52"° jaargang.
Zondag 5 en Maandag 6 Februari 1899.
N°. 9852.
Eerste Blad.
Strijdige Werelden,
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
UITGEVER: H. J. C. ROELANTS.
BCBEATi BOTERSTBAAÏ ÏO, Telephoon We. 133.
BUITENLAND,
GOURANT.
itaraaniBTarsui roei Schiedam, per kwartaal 1 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart 1.05
franco per peat, p, kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommers- 0.02
ABTBRTBSTnPKwe: van 1—6 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.52
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Schiedam, zijn voornemens ten overstaan
van den deurwaarder A. BOSMAN, aldaar op
Vrijdag den lOn Februari 189®, publiek
te verkoopen:
aan het Stoomgemaal bij de Begraafplaat
een partij ijzer, boomstammen en takbout
aan de Stads timmerwerf aari de Korte Haven .-
een partij brandhout
voortsboomstammen, boonenrijsbout en tak
bout, liggende aan den Noordvestsingel, West-
frankelandsche laan, Warande, Westerkade,
Kooikade en Plantage.
De verkooping begint des namiddags 3 ure,
bij de Begraafplaats.
Algemeen overslciil.
SCHIEDAM, 4 Februari '99.
In den Franschen ministerraad; is Donder
dag, volgens de „Siècle", heftig gedebatteerd
over het verlangen dfer Kamercommissie naar
een nieuw, aanvullend onderzoek ten aanzien
der houding van de leden der strafkamer. Zelfs
werd door een der ledten van liet Kabinet de
vraag opgeworpen of het niet raadzaam zou zijn
het regeeringsontwerp in te trekken.
Maar daar was geen denken aan. Dupuy ver
wachtte dan den val van 'het ministerie. De
premier was ook tegen een aanvullend onder
zoek, waardoor de behandeling van het voorstel
in de Kamer werd uitgesteld. En in dien
tijd kon de meerderheid voor de regeering wel
eens uiteenspatten. Daartegenover waren ande
re ministers sterk voor een aanvullend onder
zoek, dat dan ook zooals wij reeds mededeel
den zal plaats vinden.
En wanneer de Matin" het bij het rechte
eind heeft, dan is d'at onderzoek inderdaad vol
strekt noodig. Volgens dit blad komen de- leem
ten in Mazeau's rapport hierop neer: lo. Een
aantal verklaringen van getuigen bevatten be
schuldigingen die niet voorgelegd' zijn aan de
beschuldigde raadsheeren want hun antwoord
ontbreekt. 2o. Verscheiden anonieme brieven,
gericht aan. Mazeau, Dareata of Vodsin, behel
zende beschuldigingen tegen de raadsheeren,
zijn aan dezen evenmin voorgelegd, want ook
hierop bevindt zich geen antwoord in heb dos
sier. En die beschuldigingen zijn zeer ernstig;
zoo wordt in een dier anonieme brieven gezegd
dat een der raadsheeren geen cent Vermogen
bezit; zijn, vrouw is evenzeer ongefortuneerd,
DOOR
IDA BOY-ED.
30)
„Papa heeft gelijk," zei Martina met 'hem in
stemmend', „Ze zijn bijna allen te koop. En. van
zulk canaille krijgt heb publiek zijn. beoordee-
iing Daar, papa, daar zijn de critieken van
Eilaas en Frans, Steek ze in uw zak. Of nog
beter lees ze ons voor."
„Nini," zei Guy halfluid, „hoe kan je nu in
eeai publiek lokaal hardop de Berlijmsche cri-
tiek van omkoopbaarheid' beechuldigeni
Zij lachte.
„Wel dat weet het kleinste kind toch!"
Mijnheer Dobert nam het woord en bewees
door voorbeelden die de haren ten. berge deden
rijzen, en die hij uit de derde of de vaerde
hand als stellig betrouwbaar had gehoord, dat
men lof en roem kon koopen. Zijn klankrijke
stem had een metalen trilling.
Mevrouw Schulz-Weiler, aan wie mem duide
lijk kon zien hoe gewichtig en gestreeld zij zich
voelde, omdat zij in een publiek lokaal met ©eni
ge bekende tooneespelers zat, viel mijnheer Do
bert bij. Het gesprek werd algemeen.
En Guy zat er bij als een totaal vreemde.
Wat had hij met die mensdien uit te staan'?
Wat gingen hem liun belangen aan
Allengs bemerkte Martina dat hij Stil wan
en ontstemd scheen. Zij ging haastig mot rioh-
zelf te rade. Eén oorzaak alleen scheen haar mo
gelijk: Guy hield bepaald niet van de Schulz-
Weileris.
en toch staat hij op het punt een landgoed to
koopen.
Indien de Matin" gelijk blijkt te hebben,
dan is deze enquête wel een der schandelijkste
momenten in de aan jammerlijke gebeurtenissen
zoo rijke Dreyfus-geschiedems. Op grond van
anonieme brieven en van onbewezen beschuldi
gingen stelt de eerste-voorritter van het Hof
van Cassatie, zonder den eersten plicht des
rechters, liet „Hoor en wederhoor", gedachtig
te zijn, aan. de regeering voor, cfe geheele straf
kamer in een veria cl it licht te plaatsen tegen
over do openbare meening. En,- zonder dat het
hem treft hoe schandelijk deze enquête vloekt
tegen de gerechtigheid, besluit een minister van
justitie gevolg te geven aan liet advies van dien
eerste-presiden t.
Maar dit is niet alles. In de „Rappel" vinden
wij hoe Bidaulb, senator voor Indre-eb-Loire,
aan een aantal van zijn collega's, die met name
worden genoemd, verhaald heeft dat hij Ma
zeau tot den senator Magnin, oud-gouverneiur
der Fransche Bank, het volgende had1 liooren
zeggen:
„lk wilde het. „advies" niet geven waarvan
de minister-president in' de Kamer sprak; ik
wilde de legeenng het dossier zenden zonder
mijn meening uit te spreken. Maai- Dupuy heeft
mij gevraagd hem een brief be schrijven, waarin
ik verzocht de zaak aan de strafkamer te ont
trekken, eu ik kon dit niet weigeren."
Zoodoende kon Dupuy zich, Zaterdag )L,
voor dte Kamercommissie op Mazau beroepen.
Dit is een zeer ernstige beschuldiging. Zij
werpt op de regeering en op Mazeau zulk een
twijfelachtig licht, dat men Hefsb aan. een onge
gronde aantijging wil gelooven. Men zou dit
zoo gaarne willen, maar dezei lezing van liet
gebeurde verklaart, helaas1 het onbegrijpelijke
in de laatste wending der gebeurtenissen zoo
volkomen-
Dat de mededeehng der „Rappel" groote ont
roering lieeft teweeggebracht in parlementairs
kringen, spreekt vanzelf. Wellicht zal de re
geering in dte Kamer tot verantwoording wer
den geroepen.
Van hun kant willen de nationalisten', naar
men zegt, in de Kamer voorstellen, heb ledental
der commissie, belast .met liet onderzoek van
het regeeringsvoorstel, te verdubbelen, met het
doel natuurlijk daardoor een. meerderheid inde
commissie ten gunste van heb voorstel te kwee-
ken.
De commissie heeft intusschem haar arbeid
gestaakt, in afwachtingg van de door haar ge
vraagde nadere inlichtingen. Wtellicht zullen dte
ïeeds heden gegeven worden. Althans, toen
Georges Berry, de nationalistische afgevaardig
de, rich gistermorgen met een zijner collega's
van db groep der Nationale Verdediging aan
meldde bij: den mini ster-president om dezen te
waarschuwen voor het gevaarlijke van dit uit-
Mevrouvv Kalkowski en Mar.tina keken met
minachting neer op alle vrienden van het hoofd
des gerins; alleen de Schulz-Weiler's mochten
ook zij graag, omdat heb goede, vroolijk» men-
soheni waren, die op uitstekenden voet stonden
met Kalkowski, hem fijne sigaren cadeau ga
ven en, wanneer mevrouw Kaikowalri optrad,
altijd vol bewondering waren.
Maar Martina lieb die menschen nu eens en
voor al schieten. Het kwam haar opeens voor,
alsof de Hem-burgeriijbe gewoonten van de
Scliulz-Weil (iris terugsloegen op haar en haar
moeder.
Ook rij zweeg daarom en zette een gezicht
alsof zij rich verveelde.
Op den weg huiswaarts bleef rij aan Guy's
arm een heel eind. achter liaar moeder en den
fleren Dobert. Kalkowsld was niet meegegaan;
hij ging nog met de Sohulz-Weilers naar een
café.
„Je hebt je vanavond verveeld, arm kereltje,"
zdde rij beeder. „Ik ook. Die 'Schulz-Wailer's
rijn geen omgang voor ons. Papa 'heeft helaas1
zekere neiging tob gemak en ongedwongenheid.
Geloof maar vrij dab mama en ok er dikwijls
onder geleden hebben. Ik ben veel te veel dame
dan dat ik op die punten niet gevoelig zou rijn.
Heb je opgemerkt dat mevrouw Schulz-Weiler
met haar mes eet?"
Guy drukte liefkoezend Mar tana's arm tegen
rich aan. Wel hadden juist dte eenvoudige
Schulz-Wedler'a den minst onaangenamen in
druk op hem gemaakt. Maar hij kon Martina
toch niet zeggen dat het die geheele belangen
sfeer en dte wijze waarop rij daarin leefden, was
die hem hinderde. En ihij verheugde rich er
maar over dat in Martina toch de beschaafde
stel, dealde Jules Legrand, de ondter-staatsseere-
taris, dio Dupuy verving, hun mede dat reeds
lieden de complementaire inlichtingen aan de
commissie konden verstrekt worden, zoodat in
het begin der volgende weck het voorstel der
regeering in de Kamer kon behandeld worden.
Met groote hardnekkigheid en verbittering
wordt onderwijl de strijd voortgezet.
Quesnay de Beaurepaire, die de kluts geheel
kwijt schijnt te zijn, gaat voort met rijn be
schuldigingen, die steeds ongelooflijker en ge-
meener worden.
Hij beklaagt er rich over dat van een brief
van hem, die een ernstige beschuldiging inhield
tegen den raadsheer Dunias, geeai notitie is go-
nomen. Hij beschuldigt de strafkamer dat zij,
verlegen zittende met Lebmn-ïteiault's stelhge
verklaring omtrent dte bekentenis van Dreyfus,
dien getuige verdacht heeft trachten te maken;
dam toe heeft men een soldaat, die de degradatie
van Dreyfus bijwoonde, willen omkoopen, maai
de brave man weigerde.
Eindelijk en deze aantijging overtreft zelfs
de lastertaal van Rochefort c. s. verzekert
de Beaurepaire, dat de strafkamer een geheim,
strikt' confidentieel stuk heeft onderzocht, en
dat den volgenden dag dit onderzoek reeds be
kend was aan een officieel agent van het Drie
voudig "Verbond. Dit feit heeft de oud-magi
straat van twee officieren.
Zelfs de strafkamer zou dus verkocht zijn aan
liet Drievoudig Verbond of aan hot „syndi
caat" i
Men zal moeten, toegeven dat heb met de
grove aantijgingen van Quesnay dte Beaure-
paiie inderdaad de spuigaten uitloopt, en het
aantal dea-genen die een aanklacht willen inge
steld rien tegen den oud-voorribfeer dter burger
lijke kamer neemt toe, vooral in parlementaire
kringen. Van de regeering is echter in deze niets
ts venvachten; zij laat het aan de belasterden
over zelf, zoo zij dat willen, een vervolging te
gen De Beaurepaire in te steden. Maar kun
nen. dte raadsheeren der strafkamer, gebonden
aan hun ambtsgeheim, dat met vrucht doen
De Kamercommissie evenwel heeft er zich
gisteren mede bemoeid. Zij hield gister-namid
dag een vergadering, waarin Dupuy en Lebret
verzocht weiden te verschijnen; verseheidten.af
gevaardigden drongen er toen bij dte ministers
op aan, dat rij het initiatief zouden nemen voor
een vervolging tegen De Beaurepaire. Dupuy
vroeg eenig uitstelna de kennisneming der re
sultaten van heb nieuwe ondterzoak zou rij in
deze een beslissing nemen. Weigert de regee
ring, dan is het aeer wal mogelijk, dab de quaes-
tie in de Kamer ter sprake wordt gebracht,
nog voordat de Kamercommissie met liaar ar
beid gereed is.
Ook de voorstanders der revisie zitten niet
stil.
De „Siècle" vertelt dab aan generaal Gha-
vrouw tegen iets in verzet kwam al was liet
ook maai- tegen liet mes, dat mevrouw Schulz-
Weiler naar haar lippen bracht.
Dien nacht deed hij bijna geen oog toe. Zijn
gedachten waren bijna voortdurend op den dlag
van rijn huwelijk gevestigd.
Het was hem of hij in een langen, donkeren
tunnel keek en of hij in do verte, aan dan uit
gang er van, een lichtende1 boog zag. Dat was
de opening waardoor men een Land vol zonne
schijn en zuidelijke pracht betrad. En van dien
uitgang vielen reeds eeniige stralenbundels troos
tend in het duister van den tunnel.
Och ja, als hij rijn Nini maar eerst voor zich
alleen had.
Hoe gelukkig zouden zij zijn; hoe zouden zij
eikaar ten volle begrijpen1
Hij somde bij zich zalf de talrijke «ogenblik
ken op, waarin hij het bewijs vond dat Martina
niet in haar omgeving paste en rich spoedig
heerlijk zou ontwikkelen, wanneer rij overge
plant werd op een bodem, die voor liaar aard
berekend was.
Hij werd aangegrepen door een koortsachtige
gejaagdheid om alle voorbereidselen voor zijn
huwelijk te bespoedigen.
Reeds den volgenden dlag vroeg hij naar de
noodige papieren,
Philip was er juist en men zat in het roode
salon om de tafel onder een kop koffite.
Een lamp, bedekt met een kap van rijde en
kant, stond tusschen de kopjes; verscheiden
papiermollen lagen op het tafelkleed.
Guy had de plannen voor rijn werken te
Hamburg meegebracht om ze aan Martina te
laten rien.
Maar rij ging op zijn schoot ritten en ver-
nio.n, de vertegenwoordiger van dten minister
van oorlog bij het onderzoek der dossiers, dooi
den procureur-generaal Manau diens eigen ka
mer tei beschikking is gesteld'. Daar moet Clia-
moin kennis hebben genomen van alle verkla
ringen der getuigen, ofschoon mr Mornard, de
advocaat van mevrouw Dreyfus, daartoe alleen
liet ïecht liad. Vervolgens deelde hij den gene-
ralcn staf dte documenten mede; cn deze zond
daarop nieuwe getuigen naar de strafkamer.
Nu stelt de „Siècle" de volgende vragen
„Wie heeft die mededeeUngen aan den ge ae
rate n staf overgebracht Wie lieeft ten gunste
der militaire getuigen het geheim van het on
derzoek geschonden?" Het blad hoopt dat de
Kamercommissie ook deze quaestie aan een on
derzoek zal onderwarpen.
Ook met den zgn. brief van keizer Wilhelm
lieeft men nog niet afgerekend. De „Aurore"
en de „Petite République" houden staande dat
er een brief van keizer Wilhelm (een valsche
natuurlijk) is geweest. Niet alleen generaal
Boisdeffre, maar ook andere officieren hebben
heb stuk gekendgenoemd woi-den kolonel Stof
fel, voormalig militair-attaché bij het gezant
schap te Beriijn, en generaal Scïmeegans, die
verklaard heeft niet aan Dreyfus' schuld te
twijfelen, daar hij met eigen oogen een brief
van den Duïtschen Keizer hoeft gezien die het
bewijs van Dreyfus' schuld levert.
In een interview met de „Petit Temps" ont
kent generaal Scïmeegans echter van dezen brief
iets af te weten.
Kolonel Stoffel, een 80-jarige grijsaard reeds,
verklaarde zijnerzijds aan een redacteur der
„Liberie", dat hij niets wilde toestemmen of
ontkennenhij wist niets. En als h#b Hof van
Cassatie hem dagvaardde, dan zo", hij niet ver
schijnen.
Eindelijk is ook heb borderel weer- een onder
werp van den dag geworden, en wel naar- aan
leiding van het booren van verschillende schrift-
kudigea door de strafkamer van het Hof van
Cassatie.
Paul Meyer, Giry en Molinier, allen profes
soren aan de „Ecole des Chartes", de twee eer
sten ock leden van liet Instituut, houden met
stelligheid staande dat het borderel' dbor Es-
torhazy is geschreven. Meyer vindt geen en
kele aanwijzing die reden geeft tot twijfeling;
Giry heeft rijn oordeel in het prooes-Zola thans
nog bevestigd gezien door de brieven van Es-
tsrlmzy op mailpapier geschreven.
Charavay eindelijk, die in 1894 verklaarde
dat heb borderel van Dreyfus' hand' wals, zet in
de Temps" breedvoerig uiteen diat en waarom
hij diat oordeel niet wil bevestigen. Hij vraagt
om nieuwe stukken, ten «inde daardoor in staat
gesbeld te worden een beter gemotiveerd oordeel
uit te spreken. En indien liij in 1894 heeft ge
dwaald, zal hij dit gaarne erkennen.
(■emengde IDcdcilecIIngen.
De „Polit. Corr." verneemt dat liet Russi-
klaarde plechtig dat zij er niet liet minste van
begreep en niet het geringste belang stelde m
oude of nieuwe gebouwen, en dat hij haar dit
oogenbM'kkelijk moest vergeven.
Guy vergaf haar met een kus, maar zeade ook
dat hij haar een mooi werk zou geven waarin
afbeeldingen stonden van de beroemdste bouw
werken der weidd met populaire beschrijvin
gen. Zij beloofde uit dat werk een ontzaglijke
hoeveelheid! kennis te zullen putten, lachte, trok
hem aan rijn ooren en wist van overmoedigheid
en verliefdlieid niet wat rij zou beginnen.
Maar Philip bestudeerde nauwkeurig de plan
nen en was verrukt..
„Wat zou dat heerlijk rijn," zei hij, „aL> ik
met jou samen eens iets kon produoaeren. Je
weet immers wel, Guy, dat de het meest aanleg
heb voor versieringskunst. Oog voor kleuren on
vormen heb ik maar niet de geniale hand
die een mensclielijk gelaat met rijn duizenden
fijne lijnen kan weergeven; niet den scheppen-
den geest om nieuwe ideeèn neer te leggen in
do begrensde ruimte van een stuk linnen. Het
lot heeft mij op een verkeerden weg geleidt Ik
denk er dikwijls aan, iets geheel anders te be
ginnen, en een specialiteit te worden in ikunst-
decoratie."
Guy zag rijn zwager hartelijk aan. Die zelf
kennis en bescheidenheid, geuit met een stem
waarin weemoedige berusting doortrilde, ont
roerde hem.
„Onzin," riep Martina nit, „jij die zoo
gezien bent. En elk jaar verkoop je zeker twee
schilderijen! Haal maar geen dwaasheden nib
en sluit je broodkast niet toe, voordat je weet
of er wed een andere voor je open staat."
t\ordl vcrvhlgd