N°. 9871.
52 jaargang.
Dinsdag- 28 Februari 1899.
Strijdige Werelden.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen,
uitgeyerT b. j. C.ltÖELANTS.
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
AsoxKEKESTsriujB voor Schiedam, per kwartaal f 0.90
omliggende plaatsen, p. kwart. - 1.05
franco per post, p. kwartaal. - 1.30
Afzonderlijke nommera- 0.02
BUREAU: BOTER STRAAT SO, Teleplioon Ho. 123.
AjofEnTENTrEPEUBTan 15 gewone regels met inbe
grip van eene Courantf 0.53
Iedere gewone regel meer0.10
Bij abonnement wordt korting verleend.
De heer Hcgenholtz es de S. D. A. P.
Naar aanleiding van het bericht, dat de heer F.
N. Hugenholtz Jr., voorganger der afdeeling
m den «Protestantenbond" te Schiedam, tegen
j September zijn ontslag neemt om zich aan te
sluiten bij de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij
en zich te gaan wijden aan de propaganda, schrijft
,De Hervorming"
Dat hij te eeniger tijd tot dat besluit zou komen
was te verwachten dat bij er nu reeds toe kwam
bevreemdt ons. Immers pas een maand geleden,
den 21 Jan. schreef hij in «Onze Kring" o. a. het
volgende in antwoord op een schrijven in de
iSociaal-Demonraat"
Wij hebben ons (nog) niet bij de S. D. A. P. aan
gesloten, omdat wij vooraUnog van meening zijn,
dat ons arboidsveld niet onder, de arbeiders, mam-
onder da meer gegoeden ligt, of juister nog, niet
onder de Sociaal-democraten, maar onder de bour
geoispartij.
0. i. is de sociale kwestie ruimer, meer omvat
tend dan de arbeiderskwestie. 'tZijn niet alleen
de arbeiders, maar ook zij die stoffelijk niet mis
deeld zijn, dio tot het inzicht van sociale lecht
vaardigheid gebracht moeten worden. De «Soc.
Dem," wil alle socialistische krachten aan de bour
geoisie onttrekken en scharen onder da vaan van
de S. D. A. P.
Die wenscta is begrijpelijk. Maar 't gevolg daar
van zou zijn dat de bourgeoisie, aan haar eigen
lot overgelaten, alleen ten slotte door dwang, dooi
de overmacht der proletariërs, haar klasse-voor
rechten zou prijsgeven. In plaats van zelf aan
betere toestanden mee te werken uit rechtvaardig
heidszin
En verder«Of wij op dit standpunt zullen
Llijvei. staan 't Zal geheel van de omstandigheden
alliangen, Blijkt ons dat onze eigen kiasse-genooteri
onvatbaar zijn voor altruïstische beginselen ('t geen
ons tot nu toe nog niet is gebleken) dan zeer
zeker zullen wij geen oogenbhk aarzelen met hen
te breken, om in de rangen der proletanérs den
strijd tegen hun onwil aan te binden.
Maar zoolang wij overtuigd zijn dat onbekend
held met de nooden der maatsch ippij en onbe
kendheid met het verhoven karakter van het soci
alisme lien nog weeihoudt van de nieuwe levens-
en maatschappij-beschouwing, zoolang is onze taak
hier en niet daar."
Ztjn de omstandigheden zóó spoedig veranderd
En hebben de opgedane ervaringen thans reeds
tot een ander besluit gedrongen
Wij kunnen ons begrijpen dat iemand met de
overtuiging, en met het temperament van onzen
vriend Hugenholtz zich bij de S. D. A. P. aatr-
eluit, maar zoo spoeJige verandering van ziens
wijze, waar het zulk een gewichtigen stap geldt,
moet wel bevreemden en doen vragen of met
de noodige ernst is gewikt en gewogen.
Te meer bevreemdend is het dut Hugonholiz
zijn tegenwoordigeu weikkring te Schiedam in
den steek laat, na tut nog pas onlangs de groote
meerderheid der af teeling hom handhaafde, tegen
over de opgestoken oppositie en hij met inge
nomenheid zijn aanvraag om ontslag terug tiam.
DOOR
IDA BOY-ED.
49)
„Dus jullie wilt Zondag komen," zeide zij.
„Dat is goed. Komt dan den gehec-len dag bij
ons doorbrengen. Robert, jullie ook niet
waar?"
„Sedert een paar dagen gaat Amiemie weer
per rijtuig uit," antwoordde Robert. „Ik denk
wel dat za althans te dineeren zal mogen blij
ven. Dan geheelen dag, dat gaat toch. niet
meer om baby."
„O ja baby," lachte Charlotte. „Hoe gaat
het er mee?"
„Wel, het is eenvoudig een kolossale jongen,"
zat Robert Pehrbrand op een toon zóó vol over
tuiging dat niemand! het zou hebben gewaagd
tegen te spreken. „Groot, blond, ongelooflijk ver
standig en lijkt verwonderlijk op mij. Gcwcon
een sprekende gelijkenis."
Guy lachtezelfs Baumeister moest even
glimlachen,
„Neen maar I" zei Robert.
„Werkelijk, voor zijn elf weken is de kleine
een prachtig kind," bevestigde tante Wies.
„En hoe heet hij vroeg Charlotte.
„Hij is immers de stamhouder Robert
Meno natuurlijk, zooals alle Pahrbramd's."
Al sprekende was het gezelschap bij de equi
page der Baumeisteris aangekomen.
Hier stondl men nog eenige oogenblikken te
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 27 Februari '99.
Déroulède is in zijn eer getast. Stel u voor
men vervolgt hem krachtens een wetsartikel
dat straf bedreigt tegen hen die door uitroepen
of toespraken in het openbaar soldaten tot
pliclitsverzaking of ongehoorzaamheid pogen te
vei leiden.
Stel u voorDéroulède, de man der revan
che, de meest chauviniste chauvinist, de bittere
vijand van al wat maar Duitsch riekt, schuldig
aan zulk een burgermansmhdrijf, een vergrijp
waartegen een jaar of vijf gevangenis ea een
paar duizend francs boete als straf wordt be
dreigd.
N.-en, Déroulède's misdaad is van veel hoogere
orde. Aan hoogverraad heeft hij zich schuldig
gemaakthij heeft wel degelijk de Republiek
omver willen werpen om het volk de keus te
laten van een nieuwen regeeringsvorm. O, al«
generaal Roget maar gewild had.
Maar generaal Roget was een kalm soldaat
die zijn plicht kende, en geen heethoofd a la
Déroulède. Dat men en op bet oogenblik
moeten ook zijn vrienden onder «men" vvoiden
gerekend dat men hem een heethoold, een
opgewonden standje noemt, is den brandenden
patriot een tweede doorn in het vleesch.
Met kracht is hij er tegen opgekomen dat
hij gehandeld zou hebben in hartstochtelijke
opgewondenheid. Aan een zijner vrienden heeft
hij stellig verzekerd, dat hij na rijp beraad en
met een koel hoofd den bestaanden regeerings
vorm omver heeft willen gooien.
Is dit zoo de kans is anders heel groot
dat Déroulède eenvoudig aan 't poseeren is
dan zal hij ook wel medeplichtigen hebben, in
de eerste plaats Marcel Habert die Donderdag
niet van zijn zijde is geweken.
Het door de justitie begonnen onderzoek zal
leeren wat waarheid is in zijn verhaal. Huis
zoekingen hebben nu ook plaats gevonden in
Déioulèd's en Hubert's woning. Deze schijnen
niet vee! te hebben opgeleverd. Meer van be
lang zijn wellicht de ten kantore van den
Patriotten-bond verkregen resullate». Daar zijn
niet minder dan dertig groote kisten vol papieren
in beslag genomen, en onder die papieren be
vinden zich, volgens de «Figaro", brieven aan
genemals en hoofdofficieren waarin deze opgu-
loepen worden 'om deel te nemen aan de
samenzwering.
Daar de regeering echter niet aan die officie
ren twijfelt, zal zy van deze brieven maar geen
nota nemen, zegt het blad. Het bestuur van den
Patriotten-bond evenwel spreekt het bestaan
dier brieven tegen.
De «Matin" zegt op grond van de resultaten
dier huiszoekingen te kunnen verzekeren dat
Déroulède geheel op zich zelf heeft gehandeld,
en dat den Bondsleden niet gezegd was, dat
zy deel moesten nemen aan een staatsgreep.
overleggen. De dames zouden eerst naar het
huis in de stad rijden en een dejeuner a la four-
chette gebruiken, waarvoor Baumeister gezorgd
had. Na hun krachten aldus gesterkt te hebben,
zouden zij hun reis naar Oevelgönne voortzet
ten; zij zouden er niet met den locaaltrean,
maar per open rijtuig heengaan.
Baumeister, wiens coupeetje voor het station
stond, moest dadelijk naar de beurs. Guy zeide
dat zijn plicht hem naar het in aanbouw zijndo
pakhuis riep. Eigenlijk had Robert ook naar de
beurs gemoeten; maar hij wist dat zijn vader
en de procuratiehouder er waren. Tante Wies
zou zoo innig graag zijn meegereden om Char
lotte meteen van alles op de hoogte te brengen,
wat er gedurende haar afwezigheid! te Hamburg
gebeurd was; maar Haller waa jarig, en daar
Halier haar notaris was, kon en wilde1 zij daar
niet mankeeren.
Intusschen stond de palfrenier daar geduldig
en hield het portieir open.
Baumeister kuste Charlotte weder op het
voorhoofd eu zeide dat hij 's avonds naar buiten
zou komen. Maar het kon wel tien uur woi-den.
De dames reden dus met Robert Pehrbrand
weg. Uuy en tante Wies wuifden hen, onder de
rijluigkap van het station staande, na.
„Stélt u belang in kleine kindoren, juffrouw
vroeg Robert,
„Ik heb er nog nooit een op den arm gelfad,"
zei Salvatrix.
„Dan zal u pleizier hebben in mijn jongen,"
beweerde Robert zeer stellig. „U moet ons maar
spoedig komen opzoeken. Anne Marie is toch
reeds zoo blij met uw komst. En de jongen! TJ
Ook de royalisten en de bonaparlisten zijn
niet in de zaak betrokken. Zoowel de hertog
van Orleans als prins Victor Napoleon hebben
laten bekend maken dat Déroulède niet voor
hun rekening handelde.
Ook dit zal nader moeten blijken. Want het
is niet bij bovengenoemde huiszoekingen ge
bleven. In het geheel hebben er zeventien plaats
gevonden, o.a. bij Buffet, den vertegenwoordiger,
en de Monicourt, den paiticulieren secretaris
van den hertog van Oileans in de loyalistische
club, bij den oud-boulangist Georges Tliiébaut,
voorts bij Jules Guério en een paar broers van
hem, Dubosc, en andere anti-semieten.
Deze huiszoekingen vonden gisteren in den
vioegen morgen plaats.
In beslag werden genomen papieren bij De
Monicourt het valies dat deze, die pis van
Brussel was aangekomen, mede had gebiacht.
Nieuwe hui-zoekingen schenen nog op til te zijn.
Wat de royalisten betreft, dezen hebben zich
in den laatsten tijd nogal geweerd met
penningen, knoopen en dasspelden met de beel
tenissen van den hertog van Oileans. Jammer
genoeg dat al dat fraais, vóórdat het verspreid
kon wol-den, in beslag is genomen. Eenigen tijd
geleden was ook door een schilder te Parijs een
portret van den hertog gemaakt in den unifoi m
van Franscli generaal. Naar dit schilderij wilde
men litografi-che portretten laten maken om in
geheel Frankrijk verspreid te worden. Nu zal
er wel niet veel van komen.
Men is thans te Parijs zoo rustig gestemd
als iri lang niet het geval was. H-t Bonapar-
ti«tisch comité had per aanplakbiljet de aan
hangers van het Keizerrijk opgeioepeo om gis
teren (Zondag) een gewoon bouquetje viooltjes
neer te leggen aan den voet van den Vendóine-
zuil als blijk van sympathie voor het leger;
maar de politie heeft de biljetten laten ver
wijderen en liet het plein bewaken.
Veilig mag gezegd dat de laatste week Frank
rijk een heel eind nader gebracht heeft tot den
goeden vvpg, waarvan het steeds meer afdwaaldp,
De met veel lawaai in het leven geroepen
Bond voor het Fransehe Vaderland verloopt.
Ook Jules Lemnhre wil, nu Loubet toch ge
kozen is, den strijd staken en zelfs waarschijn
lijk «met zijn vlugge en welbesneden pen binnen
kort de door hem geslagen wonden heeleri,"
't Is de «Figaro" die dit beweert vernomen te
hebben van sinenscliea die het zeer goed weten
kunnen".
Ook de woorden, vvaermede Méline Zaterdag
liet vootzitterschnp van de progre-sisten in de
Kamer aanvaardde, zijn bemoedigend. Om in
den ernstigen toestand, outstaan door de ver
warring, die bij de regeering en het pariemeut
heersclit, en door de verdeeldheid over de zaak-
Dreyfus ontstaan is, verbetering te brengen,"
beval hy aan een terugkeer tot de traditie van
Thiers, Gambetla en Feriy. Hij herdacht Faure
en sprak zyn toewijding aan Loubet uit.
zal het zelf zien gewoon ongelooflijk! En u
moet niet deuken dat wij verblind zijn. Maar-
men hoeft toch zijn gezonde oogen om zijn eigen
kind met andere kinderen te vergelijken. Wat
zeg jij car van, Charlotte? Hij weegt al twaalf
pond. Wij wegen hem eiken Zondagmorgen. Dat
wil zeggen: ik doe het. Mijn vader en mijn
schoonmoeder komen er altijd voor naar do
Grindellaan."
Charlotte wist niet meer, of twaalf pond voor
een kind van tien weken een buitengewoon of
een normaal gewicht was. Haar gedachten ver
toefden ook nog bij Guy. Toch zeide zij vrien
delijk
„Zoodra Salvatrix en ik naar stad komen, zal
onze eerste gang naar jullie zijn. Ik hen zeer
nieuwsgierig den kleinen engel eens te zien.
Kleine kinderen, zijn als een deel van. God zelf
geheimzinnig, roerend' en rein."
Robert's oogen werden vochtig.
„Kom jo veel bij Fabarius?" vroeg zij toon.
„Wat kon ik d'oen?" zei Robert eenigsziiis
verontschuldigend. „Annemie moest zóó lang te
bed blijven, en daarna nog heel lang om zeven
uur 's avonds naar bed. Om naar een café of do
sociëteit te gaan, daar wilde ik mij liever maar
niet wosr aan wennen zoodoende zocht ik
's avonds maai- mijn troost bij familie en ge
trouwde vrienden.
„Vind je niet dat Guy erg veranderd is?"
vrceg zij weer.
„Heb je dat ook opgemerkt?" was zijn haas
tige wedervraag. „Hij is verbazend veranderd,
't Is gek niet waar Maar hij hoeft altijd zoo
iets nijdigs over zichhet heeft er wél wat van
Dat men anders over de trouw der liooge
officieren aan de Republiek nog niet zoo heel ge-
i Ust is in sommige kringen, daarvan getuigt de
de «Siècle" die vertelt hoe Donderdag j.l. toen
de troepen vooibij de vóór Père-Lachaise opge
richte katafalk defileerden, generaal Kermartin
weigerde president Loubet (e s*!ueeren.
De generaal groette nl. den gouverneur van
Parijs, generaal Zui linden, die aan de overzijde
van den weg stond, met de sabel. «Hoofd links,
Kermartin had deze hem toegeroepen, maar
de generaal, blijkbaar piesident Loubet niet de
gewone eer willende bewijzen, had gedaan of
hij het niet hoorde.
Welke maatregelen denkt de militaire over
heid tegenóver dit «ernstig geval" te nemen
vraagt de «Siècle".
Gelukkig schijnt deze lezing een oveidreven
voorstelling der zaak.
De minister van oorlog heeft aan de bla ien
doun weten dat generaal Kermartin door den
President der Republiek en door hem zetf is
ontvanj, -*n. en dat toen gebleken is dat men
met een gewoon, onopzettelijk verzu'ti heeft
te doen.
Het maakt een zonderlingen indruk te lezen,
dat admitaal Dewey «om politieke redenen" de
zending van de Oregon vraagt. Is de admi
raal soms' bang voor verwikkelingen met een
mogendheid die over een zón goede vloot beschikt
dal de Oregon er bij moet komen
De «N.-Y. Herald" ziet in Dewey's aanvrage
verband met de aankomst van de K. a i s e r i n
Augusta voor Manilla en bet gerucht dat
een expeditie Javaansche zeeroovers op weg is
ora de Pliilippino's te helpen. Een leuke com
binatie: Duitschers, Philipino's en... Javaan-
sche zeeroovers
De minister van marine verklaart dat Dewey's
beroep op politieke redenen geen internationale
bcteekenis heeft, en in marine-kringen te Was
hington deukt men dat de Oregon moet
dienen ter vervanging van eenige kleinere
schepen die naar verschillende eilanden van
den archipel zijn gezonden.
Het schijnt er overigens te Manilla steeds
ernstiger 1e gaan uitzien. Generaal Rios seint
riat de positie der Spanjaarden voortdurend
moeilijker wordt. Hijzelf vertrekt naar Zacnbo-
anga. De vreemde oorlogsschepen hebben deta
chementen aan land gezonden.
Verleden week hebben de Amerikanen bij
vergissing een Engelschman en een Argentijn
doodgeschoten en een andere Engelschman ge
wond; de arme drommels werden voor Phili
pino's aangezien.
Remcngtie ïïedcdeellngen.
"Volgens de «Politiken" regeert de C/aar
iet meer sedeit het vei zenden der eerste ont-
wgpeningsnota. Zijn omgeving, bang voor her
vormingen, zou hem n.l. het bewind uit handen
of hij minder gentleman is bij vroeger vergele
ken. De hemel mag weten waar dab vandaan
komt. Met zijn werk gaat het anders prachtig.
Hij is een geniale kerel, Charlotte, dat zeg ik je."
„En zij
„Nini?' Verrukkelijk, zeg ik je. Gewoon ver-
ïukkelijk. Verbazend vroolijk. Die kan tegen,
ccn grap. En elegant d'at ze is, neen roaar I Tel
kens sta je er weer verbaasd van. Daar lean mijn
Annemie natuurlijk niet tegen op. Maar dat is
ook heel iets anders," zei Robert.
„Annemie is zoo'n edel, hartelijk, lief vrouw
tje, dab ze waarlijk geen elegantie nood'ig heeft
om harten t© veroveren."
Robert kreeg voor de tvveedte maal vochtige
oc-gen.
„Maar heb doet me genoegen dat Martina.
Kal Fabarius in je smaak valt," voegde zij
cr bij. „Ik maak daar ook uit op dat Guy ge
lukkig is; want je houdt te veel van je ouden
vriend om een vrouw lief te vind'en, die hem
niet gelukkig maakt."
„Of ze gelukkig zijn!" riep Robert uit. „Ik
zeg jeze zijn eenvoudig enorm gelukkig. Hij is
dol verliefd op haar. Ze kibbelen wel eens met
elkaar. Maar dab komt overal voor Annemie
en ik doen het ook -wel eens. Maar weet je wat
leuk is, Charlotte: hij zit onder da pantoffel.
Natuurlijk wordt hij woedend als 't haan ge
zegd wordt. Maar toch is het zoo. Dat vind ik
nu juist zoo verbazend' grappig; want je weet
hoe hij altijd over allen en in alles de baas wou
zijn. Ik zat totaal bij hem onder de plak."
H'ordl vervolgd.)