No. 9915. 53"° Jaargang. Zaterdag 22 April 1899. Strijdige Werelden. Kennisgeving. BUITENLAND. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laar dingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1-65. Prjjs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. BureauBotcrstraat 68. Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel meer 12'<2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeüge voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, ilie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Uleine ailrerfentiSu opgenomen tot den prijs per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Intere. Telefoon A'o. 133. van 40 cents SCHOUW over wegen, voetpaden en kunstwerken Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Voldoende aan het bepaalde bij art. 6 van bet reglement op do wegen en voetpaden :n deze provincie, Brengen het volgende proces-vei baal door aanplakking ter kennis van belanghebbenden Op heden den negentienden April 1899 is door den ondergeteekende JOANNES ZOET MULDER, Directeur der Gemeentewerken van Schiedam, als daartoe gemachtigd door Heeren Burgemeester en Wethouders van Schiedam bij hun besluit van den dartienden April daataan- voorgaande, ter voldoening aan het voorschrift vervat in Art. 6 van het Reglement op de Wegen en Voetpaden in de provincie Zuid-Holland, op neming gedaan van de niet onder beheer van eenig Polder- of Waterschapsbestuur staande wegen, voetpaden en kunstwerken, gelegen bin nen het grondgebied van de Gemeente Schiedam en dienende tot hoofdverbinding tusschen de verschillende bebouwde Gemeentekommen. Daarbij is gebleken, dat aan de na te mpiden wegen n werken de aangegeven vei beteringen behooren te worden aangebracht ooi te voldoen aan de bij art 5 van gezegd Reglement gegeven voorschriften. De Hooge Schielandsche Zeedijk, volgnummer 5 van den legger, onderhoudsplichtige De onder nemer der bestrating. De straatweg is onder behoorlijk profiel te brengen en de kuilen en verzakkingen zijn te herstellen lusschen de dijks- palen 14 en 21, de telegraafpalen 39 en 41, 37 en 36, nuhij telegraafpaal 35, nabij de ilijksps- lon 23 en 24 en tusschen de dijkspalen 26 en 28. De Delflandsche Maasdijk, volgnummer 15 van den legger, ondeihoudsplichtige De Gemeente Vlaardtngen. De kuilen en verzakkingen in de klinketstraat zijn te herstellen en de verbrij zelrie klinkers zijn door nieuwe te vervangen tusschen de dijkspalen 454 en 458, 461 en 402, 468 en 476, 484 en 485, 489 en 490, 496 en 502, 503 en 505, 507 en 508, en nabij dijks paal 509. Wordende tevens bepaald dat de schouw, be doeld in art. 7 van meei vermeld Reglement ml worden gehouden op den veertienden Juni 1899. Aldus opgemaakt len jare en dage vooi noemd. De directeur der gemeentewerken, J. M. A. ZOETMULDER En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 21sten April 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. Algemeen overdekt. SCHIEDAM, 2i April '99. Nog altijd weet men niet welk besluit het Hof van Cassatie Woensdag jl. in zijn vereenigde zitting heeft genomen. De „Fi garo" beweert, dat haar besluit drieledig is. DOOS IDA BOY-ED. 93) Guy voelde zijn hart weer bonzen. Hij liep langzaam. Nu het weerzien over een minuut te wachten was, wilde hij het uit stellen, al was het ook maar een paar se conden. Al zijn zelfvertrouwen verdween. Plotseling, voor het eerst, beving hem de vrees dat hij afgewezen kon worden. Op het portaal stonden groote kisten, ge reed om verzonden te wordendat kon men zien. Op de breede trappen, die met groote verkwisting van ruimte en gemakkelijk stij gend in het midden van het huis naar bo ven voerden, lagen geen loopers meer. De bronzen beelden die als lampendragers op de balustrade van de eerste bocht hadden gestaan, waren er niet meer. Het venster in het dak zond van boven een somber licht neer op al die kaalheid. Het was zoo stil in het huis dat men het eentonig tikken van den regen op het bovenvenster kon hooren. En daar was de deur Guy klopte. Zijn hart bleef stil staan, zijn lippen trilden. „Binnen!" riep een stem. Het suisde zoo ia zija ooren, dat hij niet eens hoorde wiens stem het was. Hij deed de deur open. Hij stond voor Charlotte. Zij deinsde achteruit en werd zeer {bleek. „Jij?" zeide zij. „Jij?" In do eerste plaats zal kapitein Freystatter, liet lid van den krijgsraad van 1894, wor den gehoord. Dan zal generaal Roget met den rechter van instructie Bertulus worden geconfronteerd over Iienry, terwijl ten slot te de staatsraad Lepine zal worden gehoord. Deze was nl. in 1894 prefect van politie en woonde als zoodanig de geheele openbare zitting van den krijgsraad bij. Men zegt dat, toen de krijgsraad zich in raadkamer terugtrok en Lépine de zaal verliet, deze overtuigd was van Dreyfus' vrijspraak en dan ook onmiddellijk maatregelen ging ne men om wanordelijkheden te voorkomen. Men weet dat de „Soir" ook een confron tatie van generaal Roget en Picquart ver wacht. Yan andere zijde worden echter dezeme- dcdeelingen tegengesproken; het gerucht liep gisteren in het Paleis van Justitie dat het Hof over deze verhooren en confronta ties nog geen beslissing heeft genomen. Tegelijk verzekert men dat de raadsheer Ballot-Beaupré niet vóór den 29sten gereed zal zijn met zijn rapport, zoodat het airest van liet Hof zeker niet eerder zal kunnen gewezen worden dan tegen het eind der eerste week van Mei, d. w. 7. nadat de Ka mers zijn bijeengekomen. Volgens do „Gazette des Tribunaux" zal het Hof, dat Woensdag niet tot een resul taat kon komen, heden de beraadslaging voortzetten. Indien er besloten wordt, ver schillende getuigen met elkaar te eonfron- teeren, dan zal daarmee Maandag worden begonnen. In ieder geval worden heden generaal Clianoine en Paléologue nogmaals gehoord over het telegram dat de Italiaansche mili- taire-attaché Panizzardi 2 November 1894 aan zijn regeering zond, en waarvan Buiten- landsche Zaken en Oorlog uiteenloopende teksten hebben. De „Aurore" noemt reeds weer een nieu wen getuige die evenals kapitein Freystat ter zitting had in den krijgsraad van 1894. Deze, Gallet, had 's morgens na Henry's zelfmoord een gesprek met den senator Chovet en moet toen, volgens de „Aurore", zeer ontsteld zijn geweest omdat Henry's verklaring indertijd op hem (evenals op Freystatter) een groot-en indruk had ge maakt. Mag men de „Temps" gelooveu, dan heeft de ministerraad zich in zijn laatste bijeenkomst ernstig moeten bezighouden met de Zaak, en wel naar aanleiding van een schrijven van Picquart aan De Freyei- net. De kolonel zet daarin uiteen hoe het onderzoek Jer strafkamer bevestigd heeft wat hij reeds wist over de intriges waar aan hij is blootgesteld geweest, en hem nieuwe heeft loeren kennen. Picquart ver zoekt derhalve den minister van oorlog een onderzoek in te stollen naar do intriges waaraan generaal Gonse, kolonel Du Paty de Clam en het personeel van het inlichtin gen-bureau of wie ook meer zich hebben schuldig gemaakt op het tijdstip dat hij chef van dat bureau was, en ook daarna, welke intriges bedoelden zijn werk te door kruisen. Over de laatstelijk in de„Figaro" gepubli ceerde verklaringen van mme. Pays, de of ficieren Lebrun-Renault, Antoine, Guerin, de Mi try enz., en generaal Darras valt niet „.Ja, ik," stamelde hij en hij waagde het niet haar hand te vatten. Zij stond daar zoo stil, zoo ongenaakbaar. Zij wachtte. Hij zag, zooals men alleen op oogenblikken ziet waarop een overmatige spanning onze zintuigen buitengewoon ver scherpt. En hij zag dat zij grijs was geworden en ouder, veel ouder. Maar toch in haar ge laat was geen verandering gekomen. Hij zag ook dat haar gelaat niet toornig stond al leen verbaasd scheen zij, zeer verbaasd, en ook als iemand die in stilte haar schrik tracht te overmeesteren. „Wat kom je doen?" vroeg zij na een stil zwijgen dat hem onverdragelijk was. „Wat heb je nog in mijn leven te doen?" „Je vergeving vragen!" riep hij uit, en nu vatte hij werkelijk -haar hand, die zij hem liet. „Ik heb je vergeven. Je hebt gehandeld in de waan dat je op den weg naar je geluk alles moest vertrappen wat voor andere mensclien een kostbaar goed is, dat zij de grootste zorg cn het meeste ontzag waardig keuren. Je verbeelddet je dat je aldus han- deldet als een man. Ik wist reeds dadelijk dat het onmannelijke zwakheid was, en dat de ure zou komen waarop je dat zoudt in zien. Daarom heb ik je gaarne vergeven; want ook wie in een waan handelt, handelt eerlijk." Hij drukte haar hand. Nog wilde geen woord over zijn lippen. .Langzamerhand greep een gevoel van waanzinnig geluk hem aan, dat hij weder hier was. Dit laatste jaar met al zijn sensa ties was immers nu' ten einde, een nieuw,' vreedzaam, gelukkig leven begon. veel meer te zeggen. Alleen uit Lebrun- Renault's getuigenis dienen enkele punten te worden gereleveerd, en wel dat de kapi tein, gevraagd waarom hij aan Casimir-Pé- rier en Charles Dupuy, toen hij bij deze hoogste ambtenaren der Republiek ontbo den was niets had gezegd, beweerde, terwijl hij in de anti-chambre wachtte, iemand binnen te hebben hooren zeggen: „Wat is dat voor een gendarme die de geheimen van het leger schendt en de pers inlichtin gen verschaft? Dat kan hem duur te staan komen." Lebrun-Renault had toen niet dur ven spreken. Nog eigenaardiger is het volgende. Iiij had van Dreyfus' zgn. bekentenis een aan- teekening gemaakt in zijn zakboekje, en die aanteekening had hij in Juli 1898 aan Cavaignae 'aten zien, nadat hij reeds in October 1897 door generaal Gonse was ont boden om Dreyfus' bekentenis op schrift te brengen. Cavaignae had in de Kamer toen van den hem door Lebrun-Renault verschaf ten tekst gebruik gemaakt, en de kapitein had het blaadje uit zijn zakboekje ver brand. 'tWas nu immers niet meer noo dig! 1 Generaal Roget's verklaring voor de strafkamer zal een nieuw proces ten gevol ge lieBben. Beweerd is nl. dat kolonel Cor- dier indertijd aan Mathieu Dreyfus zijn diensten heeft aangeboden, en generaal Ro get verzekerde dat de brief waarin dit is geschied, zich op het ministerie van oorlog bevindt. Cordier die elke verstandhouding met M. Dreyfus zoo goed als met den spion- zclfmoordenaar Lcmercier-Picard ontkent (ook met dezen zou hij in relatie hebben ge staan), heeft nu een aanklacht ingestold „tegen onbekend" wegens valschheid in ge schrifte en gebruikmaking daarvan. De „Matin" heeft een onderzoek inge steld naar Esterliazy's verblijf in den vreemde, ook in ons land. Nieuw is de be wering van het blad dat Esterhazy te Rot terdam verschillende bezoeken, en den lOn of llen Juli ook dat van mevrouw Du Paty de Clam ontving. Ook zou er tijdens zijn afwezigheid eens iemand zijn gekomen die vertelde gezonden te zijn door mevrouw Dreyfus, en die 2500 francs aanbood om Esterhazy's correspondentie machtig te worden. Zeer bezwarend voor Esterhazy zijn de inlichtingen die de „Stampa" te Turijn ont vangt van iemand die onbekend wenscht te blijven en die reeds een maand of vijf gele den zeer belangrijke mededcelingen deed over het beluchte stuk: Ce canaille de D... Nu beweert hij dat de in het borderel op gesomde stukken of liever aanteekeningen inderdaad in Augustus of September 1894 door Scliwartzkoppen aan den militaire-at- taché van Italië zijn medegedeeld als ko mende van Esterhazy. De attaché zond ze, zonder er gewicht aan te hechten, aan ge neraal Marselli, toen onderchef van den ge- neralen staf. Die aanteekeningen, welker belang door Cavaignae, Roget e. a. zoo hoog is opgevijzeld om Dreyfus' schuld vooral breed te kunnen uitmeten, waren in waar heid niets anders dan de onnauwkeurige en onvolledige reproductie van inlichtingen die de Italiaansche generale staf langs an doren weg leeds op de meest volledige wijze had gekregen tusschen 1890 en 1893. Gene raal Primerauo, de chef van den gencralcn Duizenderlei nieuwe gewaarwordingen van geluk wachtten lieni. Het was of hij de blijdschap genoot die alleen iemand kan genieten die in langdurige gevangenschap heeft vertoefd en voor wien het eenvoudig ste natuurverschijnsel nu een overweldi gend genot is. Hij zou voortaan voor Charlotte mogen arbeiden en haar al de goedheid die hem van haar ten deel was gevallen, duizend werf vergelden. Welk een bevredigend ver mogen had alleen do gedachte daaraan reeds. En die mooie grijze oogen zouden hem vriendelijk aanzien en er kwam mis schien een dag waarop die vriendelijkheid in liefde zou verkeeren, waarop hij zich een nieuw leven zou kunnen veroveren aan do zijde van het zachtaardige, wonderschoone meisje. Hij vergat geheel dat thuis een harts tochtelijke vrouw op hem wachtte, en dat haar razende zelfzucht hem tot haar slaaf had verkoren. Nooit was de gedachte bij hem opgeko men, van Martina te scheiden. Maar op dit oogeublik liet hij de gedach te aan haar eenvoudig ter zijde, als bestond zij niet eens, als kon hij zich een nieuw ge luk scheppen als bezat hij nog zijn vrijen, ongebreidelden wil die tot nu toe alles had bereikt waarnaar hij gestreefd' had. Hij keek om zich heen. Het vertek was kaal, nog slechts van het noodzakelijkste voorzien, als bij menschen die hun leger plaats opbreken. Maar toch, zelfs in zijn kaalheid was het de oude, gezellige ach-! terkamer die uitkeek op den spoorweg. Hoe staf, had generaal Marselli dan ook aan den militaire-attaehé laten schrijven dat hij die lorreboel van E's fabrikaat (pacotujhu de la fabricE. niet moest zendendat was geld in het water smijten. Deze inlichtingen zijn daarom opmerke lijk, omdat zij geheel overeenkomen met de verklaringen van majoor Ilartmann, die zegt dat alle voor buitenlandschc mogend heden belangrijke horvormingen in het Fransclie leger m 1894 reeds voltooid wa ren. Père Boom met wtlken familiaren naam zijn tegenstanders veelal den Belgi sehen 'premier Vandenpeereboom plegen aan te duiden Père Boom begrijpt niet dat de Volksvertegenwoordiging haar rech ten heeft. De afgevaardigde Gillard klaagde er gis teren in de Kamer over dat een exemplaar van het kiesrecht-ontwerp der regeering was verschaft aan het officieuse orgaan der regeering. De eerste-mmister aanvaardde daarvoor de verantwoordelijkheid, maar nu kreeg hij het met Woeste in eigen persoon, den leider der regeeringspartij, aan den stok. Woeste protesteerde op grond der parle mentaire gebruiken. De Kamer behoort een ontwerp te kennen vóór de dagbladen. En of Père Boom nu al niet begreep wat voor kwaads hij had gedaan en beloofde niets meer te zullen mededeelen, Woeste bleef hij zijn protest volharden. En dit kon Van denpeereboom allerminst begrijpen. De Lantsheere sprak ten slotte nog den wensch uit dat dergelijke mededeelingen, zouden geschieden aan het pers-comité. Maar nu maakte de voorzitter De Sadeleer een eind aan het onaangename debat door de zitting af te keuren. Het officieuze blad dat hier bedoeld wordt, is het „Journal de Bruxellles". Om trent den inhoud kan nu nog het volgen de worden meegedeeld over de voorgestelde evenredige vertegenwoordiging. In arron dissementen die ten minste zes afgevaardig den en drie senatoren kiezen, geschiedt de verkiezing bij één stemming. In aanmer king komen voor de verdceling der zetels die lijsten die een zesde van het totaal der geldige stemmen op zich hebben vercenigd. Is dit met geen dor lijsten het geval, of hebben de lijsten die een zesde dor stem men hebben verkregen, met de helft van het geheele aantal stemmen op zich ver cenigd, dan komen de meest begunstigde lijsten in aanmerking wier stemmencijfers meer dan de helft der stemmen bevatten. Van elke lijst worden do candidaten geko zen geacht die de meeste stemmen hebben verkregen. Eigenaardig is het zeker dat 'deze be palingen alleen gelden voor de groote ste den, waar de clericale candidaten nu een slechte kans hebben, maar dat in de vaste clericale districten de bestaande wijze van verkiezing blijft gehandhaafd. Gemengde MeiïedecJIngen» Het Engelsche Lagerhuis heeft gisteren de bij de begrooting voorgestelde wederin voering van de thee-belasting cn van de in kom stenbei asti ug aange nom en dikwijls had hij aan dit venster gewerkt! „O, Charlotte!" riep hij uit, en hij druk te wéér haar hand. Nu onttrok zij hem die. „Wat wil je nog meer vroeg zij zacht. „Voor je werken, wil ik, en je leven zoo zorgeloos en zonnig maken als het nog nooit is geweest," riep hij uit, terwijl hij zijn ar men uitbreidde. Hij had het gevoel dat Charlotte in ziju armen een toevlucht zou zoeken, dat zij hem nu met vochtige oogen zou aanzien en fluisteren„Mijn lieve Guy, mijn oude, goeSe Maar zij ging een stap achteruit; haal beweging was driftig en wrevelig. „Ik dank je," zeide zij, en kaar stem klonk hard. „Ik heb niets noodig." „O mijn God, Charlotte! Je zult toch niet jegens mij je trots bot witten vieren Het is immers gsen aalmoesI Ik geef je daardoor alleen terug wat ik gekregen heb. Ik doe immers niets dan mijn plicht," sprak hij'op smeekenden toon. Hij had aan haar afwijzing een totaal verkeerde reden' toegedicht. „Je plicht tegenover, mij?" vroeg zij. „Die is afgeloopen. Dien heb je laten va ren toen je op dien morgen mij verliet." Toen begon hij te begrijpen. „Maak mij niet rampzalig van schaamte. Geef mij mijn recht terug. Laat mij voor je zorgen." „Neen!" zeide zij luid. Hij kwam dichterbij. Hij wilde haar overreden, met blik, met stem en gebaar. „Je bent arm. Je hebt hulp noodig. Ik ben daarvoor het eerst aangewezen. Je zult toch geendionger willen lijden in je huis." In het Hoogerhuis werd door lord Russel of Killowen een wetsvoorstel ingediend, waarin het ontvangen en uitbetalen van on wettige geheime commissieloonen in han dels- cn andere overeenkomsten strafbaar wordt gesteld. Dit voorstel werd heden voor de eerste maal gelezen. Lord Charles Beresford heeft in een re devoering te Yoik de vrees voor een oorlog tusschen Engeland en Rusland ongegrond genoemd. Kardinaal Vaughan, liet hoofd der En gelsche katholieken, wordt, naar de „Köln. Ztg uit Weencn verneemt, op het Vati- caan verwacht, waar hij geruimen tijd, mis schien verscheiden maanden, zal blijven. Ilct schijnt dat de kardinaal met het Va- ticaan zal beraadslagen over do ritualisti sche beweging in de Anglikaanscke kerk. Dc mijnwerkersstaking in België breidt zich in Luik en Charleroi nog steeds uit. De nationaal-liberale partij in den Duit- Svncn Rijksdag heeft Bassermann tot haar voorzitter gekozen. Dc hertog van Connaugkt is te Gotha, zijn toekomstige residentie, aangekomen. De Fransclie afgevaardigde Gerville-Ré- aulie heeft de indieuing van een ontwerp tot herziening der grondwet aangekondigd. Déroulède en Habcrt worden vervolgd op grond van bepalingen der perswet. Hun ad vocaten hebben daartegen evenwel verzet aangeteekendliun cliënten moeten ver volgd worden wegens de ernstiger misdrij ven van samenzwering cn aanslag op de Republiek. Drumont is tc Algiers aangekomen en natuurlijk niet veel gejuich ontvangen. De primaat van Spanje, de kardinaal-aarts bisschop van Toledo, heeft een herderlijk schrijven gezonden aan de katholieke bladen, waarin hij de katholieken aanbeveelt evenals de Fransclie katholieken gehoor te geven aan den raad des Pausen en op den bodem der grondwet te blijven staan. De liberale en conservatieve bladen hebben terstond uittreksels gepubliceerd, maar de Carüsten en o tiltiamontanen zwijgen er over. De ïlnfoiinacioii", het blad van generaal Pola- vieja, heelt eerst na eenige aarzeling van het schrijven gewaagd en belooft nu eerstdaags een stuk te zullen publiceeren, waai in het Vaticaaa zich duidelijker uitspreekt, en wel leclilstreeks tegen de Carlisten. Naar uit Sevilla wordt gemeld, heeft de leider der ultramontaneu zich inmiddels voor een bondgenootschap met de Carlisten uitgesproken. Het gerucht loopt te Madrid dat de Car listen van plan zijn wapens te ontschepen op de kust van Motril. Twee compagnieën bewaken do kust, terwijl de kruiser Con- d e d c V o n a d i t o Bilbao heeft verlaten om een kruistocht te houden langs de Bas- kisehc kust om de ontscheping van wapens en amunitie te verhinderen. De grondwet van Kreta schijnt nu door de mogendheden goedgekeurd te zijn. Al leen is art. 38 ongeldig verklaard, zoodat de Nationale Vergadering niet het recht krijgt een nieuwen vorst te kiezen, indien „Ik heb niets noodig," zeide zij op vas ten toon, terwijl zij hem ernstig in de oogen zag, „Ik wil ook geen honger lijden in mijn huisik wil er werken." „Jij Charlotte Baumeister Toen glimlachte zij even. En er lag niets smartelijks in dien glimlach. Met den fijnen spot waarover alleen ko ninklijke trots beschikt, zeido zij „Ik heb altijd zekeren aanleg bezeten voor de huishouding. Dien zal ik ten nutte maken door een pension op te richten. Het zal mij niet aan gasten ontbreken." Hij voelde bitterheid in zich opwellen. Deze vrouw, geboren en opgevoed in be haaglijke patricische levensomstandighe den deze vrouw zou voor vreemde men schen werken! En zulk een moeilijken, ver nederenden arbeid. Dat kon, dat mocht, dat zou niet gebeuren. Razende drift, de vloek van zijn tempe rament, laaide in hem op. Hij kreeg een neiging om te razen: tegen zich zelf, omdat hij het zoover had laten komentegen Charlotte, omdat zij te trotsch was om van hem iets aan te ne men tegen zijn vrouw, zonder wie alles heel, heel anders zou zijn geweest En hij had het doffe gevoel dat hij zicli moest bedwingen. Hij liep gejaagd in de kamer op cn neer, terwijl Charlotte rustig op haar stoel hij het venster ging zitten. Er lag een kalmte over haar uitgespreid dat hij vroeger niet van haar had gekend. Zij scheen hem gelouterd toe als iemand die moedig diep lijden heeft doorstaan. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1