52- jaargang.
Zaterdag 24 December 1898.
N°. 9816.
Het Gouden Kalf.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
IC e n n i s g e y i n g.
Kenni sge rin g.
UITGEVER: H. J. C. RÖELANTS.
'BUITENLAm'
JULES MARY.
iwmfsmirrspitm voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
n omliggende plaatsen, p. kwart. -1.05
franco per post, p. kwartaal. 1.80
Afeonderlijka nommers0.02
BUREAU s BOTERS'ffRAA.'S' ?0, Teïephoon Ho. 12».
ADTEBTEïmerRiJs; van 1—6 gewone regels met inbo-
grip van eono Courant0 52
Iedere gewone regel meero.io
Bij abonnement wordt korting verleend.
BOKGEMEESTEU EN WETHOUDERS VAN SCHIEDAM
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het kohier
no, 4 der plaatselijke direete belasting naar het inkomen
dienstjaar 1898/99, den 13en December 1898 door den
gemeenteraad vastgesteld en den 19en Deo. daaraan
volgende door heoien gedeputeetde staten dezer piovin-
cie goedgekeuid, aan den ontvanger der gemeente ter
intordering is uitgereikt en in afschrift gedurende
vijf maanden, te rekenen van heden, op de secretarie
der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Wordende vooits een ieder aangemaand zijnen aan
slag op de bepaalde termijnen te voldoen, op straffe
van vervolging volgens de wet.
En is hienan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 23sten December 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNEDE.'
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en wethouders van Schiedam,
Gezien het verzoek van 1. BAX om vergunning tot
oprichting van een slachterij in het pand aan het
Bioeisveld no. 117 s, kadaster sectie B, 'io 1580.
Gelet ep de bepalingen der Hinderwet;
Doen te weten
dat voormeld veizoek met de bijlagen op de secre
tarie der gemeente is ter visie gelegd;
dat op Donderdag den 5den Januari a s., des
middags ten 12 ure, ten raadliuize gelegenheid zal
worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van
dat verzoek in te brengen en die mondeling of schi if-
telijk toe te lichten; en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip hierboven
genoemd, op de secretarie der gemeente, van de
schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen,
kennis kan worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 22sten December 1898.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
"VERNÜDE.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 23 December '98.
De quaestio der overlegging van heb geheime
dossier door de Fransche rogcering «aan heb Hof
van Cassatie is nog niet opgelost naar het
schijnt, ofschoon d© „Aurore" vertelt hoe De
DOOK
(Slol
Die bekentenis sdheen d© bedde nerven te ver
bazen; zij hadden gedacht dat do reporter zich
een brutale grap had. veroorloofd.
„Dat verbaast u, mijne heerea, en toch is het
do volle waarheid. Ge kunt dat aan uw ouders
zeggen, die niet zullen aarzelen dat hoop ik
ten minste voor hun waardigheid u lnm
d' lichtvaardig gegeven toestemming te ontzeggen.
t Adieu, mijne heoren."
En hun den rug tookecrond, liet hij hen
staan.
Eon oogenblik n«a het vertrek der beide hee>-
ren, verscheen de onddr-luitentmt Loiseau. Hij
kwam. zijn degen tor beschikking van James
s' Balderby stollen.
„Maar er is geen beleediging," zei de> nabob.
„Het is waai-, van do eerste tot de laatste letter.
De heet niet Morton, maar Balderby, en ik höb
i14 in mijn jeugd varkens geslacht. Ik heb ear zeer
^„veel geslacht zelfs."
V Hij begon to lachen met den gullen lach van
„een man die zichzelf niets te verwijten heeft.
iMaar Julien lachte niet.
Yv «Wanneer u niet beleedigd is door dat arti-
,-;.y,kel,» zei liij, „dan is alles goed. Ten slotte ben
t ik heb met u eons. Wij zijn bedden ondter aan
tMden socialen ladder begonnen; wij begrijpen
,rQ«lkaar."
„Met dit versdiil, dat \x heb pad der roem
^feLeeft gekozen, en ik d'en breeden weg van den
7!« rijkdom,"
Freycinet aan den oud-minister en senator
Siegfried verklaard heeft, dat hij alle documen
ten aan het Hof van Cassatie heeft gezonden.
De „Éclair" beweert daartegenover dat de re
geering nog geen antwoord lieeft ontvangen op
de voorstellen die zij aan het Hof heeft gedaan
omtrent do meidedeeling van het dossier. Zoo
doende zou het zgti. geheime dossier nog altijd
bij do regeering berusten.
Een officieels nota zegt dat er voortdurend
nog onderhandeld wordt door den minister van
justitie Lebret mot den voorzitter en den pro-
eureur-genoraal van liet Hof. Na den gisteren
gehouden ministerraad heeft Lebret eon Lang
durig onderhoud gehad met den minister-presi
dent on De Freycmet.
Men heeft gegronde reden om aan te nemen,
wordt er bijgevoegd, dat men op het punt staat
het oens te worden, en dat de overlegging van
het dossier op handen is.
De moeilijkheid schuilt vooral in de on
mogelijkheid om de verdediging onbekend te
laten met deze stukken. Mr. Mornard moet
evenwel verklaard hebben «alle voorzorgen voor
geheimhouding te zullen nemen, ook wanneer
mevrouw Dreyfus er kennis van neemt, wat on
vermijdelijk is, daar mevrouw Dreyfus als ci
viele partij het reolit heeft van «alle proces-stuk
ken inzage te krijgen.
Over den inhoud van het geheime dossier is
men het nog lang niet eens.
De „Gaulois" zegt, zonder te willen beweren
het dossier te kennen, tocli in sta«at te zijn te
verzekeren dat in het geheime dossier nooh
brieven van den Duitschen keizer noch een
brief van gravin von Miinster voorkomen. Ook
do „Éclair" noemt het bestaan dei- keizerlijke
brieven een Label.
Daartegenover merkt de „Koln. Ztg," zeer
listiglijk op, d'«ab dit ook niet beweerd is. Men
heeft gesproken van photografieèn van die brie
ven, en het blad noemt beweringen als vtm de
„Gaulois" en de „Éclair" niets dan spelen met
woorden.
En Paschal Grousset betoogt in een. schrijven
aan de „Petit Temps" op grond van oen
groot aantal gegevens dab de brief van keizer
Wilhelm in ieder geval bestaan heeft, en wel
licht nog bestaat, en dat dit een valseh stuk is,
zooals trouwens graaf von Miinster zelf heeft
verklaard tegenover een Kamerlid dor rechter
zijde. Het bestaan van den brief werd in De-
cember 1897 medegedeeld door Rochefort op
gezag van iemand van den generale®, staf.
Grousset beweert dat die brief een groot© rol
lieeft gespeeld in Casimir-Périer's aftreden als
president dor Republiek, en de vraag is welke
rol die brief verder heeft gespeeld.
Hij prijst het loyaal en vredelievend optel
den van den Duitsche®. gezant in deze ztiak.
Hieraan knoopt Grousset een beschouwing
vast over heb nuttelooze van den spionagedienst,
Julien veranderde van gesprek.
„Ik kwam u tegelijk herinneren, mijnheer
Balderby, dat mijn verlof overmorgen 015. is. Ik
moet dus vanavond reeds n.oar Afrika terugkee-
ren, Hc zal in den namiddag nog oven goeden
dag komen zeggen."
„Verzuim dat niet, jonge vriend," zeide Bal-
clerby hartelijk.
Julien ging v«an do villa Morton heen zonder
een blik achter zich t© werpen.
Het was voor heb eerst d«it hij terugtrok voor
een talrijker vijtind. Wat kon lüj beginnen te
gen tweehonderd en vijftig millioen?
Nauwelijks was hij weg, of Suzanna voegde
zich bij haar vilder,
„Mijn hemel 1" riep Jtumes uit, toen hij haar
zag. „Wat zie je or vreemd uit! Scheelt er iets
aan?"
„Niets, vader."
„Je vindt liet zekor niet prettig, deze aardige
streek te verlaten."
„Neen, vader."
En toen hij, blijkbaar iu gedachten, zweeg,
riep zij uit:
„Waarom laat u mij zoo wachten, vader? XI
heeft mij iets te zeggen en u zegt liet niet
Dab is niet aardig, vader."
„Ik? Nu nog mooier! Hc weet niet waar je
het over hebt."
Zij barstte in tranen uit.
„Kom, kindje, spreek vrijuitwat verwacht
te je dan van je vader, die zooveel vtiu 30 houdt,
en wiens eenige begeerte is, je gelukkig te zien,
zooals jo tot vanmorgen toe steeds geweest bent f'
Na eenige aarzeling vroeg zij
„Heeft mijnheer Julien met n niet ge
sproken over mij
„In het geheel niet."
„O, dab is slecht van hem. Waarom heeft hij
mij zoo bedrogen
daar men bij gobreko van echte stukken zelf
valseh e fabriceert. En dit zal men doen zoolang
or gekken zijn die ze koopen, en geheime fond
sen om ze daaruit te betalen.
Inmiddels lieeft het Hof van Cassatie den
wensch te kennen gegeven om don minister
president «als getuige te hooren 111 heb revisie
proces. Het heeft den minister van justitie ver
zocht aan Dupuy te vragen of deze daar be
zwaar tegen h«%d.
De minister-president heeft daarop Lebret
verzocht te antwoorden dat hij ter beschikking
van het Hof was. Gisteravond zou president
Faure, overeenkomstig de web, liet beduit tee-
keuen, waarbij Dupuy gemachtigd wordit voor
de strafkamei van het Hof te getuigen.
liet Ilof zal, wanneer dit besluit te zijner
kennis is gebracht, een of meer leden, aanwij
zen 0111 den minister-president in diens Kabinet
te gaan verhooren.
Voor Picquarb is de prognose omtrent de be
slissing van het Hof niet gunstig. Men beweert
dat Feuilloley en Foulon beiden adviseeren, dat
er geen conflict bussel! en den burgerlijken en
den militairen rechter bestaat. Hat Hof zal dan
zeker niet anders kunne® doen, dan «afwijzend
te beschikken op 's kolonels verzoek om rege
ling van rechtsgebied.
De inschrijving ten gunste der weduwe Henry
lieeft reeds 87,500 frs. opgeleverd.
De coirectioneele rechtbank hoeft het proces
van Picquart wegens laster tegen versclullen.de
bladen verda.agd tot 25 Januari, en d!at van
Juclet tegen Zola tob over «acht atigen De zaak
Trarioux contra Gyp zal over acht dagen wor
den voortgezet.
Een piquant geruchtmen wil generaal Mer-
cier in het Seiiie-departemenb candlidaab voor
den Sonaab stellen tegenover Picqu.axt
De „Daily Chronicle" verneemt van een barer
Fransche correspondenten dat generaal Mercier
voornemens is zich in Engeland metterwoon te-
vestigen. Hij zou een zijner vrienden hebben op
gedragen een woning voor lietn te zooken.
De Brussdsche „Potib Bleu" die nu niet zoo
heel betrouwbaar mag heeteu, meent uit parti
culiere inlichtingen de verschijning te kunnen
aankondigen van een brochure die een gelied.
nieuw licht op de zaak-Dreyfus zal werpen. De
schrijver dezer brochure, die in België zal uit
komen, is een der getuigen in heb proces-ZoLa,
Da ongenoemde schrijver zou dan. aantooneai
dat Esterhazy de maker is v«an het borderel,maar
dat hij nooit oen medeplichtige heeft gehad bij
den genenden staf, noch Hemy noch iemand
anders. De stukken die Esterhaay geleverd
hoeft aan kolonel Schwartzkoppe®, zoude® af
komstig zijn van de militaire drukkerij in de
rue Christine te Parijs, waar ze hem zoudten
„Heeft de onder-luitenant Loiseau je bedro-
gen?"
„Dat zou ik denken! Hij zou 11 om mijn hand
vragen."
„Je handV'
James Balderby deed een luchtsprong en
werkte driftig met zijn rechterarm.
„WatDenk jo er aan ons te verlaten zoo
jong alEn je zoudt de vrouw van eon Fransch-
man willen worden! van een Afrikaansch
soldaat! Je zoudt hem naar de woestijn vol
gen, en je zoudt 011s in den steek laten, alsof wij
nog een heel nest kmcferen hadden om ons te
troosten."
Zij sloot hem den mond met haar lieve hand
jes en kuste hem op beide wangen.
„Vader, ilc heb hem hef. Br Iran het niet
helpen, ik heb hem lief!"
„Ma«ar h ij hooft jou niet lief 1"
„Jawel. Maar
Jtuncs zette een woedend gezicht.
„Maar," riep hij driftig uit, „maar hij wil
niet trouwen met de dochter van een, varkens-
slachter. Mijn hemel, wat zijn die Franschen
toch achterlijk! Zij eten allemaal varkems-
vleesch en zij vinden liet vernederend vtirkens
te slachtenWelnu, ja, ik heb er geslacht, en
als het moest, zou ik liet weer doen. Geen enkel
vtik is vernederend."
Als een wikl dier in een kooi liep hij het
vertrek op en neer. Na het eind van iedere®
zin, herhaalde zich zijn aanwendsel, en zijn
oogen waren van. bloed dcorloopeu.
„Vader," zeide zij, „dat Julien mij bedrogen
heeft, i,s niet daarom. Hev is om uw mil-
lioenen."
„Zou je denken 1"
„Ik ben er zeker vtin."
De onder-luitenant Loiseau hield zijtn aan
James Balderby gegeven woord. In gezelschap
eü 11 wiiiiiiw ni'j'innH'i/i' iifp«aBag>ccau.t-i.L-aaagBsafl
zijn medegedeeld dooi- een of anderen onbewns-
ten spion, een man ni. die in liet geloof ver
keerde dab hij een dienst bewees aan. een offi
cier, zonder eenig vermoeden te hebben van
dions bedoelingen.
De „Petit Bleu" wil niet instaan voor de
juistheid dezer nieuwe lerine. Wij evenmin.
Als men sommige, vooral Fransche, bladen
wil gelooven, dan wordt Spanje vast en zek»r
bedreigd door burgeroorlog-.
De „Matin" schrijft; Ondanks de tegen
spraak van Engclsciie zijde, zijn wij in staat op
grond van de moest betrouwbare inlichtingen
mede te doelen, dat de pogingen van Don Car
los om in Engeland geld op te neanen, volkomen
geslaagd zijn. Belangrijke geldsommen zijn hem
door Engelsche groot-kapitalisten ter bosdiik-
king gesteld om. in de Carlistischo provinciën
eon opstand te doen uitbreken. Zoodra het vre
desverdrag door de Gortez is goedgekeurd, zal
de onderneming krachtig worden doorgezet.
Dc Engdsclio regeering heeft aan de leeniug
niet rechtstreeks deelgenomen, aldus gaat
liet bltid voort met zijn insiiiu«atie (want meer
mag het niet heeton) maar zij lieeft ook niets
gedaan om haar te doen mislukken. Want weL
heeft Engeland er geen belang bij dat do Spaan
sdie dynastie worde omvergeworpen, of dab een
andere tak der Bourbons de pla.its van liet te
genwoordige koningshuis inneme, maar voor En
geland zijn aan de Mid'dellandsche Zee en elders
groot© vo-ordeelen te behalen, wanneer Spanje
eens door een burgeroorlog te gronde mocht
worden gericht.
Blijkbaar zijn deze beweringen geïnspireerd
door den wensch vijandschap tp zaaien jegens
Engektndvoor zóó inhumaan raag de politiële,
zelfs van het „perfide Albion", met gehouden
worden.
Te Mtidrid ontkent men trouwens dat don
Carlos met zijn leening geslaagd is.
Dat evenwel de toesband in de noordelijke
provincie alles behalve zuiver is, d.oarover heeft
generaal Maccas kunnen oordeels® op zijn in-
sgcctie-reis be paard door het CarhstisA-gerinde
gebied. Het door hem na zijn terugkomst uit
gevaardigde bevel tot sluiting van alle Cariisti-
sche clubs, schijnt niet zeer bemoedigend.
Over de ministeriehle crisis -weinig nieuws.
Montero Rios is plotseling een persoon van ge
wicht geworden, ofschoon volgens ommige® Sa-
gasba van den steun der Regentes reeds bij
voorbaat verzekerd was toen hij de quaesbi© van
vertrouwen stelde.
Generaal Weyler zou gisteravond naar Ma
drid1 vertrekken, waarschijnlijk om medb te
werken «ia® de concentratie der conservatieven.
Mocht die concentratie mislukken, dan aon hij
bereid zijn Sagasta te steunen.
Sagasta, wiens riekte eer verergei-d dan vor-
van zijn grootmoeder, kwam hij afscheid nemen.
Wat was hij veranderd in die weinige uren!
Wanneer men liean zag, zoo bleek, met kringen
om de oogen, met rimpels in zijn voorhoofd, dan
zou men gezworen hebben dat hij een ernstige
ziekte doorstaan had.
„Mijnheer Loiseau," zei James tot hem, „ik
zou u wel even afzonderlijk willen spreken."
De grootmoeder beefde van blijdschap. Zij
wisselde met Marie een blik van verstandhou-
ding.
De nabob liet Julien zijn kamer binnengaan.
„Jonge vriend, go hebt vanmorgen het nood
zakelijkste vergeten."
Julien bloosde hevig.
„J«i," herhaalde Balderby, „liet voornaamste
hebt ge vergeten.
Tegelijk beving hem een zenuwachtig beven.
JuBeu begreep de toespeling.
„Ik heb u mijn degen aangeboden, mijnheer
Balderby," zeide liij. „Het is het kostbaarste
dat ik heb."
„Dank u, mijnheer Loiseau; maar was
dat al wat u mij vanmorgen te zeggen had?
Had u mij geen verzoek te doen 1
Verder zon geen vader kunnen gaan.
Julien greep zijn handen en zeide op den
toon der diepst© erkentelijkheid;
„Mijnheer Balderby, ik heb hooren zeggen
dat het in Amerika, de gewoonte is een dóchter
geen bruidschat te geven. Daarom heb ik do
eer u om de hand van juffrouw Suzanna to
vragen."
James deed de deur open e® riep Suzanna,
die, gevolgd door haar moeder en Nounou, haas
tig kwam toeloopen.
„Omhels je verloofde," zei hij tot haar. „Hij
is waardig in de familie van James Balderby te
komen."