Zaterdag 22 October 1898.
N°. 9762.
52 jaargang.
DE CELDDU1VEL.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
uitgeverTIO. c. roelants.
Ken nisger i n g.
BUITENLAND.
COURANT.
ABOKirawmin'SPWjs vos? Schiedam, per kwartaal f 0.90
n n omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco par post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nummers- 0.02
BUREAUBBOTERSTOAAT ÏO, UteleplioGm Ufo. 123.
AnvERïEirrrEPRHe: van 15 gewone rogels met inbe
grip van cene Courantf o.52
Iedere gewone regel ineero.lO
Bij abonnement wordt korting verleend.
Dn Burgemeester van Schiedam,
Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen:
Dat het kohier van de belasting op bedrijfs- en
andere inkomsten no. LU dezer gemeente, over hot
dienstjaar -189S/99, door den heer directeur der dn ecte
belastingen te Rotterdam op den 19den October
1898 executoir verklaard, op heden aan den ontvanger
der directe belastingen ter mvoi dering is overgemaakt.
Voorts woidt bij deze herinnerd, dat een ieder ver
plicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
voet te voldoen; alsmede dat lieden de termijn van
tes wéken ingaat, binnen welke de reclames tegen
dezen aanslag beliooren te worden ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be-
hooit, den 21sten October 1898.
De Burgemeester voornoemd
VERSTEEG
Algemeen overEiclit.
SCHIEDAM, 21 October '98.
De zaak-Dreyfus komt niet voor op de rol der
Earner voor Strafzaken van kot Hof. Niettemin
neemt men aan dat het Hof den 27ste, 2801» of
29sto de zaak in behandeling zal nemen. Al
thans wanneer niet het gerucht bevestigd wordt
dab in heb Paleis van Justitie de ronde doet, nl.
dat heb Hof uit heb aan hot dossier toegevoegde
rapport van kolonel Picquard te weten is geko
men dat er nog een dossier bestaat hetwelk de
minister van. oorlog achterhoudt, en. dat het
Hof dit dossier zou opeischen. Is dit zoo, dan
zal de zaak nog wel nieb Donderdag a.s. aan de
orde komen.
In de „Liberie" wordt een noodschot gelost.
Volgens het blad hebben verscheiden generaals
verklaard dat zij zullen spreken wanneer men
overgaat tot de herziening der zaak-Dreyfus zon
der dat het diplomatieke dossier wordt overge
legd. Is dit het dossier, dat door den minister
van oorlog zou worden achtergehouden?
Hen hun. „spreken" zullen de generaals in elk
gesval de vrienden, van Dreyfus zeer verplichten.
Zij wachten er reeds lang op.
De heer Cesare Agrati, correspondent te Pa
rijs van het Italiaansche rechtsgeleerde blad
„I Truhinali", heeft weer nieuws omtrent d'e
verstandhouding tusschen Estorhazy en de Bois-
deffre.
Hij beweert uit goede bron te weten dab het
dossier van. den rechter van instructie Bertulus
drio brieven van den majoor aan den generaal
bevat, en een daarvan deelt hij mede. Het schrij
ven luidt
„Generaal. Ik dank u voor de hulp die u mij
heeft doen geworden. Maar ik smeek u mij wel
een nog belangrijker dienst te willen bewijzen.
Red mij, ik bid het u, wat betreft mijn brieven
aan mevrouw de Boulancy die op heb oogenblik
door deskundigen, worden onderzocht. Red mij,
DOOK
S. WÖRISBÓFFER.
39)
„Cilli is ziek," zeide liet jonge meisje zuch
tend. „Ik vrees voor haar verstand, ja voor
haar loven."
Wolfram zag haar vriendelijk-troostend inde
oogen.
„Wil u dat ik naar de hoofdstad ga, juffrouw
Ruth
Zij liet als gebroken het hoofd op haar borst
zinken.
„Het is heel iets anders wat ik u wilde vra
gen, mijnheer Wolfram! Heel iets anders."
Het scheen wel dab een bepaald denkbeeld
meer en meer een vasten vorm in zijn gedachten
ging aannemen; zijn stem klonk koeler dan te
voren.
„Zou u zoo goed willen zijn, openhartig te
spreken, juffrouw?"
In Ruth's oogen blonken dikke tranen. „Wees
niet boos op mij, mijnheer Wolfram. U is de
eonige onder alle mensclien op wien ik bouw,
dien ik zonder eenig voorbehoud vertrouwen
kan."
Nu was hij heb die een kleur kreeg. „Ik dank
u hartelijk daarvoor, juffrouw Ruth. Wat ik
ben en heb, staat tob uw beschikking; u zal u
nooit in mij bedrogen zien. En vertel mij nu
alles, als 't u belieft."
Ruth speelde met een lat© roos die de oude
zooate u mij reeds lvecft gered, uit het gevaar
van het borderel. Estorhazy."
De Pressensó, do redacteur der „Temps", die
voor don Raad van Orde van het Legioen van
Eer is gedaagd, schrijft in een kernachtig epistel
aan den voorzitter van dien raad dat hij den
Raad onbevoegd acht over zijn oor te oordee-
len; zijn gevoel van eer, zegt hij, is van dien
aard dat die er slechts onder kan lijden wanneer
hij behoort tot een zoogenaamde „eervolle" orde
met Estorhazy, den schrijver der brieven aan
mevrouw de Boulancy, dio uit het leger is ge
jaagd, dio een verrader is, maar die niet als
Zola en de schrijver zelf voor don Raad van
Orde is gedaagd. De tot hem gerichte beschul
diging werpt De Pressensó van zichhij kant
zich het recht too Henry aan t© vallen, waai
de vrienden van Esterliazy en Du Paty de Clam
vrijelijk kolonel Picquard beschuldigen.
De grootkanselarij van het Legioen van Eer
publiceert door bemiddeling van liet agentschap
Havas oen zelfverdediging. Zij herinnert er aan
dat, in geval van een veroordeeling of, voor of
ficieren, van tor-beschdrking-stelling wegens
doorloopend wangedrag of vergrijp togen de eer,
de Raad van Orde niet disciplinair kan straffen
dan na kennisneming van de door de bevoegde
ministers toegezonden dossiers na expiratie der
wettelijke termijnen van beroep op het Hof van
Cassatie of op den Raad van State. Zoo heeft
de Raad ten opzichte, van Zola moeten wachten
tot het arrest van het Hof van Versailles kracht
van gewijsde liad gekregen.
De „Soir" heeft naar aanleiding van een ge-
rucht dat te Suresnes de ronde deed, een onder
zoek ingesteld of inderdaad Dreyfus sedert eeni-
go dagen op het fort Mont-Valérion was. Hot
blad ontkent dit, ofschoon inderdaad een offi
cier in politiek op het fort geïnterneerd is en
streng bewaakt wordt.
Te midden der strijdartikols in do bladen naar
aanleiding der Fashoda-quaestde schijnt het nut
tig, zogt de „Temps" van Donderdagavond, aan
te geven hoe de zaken precies staan, om een
goed oordcel mogelijk te maken.
Nadat het Engelsche kabinet in den aanvang
zijn aanspraken op Fashoda had laten gelden,
heeft het Frankrijk gevraagd zijn eischen daar
tegenover te stellen. De Framsche minister van
buitenlandsche zaken heeft toen daarop eon
kernachtig antwoord gezonden, waarin Frank
rijk een débouché aan den Nijl eischt, voorbe
houd makende omtrent de aanwijzing van het
geografische punt.
Het hoofd van het Foreign Office te London
heeft toen tijd gevraagd om zijn collega's te
raadplegen dio op dat oogenblik de een hier, de
ander daar waren. Tot nu toe heeft hij hm nog
niet allen kunnen raadplegen, en zelf is hij op
dit oogenblik niet te Londen, terwijl 'de anderen
ook nog niet terug zijn. Daarom kunnen de on
derhandelingen niet met vrucht worden voort
gezet dan in de volgende week.
Het geelboek waarmede de Fransche regee
ring het Engelsche blauwboek betreiiende Fa-
huibiioudster voor „de jongste van dominee" ge
bracht en met een geheimzinnig knikje naast
haar wijnglas gelegd had, Wat zij nu moest
zeggen, verscheurde haar het hart.
„Mijnheer Wolfram, hoeveel zou mijn zwager
den handelsraad Lissauer en andere mensclien
wel schuldig zijn? Het is zeker een reusachtig
bedrag."
Erik haalde de schouders op. „Toen Hans
Adam het landgoed in handen kreeg, was er
meer dan een half millioen baar vermogen voor
handen, dat geld heeft hij opgemaakt en
sedert dien tijd steeds nog op vorstelijken voet
geleefd. Elk jaar wordt hij voor duizenden en
duizenden bestolen, zonder dat bij het bemerkt
hij leent aan ieder die in nood verkeert; hij
smeedt grootsche plannen on hij gelooft altijd
het succes reeds gegrepen te hebben. Alle raad
is bij hem vergeefsch."
Ruth zuchtte. „Hij heeft een baat van goud,"
zeide zij halfluid.
„Voor lien die niet gedwongen, worden alle
consequenties van zijn dwaasheid in ham eigen
leven mede te dragen, misschien wel."
„Wordt niet bitter, mijnheer Wolfram; wij
moeten bij de zaak zelve blijven. Ik had. zoo
graag dat u vriendelijk inet mij sprak."
„Goed! Goed! Maar u deedt een vraag,
juffrouw Ruth, en ik moest antwoorden. In het
geheel zal Hans Adam wel schulden hebben tot
een bedrag van een kwart millioen als liet
ten minste niet nog meer is."
Ruth huiverde. „Zoo'n reusachtig bedrag,
mijnheer Wolfram? Maar het landgoed is
tooh ook veel waard, niet waar?"
shoda zal beantwoorden, wordt vermoedelijk
Zondag a.s. rondgezonden. Heb zal dus niots be
vatten over het rapport van Marchand, dat op
zijn vroegst Zondag te Parijs kan aankomen.
Want volgons eon door minister Delcassé ont
vangen telegram heeft kapitein Baraticr vicr-en-
twmtig uur vertraging gehad op zijn reis en
zou eerst gisteravond te Ivairo aankomen. Het
rapport moot dan in cijferschrift worden overge
bracht en wordt in zijn geheel naar.Parijs ge
seind, waar liet natuurlijk weer ontcijferd moot
worden. Met dat in cijferschrift brengen en ont
cijferen zijn 1^- a 2 etmalen gemoeid.
Levendig wordt in Frankrijk en ook daar bui
ten de heftige toon afgekeurd waarop Engelsche
politici en Engelscho bladen ovor de Faslioda-
quaestie spreken. Zoo komt liet „Fremdonblatt"
sterk don oorlogszuchtigen toon af dien sir Mi
chael Hicks-Beach aansloeg; in denzelfden toon
is thans weer een artikel var de „Pall Mali Ga-
zotte" gestold, wolk blad over een Fransoh-En-
gelschon oorlog spreekt als de eenvoudigste en
natuurlijkste gebeurtenis ter wereld, welke wol
voor een oogenblik een paniek zou veroorzaken
op de Londensche beurs, maar dio in korten tijd
zou leiden tot vernietiging van den Franschen
handel op alle zeeën, de inlijving van alle Fran
sche koloniën in Afrika on Arid bij Engeland
enz.
Golulddg dat er ook, zooals de „Temps" mot
voldoening constateert, nog ernstige en invloed
rijke bladen zijn die op bezadigder en voor
Frankrijk waardeerender toon spreken, zooals do
„Manchester Guardian".
De „Westminster Gazette" komt op tegen de
wijze waarop sir Michael Hioks-Beaeli de ver
antwoordelijkheid voor de gebeurtenissen die tot
de Fashodarquaestde hebben geleid, afwentelt op
lord Rosebeny en sir Edward Grey. liet blad
stelt bet kabinet-Salisbury, en de premier in de
eerste plaats, verantwoordelijk voor de gevolgen
der onderhandelingen die door onhandige poli
tiek ernstige afmetingen kunnen aannemen.
Gemengde Mcdedcellngen.
Het Koloniaal Genootschap in Duitsehland
had tot den Rijkskanselier het verzoek gericht
de Duitscli-Engelsche overeenkomst openbaar to
maken. Yon Hoheulohe heeft hierop geantwoord
dat dit niet mogelijk was zonder belangen des
vaderlands in gevaar te brengen. Het Genoot
schap heeft verklaard met cht antwoord genoe
gen te nemen.
Volgens do „Éclair" zal Brisson, zoodra de
Kamers bijeenkomen, de discussie aanvaarden
over de binnenlandsehe politiële. Daarna zal hij
de persoonlijke redenen medeclcelen van zijn af
treden.
Aan Bourgeois zou daarna door Faure wor
den opgedragen de door de Kamer goedgekeur
de pohbiek voort to zetten.
President Faure ontving gisteren de groot
vorsten Wladimir en Paul van Rusland en her
tog George van Leuchtenberg.
Woensdagavond heeft liet socialistisch comité
van waakzaamheid to Parijs vergaderd en beslo
ten de socialisten uit te noodigon Dinsdag a.s.
op do Place de la Concorde te manifesteeron
bij wijze van protest logon do voor denzelfden
dag op liet getouw gezette betooglngelf' door do
Patrio t ten-liga.
Dat belooft wel wat!
„Zeker. Wanneer Moldt onder den hamer
komt, worden alle scluddeisehers voldaan,
maar dan is Hans Adam een verloren man.
Het mot de werkelijkheid des levens, met al zijn
eischen en steeds hernieuwde open vragen klaar
spelen, dat kan hij niet."
Ruth sloeg de oogen neer. „Dat weet ik, mijn
heer Wolfram. En nu moet ik ook alles zeggen.
He vraag u dringend mij mijn woord dat ik u
onlangs gegeven heb, nu de omstandigheden zoo
geheel anders zijn geworden, terug to geven Ik
moet moet mot den handelsraad Lissauer
trouwen, of alles is verloren."
Erik had reeds lang voorzien wat er zou vol
gen; hij schrikte daarom niet, maar zijn besluit
scheen volkomen vast te staan.
„Dat is onmogelijk, juffrouw Assmami," zei
de hij.
Ruth bracht de bloem, naar haar lippen; zij
hij ede naar adem,
„Laat u verbidden, mijnheer Wolfram;
spreek zelf met don handelsraad on sluit oen
formeel contract, waardoor dien heer voor het
vervolg de handen gebonden worden. Lissauer
is onmetelijk rijk; men zegt dat hij verscheiden
millioenen bezit."
„Die allemaal bij elkaar gebracht zijn door
heb edele beroep van woekeraar ja zeker. Dat
nu en dan een pistoolschot de hersenpan van
eon bedrogen slachtoffer verpletterd liceft, dat
deze of gene door toedoen van mijnheer den
handelsraad. in een gekkenhuis is terechtgeko
men en zijn geheele familie overleverde aan ar
moede, nu, om daaraan te denken, daarvoor is
de bravo man niet gevoelig genoeg,"
De gemeenteraad van Parijs hooft een motie
aangenomen, den wensch uitsprekende dat de
regeering aan haar afgevaardigden tor conferen
tie tegen de anarchisten opdrage allo maatrege
len te bestrijden dio do vrijheid der burgers
zouden aanranden.
Eon honderdtal stakendo schrijnwerkers lie
pen gisteren door do straten van P,vrijs, roopon-
de - „Lovo do werkstaking". Er deed zich geen
incident voor.
Graaf Mm-awioff komt heden te Wocnen aan,
waar keizer Frans Jozef hom in audiëntie zal
ontvangen. Vandaar reist do minister naar Li-
vadia, waarheen de Czaar vertrokken is.
Czaar Nicolaas is over Duitsehland van Dene
marken naar zijn land teruggekeerd. Alle sta
tions werden bewaakt door politie en troepen.
Te Weenen wekt liet ongerustheid dal de ver
pleegster der onder verschijnselen '"van pest
overleden amanuensis van hot bactereologisoh
laboratorium nu ook onder koorlssymptoanen
ziek is geworden. Do zieke is voorzichtigheids
halve afgezonderd, evenals de doktor dio den
amanuensis behandeld heeft. Deze behandelt nu
do verpleegster. Nog een tweede verpleegster is
afgezonderd schoon zij zich volkomen wel be
vindt.
De Forte heeft nu zonder voorbehoud het
ultimatum der vier mogendheden aangenomen.
Volgens de „Polit. Corr." zijn de vier mogend
heden overeengekomen hun troepen op Kre
ta te brengen op 14,000 man. Derhalve zullen
nog 3000 man naar het eiland worden gezon
den, waaronder 1200 Engelsche soldaten.
Keizer Wilhelm heeft het grootkruis van den
Zwarten Adelaar geschonken aan den groot-vi
zier. Den Sultan vereerde Z. M. een buste van
Wilhelm I en keizerin Augusta.
De Keizer heeft een langdurig onderhoud go-
had met den Sultan. Von Bülow bracht een lang
bezoek aan den Russisohen gezant.
De Keizer en de Keizerin vervolgen hun rois
door Klcin-Arië.
Naar de „Daily Telegraph" uit K'airo ver
neemt, zal do Sirdar heden Alexandrië verlaten
om in den avond van den 27sten te London aan
to komen.
Dalziel spint dat de Russen nu ook bezit
hebben genomen van Niu-tschwang, aldus hun
bezetting van Mandschoerije voortzettend.
Minister Delcassé deelde gisteren in den
Franschen ministerraad een telegram mede van
den minister-resident van Frankrijk te Peking,
„Maar dab alles gaat mij toch niet aan."
Ruth schreeuwde heb bijna uit; zij snikte
hartverscheurend.
„Mijnheer Wolfram, ga naar den man toe,
onderhandel met hem, en wanneer hij er in toe
stemt Hans Adam's schulden geheel en al kwijt
te schelden, wanneer hij schriftelijk belooft, zelf
geonerlei vordering meer te doen gelden, dan
wil ik met hem trouwen."
Erik stond plotseling op; hij ging naar heb
venster en keek naar buiten. „En dat moet ik
in orde maken?" riep hij met gesmoorde stem
uit. „Ik?"
Dat werd in de diepste ziele smart uitgeroe
pen; een oogenblik scheen de zelfbeheersching
van den anders zoo bedaarden man hem ten
eenenmale te begeven.
„Ik kan het niet, Ruthvoegde hij er mot
een diepe ademhaling bij. „Onmogelijk
„Ontneem mij toch niet alle hoop," smeekte
de weeko, sympathieke meisjesstem achter hom.
„Hot is maar een woord waarom ik u smeek."
„O, hoe misleidt u uzelf, juffrouw Ruth 1 Hot
is de ellende van uw geheele toekomst; het is
erger dan de dood een jammerlijk bestaan
dat u in de armen van. den waanzin zou wer
pen."
Hij keerde zich langzaam naar haar om. „Of
zou ik mij bedriegen?" voegde hij er bij. „Zou
u ooit aan de zijde van eon volkomen geweten
loos man gelukkig kunnen leeron zijn? Zou u
schatten willen bezitten die met de wanhoop
van anderen zijn betaald?"
(Wordt vervolgd.)