t 52"° jaargang. Zondag 5 en Maandag 6 Maart 1899. N°. 9876. Derde Blad Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. Gemengd Nieuws. VIOOLTJES. UITGEVERTh. J.1Ï1ÏÖELANTS. BMBAVi BOTORSTRAAT ÏO, Telephoon He. 1S9. UlT DE PEGS. GDURA 4«emmoi!rremffl voer Schiedam, per kwarfmt f 0.90 omliggende plaatien, p. kwart .1.05 m franco per port, p. kwartaal. - 1.30 Afeonderlijke - 0.02 AsysBTaims?Bm: ran 15 gewone regels met inbe grip Tan eene Courant Iedere gewone regel meer Rij abonnement wordt korting verleend. f 0.52 - 0.10 Vermogensbelasting. In een hoofdartikel bespreekt de „Tijd" d® voorstelde wijziging in de vermoginggbelasting, nl <Ut, wanneer de aangifte voor de successie belasting hooger is dan de jongste aangifte van dén erflater voor de vermogesbelastüng, de erf genaam vijf maal het bedrag van laatstgenoem de belasting over het verschil betaalt. Draconisch vindt het blad deze bepaling niet. Er wordt voor successie- en overgangsrecht zóó veel Gevorderd, dat, zoolang de vermenigvuldiger niet hooier wordt gestold1, liet meerdere, het welk thans zal gevraagd worden, den erfgenaam, die anders eerlijk sou aangeven, wel niet tot een valsclien eed zal ver-lokken Maar dan wijst de „Tijd" erop, dat hier van straf geen sprake kan zijn, omdat de beklaagde dood is, terwijl nog te bewijzen zou zijn of hij werkelijk en met opzet de wet heeft ontdoken. De minister kan nu wel van den. erfgenaam te rugvorderen wat do erflater aan de schatkist heeft onthouden, maar dan moest vaststaan, dab censg bedrag aan de schatkist werkelijk onthou den was, en dat dit bedrag op eenigerei wijs kon worden bepaald. Noch hot eene, noch het andere is mogelijk. Geen rechter zou in gewone gevallen een eiscli van den fiscus tot schadeloosstelling kunnen toe wijzen, omdat die rechter, natuurlijk, van den fiscus het bewijs z»u voider en, dat, terwijl het vermogen van den erflater onveranderd was ge bleven! de aangifte met opzet gedurende vijf jaren door hem onjuist geschied was oen be wijs, dat de fiscus wel nimmer zou kunnen le veren. De minister wil nu bij speciale wet beslist zien, dat „zeer willekeurige vermoedens" bijv. dat gedurende v ij f jaren de fortuinen onveran derd zijn gebleven in de plaats zullen treden van bewijzen. En bovendien verplaatst hij „niet minder willekeurig" den bewijslast. Niet d© schuldeischei* moet zijn aanspraken bewijzen, niet de fftcus moet bowijzen, dat er ontdoken is, dat hij nog golden to vorderen heeft, doch de erfgenaam, die zeer dikwijls in hem geheel vreemde zaken komt, moet het be wijs leveren, dat er geen schuld bestaat, dit er niet ontdoken is. Dit nu keurt het blad' zeer bepaaldelijk af. Het veel te veel op fictiën berustend! stelsel der directe belastingen wordt hier nog bedenkelijk uitgebreid; aan de macht van den fiscus schij nen geen grenzen meer te mogen worden gesteld. Een gelukkige. De hoofdprijs der Parijsclie tentoonstellings- loten, ƒ250,000, moet te Maastricht gevallen zijn. DOOR ARCADIUS PRESS. In een oud stoffig boekje vond ik een bosje gedroogde viooltjes. Frissche viooltjes! Wie koopt ar frissche viooltjesldonk mij een stem in de ooren en sen herinnering aan liét verre verleden verlicht te, als het maanlicht den nacht, mijn gemoed. Ik bevona mij in een oud Duitsch. stadje. Om wat afleiding te zoeken was ik op reis gegaan. Hot geheele stadje had ik in enkele uren bezich tigd; morsige smalle straten met. puntige stee- nen geplaveid, een groote kazerne, waarvoor d© soldaten hun kunststukken vertoonden, eon paar plsmen, met monumenten van een paar mij on bekend© grootheden, het raadhuis, de gevange nis, in bouwtrant gelijk aan <te kazerne, en de school wederom gelijk aan. de gevangenis; tot dot de ruïne van een middeneeuwsclx kasteel, hier en daar begroeid met wilde hangplanten, mos en onkruid. Om twaalf uur in den middag gebruikte ik mijn middagmaal in een. Hein hotel. In mijn na bijheid zaten aan een afzonderlijk tafeltje twee öaiMs in hel-rose kleedjes, die smachtende blik ken wierpen naar twee officieren, met gepom- madoerde haren en voorhoofden zoo glimmend knoopen van hun uniform. De heeren maakten weldra kennis met de da mes, ze babbelden en schertsten, rinkelden met W f3. sporen, schonken haar wijn, en da dames lachten luidruchtig en ruw en vielen van tijd Bloembollen, i Men schrijft uit Lisse: De bloembollen kwamen mooi voor den dag onder hun wmterdek. Bijna geen kou hadden ze gevoeld; 1 Februari moest het dek reeds ge halveerd worden, want het hinderde de boven den grond komende planten reeds. Doch kort daarop trad de lagere temperatuur in. en sterke verat zooais December en Januari behoorde te geven, greep alles aan, het beetje dek, het plantje en zeifs de grond tusschen de planten. Daarna overdag de zon en 's nachts weer de verso en zoo vervolgens werden deze voorbarige lenteboden afgestraft, met tcmperatuur-golvm- gen, die zoo nadeelig werken op hyacinten en tulpen. Een slecht beschot en hoogere prijs is in het vooruitzicht. En nu de bloei, belangrijk voor zoovele vreemdelingen om de gezellige uitstapjes in die dagen in de omstreken van Haarlem, ja de bloei die komt natuurlijk toch als altijd, want al is er veel vernield, het plantje stuwt de bloem omhoog die zich reeds verleden najaar in den bol gevormd heeft, al neemt men ook een deel der bladeren weg. De bloei zal in de Paaschweek vallen, aanne mende dat er normaal voorjaarsweder volgt en men niet m de gelegenheid is dit jaar Paasch- eieren op het ijs te eten. Onicaardtg gedrag. Een schril contrast, met de verhalen van den moedigen strijd \an vele zeelieden in den jong- stoa orkaan, dke over den Oceaan gespookt heeft, levert Let relaas van een zevental schipbreuke lingen van de Galatea, welke door de Gar- t o n gered en te Dartmouth aan wal werden ge bracht. De Galatea, van Buenos-Ayres naar Bos ten, verliet 29 Januari Turkseiland. Vier dagen later braken de pompen, terwijl in het ruim tien voet water stond. In den orkaan werden op één na alle sloopen overboord geslagen. 14 Februari liet de kapitein levensvoorraad in de overgebleven boot brongen, dreigde ieder, die zonder z'jn bevel er in zou stappen, neer te schieten, nam er daarop met drie matrozen, den bootsman, den hofmeester en d'ieir» vrouw in plaats, en zotte af. Denzelfden dag kwam de Garten in richt en redde met haar eeniga bruikbare boot met veel moeite de overgebleven bemanning, uit ze ven koppen bestaande. Volgons deze was er nog plaats genoeg in de boot waarmee de onwaardi ge kapitein wegrooido. Over diens lot en dat der andere opvarenden verkeert men in het onzeke re men golooft echter, dat de boot dadelijk na hot vorlaten van het schip in de wilde zee om sloeg. De ouderdom der Pausen, Heden viert Paus Leo XIII zijn 89en ver jaardag, en morgen gaat hij het 22e jaar van zijn pontificaat in. Hij. overschrijdt verre, den gemiddelden Leeftijd en den gemiddelden regee- tot tijd met veel drukte in haar stoelen terug. Na het middagmaal begaf zich het gezelschap naar de gezelschapskamer, van waar zich langen tijd, begeleid door do tonen eoner oud© piano, ten vrouwenstem Het hooren, een afgezaagde romance vertolkend. Ik was niet opgewekt gestemd. 'k Verlangde naar boomen en weiden. Ik vroeg den kellner, of de omstreken van 't stadje bezienswaardig waren. „Zeker, mijnheer," antwoordde hij levendig. „Toen Wallenstein met zijn leger voor onze stad kwam, sloegen zij hunne tenten op in de nabij heid der rivier. If zult daar een steen vinden, waarop deze bekwame aanvoerder meermalen zat." En hij begon mij de gansohe geschiedenis van den dertigjarigen oorlog. Doch ik viel hem weldra ia de rede, daar heb verhaal over Wallenstein mij koel Het; ik vroeg den weg en ging op pad. Al heel gauw stond ik voor een tolboom, waar een oude man heb tarief voor den doorgang van mij vorderde; dit was naar ik vernam, nog een oud gebruik. Toen kwam ik in een lange l'aan, waar eeuwenoude populieren hun schaddw ga ven. Aan weerszijden strekten zich groene wei den uit en hier en daar staken boerderijen en molens schilderachtig tegen den achtergrond af. Een wagen met Imogen luiffel, waar voorin een boer zat met de pijp in den mond, een lange zweep in de hand, reed door twee paarden ge trokken, mij te gemoet. De weg Hep nu stijl naar boven, en op den top gekomen, bevond ik mij plotseling in een heeriijke, dicht begroeide omgeving. De vogels tjilpten en zongen in de boomen. Ik herkreeg mijn opgewektheid en vlij de mij neer op een bladererihoop. 'Een groen ver- ringsduur van de meesten zijner voorgangers, zegt „Het Centrum". „Op de 263 Pausen, die den stoel van Petrus bezet hebben, zijn er slechts elf, die langer dan 17 jaar regeerden, en na heb schisma van Avig non ten jare 1378 zijn slechts zestien hunner ouder geworden dan 80 jaar. De laatstee, dezer meer dan 80-jarigen waren Pius IX, gestorven op den leeftijd van 85 jaar, en Gregorius XVI, gestorven in 1846 op den leeftijd van 80 jaar en 8 maanden. De overigen zijn Gregonus XII, Calixtus II en Benedictus XIII, die 81 jaar oud werden; Alexander VIII en Pius VI, die 82 jaar haalden; G-egorius XIII, Innocentius X, Benedictus XIV en Pius VII, die 83 jaar oud werden; Paulns III die op 84, Pius IX, Cle mens X en Clemens XIII, die op 85-jarigon leeftijd gestorven zijn. „De alleroudste Pausen zijn Clemens XI (92 jaar), Paulus IV, die Paus werd op 89-en stierf op 93-jarigen leeftijd, Gregorius IX, die bijna honderd jaar oud is geworden. „Onze roemvol regeerende Paus Leo XIIT kan düs ook onder de alleroudste Pausen worden gerekend." Newyorksche vergiftigingsgeschiedenis. Reeds voor eenige weken hebben wij iets kun nen mededeelen over enkele gdieünzinrdge ver- giftigigsgevallen, die te New-York een groote ontroering m de eerste kringen in het leven had don geroepen. De politie heeft nu de hand ge legd op een zekeren MoHueux, don zoon van een soiiatujken fabrikant, welbekend in de New- Yorksche dubs. Men legt hem drie vergiftigin gen ten Laste. Eenige maanden geleden ontving een der le den der Knickerbocker Club, de heer Harry Cor nish, een flacon met broomzout gevuld. De flesch kwam terecht op de toilettafel van zijn nicht mevrouw Adams, die er van gebruikte en twee uur later, onder vreoselijk© pijnen, stierf. Een der geneeslieeren, die een weinig van het zout proefde, werd ziek en moest ijlings tegengif nemen. Het was duidelijk, dat een aanslag bedoeld was op den heer Cornish on dadelijk bracht men daarmede in verband het sterven van een ander clublid, Henry Barnet, zes weken vroeger plot- stdiug overleden, en van een vriend van Moli- neux. Walter Baldwin, in September 1897 evan- eui» onder verdachte omstandigheden, gestorven. Het lijk van Barnet werd opgegraven en toonde dadelijk aan, dat men met vergiftiging te doen had, en spoedig kreeg men. den schakel der ver schillende misdaden in handen. Baldwin, Barnet en Cornish hadden achtereenvolgens in intieme verhouding gestaan tot de bijzonder mooio miss Blanche Chesebrough, en afgunst zou Molineux. tot zijn aanslagen bewogen hebben. Eenige we ken na Barnets sterven, huwd© Molineux ook met de mooie miss. Reeds is gebleken, dat de verdachte verschil len do malen flacons als de bewuste uit Newark had doen komen. schiet van weiden breidde zich voor mij uit. Be neden mij vlood het water vreedzaam voort in dc schaduw der wilgen. De zon scheen onver moeid en duizenden vliegen en muggen gonsden boven mijn hoofd in een cirkel, alsof ze krijger tje speelden. Door het staren in die hei-blauwe lucht werd ik droomerig en was naar 't scheen weldra in hooger sferen aangeland. „Frissche viooltjes1 Wie koopt frissche viool tjes!" Honk plotseling een stem dicht in mijn nabijheid. Onmiddellijk was ik tot d'e werkelijkheid1 te ruggekeerd. Vóór mij stond een knaap van omstreeks acht jaar, barrevoets en in lompen gehuld. Het brui ne gezichtje was fraai gevormd, en de groote donkere oogen keken met ouwelijken blik de we reld in. In de handen hield hij verscheidene bosjes viooltjes. Ik kocht een bouquetje. „Hoe heet je 1" vroeg ik. De knaap keek me wantrouwend aan, als of hij zich over mijn vraag verwonderd». „Hans", antwoordde hij zacht. „En waar woont ge?" „Daar, bij d'e ruin»!" En hij wees met de hand in de richting der stad, „Hebt go nog ouders?" „Vader is dood, en moeder is wasch vrouw. Zij is bijna altijd uit," verteld© hij rui een kort stil zwijgen. „En zijt ge de eenige thuis?" „Neen, ik heb nog een Hein zusje, ze is pas drie jaar. Ik houd' heel veel van haar." „En wat doet ge zoo den ganschen diag?" ,,'s Morgens ga ik naar den timmerwinkel. Wanneer ik vrij 'ben, ga ik naar school, maar De tegenwoordige mevrouw Molineux staat tegeHjk met haar echtgenoot onder ernstige ver denking. Eoe Johnn Strauss werkt. Met ong&kendeu ijver is de walsenkouing op het oogenblik te Weenen met zijn nieuwsten, ar beid bezig. Het is de „Asschenpooa", de eerste balletmuzrok, die de oude toondichter aan het eind van zijn werkzaam leven onder handen heeft. Strauss moet nog nooit zoo lustig aan het werk zijn getogen; met hart on ziel wijdt hij zich er aan. In het najaar verwacht men de pre mière in het Weencr Hoftheater en men weet nu reeds dat zij een geheelen avond zal vullen. Strauss denkt aan niets anders. Hot gebeurt hem dikwijls, dat hij midden in den nacht wak ker wordt met een geschikte melodie in het hoofd. Dan springt hij het bed uit en schrijft haar op. Onlangs struikelde hij in het donker en viel met het hoofd op een hard voorwerp. Hij be kommerde zich daar weinig om, schreef eerst zijn wijsje neer en bette toen do pijnlijke plek. Aan het ontbijt zat luj mot een blauw oog en de heele famiKe vroeg angstig wat er 's nachts toch gebeurd was. Strauss lachte ze uit en zei alleen, terwijl hij op zijn Heurig oog wees„Mijn eerst volgend© wals!" Feu anderen keer bracht hij bij een famiHe een avondje door. Plotseling was hij verdwenen. Men zocht en vond hem eindelijk thuis voor zijn schrijftafel. Er was hem weer iets „ingevallen". Zoo werkt de oude walsenkoning en zoo komt het, dat Strauss m betrekkelijk korten tijd reeds het geheele eerste bedrijf van zijn „Asschen- poe," gereed heeft. Sanatoria en alcohol. Op het congres voor dimatologie te Luik'heeft Jules FéHx over de oprichting van sanatoria ge sproken en verklaard hoe luj daarvoor geld meend» te 'kunnen vinden. Hij wenschto een deel van den alcohol-accijns daarvoor te bestemmen, en daardoor tevens de fabricatie van den alcohol tegengaan, in de over tuiging dat daarin de voornaamte voorwaarde voor de uitbreiding van longtering gelegen is. De Staat, die 61 millioen uit den alcohol trok, kon daar zeer gemakkelijk 10 van alstaan. Dan waren er oen 200,000 industriealen, die moeten ieder jaarlijks 5 frs. betalen, en de 136,000 ka pitalisten, die hun rijkdom van den aibeid van het volk verschuldigd waren, ieder 10 frs. Op die wijze kreeg men „zonder eenige moeite" jaar lijks 12 miDiocn, en de eene helft daarvan kon aan de sanatoria worden besteed, terwijl do an dere voor onteigening van de distilleerderijen kon worden gebruikt. In de discussie over deze zonderlinge voor dracht stalde dr. Onimus uit Monaco voor, oude forten en vestingwerken, die niet moor gebruikt worden, voor sanatoria in te richten. Of het vraagstuk der sanatoria door zulke voorstellen verder zal komen, betwijfelen wij. wanneer moeder uit wasaclien gaat, pas ik op zusje. Ze is al zoo wijs." „En heb je ook kameraadjes?" „Neen. J a tocli, een enkele. Des avonds maak ik sigaretten voor een heer, of lees zoolang het Hclit is." „En wanneer plukt ge dan bloemen?" „O, alleen maar Zondags, wanneer ik geen werk heb. Ik wil wat geld sparen voor mijn zusje." „Houdt gij veel van uw moeder?" Do knaap lachte en zijn tanden sdiitterden. „O ja, maar van mijn zusje toch meer," ver volgde hij, ,,a een Hein oogenblik van stilzwij gen, „zij is nog zoo Hoon, zoo teer." Plotseling kwam van de zijd» der rivier go- zang en gelach tot mij. In een Heine boot zaten onder rose parasols, de beide dames met de of ficieren. Mij over het hoofd ziend', riep een der offi cieren: „Hei! Jongen! Breng je bloemen eens bier!" Da knaap wilde haastig naar beneden ren nen, doch ik hield tem tegen. Ik kocht al zijn viooltjes en gaf hem een zil veren Thaler. „Do© dit nu maar in eten spaarpot van je zusje, hoor!" Do knaap keek me eerst verlegen aan, kleurde daarna van vreugde en vloog zonder me te be danken heen, in de richting der stad. D» boot gleed' voorbij. Gelach en gezang weer klonk nog langen tijd over de rivier, maar in mijn ooren hoorde ik slechts dat kinderstemme tje: „Frissche viooltjes. Wie koopt er frissche viooltjes 1"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 9