede moge niet zeer rijk aan beloften om
trent nieuwe ontwerpen zijn, hetgeen wordt aan
gekondigd is van onmiskenbaar gewicht en zal
toch reeds te veel wezen voor den parlementai
ren maaltijd van dén jaar. Ongetwijfeld zal ieder
patriot gaarae zich bij do warme buide, aan ons
dapper Indisch loger gebracht, aansluiten. Do
korte maar goed gestelde rede heeft gelukkig
niet dat dorve en koude, dat weleer van die redo
onafscheidelijk heette. Heb Oranje-zonnetjo heeft
bij den koninklijken rondrit vriendelijk gesche
nen, er is als 't ware iets zonnigs over geheel ons
nationaal leven gekomen, mogen die koeste-
rendo stralen nu minder vluchtig zijn dan in 't
rijk dor natuur en de warmte dos harten bij ge
heel ons volk zich in verhoogde mate openharen
Max.
De Troonrede,
Reeds hebben enkele bladen hun oordeel
over de Troonrede uitgesproken. Een overzicht
daarvan volgt hieronder.
Het Handelsblad" Iaat zich als volgt uit:
Of dit werkprogram ons geheel bevredigt 1 Het
is zeker rijk en veel omvattend en wio den lang-
zamen spoed van onze Tweede Kamer kent, zal
zich verheugen, indien, laat ons eens zeggen, de
grootste helft der aangekondigde maatregelen over
een jaar haar beslag heeft gekregen.
Toch missen wij nooda een woord over de in
voering eener zelfstandige administratieve recht
spraak, waartoe de Grondwetsherziening van 1887
don weg heeft geëffend en waarover reeds in 1894
oen Staatscommissie een uitgewerkt ontwerp heeft
aangeboden.
Zoo waren velen een woord over voortgezette
verbetering van de wetboeken (o.a. omtrent naam-
looze en andere vennootschappen, de voorwaardelijke
verootdeeling en de herziening van strafvonnissen),
over een wijziging dor wet op het middelbaar
onderwijs niet onwelkom geweest.
Zijn een of meer van deze noodzakelijke maat
regelen wellicht begrepen in de sandere gewichtige
ontwerpen," die sin staat van voorbereiding" zijn
Laat ons echter matig wozon in onze wenschen,
wat een eerste voorwaaide is voor vruchtdragenden
arbeid. Het eerste regeeringsjaar van Koningin
Wiihelmina wordt geopend in het teeken van
sociale verbeteringen, en dat is een uitstekend
begin. Moge het overleg tusschen Regeering en
Staten-Genoraal er toe leiden, dat de goede voor
nemens tot flinke daden worden 1
Do sNieuwe Rotterdamsche Courant" laat
zich als volgt uit:
Den indruk, dien de Troonrede maakt, samen
vattende, kan men zoggon dat de regeering sobor
is in het doen van toezeggingen van nieuwe wets
ontwerpen; eene soboiheid, die gerechtvaardigd
wordt door het vele belangrijke werk, dat reeds in
het vorig zittingjaar door haar werd geleverd. Zeker
zou de een gaarne dit, de ander gaarne een ander
onderwerp reeds thans zion ter hand genomen
maar in het algemeen gesproken kan niet ontkend
worden, dat de stof, die aan de Tweede Kamer in
dit zittingjaar ter behandeling is of zai worden aan
geboden, omvangrijk genoeg is. En wie weet, oi
er onder de andere gewichtige onderwerpen, waar
van in de Troonrede vermeid wordt, dat zij in staat
van voorbereiding zijn, nog niet enkele zijn, die ook
in dit zittingjaar tot rijpheid komen.
Moge slechts het vertrouwen niet beschaamd
worden, door de Koningin in de Troonrede uit
gesproken, dat de beraadslagingen der Volksver
tegenwoordiging in dit zittingjaar vruchtbaar zullen
zijn en dat veel tot stand zal komen ten nutte
van het Vaderland en zijne overzeesche gewesten 1
De Telegraaf" oordeelt;
Het leek alsof de Troonredo vee! langer was
dan gewoonlijk, ofschoon zij in druk dezelfde ruimte
beslaat, doch de geheele plechtigheid maakte een
minder vluchtigen indruk dan anders.
Daartoe welkte ook mede, dat de inhoud wat
minder conventioneel vas, geen aaneenrijging van
do sinds onheuglijke jaren gebruikelijke zinnetjes,
die men al weet, eer ze nog zijn uitgesproken,
maar oon good geredigeerde, korte redevoering,
waarin «Heerst do inhuldigingsplechtigheid en hot
bij do feesten aan den dag gelegdo enthousiasme
werdon herdacht, vervolgens met oen enkel woord
do aigomeone politieke en economische toestand
wordt besproken, zonder duaibijin du gebruikolijko
détails (die toch niet gedetailleerd kondon behan
deld woideo) af te dalen, on ten slotte is opgesomd
wat hoofdzakelijk in liet aan to vangen zittingjaar
do Kamer zal mooton bezig houdon.
Enkele passages weken van hot oude stelsel der
korte zinnen nu wel wat al to ver af. Do alinea
waarin, na voorstoilon beliclïcndo secundaire sjioor-
wegon en tot vrijmaking van het verkeor op do
ltijks land- en waterwegen; vooits, wat de kolo
niën betreft, die tot vorslorking der geldmiddelen
en tot verbetering dor bestuursinrichting in Noder-
iandsch-InditS, alsook lot wijziging dor Itegoerings-
reglementen van Suriname on Curasao worden
vermeld, is één compacte wooidonmassa, boter ge
schikt om gedrukt, dan om uitgesproken te worden.
Doch in ieder geval was er blijkbaar naar gestreofd,
dezo rede zoo te rodigeeren, dat het uitsproken
daarvan niet was oen zinledige formaliteit, maar
dat de woorden in den mond dor Koningin indruk
moesten maken.
Du nadruk viel vooral op da sociale paragraaf,
waarin was samengevat hetgeen op dat gebied
aanstonds zal kunnen tot stand gebracht worden
(ongevallenverzekering, zorg voor de jeugd) en de
voorstoilon die daaromtrent in dit jaar zullen wor
den ingediond (woningtoestanden, overmatigon
arbeid, drankwet).
Ook de paragraaf waarin over Atjeh wordt ga-
sproken, ademde ditmaal eon zachtaardiger geest,
die in de eerste plaats van de hoop op toekom
stige bevrediging, en slechts in de tweedo plaats
van wapenfeiten en de daar door zee-en landmacht
betoonde dapperheid gewaagde.
Behalve in dit verband werd hot loffelijk zich
kwijten van zee- en landmacht niet afzonderlijk
vermeld, zoodat de schijnbare achterstelling van de
burgerlijke staatsdienaren vanzelf is vervallen.
De bode om Gods zogen over de werkzaamheden
van dit jaar kwam thans in het begin, terwijl aan
liet slot het vertrouwen werd uitgesproken, dat
met ijver en toewijding veel tot stand zal kunnen
worden gebracht. Daarop vorklaardo de Koningin
de gewono zitting der Staten-Genoraal te zijn ge
opend.
Het «Vaderland" zegt:
De eerste troonrede, die onze jonge Souvereine
geroepen is uit te spreken, maakt een uitnemenden
indruk. Reeds de stijl is levendiger dan wij gewoon
zijn, en de zinnen zijn minder onbeholpen naast
elkander geplaatst.
voor een jonge vrouw, die
zelf in hoogheid gezeten, niet blind kan zijn voor
den in vole kringen rondwarende» nood, wat wel-
komer belofte dan in haar eerste troonrede te
kunnen verklaren, dat tor oplossing der groote
maatschappelijke vraagstukken de hand krachtig
aan het werk zal worden geslagen 1
Voorwaar, dit Kabinet »-i! bewijzen, dat zijn
asociale rechtvaardigheid geen ijdele leuze was.
Wij weten dat vele sociale ontwerpen van ingrij
pend belang aan het oordeel der Kamers zijn
onderworpen die ter verbetering van woningtoe
standen en ter boporking van overmatigan arbeid,
waarvan verleden jaar de bewerking werd toege
zegd, zullen mede de vertegenwoordiging bereiken.
De herziening der drankwet, met het oog op
den fatalen termijn onvermijdelijkvgaworden, wordt
daaraan toegevoegd, 't Ging natuurlijk moeilijk aan
in een paar woorden te zeggen, in welke richting
die niet gomakkehjke herziening zal geschieden.
Dat van herziening van het armwezen gezwegen
wordt, stelt eenigszins te leurdie zaak schijnt
nog to veel voorbereiding te vorderen.
Moet liet ook teleurstellen, dat werklieden-
pensioneering op het program ontbreekt? Ons dunkt
niet. Na het rapport der commissie zal wel niemand
in ernst kunnen verwachten, dat eenige Regeering
spoedig met een bevredigende regeling gereed zou
kunnen zijn. Maar evenmin kan eenig verstandig
mensch moenen, dat de zaak door dat rapport be
graven is. Zij is nu eerst in waarheid de ordo,
maar geduldoefening is noodig.
Do kenmei kende zinsneden der troonredo zijn
hiermede vermeld.
De »Tijd" oordeelt:
Inzonderheid wat betreft de op sociaal gebied
aangekondigde ontwerpen sin dit zittingjaar" heb
ben wij meer reden om ons te verbazen over den
ijver der tegenwoordige bewindslieden dan dat wij
zouden te ktagen hebben over hun stilzitten.
Slechts één bedenking rijst bij ons op bij zoo
veel goede voornemens. sQui trop embrasso mal
étreint," of op zijn vaderiandsch «wordt hier niet
wat sa!' te veel hooi op den vork genomen 1"
Vooral wanneer men erbij bedenkt dat sen
passant" ook nog door de Kamers o.a, voor-