M»i 52"e jaargang.
Zondag 22 en Maandag 23 Januari 1899.
N°. 9840.
Tweede Blad.
Aan den afgrond.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
S
:h-
UITGEVER: H. J. C. RQELANTS.
HAAGSCIIE BRIE YEN.
lie
•'Ire,
oor-
Vim
'aar
a is
een
nkj
rie
iwe
ran
De
ser
i
Asokwemshtspkui veer Schiedam, per brrutssl 0.90
omliggende plaatgen, p.kwart. 1.05
franco par pent, p. kwutaaL 1.30
Afzonderlijke Bommen- 0.02
COURANT.
BUREAU r BOTER9TRA.1T TO, Teleplioon Wo. 133.
Abvbbtintiïpbus vaa 1—6 gewone regels met inbe
grip pan eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer- 0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
ti
Den Haag, 19/20 Januari.
In afwachting dat. aam het gelribbel met ouzo
kleine Zuidbostelijfce buurvrouw, de gemeente
Rijswijk, ovor de wederrijdsche begrenzing een
einde komt, zijn ei- toch. op den wat winderi
ge® maar overigens niet onv-rien/Jelijkea weg,
die va.n de residentie naar genoemd vermaard
dorp voert, sporen van bedrijvigheid, waarneem
baar, welke wij met ©enige voldoening gade-
slaan. Men slaat toch eindelijk met kracht da
hand aan heb kostbare maar zeer nuttige werk
der rioleering en ©an dar hoofdkanalen zal van
den Rijswijksckem weg voeren naar dten singel
bij do Loosduinsche brug en ons een groot©
schrede voorwaarts brengen' op den weg, dien
wij reeds lang hadden moeten betrede®, opdat
aan dfe bodemvervuiling eens voor goed een
eind kome. 'Daarover verheugen wij ons en la
ten nu maar in het midden of de schuld cfor
ondervonden vertraging bij onze gemeente of
bij Delfland berust.
Een ander groot werk aan die zijde onzer
stad wordt nu oveneens, na lang getob, ernstig
en flink aangevat, het is 'het veelbesproken
Laak-kanaal met een behoorlijke hawenruimte
voor de binnenvaart, die sedert de aanzienlijke
verbetering onzer waterwegen naar Delft en
Leidien slechts op voldoende scheepvaart-in
richting alhier wacht om zich naar den e&ch
des tijds te kunnen ontwikkelen. Onze gemeen
te heeft zich reeds voor jaren den edgesnsdom der
banoodigde terreinen verzekerd, maar can haar
taak goed te vervullen, is uitbreiding van haar
overheidsgezag noodig en daarom zal Rijswijk
een deel van zijn gebied moeten afstaan. Da
wetering de Laak vormt nu nog de scheidings
lijn, slechts eenigs schreden, verwijderd van db
plek waar thans onze bebouwde kom aan dia
zijde eindigt en waar nu met hat graafwerk be
gonnen is. "Van Rijswijk's zijde wordt heb bil
lijke van dezen, aisoh, in beginsel althans, er
kend. Be strijd1 loopt maar over heb hoeveel of
lioe weinig, en natuurlijk wordt beweerd dat
Den Haag te veel eischt.
Daarentegen zijn er Hagenaars, die beweren
dat men geheel Rijswijk moest anneaceeren. De
kom van 't dorp ligt maar een kwartier gaans
van het zuidleiijk einde onzer bebouwde kom en,
als eenmaal db werken van het Laak-kanaal vol
tooid' rijn, zal in een ommezien, de aanbouw
beide komman vereenigen. Deze voorspelling
moge juist rijn, ik begrijp toch zeer wel dot
het tot nu toe landelijke doorp zijn bedreigde
zelfstandigheid met hand en tand verdedigt.
De tijden zijn of raken althans voorbij, waarin
Den Haag betrekkelijk geringe geldelijke las
ten aan zijn bewoners oplegde. De uitgaven
stijgen aanzienlijk en beloven, nog vrij wat uit
breiding, zoodat onze landelijke buren volstrekt
mot met die amncaxatic-plan nen modegaan. Er
zijn er, die daarbij gevoêfe-angumemteni bezigen,
waarvan rij advent echter moeilijk veel succes
kunnen verwachten.
Zeker, ik zelf heb zooeven van het vermaarde
Rijswijk gesproken. Als men het dorp in de
richting van Wateringen enkele minuten achter
den rag heeft, dan riet men ter linkerzijde aan
gene rijde van een brug een staitige oprij-laan.
Slaat men deze laani in, dan rijst na eenige
oogenblikken een slanke zuil omhoog, en men.
aanschouwt „db Naald", dbor onzen laatste®
Stadhouder opgericht ter plaatse waar nog ruim
een eeuw geleden het kasteel Nieuwburg de tin
nen verhief en waar een beroemd vredesverdrag
Schetsje nlt het leren der Mijnwerkers,
Over het wijde betteken der Maas ligt de
avondschemering.
In de taveerne „Het lustige leven", aan de
straat van Broiva naar Haneffe, schemert door
heb venster uit db benedmverdiepiijg licht.
Lx de bijna de geheele benedenruimte inne
mende gelagkamer staan voor heit buffet groe
pen zwarte gestaltenandoren zitten op de ban
ken of op de massieve eikenhouten tafels.
Uit den. hoek, waar een biljart riaat, Hinkt
het onophoudelijk rollen en klotsen dbr biljart
ballen en elke mislukte stoot wondt sherp en
ruw gecritaseerd.
Het onderhoud tussdhen de met-spelere is
veel levendiger dan gewoonlijk, 'tls Zaterdags
gesloten werd Die naald wekt inderdaad her-
Limeringe.il op aan een grootsch verleden. Lang;
d'ie breeds oprij-laan kwamen de gezanten, van
Engeland, Frankrijk en Spanje met de gecom
mitteerden! da* destijds nog zoo machtige Re
publiek dier Zeven, Provinciën, samen om, onder
Zwedferis bemiddeling, den bloedigen oorlog,
die reeds 8 jaren woedde, te doen ophouden.
Lodlewijfc XIV kon bij het vredesverdrag geen
andere verovering behouden dan de Elzas met
Straatsburg, een bezit dat Frankrijk eerst 175
jaren later onder stroomen van bloed en tranm
weder zou moeben opgeven.
Aan Rijswijk kan men ook andere herinne
ringen, die voor den. Nederlander waarde heb
ben, niet ontzeggen. Op het stille kerkhof treft
eaa marmeren Genius 't ocg, die ©en lauwer
krans boven de laatste rustplaats geheven houdt
van den man, dien het jonger geslacht eanigs-
rins vergaten heeft, maar die bij het oudere
eenmaal een zeldzame populariteit vond.
„Als ik mijn jongst gebed gesproken
En hopend de oogein heb geloken,
Geef m' in uw schoot dan ook een graf."
zong kort voor rijn dbod Hendrik Tollens het
vriendelijk d'orp toe, waar „na d' onrust van 't
1 erven" rijn levensavond blijmoedig en hopend
volbracht werd. Die bescheiden wensch is ver
vuld1 en de volksdichter slaapt sedert ruim 42
jaren rijn laatste® slaap onder het Rijswijk-
sohe loover, dat henx dierbaar was.
Iemand, die gaarne in de dingen van voor
heen pluist en snuffelt, zou ongetwijfeld nog
velerlei bijzonderheden kunnen ophalen om te
betoogen dat Rijswijk een merkwaardig dorp
ie. Nu, voorloopig zal 't aan Haagsehe begee-
righeid ook wel niet gelukken om al dat merk
waardige in beslag te nemen,- maar een de? xl
toch, nolens volens, van de zwakkere aan
dfe sterkere moeten overgaan, in afwachting dat
in later jaren ook de rest wellicht zal volgen.
Hot is werkelijk onhoudbaar om die grensrege
lingen van vroegere dagen in onzen tijd va,n
onverpoosden aanbouw te handhaven. Eenige
jare geleden hebben wij ©en stuk van Wasse
naar mootem inpalmen), nu is Rijswijk aan dé
beurt en reeds wordt er ©en gretig oog gesla
gen op strooken gronds, welke op dit oogenblik
nog dteel van Voorburg en van Loosdluinen uit
maken. Trouwens, het rijn niet alleen de groot
ste gemeenten als Amsterdam, Rotterdam, en
Den Haag, d!ie naar een deel harer buren dfe
hand uitstrekken. Zien wij niet hetzelfde ver
schijnsel te Delft, dat zich van aanmerkelijk»
stukken van Vrijenban en Hof van Delft poogt
meester te maken? Misschien is ten uwmt de
toestand al weinig anders, zoodat Oversdde of
Keblied en Spalandi eerlang door Sohiedhnx's
aanspraken zullen bedreigd' worden. Hoe dit
echter rij, Den Haag is tem aanzien van Rijs
wijk nog niet waar 't wezen wiL De door Ge-
dep. Staten ontworpen xiitibredding is door de
adviseerende commissie van Haagsch© geme.cn-
tenaren afgekeurd en wij weten niet in hoever
da Hooge Regeering gezind is om. aan die hoo-
gere ©ischen der adviseurs toe te geven. Ik ver
moed' haast diat wij 't voorloopig met de con
cessies dar Gedeputeerden zullen moeten stel
len.
Een vergrooting van geheel anderen aard,
waarvoor geen wettelijk© hulp noodig is, zal
over ©enige waken ondernomen worden. Ik be
doel den uitbouw der bekende Witte Sociëteit.,
die wel waard is om erven in deze kroniek ver
meld te worden, omdat „da Witte" nu eenmaal
oen inrichting is, die in zekeren zin. aan geheel
Nederland! behoort. Wie ixx Den Haag wezen
moet em een uurtje 'tijd' over hoeft, verlangt
tor Witte geïntroduceerd te worde®, hetzij om
kennissen te riem, dagbladten cm tijdschriften, to
avond, wanneer het loon wordt uitbetaald en de
werklieden gelegenheid hebben wat vroeger
rust te nemen.
Het gezelsdhap is zeer gemengd: Wallen en
Vlamingen, Duitschers e® Polen.
Het licht der hanglampen wordt verduisterd
door den dikken tabakswalm die er hangt.
De schuimende bierglazen hebben een goud
gelen glans, waartegen de klexir van. liet absint
groenachtig afsteekt.
Het gegons van stemmen en het gekletter der
glazen vervult de warme, vochtige lucht der
gelagkamer.
Aan de groote dwars voor het buffet staande
tafel heeft rich een heftige woordentwist ont
wikkeld, waaraan al d!e aanrittenden deehte-
men.
Zij loopt over een kort geleden uitgeschre
ven werkstaking, welker leddters reeds, nog vóór
rij tot uitvoering kon komen, door de directie
onschadelijk rijn gemaakt.
'tls een infamie!"
lezen, hetzij om te lunchen of desnoods te di-
neerem ©n is het zomerdag, vooral indien or
dames bij rijn om ock de gelegenheid te
hebben een concert in „de Tent" in het Bosch
bij te wonen. Waar de zaken zoo gestald zijn,
daar verdient een verbouwing althans niet on
opgemerkt te blijven.
Welnu, men zal 'b ten uwernt denkelijk wel
westen dat de beide huizen links van de®, ingang
van 't eigenlijk gebouw sinds lang eigendom dor
sociëteit zijn en dat bet eerste dier twee hulzen
ook al eenige jaren als bijzaal gebruikt wordt.
Met 1 Maart a.s. zullen die twee kuizen ge
sloopt ai vervolgens herbouwd worden in har
monie mot het bestaande hoofdgebouw. Over
d'ab harmonieus© rijn intussche® de stemme®
verdeeld. Te® caret© is de gevelbrefedte, die cpeai
komt, niet gelijk aan da broedt© van heb be
staande hoofdgebouw; ten tweedie zal d© in
richting en inwendige versiering van het nieuw
te sticlite® gebouw vrij wat verschillen, vrij
wat weelderiger rijn dan die van liet oud©.
Oud en nieuw zulle® dus nog al wat afsteken.
Ik acht mij niet gerechtigd tot een oordeel bij
voorbaat, qui vivra verra.
Dat da bauw noodig is, staat vast. Dos zo-
mors, ab men onder dfe boomen van het Plein
(in mijn oog iets ergerlijks met 't, oog op den
geest dier Drankwet) of op do stoep rit, dan'
is dfe ruimte meer da® voldoends. Maar gedu
rende het zevental wintermaanden rijn do volte,
liet gedrang c® dlus ook de hitte ondanks
het aLectrisch richt tussehc® 4 en 6 zeer hin
derlijk. Dat het dïis van 1 Maart af, als hot
nevengebouw ontruimd wordt, tot het oogon-
blik waarop de zoele lentelucht die lui naar
buiten lokt, schromelijk overvuld zal zijn, be
hoeft geen betoog. Enfin, dat moet me® er
voor over hebben. Dezer dage® zal de aanbe
steding geschiede® en zullen wij vernemen of
de raming der commissarissen juist is. Het be
schikbare restont-geldleening is nagenoeg 11
ton, waaruit -etch ter ook de zeer hooge meubilee-
ringskosten behoore® gevonden te worden, ten
zij dat man ook db vrijvallende kassaldo's
ik geloof ee® goede 20 irttiile zou willen op-
maike®. Wij Laten 't aan de hesere® over, want
da Witt© heeft ook deze eigenaardigheid dat de
leden er zoowat niemendal te zeggen hebben.
Da commissarissen zijn vrij wel almachtig, er
bestaat nog een zgn. commissie van vertegen
woordiging, maar ook haar gezag is grooten-
dcels voor de lens.
Voor mij is de zaak, die mij weakeiijk inte
resseert, de vraag of wij er met onze leeskamer
al of niet op zullen vooruitgaan. De bestaand!©
is werkelijk een mooi en aangenaam lokaal, rij
zal, meen ik, tot restaiuratóezaal worden, verne
derd ©n dfe nieuwe lesszaal zal de bovenverdie
ping van het nieuwe gebouw innemen. Laat
ons hopen dat de Muzen een haar waardig hei
ligdom zullen verkrijgenDat ik hier de Muzen
bij te pas breng, mag waarlijk een bewijs hee-
ten dut ik geen jacht op hatelijkheden maak.
Een stekelig correspondent zou hier al licht
van een heiligdom van Morpheus gesproken
hebben.
Van de Muze® naar de sahdldferkunst, il riy
a qu' xxn pas. Laat mij dus ten slotte nog even
met mijn lezers naar de groote zaal van „Pul-
diri" overwippen om een blik te slaan op de
daar geëxposeerde verzameling, die aan onzen
stadgenoot, dfem heer C. Hoogendijk, toebe
hoort. Het rijn juist 100 nommers Oud-Hol-
landSche kunst en daaronder rijn enkele stalle
ken van groote schoonheid, verder een aantal
goede e® ook een aantal, die zeer wel gemist
konden wordlen. Dit zij zonder miskenning van
de welwillendheid des eigenaars gezegd en ook
onder het noodige voorbehoud va® het subjec-
„Er is verraad in het spel!"
„Kakn, vrienden," zegt een der mijnwerkers,
„de verrader bevindt rich in ons midden. Hij
doet oogenechijnlijk zijn best om ons op te hit
sen, maar speelt den verrader. Marijke® van
den directeur De Mont, die hij naloopt of
schoon zij hem verafschuwt, heeft hem onopge
merkt bespied, terwijl hij den patroon aides ver
telde. 'tis Henry Desanne."
Als door een electrische® schok getroffen,
vloog d'e reusachtige Waal omhoog, toe® hij zijn
naam hoordfe noemen; rijn groote vuist sloot
zich onwillekeurigzijn donkere oogen flikker
den wraakzuchtig en hij boog als tot de® kamp
bereid het bovenlijf voorover naar dfen niet min
der reusachtige® Vlaming Pol Verkaeren, die
hem rustig afwachtte.
„Hond, dat zul je mfe betalen!"
Doch plotseling in een boosaardige® lach uit
barstend, met een dxxivelschen blik op zijn te
genstander en rijn dreigende houding opgevend,
roept Desanne: „Verkaemi is een gek! Hij is
lieve dezer meaning, die zeer wei dbor anderen
kan worden weersproken.
Er zijn index-daad name® bij die Hinken als
een klok, bijv. Ruysdael, Jan Stee®, Adr. v.
Ostade, Aert v. d. Neer. Bij deze groot© mees
ters aarzel ik Frans Hals te noemen, omdat ik
in alle bescheidenheid' niet gelooven kan dat
het portret no. 21 werkelijk va® hem is. Zoo
ja, dan is 't zeker maar een proefstuk van den
nog ongeoefende® meester.
Jan Steen daarentegen, op wiens naam 7
stukken gesteld zijn, heeft kier ee® paar bui
tengewoon fraaie werken. „Het Bacchanaal" en
„de Fluitspeler", hoewel verdienstelijk, werden
geheel in de schaduw gasteld door de zeer realis
tische) maar meesterlijke „drenken courtisane",
die op een kruiwagen wordt thuis gebracht.
Het is een gewaagd! maar een prachtig behan
deld onderwerp. Lieer, da® liet zeer groote „hu
welijkscontract" trekt mij voorts aan „de ruil",
waar wij een soort van handel in de open lucht
bijwonen, die in. i. merkwaardig schoon is, om
dat wij van Stee® niet vaak zulk een fraai
landschap te zien krijgen.
Eveneem bewonderen wij het landschap, te
midden waarvan O stade zijn boerenbruiloft
verplaatst, en natuurlijk treft cms ook dfe schoon
heid dor nabuur, gelijk de groote Jacob Ruys
dael die afbeeldt. Van het drietal van dezen
spault „de waterval" verreweg de kroon, al
schijnt de tint van 't landschap wel iets te
blauwachtig. Hij geeft Hex" ook nog ee® berg
achtig tafereel, dat zeer bezienswaardig is.
Om niet te uitvoerig te worden, ga ik de
blonde riviergezichten van Jan v. Godjen, de
Spelende kinderen van Molanaer, db heerlijke
Maanlichten van Aert v. d. Neer voorbij, om
nog even te verwijlen bij de talrijke „Stil
levens", waaronder eenige van treffende schoon
heid'. Onder diessan neemt het werk van C. v.
Beijere®, als altijd, een ©ereplaats in. Wat
prachtige vissollen heeft zijn voortreffelijk pen
seel hier weer afgebeeld1! Vla» daarbij is een
stilleven van W. van Aalst, in rijn soort haast
even mooi en in één adem mogen wij do Hesem,
Bega en Kalff hierbij voegen. Wat hadden onze
oude kunstenaars een oog voor mooie e® warme
kleuren, voor schilderachtige wanordfe eax gril
lige samenvoegingWat een kunstvaardigheid
behoort er toe, zulke stillevens te schoppen!
Die lof komt ook' aam v. Huysum's fraai
bloemstuk toe en, om tot de lavemdle wereld
terug te keereax, aan het bont© pluimgedierte
van Hoixdlecoeter, die in ee® schitterend' werk
hier present is. Bij alle waardoering va® onze
hodendlaagsehe kunstenaars treft mij altijd bij
de ouden hun zeldzaam meesterschap in, het
teekenen. Zij toonsn als 't war© aan dat rij
niet in zoo'n zeaxuwachtigen tijd. leefden als wij,
zij gunden zich dus dan tijd om kts geache
veerds te leveren.
Van onze groot© portretschilders treffen wij
Thomas do Keyssr en Jan v. Ravesteijn hier
aan. Jammer is het stuk van de Keyser vrij
sterk beschadigd, dat van Ravesteijn is nog in
uitmuntenden staat. Ook daar treft ons de
zcrgvxxldige voltooiing. Wat is de kante® kraag
dier dame keurig behandeld,' en ho© fraai slin
gert rich dat parelsnoer met juweden om haar
welgevormde® halsZulk werk is een soort van
coquetiterie, maar een coquettorib van uitne
mend allooi
Laat ons onder den indruk van dit schoon©
uit die® voortijd voor ditmaal eindige®, liewer
dan ons nog in do standjes van het lieden, als
de kwestie tusschen het „Vadferl." en zekeren
directeur De Hondt ©n dergelijke onvorkwik-
kelijkheden, te gaan verdiepen.
jaloorsch, omdat hij meende dat ik hem bij De
Mont's Marijken in de wielen wil rijdfen. Hij
denkt dat ik hem die wilde kat benijd. Geker
rijn nog meiden genoeg van de Maas tot de
Noordzee."
Een zwoel, sterrenlooze Meinacht.
In het zwarte land gloeien da hoogovens.
De diepe kraters glimmen in dfe duisternis eax
nu en dan schittert een stroom van gloeiende
slakken als do lavastroom van den vulkaan.
De dompige, heete, nachtelijke aifamospkeer is
bezwangerd met den thans onzichtbare® damp
der fabriek, die in tahooze atomen het stof der
kolen verdeelt en het daardoor nog drukkender
en zwoelender en zwaarder maakt.
Overal teekenen van grootsche, mensdielijke
werkdadigheid, dtock nergens het, geluid eener
mensdielijke stem. In griiemxzinidge, spookach
tige bewegingloosheid en rust staren de vurige