52s" jaargang. N°. 9770. Eerste Blad. Dinsdag 1 November 1898. DE GELDDUIVEL. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELANTS. BUITENLAND. ABOSNEMENTSPitus voor Schiedam, por kwartaal f 0.90 omliggende plaatsen, p. kwart. -1,05 franco por post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommorao.02 BUREAU i BftTEltaTRAAT ff», Telcplioon Ao, 123. ArjvF.nTENTrEiMUJs: van 1—5 gowono regola mot inbe grip van eeno Courantf OM Iedere gowono regel meerq jq Bij abonnement wordt korting verleend. Algemeen overricht, SCHIEDAM, 31 October '98. Levo liet licht? Heb Hof, Na. te hebben beraadslaagd ia raadkamer, Gezien, den brief van den minister van justi tie, gedagteekend 27 September 1898; Gezion lieb requisitoir van den procureur-ge neraal, waarbij deze voor bet Hof aanhangig maakt de veroordeeling, den 22en December 1894 uitgesproken door don eersten krijgsraad van het militair gouvernement van Parijs tegen Alfred Dreyfus; Gezion de stukken van liet proces; Gezien ook de artikelen 443 en 447 van het Wetboek van Strafvordering, gewijzigd bij de wet van 8 Juni 1895; Omtrent de ontvankelijkheid van het ver zoek tot revisie Overwegende dat liet onderzoek bij het Hof aanhangig is gemaakt door zijn procureur-ge neraal, krachtens een uitdrukkelijk bevel van den minister van justitie, handelende na, de meeuing te hebben gevraagd van. de commissie ingesteld krachtens artikel 444; d'at hot ver zoek valt onder de laatste paragraaf van art. 443dat het is ingediend binnen do termijnen vastgesteld iu de artikelen 444 en 447 dat ein delijk hot vonnis, waarvan, de herziening wordt gevraagd, kracht beeft van gewijsde; Omtrent den staat van de procedure: Overwegend dat de overgelegde stukken het Hof niet in staat stellen om au fond over do zaak te oordeelen en dat er aanleiding bestaat om een aanvullend onderzoek in te stellen. Om deze redenen, Verklaart het verzoek ontvankelijk, Beveelt clat een aanvullend onderzoek zal v/orden ingesteld, cn beslist dat er nog geen aanleiding bcdaat om de voorloopige schorsing van de straf te ge lasten. Alleen de kreten „Leve het liolit! leve do waarheid," klonken, toen, na een eindelooze be raadslaging in raadkamer, liet arrest van het Hof werd voorgelezen. Reeds om kwart voor twee waren na liet pleidooi van nir. Mornard, die vooral wees op de onregelmatigheden inliet proces-Estorliazy, de debatten gesloten, en eerst te ruim vijf urn- keerde liet Hof uit de raadka mer terug. Er waren strenge voorzorgsmaatre gelen genomen door de politie; de bureau's der voornaamste Dreyfus- en anti-Dreyfus-bladen werden bewaakt; maar geen oogenblik werd de orde verstoord. De uitspraak die het Hof deed, is zeker wol de beste die het kon doen. Het arrest getuigt van een onpartijdig inzicht en wijs beleid. Zelf DOOR S. W'ÓRISHÖFFER. 47) „Hans, of het gold nu van jou of van mij is, is dat niet hetzelfde?" „In jou hart wel," zeddo hij. „Maar of 't ove rigens ook zoo is dat weot ik niet." Het was nog vroeg in den morgen, de griffie van het kantongerecht dus nog open. De baron bet een paard zadelen en reed weg om ter bo- voegder plaatse nadere inlichtingen in te win nen. Hij voelde eon hardnekkige stekende pijn in zijn slapenhij had een gevoel alsof hij lust zou hebben met den een of ander ruzie to maken. Ter griffie van het kantongerecht hoorde hij dat de dagvaarding uit Frankfort alleen den eigenaar van Domau had gegolden; voor hem zelf was geen dagvaarding ingekomen. Maar in ieder geval wilde hij toch dat alles mot zijn eigen verstand omvatten; hij wilde, wanneer het noodig was, een protest indienen mi do zaak tot liet uitersto doorzotten. In ieder geval kwam liet er nu op aan terstond naar Frankfort to vertrekken. Op den wog van het kantongerecht naar het hotel kwa.m Willibald hem tegemoet. .Zijn aan blik viel als een steen op Hans Adam's liart. Ook dat nog. „Goed dat ik je tref," zeldo de bankdirecteur op bekommerden toon. ,,Ik zou je anders van daag nog geschreven hebben." zal hot Hof een instructie openen tor aanvul ling van die van 1894; liet zal daartoe noodig hebben alle dossiers, ook het zen. geheinio (dat volgens Yves Guyot evenwel dezer dagen ver brand is); door zijn beslissing betoogt liet Hof met nadruk, dat het civiel gezag staat bovon het militaire. Tegelijk wordt niet vooruitgeloo- pen op de vraag van Dreyfus' schuld; door de straf van den ex-kapitein niet t© schorsen geeft het hoogste rechterlijk collego blijk van zelfs den schijn van partijdigheid te willen mijden, en elke opwinding der gemoederen vóór do be slissing to voorkomen. Air. Labori, dio zeer vol daan was over het arrest, moest zelf toegeven dab hot wellicht beter was Dreyfus voorloopig' op het Duivels-eiland te laten. - Welko kunnen nu de gevolgen zijn van het onderzoek van het Hof De schuld van Dreyfus bewezen achtende, kan het alsnog de revisio- aanvraag verwerpen. Maar- het kan ook, een gerechtelijke dwaling mogelijk, doch niet ze ker oordeelendo, Dreyfus' veroordeeling vernie tigen en hem voor een nieuwen krijgsraad doen terechtstaan. Eindelijk kan het do overtuiging krijgen van Dreyfus' onsehuid en de veroordee ling vernietigen zonder een nieuw proces te be velen. Zal Dreyfus gehoord worden en moot bij daarvoor naar Frankrijk worden overgebracht? Geen van beide is beslist noodzakelijk; maar in den loop van heb onderzoek zal liet waarschijn lijk wel noodig blijken Dreyfus zelf to verhoo- ren. Dit kan evenwel geschieden, ook zonder dat hij naar Frankrijk wordt overgebracht. Het Hof kan een rechterlijk ambtenaar te Cayenne met het verhoor belasten of zelf een rechter commissaris naar de strafkolonie zenden. Wat ons .wel een dwingende eisch van recht vaardigheid lijkt, is, dat zooals do zaken nu staan, een eind worde gemaakt aan het uitzon- deiingssysteem dat op Dreyfus wordt toegepast. Zoo er al ooit aanleiding kan geweest zijn hem te behandelen met een strengheid dio de wet niet eischb, nu het Ilof beslist heeft dab er re den is om aan een gerechtelijke dwaling te den ken, mag Dreyfus zeker niet zwaarder gestraft worden dan noodig is om te voldoen aan do wettelijke strafbepalingen. Zeer wel mogelijk is heb dan ook dat de „In- transigeant" ditmaal gelijk heeft of door de feiten in het gelijk wordt gesteld, wanneer het blad van den „rooden markies" beweert dat het ministerio-Brisson nog den tijd heeft gehad te bevelen dab Dreyfus' straf verzacht worde. Daardoor zou Dreyfus naar Cayenne overge bracht worden, waar het zachtst mogelijke straf stelsel op hem zou worden toegepast. Het spreekt vanzelf da.b hot arrest van het Hof zeer vorscliillend wordt beoordeeld. De aanhangers der revisie, do vrienden van Dreyfus zijn tevreden, zeer tevreden zelfs. Reeds uit bovenaangehaalde uitlating van mr, Labori. blijkt wat de algemeens meening in heb kauip „Over heb geld, Willibald?" „Helaas ja. Tegen het eind der volgende week heb ik een inspectie van de verhuurde kastjes te wachten. Hans je zorgt toch dat het geld er is „Natuurlijk. De oude Assmann is gestorven en morgen ga ik naar Frankfort voor de testa mentsopening." In Willibald's gelaat keerde de kleur terug. „God zij geloofd!' riep hij uit. „Ik heb al den geheelou laatsten naclib geen oog meer toe ge daan, uit vrees dat je niet \-or het geld zoudt kunnen zorgen." „Dwaasheid! Zoo'n geringe som." „Ja, dat zog jij. Andere menschel! noemen liet een vermogen." En toon vroeg hij..Ga mot mij mee, Hans; vandaag is Mies jarig; zij zou je al zoo lang eens graag een eigengebakken taart voorzetten en jo toonen hoe gelukkig zij is." De baron wendde den blik af. „Nu, rijf mi nuten dan," antwoordde hij. „Alleen om jo niet te beleedigen, Willibald." Zij gingen beiden naar het huisje onder het groene gebladerte en worden door de dames al lerhartelijkst ontvangen. Hans Adam moest keuken en kelder, tuin en loods door wandelen alles werd liom gewezen, en bij alles werd hij zelf als de schepper van dit bloeiend geluk ge prezen. Daar stond zelfs een stal Willibald had dien zelf getimmerd en daarin blaatte eon geit. Verderop bevolkten kippen een groot vieelitwork van ijzerdraad, en als mevrouw Mies or vóór knielde, dan kwamen do kippen naai* haar too om uit haar hand het voêr te pikken. Wat een geluk, welke vreugde, overal was der strijders voor de herziening is, nl. dat or verkregen is wat gowenscht werd. Duidelijk spreekt ook die voldaanheid uitliet oordeel der ïerisio-pers. Yves Guyot spreekt in de „Siccle" van „ecu door recht en waarheid behaalde overwinning waarop wij het recht hobbeu trotseh te zijn'maar hij gevoelt tevens droefheid over de „voor ons oog onthulde af gronden waaraan wij niet konden denken". Hot vrouwenblad, de „Fron.de" zegt: „Wij, do over winnaars van gisteren, moeten een voorbeeld geven van bezadigdheid, van eerbied on van wettigheid". En Meunier gewaagt in de „Rap pel" van „de overwinning die behaald is op de reactie, welke de zaak-Drcyfus heeft gemaakt tot een strijdwapen tegen onze vrijheden". Clómenceau en Jauros, de heftigo strijders voor do herziening, gaan voort met hun oisclion te stellen. De eerste roept in de „Aurore" om volledig licht, mot den wenseh dat het Frnu- sehe volle zijn ijdcle spookbeelden late varen on eindelijk voortga op clen weg naar den gelukki gen vrede der rechtvaardigheid. De laatste tart cle generaals aan het Hof van Cassatie do dos siers* te weigeren die in de ijzeren brandkast zijn opgesloten. Cornély merkt iu do Figaro" op dab liet Hof een gelukkig besluit heeft gonoiqcn; het blijft daardoor op een verstandigen middenweg. Had hot grooto boulevard-blad dit ook maar altijd gedaan, is men geneigd te zeggen. Geheel anders is de toon der bladen, van dcu generalcn staf, der nationalisten en anti-semie ten. Drum out scheldt in de „Libre Parole" don voorzitter, den rapporteur en den procureur-ge neraal van heb Hof voor schelmen, en waagt do generaals nu alles te zeggen. (Dat vragen de vrienden der revisie al maanden lang') In de „Ititransigeant" zegt Rocheforb: „De hoog- waardighcid=bekleeders van het Hof van Cas satie hebben zich gisteren laten naturaliseeron als onderdanen van den Duitschen Keizer," Paul de Cassagnac noemt in de „Autorité" het arrest een „dubbele laagheid"; de „Jour" spreekt van het arrest als van een „juridischen staatsgreep". Brutaal is de uitspraak van cle „Gaulois", welk blad heb betreurt dat in een dergelijke zaak de burgerlijke rechtspraak het laatste woord kan zeggen. liet verstandigst is het zeker wel Viriani's uitspraak in do „Lanterne" over te nemen. Hij hoopt dat de bureau's van oorlog gevolg zullen geven aan do eïsohen van het Hof en zegt dan „Hoe dit zij, laat ons afwachten." Ja, laat ons afwachten. De „Aurore" meent to weten dab het arrest van liet Hof van Cassatie gewezen is met 9 tegen 4 stemmen. De „Figaro" zegt dat de raad van heb Le gioen van Eer Zaterdag heeft vergaderd en be sloten heeft Esterhazy uit de orde te schrappen. ,,'tWerd tijd!" merkt de „Ind. Beige" terecht hierbij op. Bss!Bn5:aBBg!ggBig5EgaasssBzgaMei838agaagaigg3K8»«iiEBa weer iets anders en mooiers nog te bewonderen. Willibald had zelfs een duiventil in orde ge maakt. En toen trokken zij him gast in het stillo, gezellige hoekje waar de gesneden oude stoel stond. Hans Adam moest taart eten en choco lade drinken; mevrouw Mies straalde van ge luk, hem eindelijk eens in haai* huis te mogen ontvangen. „Weet u wat ik dikwijls wenscli, baron?" „Wat dan, mevrouw?" „Ik wilde dat ik u een offer mocht brengen, een heel groot, kostelijk offer uit dankbaarheid voor al het geluk dat wij uit uw vriendelijke hand ontvangen hobben." Ook Willibald's oude moeder stemdo leven dig' in mot de woorden van haar schoondochter. „Ja., ja, baron, waren wij maar eens in staat u onze dankbaarheid ten volle te kunnen bewij zen." Hans Adam voelde hoe zijn hart bonste. „Niet zulke woorden!" zeide bij bijna gejaagd. „Ik ben eeuigszins bijgoloovig, dames, en wio zal nu bet noodlot gaan uitdagen?" En toen stond hij op om te gaan. Het was hem of er voor zijn blikken een spookbeeld was opgerezen en of hij moest vlieden om zich door de knokige handen niet te laten grijpen. „Een offer!" dacht hij steeds weer. „Een offer!" Waarom moest ook dat lieilloozs woord wor den gesproken? Toen de baron thuis kwam, ontmoette Ruth hem in de voorkamer. Zeker niet toevallig, dacht hij. „Wel, Hans, geen dagvaarding voor jou?" Do „Radical" heeft vernomen dat de officier belast met do instmotie tegen Picquard zijn onderzoek liecfb geëindigd en het rapport der schriftkundigen afwacht om een beslissing te nemen. Waardig protesteert Picquard's schoonbroe der Ednioud Gast tegen do aantijging van ge neraal Gonse. Ilij schrijft aan den generaal: „Ik lees iu hot proces-verbaal der zitting van gisteren van hot llof van Cassatie dat gij op belcecligoude wijze kolonel Picquard hebt gelo genstraft naar aanleiding eener door hem aan gehaalde zinsnede. Gij hebt dat gedaan op een oogenblik waarop gij wist dat kolonel Picquard u aicb kon antwoorden. Dat is niet rechtscha pen gehandeld voor een Franseh generaal." In een door do anti-semiotischo groep in do Fransche Kamer uitgevaardigd en door liet be stuur, Drumont, generaal Jacquoy en Mori- naud, onderteelcend manifest wordt het drin gend noodzakelijk genoemd de republikeinselio regeering te bevrijden van do joodseho invloe den en Frankrijk te ontheffen van liet juk der joden, die het land ontceren en plunderen. Do „Aurore" deelt verontwaardigd medo dat Desclianel, de voorzitter den* Kamer, Rooheforb, Drumont en meerdere leiders der „hatelijke campagne togen Dreyfus" bij zich ton eten lioeft genoodjgd. Verschillende bladon willen dit niet gelooven. Keizer Wilhelm Ie Jeruzalem. Zaterdagmorgen vroeg is keizer Wilhelm naar Jeruzalem vertrokken, waar hij in den voormid dag aankwam. Begroot door een opgetogen juichende menig te bereikte cle stoet, in welken do keizerlijke standaards gedragen werden, het tentenkamp ten noorden van de stad waar hot ontbijt werd genuttigd. Daarna begaf zich hot keizerlijk paar van de Jaffapoort naar do kerk van het Heilige Graf. Aan den ingang hielden drio patriarchen aan het hoofd der Roomsch-Katlioiieke, Grioksdi- Katholicke en Armenische geestelijkheid toe spraken. Do Latijnsche patriarch Piari roc-mdo de bedevaart van liet keizerlijk paar naar liet graf des Verlossers als een bewonderenswaardi ge uiting van vroomheid. Het innig godsdien stig gevoel van liet keizerlijk paar is een verhe ven voorbeeld, dat liet aanzien van den christo lijken naam verhoogt. De patriarch smeekte over do keizerlijke hoof den Gods rijksten zegen en een lang leven af tot room van God, tot welzijn van het Duitsche volk. De Keizer en de Keizerin maakten een rond gang door de kerk on bezichtigden daarna de nieuwgobouwdo evangelische kerk van den Ver losser. De Pruisische minister van eerediensten Von Bosse hield een toespraak. Des avonds worden in het consulaatsgebouw het consulaire corps, Turkscho autoriteiten, de patriarchen en de geestelijkheid ontvangen. Naar Wolffs bureau uit Jeruzalem ver neemt heeft keizer Wilhelm tijdens zijn vor- I-Iij schudde zwijgend het hoofd en wilde haar voorbijgaan, maar zij hield hem tegen. „Hans, ik lieb mij dat alles al zoo mooi voor gesteld," fluisterde zij met gesmoorde stem. „Ja, jij!" antwoordde hij. „Maai* „Geen maren. Kijk, als Cecilia de helft van het geld had geërfd, dan zoudeu je schuld- eisoliers er beslag op kunnen leggen, niet waar? Maar zóó, nu het geld, zooals wij wel kunnen aannemen, aan mij alleen is vermaakt, blijft ons do vrije beschikking er over. Is dab niet veel beter „Ik geloof liet niet," antwoordde hij. Zij schoen te verschrikken. „Hans, je hebt toch geen schulden tot een bedrag van een lialf millioen f' Voor de tweede maal kreeg hij dien dag een steek in 't hart. „Wat denk je wel, Ruth „Nu dan!" glimlachte zij. „Wees dan blij, Hans." „Kind," zeide hij, „kind, je vergeet de hoofd zaak. Je bent minderjarig, en kunt nog niet over je vermogen beschikken." liet lieve gelaat van het jonge meisje werd in gloeiend rood getint. „Nog anderhalf jaar 1" riep zij uit. „Maar Wolfram zal wel met zich laten spreken." De baron haalde de schouders op. „Weet Ce cilia al van zijn brief aan je?" vroeg hij. „Nog geen woord. Is het niet beter haar al die onrust zoo la.ng mogelijk te besparen?" „Zeker, zeker; ik wilde jo er juist om vra gen. Zeg baar voorloopig maar niets, Ruth." {Wordt vervolgd,)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1