No. 9915.
53"° Jaargang.
Zaterdag 22 April 1899.
Strijdige Werelden.
Kennisgeving.
BUITENLAND.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V laar dingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1-65.
Prjjs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
BureauBotcrstraat 68.
Prijs der Advertentiën: van 17 regels 90 cents; iedere regel
meer 12'<2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeeüge voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, ilie Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Uleine ailrerfentiSu opgenomen tot den prijs
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intere. Telefoon A'o. 133.
van 40 cents
SCHOUW over wegen, voetpaden
en kunstwerken
Burgemeester en Wethouders
van Schiedam,
Voldoende aan het bepaalde bij art. 6 van
bet reglement op do wegen en voetpaden :n
deze provincie,
Brengen het volgende proces-vei baal door
aanplakking ter kennis van belanghebbenden
Op heden den negentienden April 1899 is
door den ondergeteekende JOANNES ZOET
MULDER, Directeur der Gemeentewerken van
Schiedam, als daartoe gemachtigd door Heeren
Burgemeester en Wethouders van Schiedam bij
hun besluit van den dartienden April daataan-
voorgaande, ter voldoening aan het voorschrift
vervat in Art. 6 van het Reglement op de Wegen
en Voetpaden in de provincie Zuid-Holland, op
neming gedaan van de niet onder beheer van
eenig Polder- of Waterschapsbestuur staande
wegen, voetpaden en kunstwerken, gelegen bin
nen het grondgebied van de Gemeente Schiedam
en dienende tot hoofdverbinding tusschen de
verschillende bebouwde Gemeentekommen.
Daarbij is gebleken, dat aan de na te mpiden
wegen n werken de aangegeven vei beteringen
behooren te worden aangebracht ooi te voldoen
aan de bij art 5 van gezegd Reglement gegeven
voorschriften.
De Hooge Schielandsche Zeedijk, volgnummer
5 van den legger, onderhoudsplichtige De onder
nemer der bestrating. De straatweg is onder
behoorlijk profiel te brengen en de kuilen en
verzakkingen zijn te herstellen lusschen de dijks-
palen 14 en 21, de telegraafpalen 39 en 41, 37
en 36, nuhij telegraafpaal 35, nabij de ilijksps-
lon 23 en 24 en tusschen de dijkspalen 26 en 28.
De Delflandsche Maasdijk, volgnummer 15 van
den legger, ondeihoudsplichtige De Gemeente
Vlaardtngen. De kuilen en verzakkingen in de
klinketstraat zijn te herstellen en de verbrij
zelrie klinkers zijn door nieuwe te vervangen
tusschen de dijkspalen 454 en 458, 461 en 402,
468 en 476, 484 en 485, 489 en 490, 496 en
502, 503 en 505, 507 en 508, en nabij dijks
paal 509.
Wordende tevens bepaald dat de schouw, be
doeld in art. 7 van meei vermeld Reglement ml
worden gehouden op den veertienden Juni 1899.
Aldus opgemaakt len jare en dage vooi noemd.
De directeur der gemeentewerken,
J. M. A. ZOETMULDER
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 21sten April 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
VERNÈDE.
Algemeen overdekt.
SCHIEDAM, 2i April '99.
Nog altijd weet men niet welk besluit
het Hof van Cassatie Woensdag jl. in zijn
vereenigde zitting heeft genomen. De „Fi
garo" beweert, dat haar besluit drieledig is.
DOOS
IDA BOY-ED.
93)
Guy voelde zijn hart weer bonzen. Hij
liep langzaam. Nu het weerzien over een
minuut te wachten was, wilde hij het uit
stellen, al was het ook maar een paar se
conden. Al zijn zelfvertrouwen verdween.
Plotseling, voor het eerst, beving hem de
vrees dat hij afgewezen kon worden.
Op het portaal stonden groote kisten, ge
reed om verzonden te wordendat kon men
zien.
Op de breede trappen, die met groote
verkwisting van ruimte en gemakkelijk stij
gend in het midden van het huis naar bo
ven voerden, lagen geen loopers meer. De
bronzen beelden die als lampendragers op
de balustrade van de eerste bocht hadden
gestaan, waren er niet meer. Het venster in
het dak zond van boven een somber licht
neer op al die kaalheid. Het was zoo stil in
het huis dat men het eentonig tikken van
den regen op het bovenvenster kon hooren.
En daar was de deur
Guy klopte. Zijn hart bleef stil staan,
zijn lippen trilden.
„Binnen!" riep een stem. Het suisde
zoo ia zija ooren, dat hij niet eens hoorde
wiens stem het was.
Hij deed de deur open. Hij stond voor
Charlotte. Zij deinsde achteruit en werd
zeer {bleek.
„Jij?" zeide zij. „Jij?"
In do eerste plaats zal kapitein Freystatter,
liet lid van den krijgsraad van 1894, wor
den gehoord. Dan zal generaal Roget met
den rechter van instructie Bertulus worden
geconfronteerd over Iienry, terwijl ten slot
te de staatsraad Lepine zal worden gehoord.
Deze was nl. in 1894 prefect van politie en
woonde als zoodanig de geheele openbare
zitting van den krijgsraad bij. Men zegt
dat, toen de krijgsraad zich in raadkamer
terugtrok en Lépine de zaal verliet, deze
overtuigd was van Dreyfus' vrijspraak en
dan ook onmiddellijk maatregelen ging ne
men om wanordelijkheden te voorkomen.
Men weet dat de „Soir" ook een confron
tatie van generaal Roget en Picquart ver
wacht.
Yan andere zijde worden echter dezeme-
dcdeelingen tegengesproken; het gerucht
liep gisteren in het Paleis van Justitie dat
het Hof over deze verhooren en confronta
ties nog geen beslissing heeft genomen.
Tegelijk verzekert men dat de raadsheer
Ballot-Beaupré niet vóór den 29sten gereed
zal zijn met zijn rapport, zoodat het airest
van liet Hof zeker niet eerder zal kunnen
gewezen worden dan tegen het eind der
eerste week van Mei, d. w. 7. nadat de Ka
mers zijn bijeengekomen.
Volgens do „Gazette des Tribunaux" zal
het Hof, dat Woensdag niet tot een resul
taat kon komen, heden de beraadslaging
voortzetten. Indien er besloten wordt, ver
schillende getuigen met elkaar te eonfron-
teeren, dan zal daarmee Maandag worden
begonnen.
In ieder geval worden heden generaal
Clianoine en Paléologue nogmaals gehoord
over het telegram dat de Italiaansche mili-
taire-attaché Panizzardi 2 November 1894
aan zijn regeering zond, en waarvan Buiten-
landsche Zaken en Oorlog uiteenloopende
teksten hebben.
De „Aurore" noemt reeds weer een nieu
wen getuige die evenals kapitein Freystat
ter zitting had in den krijgsraad van 1894.
Deze, Gallet, had 's morgens na Henry's
zelfmoord een gesprek met den senator
Chovet en moet toen, volgens de „Aurore",
zeer ontsteld zijn geweest omdat Henry's
verklaring indertijd op hem (evenals op
Freystatter) een groot-en indruk had ge
maakt.
Mag men de „Temps" gelooveu, dan
heeft de ministerraad zich in zijn laatste
bijeenkomst ernstig moeten bezighouden
met de Zaak, en wel naar aanleiding van
een schrijven van Picquart aan De Freyei-
net. De kolonel zet daarin uiteen hoe het
onderzoek Jer strafkamer bevestigd heeft
wat hij reeds wist over de intriges waar
aan hij is blootgesteld geweest, en hem
nieuwe heeft loeren kennen. Picquart ver
zoekt derhalve den minister van oorlog een
onderzoek in te stollen naar do intriges
waaraan generaal Gonse, kolonel Du Paty
de Clam en het personeel van het inlichtin
gen-bureau of wie ook meer zich hebben
schuldig gemaakt op het tijdstip dat hij
chef van dat bureau was, en ook daarna,
welke intriges bedoelden zijn werk te door
kruisen.
Over de laatstelijk in de„Figaro" gepubli
ceerde verklaringen van mme. Pays, de of
ficieren Lebrun-Renault, Antoine, Guerin,
de Mi try enz., en generaal Darras valt niet
„.Ja, ik," stamelde hij en hij waagde het
niet haar hand te vatten.
Zij stond daar zoo stil, zoo ongenaakbaar.
Zij wachtte. Hij zag, zooals men alleen op
oogenblikken ziet waarop een overmatige
spanning onze zintuigen buitengewoon ver
scherpt.
En hij zag dat zij grijs was geworden en
ouder, veel ouder. Maar toch in haar ge
laat was geen verandering gekomen. Hij zag
ook dat haar gelaat niet toornig stond al
leen verbaasd scheen zij, zeer verbaasd, en
ook als iemand die in stilte haar schrik
tracht te overmeesteren.
„Wat kom je doen?" vroeg zij na een stil
zwijgen dat hem onverdragelijk was. „Wat
heb je nog in mijn leven te doen?"
„Je vergeving vragen!" riep hij uit, en
nu vatte hij werkelijk -haar hand, die zij
hem liet.
„Ik heb je vergeven. Je hebt gehandeld
in de waan dat je op den weg naar je geluk
alles moest vertrappen wat voor andere
mensclien een kostbaar goed is, dat zij de
grootste zorg cn het meeste ontzag waardig
keuren. Je verbeelddet je dat je aldus han-
deldet als een man. Ik wist reeds dadelijk
dat het onmannelijke zwakheid was, en dat
de ure zou komen waarop je dat zoudt in
zien. Daarom heb ik je gaarne vergeven;
want ook wie in een waan handelt, handelt
eerlijk."
Hij drukte haar hand. Nog wilde geen
woord over zijn lippen.
.Langzamerhand greep een gevoel van
waanzinnig geluk hem aan, dat hij weder
hier was. Dit laatste jaar met al zijn sensa
ties was immers nu' ten einde, een nieuw,'
vreedzaam, gelukkig leven begon.
veel meer te zeggen. Alleen uit Lebrun-
Renault's getuigenis dienen enkele punten
te worden gereleveerd, en wel dat de kapi
tein, gevraagd waarom hij aan Casimir-Pé-
rier en Charles Dupuy, toen hij bij deze
hoogste ambtenaren der Republiek ontbo
den was niets had gezegd, beweerde, terwijl
hij in de anti-chambre wachtte, iemand
binnen te hebben hooren zeggen: „Wat is
dat voor een gendarme die de geheimen
van het leger schendt en de pers inlichtin
gen verschaft? Dat kan hem duur te staan
komen." Lebrun-Renault had toen niet dur
ven spreken.
Nog eigenaardiger is het volgende. Iiij
had van Dreyfus' zgn. bekentenis een aan-
teekening gemaakt in zijn zakboekje, en
die aanteekening had hij in Juli 1898 aan
Cavaignae 'aten zien, nadat hij reeds in
October 1897 door generaal Gonse was ont
boden om Dreyfus' bekentenis op schrift te
brengen. Cavaignae had in de Kamer toen
van den hem door Lebrun-Renault verschaf
ten tekst gebruik gemaakt, en de kapitein
had het blaadje uit zijn zakboekje ver
brand. 'tWas nu immers niet meer noo
dig! 1
Generaal Roget's verklaring voor de
strafkamer zal een nieuw proces ten gevol
ge lieBben. Beweerd is nl. dat kolonel Cor-
dier indertijd aan Mathieu Dreyfus zijn
diensten heeft aangeboden, en generaal Ro
get verzekerde dat de brief waarin dit is
geschied, zich op het ministerie van oorlog
bevindt. Cordier die elke verstandhouding
met M. Dreyfus zoo goed als met den spion-
zclfmoordenaar Lcmercier-Picard ontkent
(ook met dezen zou hij in relatie hebben ge
staan), heeft nu een aanklacht ingestold
„tegen onbekend" wegens valschheid in ge
schrifte en gebruikmaking daarvan.
De „Matin" heeft een onderzoek inge
steld naar Esterliazy's verblijf in den
vreemde, ook in ons land. Nieuw is de be
wering van het blad dat Esterhazy te Rot
terdam verschillende bezoeken, en den lOn
of llen Juli ook dat van mevrouw Du
Paty de Clam ontving. Ook zou er tijdens
zijn afwezigheid eens iemand zijn gekomen
die vertelde gezonden te zijn door mevrouw
Dreyfus, en die 2500 francs aanbood om
Esterhazy's correspondentie machtig te
worden.
Zeer bezwarend voor Esterhazy zijn de
inlichtingen die de „Stampa" te Turijn ont
vangt van iemand die onbekend wenscht te
blijven en die reeds een maand of vijf gele
den zeer belangrijke mededcelingen deed
over het beluchte stuk: Ce canaille de D...
Nu beweert hij dat de in het borderel op
gesomde stukken of liever aanteekeningen
inderdaad in Augustus of September 1894
door Scliwartzkoppen aan den militaire-at-
taché van Italië zijn medegedeeld als ko
mende van Esterhazy. De attaché zond ze,
zonder er gewicht aan te hechten, aan ge
neraal Marselli, toen onderchef van den ge-
neralen staf. Die aanteekeningen, welker
belang door Cavaignae, Roget e. a. zoo hoog
is opgevijzeld om Dreyfus' schuld vooral
breed te kunnen uitmeten, waren in waar
heid niets anders dan de onnauwkeurige en
onvolledige reproductie van inlichtingen
die de Italiaansche generale staf langs an
doren weg leeds op de meest volledige wijze
had gekregen tusschen 1890 en 1893. Gene
raal Primerauo, de chef van den gencralcn
Duizenderlei nieuwe gewaarwordingen
van geluk wachtten lieni. Het was of hij de
blijdschap genoot die alleen iemand kan
genieten die in langdurige gevangenschap
heeft vertoefd en voor wien het eenvoudig
ste natuurverschijnsel nu een overweldi
gend genot is.
Hij zou voortaan voor Charlotte mogen
arbeiden en haar al de goedheid die hem
van haar ten deel was gevallen, duizend
werf vergelden. Welk een bevredigend ver
mogen had alleen do gedachte daaraan
reeds.
En die mooie grijze oogen zouden hem
vriendelijk aanzien en er kwam mis
schien een dag waarop die vriendelijkheid
in liefde zou verkeeren, waarop hij zich een
nieuw leven zou kunnen veroveren aan do
zijde van het zachtaardige, wonderschoone
meisje.
Hij vergat geheel dat thuis een harts
tochtelijke vrouw op hem wachtte, en dat
haar razende zelfzucht hem tot haar slaaf
had verkoren.
Nooit was de gedachte bij hem opgeko
men, van Martina te scheiden.
Maar op dit oogeublik liet hij de gedach
te aan haar eenvoudig ter zijde, als bestond
zij niet eens, als kon hij zich een nieuw ge
luk scheppen als bezat hij nog zijn
vrijen, ongebreidelden wil die tot nu toe
alles had bereikt waarnaar hij gestreefd'
had.
Hij keek om zich heen. Het vertek was
kaal, nog slechts van het noodzakelijkste
voorzien, als bij menschen die hun leger
plaats opbreken. Maar toch, zelfs in zijn
kaalheid was het de oude, gezellige ach-!
terkamer die uitkeek op den spoorweg. Hoe
staf, had generaal Marselli dan ook aan
den militaire-attaehé laten schrijven dat hij
die lorreboel van E's fabrikaat (pacotujhu
de la fabricE. niet moest zendendat
was geld in het water smijten.
Deze inlichtingen zijn daarom opmerke
lijk, omdat zij geheel overeenkomen met de
verklaringen van majoor Ilartmann, die
zegt dat alle voor buitenlandschc mogend
heden belangrijke horvormingen in het
Fransclie leger m 1894 reeds voltooid wa
ren.
Père Boom met wtlken familiaren
naam zijn tegenstanders veelal den Belgi
sehen 'premier Vandenpeereboom plegen
aan te duiden Père Boom begrijpt niet
dat de Volksvertegenwoordiging haar rech
ten heeft.
De afgevaardigde Gillard klaagde er gis
teren in de Kamer over dat een exemplaar
van het kiesrecht-ontwerp der regeering
was verschaft aan het officieuse orgaan der
regeering. De eerste-mmister aanvaardde
daarvoor de verantwoordelijkheid, maar nu
kreeg hij het met Woeste in eigen persoon,
den leider der regeeringspartij, aan den
stok.
Woeste protesteerde op grond der parle
mentaire gebruiken. De Kamer behoort een
ontwerp te kennen vóór de dagbladen. En
of Père Boom nu al niet begreep wat voor
kwaads hij had gedaan en beloofde niets
meer te zullen mededeelen, Woeste bleef
hij zijn protest volharden. En dit kon Van
denpeereboom allerminst begrijpen.
De Lantsheere sprak ten slotte nog den
wensch uit dat dergelijke mededeelingen,
zouden geschieden aan het pers-comité.
Maar nu maakte de voorzitter De Sadeleer
een eind aan het onaangename debat door
de zitting af te keuren.
Het officieuze blad dat hier bedoeld
wordt, is het „Journal de Bruxellles". Om
trent den inhoud kan nu nog het volgen
de worden meegedeeld over de voorgestelde
evenredige vertegenwoordiging. In arron
dissementen die ten minste zes afgevaardig
den en drie senatoren kiezen, geschiedt de
verkiezing bij één stemming. In aanmer
king komen voor de verdceling der zetels
die lijsten die een zesde van het totaal der
geldige stemmen op zich hebben vercenigd.
Is dit met geen dor lijsten het geval, of
hebben de lijsten die een zesde dor stem
men hebben verkregen, met de helft van
het geheele aantal stemmen op zich ver
cenigd, dan komen de meest begunstigde
lijsten in aanmerking wier stemmencijfers
meer dan de helft der stemmen bevatten.
Van elke lijst worden do candidaten geko
zen geacht die de meeste stemmen hebben
verkregen.
Eigenaardig is het zeker dat 'deze be
palingen alleen gelden voor de groote ste
den, waar de clericale candidaten nu een
slechte kans hebben, maar dat in de vaste
clericale districten de bestaande wijze van
verkiezing blijft gehandhaafd.
Gemengde MeiïedecJIngen»
Het Engelsche Lagerhuis heeft gisteren
de bij de begrooting voorgestelde wederin
voering van de thee-belasting cn van de in
kom stenbei asti ug aange nom en
dikwijls had hij aan dit venster gewerkt!
„O, Charlotte!" riep hij uit, en hij druk
te wéér haar hand.
Nu onttrok zij hem die.
„Wat wil je nog meer vroeg zij zacht.
„Voor je werken, wil ik, en je leven zoo
zorgeloos en zonnig maken als het nog nooit
is geweest," riep hij uit, terwijl hij zijn ar
men uitbreidde.
Hij had het gevoel dat Charlotte in ziju
armen een toevlucht zou zoeken, dat zij
hem nu met vochtige oogen zou aanzien en
fluisteren„Mijn lieve Guy, mijn oude,
goeSe
Maar zij ging een stap achteruit; haal
beweging was driftig en wrevelig.
„Ik dank je," zeide zij, en kaar stem
klonk hard. „Ik heb niets noodig."
„O mijn God, Charlotte! Je zult toch
niet jegens mij je trots bot witten vieren
Het is immers gsen aalmoesI Ik geef je
daardoor alleen terug wat ik gekregen heb.
Ik doe immers niets dan mijn plicht,"
sprak hij'op smeekenden toon.
Hij had aan haar afwijzing een totaal
verkeerde reden' toegedicht.
„Je plicht tegenover, mij?" vroeg zij.
„Die is afgeloopen. Dien heb je laten va
ren toen je op dien morgen mij verliet."
Toen begon hij te begrijpen.
„Maak mij niet rampzalig van schaamte.
Geef mij mijn recht terug. Laat mij voor je
zorgen."
„Neen!" zeide zij luid.
Hij kwam dichterbij. Hij wilde haar
overreden, met blik, met stem en gebaar.
„Je bent arm. Je hebt hulp noodig. Ik
ben daarvoor het eerst aangewezen. Je zult
toch geendionger willen lijden in je huis."
In het Hoogerhuis werd door lord Russel
of Killowen een wetsvoorstel ingediend,
waarin het ontvangen en uitbetalen van on
wettige geheime commissieloonen in han
dels- cn andere overeenkomsten strafbaar
wordt gesteld. Dit voorstel werd heden voor
de eerste maal gelezen.
Lord Charles Beresford heeft in een re
devoering te Yoik de vrees voor een oorlog
tusschen Engeland en Rusland ongegrond
genoemd.
Kardinaal Vaughan, liet hoofd der En
gelsche katholieken, wordt, naar de „Köln.
Ztg uit Weencn verneemt, op het Vati-
caan verwacht, waar hij geruimen tijd, mis
schien verscheiden maanden, zal blijven.
Ilct schijnt dat de kardinaal met het Va-
ticaan zal beraadslagen over do ritualisti
sche beweging in de Anglikaanscke kerk.
Dc mijnwerkersstaking in België breidt
zich in Luik en Charleroi nog steeds uit.
De nationaal-liberale partij in den Duit-
Svncn Rijksdag heeft Bassermann tot haar
voorzitter gekozen.
Dc hertog van Connaugkt is te Gotha,
zijn toekomstige residentie, aangekomen.
De Fransclie afgevaardigde Gerville-Ré-
aulie heeft de indieuing van een ontwerp
tot herziening der grondwet aangekondigd.
Déroulède en Habcrt worden vervolgd op
grond van bepalingen der perswet. Hun ad
vocaten hebben daartegen evenwel verzet
aangeteekendliun cliënten moeten ver
volgd worden wegens de ernstiger misdrij
ven van samenzwering cn aanslag op de
Republiek.
Drumont is tc Algiers aangekomen en
natuurlijk niet veel gejuich ontvangen.
De primaat van Spanje, de kardinaal-aarts
bisschop van Toledo, heeft een herderlijk
schrijven gezonden aan de katholieke bladen,
waarin hij de katholieken aanbeveelt evenals
de Fransclie katholieken gehoor te geven
aan den raad des Pausen en op den bodem
der grondwet te blijven staan. De liberale
en conservatieve bladen hebben terstond
uittreksels gepubliceerd, maar de Carüsten
en o tiltiamontanen zwijgen er over. De
ïlnfoiinacioii", het blad van generaal Pola-
vieja, heelt eerst na eenige aarzeling van het
schrijven gewaagd en belooft nu eerstdaags
een stuk te zullen publiceeren, waai in het
Vaticaaa zich duidelijker uitspreekt, en wel
leclilstreeks tegen de Carlisten.
Naar uit Sevilla wordt gemeld, heeft de
leider der ultramontaneu zich inmiddels
voor een bondgenootschap met de Carlisten
uitgesproken.
Het gerucht loopt te Madrid dat de Car
listen van plan zijn wapens te ontschepen
op de kust van Motril. Twee compagnieën
bewaken do kust, terwijl de kruiser Con-
d e d c V o n a d i t o Bilbao heeft verlaten
om een kruistocht te houden langs de Bas-
kisehc kust om de ontscheping van wapens
en amunitie te verhinderen.
De grondwet van Kreta schijnt nu door
de mogendheden goedgekeurd te zijn. Al
leen is art. 38 ongeldig verklaard, zoodat
de Nationale Vergadering niet het recht
krijgt een nieuwen vorst te kiezen, indien
„Ik heb niets noodig," zeide zij op vas
ten toon, terwijl zij hem ernstig in de oogen
zag, „Ik wil ook geen honger lijden in mijn
huisik wil er werken."
„Jij Charlotte Baumeister
Toen glimlachte zij even. En er lag niets
smartelijks in dien glimlach.
Met den fijnen spot waarover alleen ko
ninklijke trots beschikt, zeido zij
„Ik heb altijd zekeren aanleg bezeten
voor de huishouding. Dien zal ik ten nutte
maken door een pension op te richten. Het
zal mij niet aan gasten ontbreken."
Hij voelde bitterheid in zich opwellen.
Deze vrouw, geboren en opgevoed in be
haaglijke patricische levensomstandighe
den deze vrouw zou voor vreemde men
schen werken! En zulk een moeilijken, ver
nederenden arbeid. Dat kon, dat mocht,
dat zou niet gebeuren.
Razende drift, de vloek van zijn tempe
rament, laaide in hem op.
Hij kreeg een neiging om te razen: tegen
zich zelf, omdat hij het zoover had laten
komentegen Charlotte, omdat zij te
trotsch was om van hem iets aan te ne
men tegen zijn vrouw, zonder wie alles
heel, heel anders zou zijn geweest
En hij had het doffe gevoel dat hij zicli
moest bedwingen.
Hij liep gejaagd in de kamer op cn neer,
terwijl Charlotte rustig op haar stoel hij
het venster ging zitten.
Er lag een kalmte over haar uitgespreid
dat hij vroeger niet van haar had gekend.
Zij scheen hem gelouterd toe als iemand
die moedig diep lijden heeft doorstaan.
(Wordt vervolgd.)