52"e jaargang. Zaterdag 7 Januari 1899. N°. 9827. Strijdige Werelden, Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. UITGEVER: H. J. C. ROELAÏTTS. NATIONALE MILITIE. IN' ationale Mi 111ie. ZEEMILITIE. BUITENLAND. C OIIIIII iionnninin veer Schiedam, por kwartaal f 0.90 omliggende plaatlen, p. kwart. - 1.05 franco per peat, p. kwartaal - 1.30 A&onderlijke nommers0.02 BUREAU:, ROTEBSTRAAT 70, Telephoon Mo. 133. Advebtentieprub: van 1B gewone regels met inbe grip van eene Conrantf 0.5S Iedere gewone regel meer- 0.10 Bij abonnement wordt korring verleend. ONTHEFFING van WERKELIJKEN DIENST ingevolge art. 127, eerste zinsnede, der Wet be trekkelijk de N itionale Militie 1)E BURGEMEESTER VAN SCHIEDAM brengt ter kennis van geestelijken, bedienaren van den godsdienst, zendelmgleeraren en broeders-diakenen van eene godsdienstige vereeniging, alsmede van studenten in de godgeleerdheid en zendelingkweeke- lingen, die aan eene inlichting van onderwijs tot geestelijke, bedienaar van den godsdienst of zendehng- leetaar worden opgeleid, proefbroeders, die tot broeder- dïakoon van eene godsdienstige vereeniging worden opgeleid, en Roomseh-Katholieke oidebroeders, die tot eene binnen het Rijk gevestigde kloosterinrichting behooren, in deze gemeente, voor de lichting van 1899, voor de militie hebben geloot en voor den dienst door den militieraad zijn aangewezen of bereids in voor gaande jaren bij de militie zijn ingelijfd en krachtens art. 127, eefste zinsnede, der wet betrekkelijk de Nationale Militie, voor één jaar van den weikelijken dienst zjjn ontheven: dat, volgens art. 71 van het Koninklijk besluit van 8 Mei 1862 staatsblad no. 49), gewijzigd bij dat van 26 September 1898 staatsblad no. 214), de AAN VRAGEN om ontheffing van den werkelijken dienst, vermeld in de eerste zinsnede van art. 127 der voor noemde wet en gericht aan H. M. de Koningin, door de dienstplichtigen, die ontheffing wenschen te komen; eigenhandig geteckend met de VEREISCHTE BEWIJS STUKKEN moeten worden ingediend bij den Burge meester der gemeente, binnen welke zij voor de militie zijn ingeschreven, en wel: lo. door hen, die op den bij art. 112 der wet bepaal den tijd ter inlijving bij de militie moeten warden afgeleverd, in de laatste tien dagen der maand op ééne na voorafgaande aan de maand, waarin de aflevering moet geschieden 2o. door hen, die op een ander tijdstip ter inlijving bij de militie moeten worden afgeleverd, binnen tien dagen na de dagteekening van den oproepingsbrief; 3o door hen, die opnieuw van den werkelijken dienst wenschen ontheven te worden, in de laatste tien dagen der maand, op ééne na voorafgaande aan de maand waarin de duur van de verleende of laatste lijk verleende ontheffing eindigt; 4o. door de ingefljfden bij de militie, die voor het eerst voor ontheffing in aanmerking wenschen te komen, zoodra zij meenen op ontheffing aanspraak te kun nen maken; en dat het overgelegd bewijsstuk niet vroeger mag af gegeven zijn dan tien dagen vóór de inlevering er van bij den Burgemeester en dat de aanvrage op ongeze geld papier kan worden geschreven. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 6dcn Januari 1899. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Burgemeester en wethouders van Schiedam, gelet hebbende op ait. 150 der wet betrekkelijk de nationale militie; roepen bij deze op'alle lotelingen voor de lichting DOOR IDA UOY-ED. S) De g-aheste Hamburgsche faaniii© was het er over eens dat Charlotte het best deed met te it ouwen. E» het had juist den schijn of Konrad Peter Baumeister, de jongste firmant van het oude handelshuis Baumeister Co., Charlotte het hof maakte. Zondter dat er een complot bestond!, handel den de geheele familie en alle vrienden als eed- _ge»ooteu. Charlotte kon op geen enkele partij meer ko maan of Konrad Peter Baumeister geleidde haar geregeld aan tafel. Men writ zijn lof te steken ven zijn fouten nog als aantrekkelijk en aLs onder wrouwelijke leiding voor verbetering vatbaar TOitr te stellen. Hij was een knappe man, en hij beviel Charlotte inderdaad heb beste van alle raaamea die tot nu toe direct dam. wel in direct naar haar gunst hadiden gedongen. Onder andere omstandigheden zon zij hemi vermoede lijk wel mot onbevooroordeeld'er blik hebben be schouwd. Nu toetste zij hem aan liet schitteren de, maar lichtzinnige beeld van den schoonen Falbarius en' zag allés aan voor „ernstige dege lijkheid en onaantastbare soliditeit". Konrad' Peter Baumeister wend op gelijke wijze en met hetzelfde slimme overlag voor Char lotte bewerkt. En toen beiden maar eenmaal met zekere ver legenheid elkaar ontmoetten, scheen de zaak bs- van 1899, die bij de ZEEMILITIE wenschen te dienen, om daarvan vóór 1 Februari aanstaande ter gemeente secretarie aangifte te doen. Zij herinneren hierbij tevens aan den inhoud van art 129 der genoemde wet, luidende: De bij de militie te land ingelijfden worden niet tot het aangaan van eene verbintenis voor de buitenland- sche zeevaart toegelaten, zondei schriftelijke toestem ming van wege Onzen Minister van Oorlog De toestemming vvoidt in gewone tijden niet ge weigerd aan de lotelingen, die reeds vóór hunne inlij ving bij de militie hun beroep van de buitenlaudsche zeevaait maakten en die zn.li overeenkomstig art. 150 voor de zeemiti'ie hebben aangeboden, doch daarbj niet hebben kunnen woiden aangenomen. Tevens wordt, naar aanleiding van de circulaire van den heer Commissaris des Komngs in deze provincie, van 17 Febiuari 1881, Provinciaal-blad. no. 15) ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat de keuze uit de lotelingen, die zich voor de ZEEMILITIE opge ven, door den Minister tui Marine wordt overgelaten a n de offici ren van de Marine, met de overneming der zeemihciens belast, en mitsdien alle verzoeke" om inlijving bij de ZEEMILITIE, tot het Departement van Marine gericht, voortaan buiten beschikking zullen woiden gehouden En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 6den Januari 1899. Burgemeester en weihouders voornoemd, VERSTEEG. Be secretaris, VERNÈDE. Algeoicen overzicht. SCHIEDAM, 6 Januari '99. De oppositie in Hongarije geeft geeu kamp. Zoolang baron Banfl'y nog minister-president is, wil de minderheid van geen verzoening weten, en waar het haar onmogelijk is door stemmern- aantal haar zin door te drijven, grijpt zij in de Kamer tot liet eenige middel dat haar over blijft: obstructie. Maar hier is 't niet de obstructie, waarin die in de Oostenrijksche Kamer zoo vaak ontaardde lawaai en geschreeuw, geklop met deksels en dergelijke middelen die den voorzitter dwongen de zitting te sluiten. Te Buda-Pest is men gisteren eerst flink begonnen met de zgn. technische obstructie. Daaronder verstaat men het volgende. In behandeling komt allereerst het vaststellen van het proces-rerbaul der vorige zitting en nu worden er alleilei veranderingen voorgesteld, de een nog onbeteekenender en kinderachtiger dan de ander. Zoo is men b.v. niet tevreden met de uit drukking: nHuis" men wil: nHuis van Afge vaardigden"; in plaats van jVoorzilter" wordt voorgesteld nvooizitter krachtens leeftijdi»de zitting wordt door den Voorzitter gesloten" deugt niethet moet zijn 3>de Voorzitter sluit de zitting". Over elk van die veranderingen wordt hoofde lijke stemming verlangd, en met zoo'n stem ming is drie kwartier gemoeid. Men kan zich klonken. Men zeide hun recht in heb gericht dat zij verliefd waren. Misschien waren zij het wer kelijk; in ieder geval meenden zij heb te zijn. Hun verloving wekte algemeene voldoening. Baumeister liet zijn vrooiw de onbeperkte be schikking over haar vermogen, dat hem zeer klein, toescheen, te klein om zijn firma welkom te zijn als kapitaalsvermeerdering, die nieuwe groote ondernemingen mogelijk maakte. Het stond dus deftiger wanneer hij heb in 't geheel niet in de firma Baumeister Co. betrek. Charlotte was destijds zeer gelukkig. Zij bleef vtrkecren in kringen die haar de beste en voor naamste leken, en behoefde haar vaderstad niet te verlaten. Maar langzaam kwam het stof des levens en sloeg neer op haar goud-glanzend geloof, dab zij gelukkig was. Baumeister borg al spoedig na de wittebroods weken zijn plichten als bruidegom en zijn ver liefdheid op, als eau zomerpak dlat men in den herfst niet meer kan dragen zonder zich belache lijk te maken. Het echtpaar verloor in de eerste zes jaar van het huwelijk dirie kinderen. Charlotte bleef dus kinderloos; want toen het derde stierf had alle liefdeleven busschen haar en haar man reeds lang een eind genomen. Niet evenwel tengevolge van ongenoegen of ernstige conflicten. De be» 'angstelling in zijn vrouw was bij Baumeister ingeroest als iets zóó van zelf sprekends, dab Charlotte zich geen anderen gang van zaken ?cu hebban kunnen voorstellen. Zij leefden op onberispelijke wijze, vreedzaam, in alle uiterlij ke dingen tegemoetkomend jegens elkander, dat gene wat die wereld een huwelijksleven noemt. dus voorstellen, hoe heerlijk de lijd met derge lijke futiliteiten wordt zoek gebracht. Nu zal men wellicht vragenmaar waarom stemt de regeeringspartij niet eenvoudig toe in elke voorgestelde wijziging; dan worden toch stemmingen voorkomen. De meerderheid doet dit ook; maar de mimieiheid die aldus haar doel zou missen, heeft dit geval voorzien en haar maatregelen genomen. De minderheid is in twee groepen verdeeld. Wordt er nu een wijziging voorgesteld, dan roepen sommigen»\Vij steunen het voorstel'". Maar daai tegenover roepen anderen nW'ij ver werpen het voorstel". En zoo zal het blijven, totdat Banffy, die in de tusschenbedrijven vooridurend gehoond en uitgescholden wordt, zijn ambt neerlegt. Daar zal het wel op uitdraaiende afgescheiden libeialen, met graaf Andrassy aan het hoofd, trachten de paitijen te veizoenen. Maar de oppositie verlangt dat Banfl'y onmiddellijk af treedt, terwijl de minister zelf dit eerst dan wil doen, wanneer zijn aftreden niet al te zeer op een persoonlijke vernedering lijkt. Bovendien wil de oppositie dat de Tisza's en hun aanhang in het vervolg buiten elke combinatie worden gelaten. 't Is voor Hongarije te hopen dat er een compromis tot stand kome; gelukt liet dan ook in Oostenrijk om, over het hoofd van graaf Thun heen, een toenadering teweeg te brengen tusschen Duitschers en Tsechen, dan kunnen wellicht allengs de meer bezadigde elementen in beide deeten der monarchie bereiken dat aan de partijzucht voor eenigen tyd het zwegen wordt opgelegd. De partyzucht voor goed te doen zwijgen, dat zal wel tot de pia vota blyven behooren. Mag men de nMatin" gelooven, dan zal het onderzoek over de zaak-Dreyfus nog in deze maand afloopen. De regeering, zegt het blad, heeft al het moge- l^ke gedaan om te maken dat er zoo spoedig mogelijk een eind kome aan het onderzoek, eu men voorziet thans met vrij groote zekerheid dat de strafkamer den löden of den 20sten dezer gereed zal zijn met het hooren der getuigen. Dan moet het Hof nog kennis nemen van Dreyfus antwoorden op de hem in December toegezonden vragen, welk antwoord tegen den 25sten te Parijs verwacht word, alsmede van bet verhoor dat Dreyfus gisteren of heden door een rogaloire commissie zou worden afgenomen. Zonder Dreyfus in persoon te hooren, zal het Hof, naar men denkt, in de eerste helft van Februari overgaan tot openbare behandeling der zaak, waarbij de raadsheer Atthaliu als rapporteur zal fungeeren. 13e sGaulois" bevestigt dit verhaal in zoovel re dat de minister van justitie er den voorzitter Loew op zou gewezen hebben dat het gewenscht Ieder jaar kwam Charlotte op een stil, afge legen plaatsje samen met haar moeder. Nu eens doorleefden rij.m het Schwarswald, dan weer in Tyrol, een andermaal op een der Friesoh© eilan den, oen paar gezellige weken met elkaar. Char lotte had er nooit toe kunnen besluiten dten nveeden man van haar moeder te ontmoeten, te minder nog omdat hij het laven der vroeger op dat punt 200 verwende vrouw door steeds rieuwe zorgen, verontrustte. En telken jare had Oliarlotte na dat samen zijn met haar moeder een tijd van iniwendigen strijd te doorstaan voordat zij haar trotsöhe kalmte herwonnen had. "Want door de verhalen en de handelwijze barer moeder kreeg zij een blik op een vreemde wereld, op een wonderlij ken zielstoestand. Pabarius had schulden; het halve vermogen zijner vrouw was reeds op den huwelijksdag besteed om d'ie te delgen. Hij maakte nieuwe schulden. Zijn vrouw betaalde ze telkens weer. Hij was ontrouw. Zijn vrouw vergaf hem. Hij verdween maandenlang naar het buitenland. Juichend ontving zijn vrouw ham weer. Hij werkte weinig. Zijn vrouw bewonderde dat wei nige als uitnemende kunst. Hij bekommerde zich bijna niet om zijn zoon. Zijn vrouw was ge lukkig dat hij vol vertrouwen, zijn opvoeding aan. haar overliet. Charlotte stond voor raadsels. Zij deed! moeite oan het gedrag barer moeder onwaardig te vin den. En toch gelul:te het haar niet. Daar was iets ontzaglijks, iets oer-kracditigs dat eerbied eïschite: een ware, groote, onzelf zuchtige liefdie. Charlotte beproefde niet eens haar moeder te is zoo spoedig mogelijk het vraagstuk der revisie op te lossen. Onder de nieuwe getuigen die nog gehoord zullen woideo, komt, volgens de Rappel" voor een oude vriendin van Esterhazy, mile H., die tegenwoordig een handel in curiositeiten heeft. Zij zou door de raadsheer Dumas worden ver hoord, maar is niet verschenen, waarop een bevel om te verschijnen tegen haar is uitge vaardigd. Voor Esterhazy zelf heeft zijn advocaat, mr. Cabane*, een vrijgeleide aangeviangd; of de majoor evenwel, ook met dat vrijgeleide, zal verschenen, betwijfelt de advocaat, en zeker velen met hem. Ook Du Paty de Clam zou, volgens geruchten, dagvaard zijn o:n te komen getuigen. De ïTemps" weet nog een en ander te ver tellen over het verhoor van den oud-minister Barihou. Deze zou verklaard hebben dat er een dossier bestond van ouderen datum dan zijn ministerschap. Eindelijk kan nog over het onderzoek van liet Hof worden medegedeeld dal Paschal Grousset een schrijven heeft gericht aan don procureur-generaal Manau om dezen uit te noodïgen ook de overlegging van den valschen brief van keizer Wilhelm te eischen, die tot nu toe achtergehouden is. Over het incident Bard-De Beaurepaire ver luidt alleen dat de laatste zijn ontslag wil nemen, wanneer de uitslag van het onderzcek zijn beweren logenstraft. Verschenen is thans een oproeping van den sBontl voor het Vaderland", onderteekend door drieëntwintig leden der Académie en een groot aantal namen, waaronder die van vele letter kundigen en knnstenaars. In de volgende week beginnen de voordrach ten vanwege den Bond. De eerste sprekers zijn Brunetière, Jules Lemaitre en Maurice Barrès. Het dubbelzinnige karakter van dezen Bond blijkt wel uit de verklaringen die verschil lende deelnemers van het doel geven, en die vaak in lijnrechten strijd met elkaar vetkeeren. Trarieux bestrijdt den Bond in een schrijven aan den voorzitter der Lyoneescbe sectie van den sBond ter verdediging van de rechten van den mensch en den burger". Hij betoogt dat niemand meer dan laatstgenoemde bond het leger eert, en stelt het dubbelzinnige van den Vaderlandsbond in het licht door den levens loop en de overtuigingen van De Broglie en d'Haussonville te stellen tegenover die van De Vogué, van den graaf De Mud en Barrès tegen over die van Albert Sorel. Gemengde Nedcdeeltngen. Sir William Barcourt heeft aan ziju agent in West-Mommoutshire, Hughes, geschreven dat hij aftreedt als leider der liberale partij, en dat hij later èn van dit aftreden èn van zijn man daad rekenschap zal afleggen aan zijn kiezers. bevrijden uit haar huwelijk. Zij zag dat zij te makten van al die zorgen, kwellingen, tranen zonder einde, nog gelukkig was omdat zij lief had. Zij zag ook dat die man ondanks al rijn Uchtrimiigheid. haar moedei- beminde. Hij kon haai- pijnigen, maar hij kon niet zonder haar leve». Hij moest zich toch altijd, als iemand dlle aan heimwee lijdt, haar trouw liart herin peren. Wanneer Charlotte met dit wild-bewogcn loven harer moeder haar eigen gelijkmatig vcortkruipend bestaan vergeleek, voelde zij zich met goed in staat tot den trots die haar aanga- boren en in haar gekweekt was: d'e trots op haar degelijkheid. Tien jaar duurde dit huwelijk vol onrust; toen stierven. Fabarius en zijn vrouw spoedig na elkaar. Zij had den typliuslijder verpleegd met razende zelfopoffering, die naar eigen on dergang streeft. Haar door opwindingen, van allerlei aard geschokt lichaam was zeer vaitbaar voor besmetting. Toen Charlotte naar München reistlo om haar moeder te gaan begraven, vond rij diaar een. verschrikkehj ken stand van zaken. Het vermogen harer moeder was geheeAver- teerd. Het was haar door haar eersten. waMar- maakt in de natuurlijke veronderstelling ■fafeLt na haar dood Charlotte in heit bezit van het gSfct zou komen. Dat zij het voor een tweeden man zou verkwisten, daarvan was de mogelijkheid blijkbaar nooit bij ham opgekomen; hij had dan ook voor dat geval geen bijzondere clausule in zijn testament opgenomen. Charlobte kon zich derhalve met recht voor beroofd houden. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1