$2"° jaargang. Woensdag 15 Februari 1899. N°. 9860. Strijdige Werelden. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, UITGEVER: H. J. C. KOELANTS. Kennisgeving. Kennisgeving. 38) BEKENDMAKING. BUITENLAND. SCHIEDAM, 14 Februari '99. COURANT. Abossemistspbub poot Schiedam, per kwartaal f 0.90 0 omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05 franco per post, p. kwartaal. - 1.30 Afzonderlijke nommera. - 0.02 BUREAU r BOTERSTRAAT 70, Teleplioon Jffo. 123. Adtebtehtoepblib: van 1—5 gewone regels mot inbe grip van eene Courantf 0 59 Iedere gewone regel moer- 0.10 Bij abonnement wordt korting verleend. Bdhceheester en wethouders van Schiedam, doen te weten, dat door den raad dier gemeente in tjjóe vergadering van 31 Januari 1899 is vastge- eid de volgends verordening VERORDENING tot wijziging der verorde ning ter handhaving van dc openbare orde en veiligheid en op de straatpolitie te Schiedam. Eenig Artikel. De Verordening ter handhaving van de openbare oide en veiligheid en op de straatpolitie te Schiedam, vastgesteld den 30stcn August is 1892, wordt ge wijzigd als volgt ïnsschen de artt. 18 en 19 wordt een nieuw artikel gevoegd, luidende „Art. 186is. „Het is verboden lo. do straat te schrobben, te spoelen of op eeni- gerlei wijze met gebruikmaking van water te reinigen." Burgemeester en "Wethouders kunnen, in verband „roet de vervuiling der straat tengevolge van het „pompen van spoeling, het vervoeren van mest of „andere oorzaken, van dit verbod dispensatie vcr- jeenen onder de voorwaarden door ben te bepalen." „2o. water op de straat te werpen, uit te storten „of te laten vloeien, tenzij met schriftelijke vergun ning van Burgemeester en Wethouders cn over eenkomstig de voorwaarden door hen daarbij be- „Dit laatste verbod geldt niet ten opzichte van het „reinigen van stoepen, gevels, glasramen,jalonziën „of Winden mits dit geschiedt des morgens tusschen „8 en 11 unr en mot inachtneming van bet be haalde bij art. 19 dezer verordening." Uit art. 22 te doen ver/allen do woorden „naar Iniiten op den openbaren weg op'. De voorlaatste alinea van art 34 wordt gelezen „die van de artt. 1 Sin's en 26 met eene geldboete „van ten hoogste vijf en Uvintig gulden." Aldus vastgesteld door den Gemeenteraad van Schiedam, den Sisten Januari 1899. De burgemeesie- VERSTEEG. De secretaris VERNÈDE. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland volgens hun bericht van den 7dco/9dea Februari 1899, B no. 91 (2e afd.) G.S. No. 56 in afschrift medcdegcdeeld. Ba is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 13den Februari 1899. Burgemeester en wethouders voornoemd VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. Burgemeester en wethouders van Schiedam, doen te weten, dat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van 31 Januari 1899 is vastgesteld de volgende verordening DOOR IDA BOY-EÜ. Schulz-Weiler was totaal vervoerd door zoo veel grootheid on rijkdomhij had een gewaar wording of hij er door Philip om zoo to zeggen mede ia aanraking kwam.. „Vrouw, wat denk je er van," zed hij, „als mijnheer Kalkowski je gezicht ook eens zoo op doek in een gouden lijst vereeuwigde 1 Neen maar, in. alien ernst, mijn heer Kalkowski een prijs zooals Sonruenheom en zulke menschen lean ik (niet betalen. Maar als u een amateur-prijs wilt nemen, laat ik eens zeggen een vijfhonderd mark, dan kan ik die er wel aan ten koste leggen. Wil u mijn vrouw schilderen? Veel geld is het niet. Maar daar voor maakt u ook heb portret van eene mooie vrouw." „Maar, Guido," protesteerde zij. „Nu, of Philip het dbetriep da komiek uit. Én Philip verkeerde niet in omstandigheden dat hij een inkomst van. vijfhonderd m.' rfk van de hand kon wijzen. Hij stemde toe. „Je trekt je groene japon aan en hangt een pelsmantel schiddteraohtig oveer je schouders," ging Schulz-Weiler voort, „Ik zal uw vrouw een baltoilet leenen," zei jfmevrouw Kalkowski. „Ik zou heb kostuum voorstellen dht dn me- f rouw's geboorteplaats wordt gedragen," bracht VERORDENING tot wijziging der ver ordening op de keuring van vleesch te Schiedam. EENIG ARTIKEL. De verordening op de keuring van vleesch te Schiedam, vastgesteld den 22sten Juni 1897, wordt gewijzigd als volgt: Art, 3 wordt gelezen -Buiten het geval van noodslachting is het ver- „boden vee te slachten, dat niet aan den keurmeester „met vermelding van tijd en plaats der slachting ter „keuring is aangegeven, welke aangifte moet ge schieden in het vanwege de gemeente voor den „keuringsdienst bestemde lokaal, dat te dien einde „dagelijks, met uitzondering van zon- en feestdagen, „is geopend tnsscben 8 en 9 nnr des voormiddags „en tusschen 3 ea 4 uur des namiddags." „Van noodslachting moet gelijke aangifte geschie- „den op het na de slachting eerstvolgende tijdstip „van aangifte in dit artikel bedoeld." Art. 4 wordt gelezen „Het is verboden binnen zes uren na de slachting of ingeval noodslachting heeft plaats gebad zes „uren na de aangifte daarvan, bedoeld in de „tweede alinea van art. 3 geslacht vee af te „hakken, of daarvan eenig deel zoodanig te ver wijderen, dat bij de keuring twijfel zou kunnen „ODtstaan, tot welk stuk vee elk deel behoort," „Dit verbod geldt niet, wanneer de keuring reeds „op een vroeger tijdstip beeft plaats gehad." Punt 2o. van art. 9 tc lezen „Vleesch verpakt en verkocht in hermetisch ge sloten blikken of flesschen." Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den gemeenteraad wan Schiedam, den Sisten Ja nuari 1899. De Burgemeester, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Sta ten van Zuid-Holland volgens hun bericht van den 7dem9den Februari 1899. B no. 91 (2e afd.) G. S. no. 56 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be- hooit, den 13den Februari 1899. Burgemeester en wethouders voornoemd, VERSTEEG. De secretaris, VERNÈDE. NATIONALE MILITIE. Blijvend gedeelte van de lichting van 189S bij de onbereden korpsen. Naar aanleiding van eene uitnoodiging van den beer Minister van Oorlog, worden de zich m deze gemeente bevindende miliciens, die ingevolge de rege ling van het blijvend gedeelte, van dc lichting van 1898, bij de onbereden korpsen met tijdelijk verlof werden huiswaarts gezonden en eerstdaags weder ouder de wapenen moeten komen, opgeroepen zich ten spoedigste ter Gemeente-Secretarie alhier, afdeeling Militie enz., aan te melden. Schiedam, den 14den Februari 1899, De burgemeester, VERSTEEG. Doberb in. heb midden. Mevrouw Scümlz-Weiier was van Lübbenau in heb Spreewald afkomstig. Philip had geen acht champagne-glazen. Men dronk champagne uit rijnwijn- en bordeaux-gla- zen, en werd steeds vr ooiijker. En Guy zat tusschen de anderen, in, met eon gedwongen lach en gedachteloos gesproken woor den op de lippen. Martina was hüt vroolijkst van allen. Een warm gevoel van geluk gloeide krachtig en niet te bedwingen, dtoor haar aderen. Deze avond had haar zooveel moois, zooveel begeerds ge bracht, dat bovendien nog hot bewijs leverde van de innige liefde van baar aanstaande. Wie zoo edelmoedig geeft en zoo vol vertrou wen is, die heeft men volkomen in zijn macht. Een heerlijk gevoel van macht vervulde Marti na. Heit was een koninklijk gevoel, te weten dat een man haar zoo volkomen toebehoorde. Toch genoot Martina van dat wblbehagen half onbewust. Voor haar was dab: beminnen en 'bemind worden. Een andleren vorm van lief de zou zij zich niet hebben kunnen voorstellen dan de prikkeling van het wisselen van liefkoo- zdngen en de voortdurende offervaardigheid van den verliefden man die door zijn zorg liet leven der geliefde zoo heerlijk mogelijk maakt. Zij lachte en sprak het meeste en lachte ook vaak waar het beter voor haar ware geweest niet te begrijpen. Philip hiield voortdurend Guy aan. de praat. Met inspanning zocht hij telkens weer nieuwe onderwerpen van gesprek, die 'hij dan zoo lang Algemeen overzicht. De zorg tan den heer Dupuy, den voorzitter van den Franschen ministerraad, voor de ver vuiling der namens de regeering gedane beloften herinnert wel eens aan den spreek woordelijken bok die tot tuinman wordt aangesteld. In de zitting der Kamer van 21 Januari j.l. beloofde de minister-president aan den afge vaardigde Mdlerand dat het gansclie dossier van het aanvullend onderzoek in de zaak-Dreyfus zou gedrukt worden. De regeering kwam deze belofte na, en den raadslieeren Accarrs, Boulache en Duvat, leden van het Hof van Cassatie, werd opgedragen toe te zien op liet drukken der stukken ter lands drukkerij. Nu komt echter de regeering plotseling uit den hoek met liet besluit zelve het toezicht te houden op het di ukken der dossiers, zoodat de procureur-generaal op last van den grootzegel bewaarder den drie genoemden inadsheeien heeft laten weten dat hun taak afgeloopen is. De regeenng nl. zal zelf voor het drukken van de stukken zorgen, wat vrijwel hetzelfde wil zeggen als: de tegeering zal wel zorgen dat liet dossier, of althans zekeie stukken of ver klaringen, niet gedrukt komen. Want hoe zou de regeeiing beter zoig kunneu dragen voor dit werk dan leden van het recbterïyk college waarvoor de zaak wordt behandeld Ronduit spieken de revisionistische bladen hun wantrouwen uit, en de nllappèil" zetten aanzien van Dupuy de puuijes op de i's, »In de eerste plaats" zegt liet blad, »zal men doen verdwijnen want dat is ten slotte het waie doel van deze nieuwe bemoeiing die aan de stiafkainer het toezicht over de door haar bijeengebrachte stukken ontneemt een be paalde verklaring van een der hoogstgeplaatste politieke personen wiens getuigenis, naar gezegd wordt, verpletterend is voor Charles Dupuy en het ministerie van 1894." Het is niet moeilijk te raden wie met dezen hooggeplaatsien politieken persoon wordt be doeld. Blykbaar spreekt de ïRappèl" van Casi- mir-Périer, wiens aftreden als president der Republiek nog altijd in een zeer mysterieus waas is gehuld. Natuurlijk haastten de officieuse regeerings- organen zich de sombere vermoedens ran de uRappei" en andere bladen tegeQ te spreken maar de nAgence Nationale" vgrklaait die tegenspraak voor gelogen en bevestigt uil goede bron de waarheid van hetgeen de ïRappel" mededeelde. Dat voorspelt waarlijk niet veel goeds. Want het voornemen beslaat, wanneer het regeerings- ontwerp dat "Vrijdag in de Kamer werd goedge keurd, ook in den Senaat een meerderheid kon verwerven, de leden van het Hof een gedrukt exemplaar te geven van de verzameling stukken rakende de complementaire instructie. mogelijk uitspon. Hij wilde zijn zwager bezig houden en zichzelf meteen. En Guy ging, zij het ook met evenveel in spanning, er op in. Zij vermeden eikaars blik ken. Maai- één oogeniblik ontmoetten, hun blikken elkaar tocih, en toen begrepen zij van elkaar, dat zij beiden leden. Toen het twee uur in den nacht was, schoot het mevrouw Kalkowski te binnen dat zij mor gen een vermoeiende rol had en nu vast on zeker naar huis en naar bed moest. Men vertrok dus. Onder gelach en gepraat ging het gezelschap de trappen, af, de plaats over, het voorhuis d'oor en do straat op. De beide dames Kalkowsld werden in het eerste het beste rijtuig gezet dat men tegenkwam; Kalkowski stapte met de Sehulz-Weiler's en Do- bert in een ander en liet zich naar café Bauer rijden. En dlaar stond Guy nu alleen op 'het trottoir in de Potsdammerstraat. Langzaam wandelcte hij (huiswaarts. Hij woonde in d© Steinmetzstraat. De winternacht was frisch en zondbr wind; het kon op zijn hoogst twee graden vriezen. Op dte trottoirs en den rijweg geen zweem van vocht. Als een lichtgrijs 'lint strekte de straat zich uit tusschen de doode, stille muren der hui zen. Hot was zeer stal; het kwam niet dikwijls voor, dat hij nog een paar menschen ontmoette, Guy verlangde naar een. andere stilte, naar een groot, uitgestrekt, vrij, verlaten veld, be- Maar als daaruit belangrijke verklaringen worden weggelaten, dan Evenwel, ook de leden der strafkamer zeiven zullen deelnemen aan de behandeling der revisie. Aan den procureur-generaal Manau was het vooinemen toegeschreven, zijn ambt neer te leggen. Een officieuse nota in de »Temps" echter spreekt dit tegen. Geen der andere magistraten heeft daaraan gedacht; een hunner verklaarde aan de sTemps" dat het een lafheid zou zijn op het oogenblik weg te loopen. De Temps" verdedigt vooits de leden dei- strafkamer tegen het vei wijt van vooi ingenomen heid en partijdigheid de getuigen hebben allen hun verklaringen gedicteerd en onderteekend. Dat verschillende revisionnistische bladen nu reeds het door bet Hof in veteenigde zitting van alle kamers te wijzen ariest vetdaebt noe men is begrijpelijk, maar niet goed te keuren. Waarom te twijfelen aan (ie rechtschapen heid der laadsheeren? Eu zijn er patlygangets van wetteloosheid en de heerschappij van de sabel onder hen, er is geen reden om aan te nemen dat het hoogste ïechtscollege voor de meerderheid uit meineedigen en plichivetzakers bestaat. Rustig het ooideel afgewacht, dat zij het parool. Op het besluit van den Senaat zal wellicht niet zonder invloed blijven de ernstig gemo tiveerde beschuldiging van dan raadsheer Dumas tegen Quesnay de Beaurepaire. Deze heeft Dumas, wien in het bijzonder het onderzoek omtrent Esleihazy's faits et gestes was opgedragen, een vriend van de familie Dreyfus genoemd. Bovendien kwam De Beaure- paiie voor den dag met een brief van zekeren Defrenne waarin er op gewezen werd dat Dumas en zijn vrouw ongefortuneerd waten en toch een prachtig huis lieten bouwen, naar men te Roubaix (Dumas' vroegere standplaats) geloo fde, met het geld van liet syndicaat. Dumas toont nu aan dat deze brief vaisch isDe Beaurepaire heeft dus gebruik gemaakt van valschheid in geschrifte, en Dumas ver langt dat de stukken betreffende dit incident mede aan den Senaat worden ovei gelegd. In de »Pall Mall Gazette" wordt een be schouwing gewijd aan Cecil Rhodes' plan tot verbinding van Engeland's bezittingen in het Noorden en m het Zuiden van Afrika door een spoorweglijn, een plan dat door de herovering van Soudan en de beslissing der Fashoda- quaestie ten gunste van Engeland een belangrijke stap tot zijn verwezenlijking is genaderd. Uit betrouwbare bron verneemt het blad dat de Britsche regeering gunstig over het plan deukt, maar alleen voor ten deel van de spoor lijn de garantie op zich wil nemen. Voor het gedeelte der lijn, dat van de Kaap naar de Zambezi loopt, bestaat tegen deze ga rantie al daarom geen bezwaar omdat deze lyn zeker lendeeren zal; van het gedeelte dat van de Zambesi naar het Tanganyika-meer zal loo pen, wil de Britsche regeenng echter liever geen verplichtingen op zich nemen. Dat de lijn dekt met sneeuw, waarboven aan den blauw zwarten hemel de sterren fonkelden. Daze stilte, deze verlatenheid in de uitgestor. ven, nachtelijke straten was -die van de binnen plaats eener gevangenis, niet de verkwikkende stilte der natuur. Het kwam niot bi] Guy op, dat ook boven do stad do hemel zich welfde en dat boven, op liuu plaatsen aan het firmament, dc sterren m sidderende schittering hun licht verspreidden. Hij zag niet één keer omhoog. Met gebogen hoofd ging hij verder; het schelle licht der straatlantaarns deed hem zeer zij stonden daar zóó doelloos; zij schenen bran dende kaarsen in een onbewoond huis. In rijn woning was het koud, en van een lan taarn, die juist voor het huis stond, drong een koud-glamzend schijnsel naai- binnen, dat het vertrek in den omtrek van heit vansier ©eniger mate verlichtte. Guy stak geen licht aan, maar luaastto zich in die flauwe schemering naar lied. Hij was niet moehij verwachtte goen slaap en wilde ook niet eens slapen. Hij wilde danken1 Eindelijk: wilde hij toch eens nadenken over al wat er sedert zijn. verlo ving was gesdiied, en wait (hij dazen avond had geboord. Hij rilde in een zenuwachtige huivering en trok de dekens dicht om rich heen. Hij sloot d© oogen. Hij had het gevoel of het bleeke licht in hot vertrek rijn gedachten nog afleid'de, en vergat dat hij het gord:jn kon neer laten. {Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1