53,<e Jaargang.
Dinsdag 25 April 1899.
No. 9917.
VERKIEZING
G. W. SNEL.
Strijdige Werelden.
Gemeenteraad.
Voor de verkiezing van een lid in
den gemeenteraad in district I (vaca
ture-Prins) op DINSDAG a.s bevelen
wij met aandrang aan den candidaat
der kiesvereeniging «Schiedam", den
heer
BUITESDASD.
IDA BOY-ED.
95)
liINNENLAm
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en VIaardingen H. 1.25. Franco
«r post fl. I-65-
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau Koters tra at 6g,
Prijs der Advertenti nVan *17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12i^ cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van ziju gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde Icleine nUeeftenliën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
latere. Telefoon Aio, 123.
VOOR DEN
Algemeen overr.icht.
SCHIEDAM, 24 April '99.
Sedert een dag of wat schijnt de zaak-
Dreyfus er cenigszins op vooruit te gaan.
En nu is bet wel waar, dat een omkeer zeer
wel mogelijk is, dat ook nu de bordjes weer
kunnen verhangen worden evenals reeds
zoo dikwijls het geval is geweest; maar het
valt niet te loochenen dat de tegenstanders
der revisie 't op het oogenblik al bijzonder
kwaad te verantwoorden hebben. Van de le
gende van Dreyfus' bekentenis is niets over
gebleven.
En er zijn op dit oogenblik reeds drie le
den. van den krijgsraad van 1894, van wier
veelbeteekenende uitlatingen over 'tproccs-
Dreyfus door de voorstanders der herzie
ning goede nota wordt genomen. Het zijn
kapitein. Freystatter, majoor Gallet, die na
Henry's zelfmoord de revisie onvermijdelijk
noemde, omdat Henry de voornaamste ge
tuige was geweest, en nu de gep. majoor
Patron, die volgens do „Aurore" eenigen
tijd geleden in een twistgesprek over de
Zaak de overlegging van geheime stukken
erkende toen hij uitriep„Wij behoefden
Dreyfus immers de geheime stukken niet
mede te deelen; liij had ze toch zelf ge
schreven."
De „Temps" constateert met blijdschap
zekere kentering in de publieke opinie die
vooral te danken is aan de onthullingen der
„Figaro". Zeker, men is nog niet overtuigd
van Dreyfus' onschuld. Op dat punt be
houdt de meerderheid van het Fransche
volk zich zijn oordeel nog voor; maar het
vertrouwen in de wettigheid der procedure
en de eerlijkheid van sommige getuigen
voor den krijgsraad van 1894 schijnt ern
stig geschokt.
„In een gewone rechtzaak komt twijfel
ten goede aan den beklaagde," merkt de
„Temps" zeer juist op. „In deze wordt al
leen „verlangd dat de twijfel, waaraan nie
mand zich vermag te onttrekken, aan de
revisie-zaak ten goede komt. En wat vreest
men? Door de herziening te weigeren,
loopt men gevaar de zaak van een onschul
dige te smoren. Js hij waarlijk schuldig, dan
zal een nieuw proces dat wel aantoonen, en
aldus, hetzij Dreyfus opnieuw veroordeeld
of vrijgesproken wordt door een nieuwen
krijgsraad, zal deze vreeselijke zaak einde
lijk overeenkomstig recht en gerechtigheid
beslist worden."
Wil men dit doel bereiken, dan moet de
regeering zich buiten de zaak houden. Er is
roden om te waarschuwen, zooals de „Fi-
DOOR
Martina zat slecht geluimd aan het ven
ster en keek naar buiten in den regen. De
kale toppen der linden aan den oever van
den Alster waren alle naar rechts gebogen,
en ais zij zich juist weer even hadden opge
richt, deed een nieuwe windstoot ze weer
naar de andere zijde overhellen.
Martina had alleep gegeten. Het scheen
wel of Guy in 't geheel niet meer op tijd
kon komen. En bovendien, zijn humeur en
®jn koelheid waren onverdragelijk. Zij
dacht er over wat de reden kon zijnvranb
zij begreep cr eigenlijk niets van. Had bij
niet een fabelachtig geluk in zijn vak Had
hij niet een vrouw die Teuscher en Hotter
en zeker nog heel veel andere mannen hem
benijdden
Daar Martina zich gemoedsaandoeningen
in 't geheel niet kon voorstellen als de oor
zaak v,, een verandering en zij daarmede
als met „'aar len eenen male onbekende fac
toren ook geen rekening vermocht te hou-
dacht zij alleen aan iets feitelijks als
de reden van zijn voortdurende koelheid.
"0u men soms tegen hem kwaad hebben
gesproken van haar zelf of van haar oudei's
Had mama schulden, en had zij hem mis
schien, zonder dat zij er van wist, geld ter
leen gevraagd? Of was hem soms nu nog
°f ander praatje over haar zelf ter oore
f gekomen?
garo doet. ,In het liart van het land, dat
nog zwijgt, maar ontsteld is over hetgeen
het hoort, hoopt zich allengs een geweldige
toorn op God geve dat men bijtijds de
uitbarsting voorkomeWant ik weet wel
wie er voor zou moeten boetenhet leger,
ons dierbaar, ons dapper ca edelmoedig
leger
Belangrijk zijn de verklaringen die de
„Figaro" gistermorgen publiceerde, die van
Gabriel Monod en van Ilanotaux vooral.
Het lid van het Instituut vertelt hoe hij
van Hanotaux' secretaris en van den oud
minister van buitenlandscke zaken zelf
reeds in December 1894 en later vernomen
had dat deze twijfelde aan Dreyfus' schuld.
In Italië reizende, had Monod ondervon
den dat verscheiden hooggeplaatste perso
nen, ender wie de Koningin, Visconti-Ve-
nosta, oud-minister van buitenlandscke za
ken, generaal Ricotti en generaal Primaro
in Dreyfus een onschuldige zagen; ande
ren weer hadden hem verteld dat Panizzar-
di steeds verzekerd had, in geen relatie tot
Dreyfus te hebben gestaan. Indirect was
Monod ook te weten gekomen dat Scliwartz-
koppen evenmin betrekkingen met Dreyfus
had onderhouden.
Hanofaux, die in 1894 minister van bui-
tenlandsche zaken was, vertelt hoe hij in
den ministerraad bezwaren had gemaakt te
gen een vervolging op grond van inlichtin
gen. waarvan men de bron niet kon mede-
deelen. 's Avonds was hij persoonlijk naar
generaal Mercier gegaan, om licm te vra
gen geen gevolg aan de zaak te geven, daar
die onder dc bestaande omstandigheden
noodlottige gevolgen kon hebben. Generaal
Saussier, toen chef van den staf, had er
eveneens, maar op andere gronden, op aan
gedrongen. Mercier bleef onverzettelijk, en
Hanotaux' tegenstand irx den ministerraad
mocht evenmin baten.
De zaak had toen zijn verloop. Hanotaux
kende eigenlijk het wezen der zaak niet.
Voor hem, als minister van buitenlandsclie
zaken, was dit met liet oog op de betrekkin
gen tot Duitschlaud ook beter. Brieven van
keizer Wilhelm liad hij nooit gekend; die
geheele geschiedenis is niet meer dan een
fabel. Wat de depêche van Panizzardi aan
de Italiaanscke regeering betreft, bevestig
de Hanotaux zonder eenig voorbehoud de
verklaringen van Paléologuc. Hij en zijn
collega van landbouw Viger meenden zicli
flauw, heel flauw te herinneren dat zij Mer
cier wel eens c.ver een bekentenis van Drey
fus hadden hooren spreken. Van de mede-
deeling van onwettige stukken bad Hano
taux alleen door de bladen gehoord.
Daarop werd generaal Mercier nog eens
gehoord over de depêclie-Panizzardi, Einde
lijk verklaarde graaf Turenne d'Aynac, hoe
hij van graaf von Münster, den Duitschen
gezant, vernomen had dat de zgn. brief van
keizer Wilhelm een verzinsel was. Dc getui
ge was dit aan Hanotaux gaan mededeelen,
maar deze scheen volstrekt met verbaasd.
Men weet hoe er steeds in dc zaak-Drey-
fus omgesprongen is met bewijsstukken. Er
zijn er vervalscht, verkeerd vertaald of on
juist uitgelegd; er zijn stukken gecreëerd
en er zijn er ook verdonkeremaand. Op het
oogenblik houdt men zich bezig met drie
van het laatste soort.
Heb kwam haar het verstandigst voor dat
zij eens een flinke uitbarsting uitlokte; dat
zuiverde dan weer de lucht.
Zij geeuwde en nam het boek weer op
waarin zij zat te lezen.
Daar trad Guy binneu, bleek, metoogen
die iemand konden doen schrikken, en met
modder van de straat aan zijn schoenen en
zijn broek.
„Om 's hemels wil, wat zie je er uit! Je
vernielt het kleed met je schoenen," riep
Martina uit. „En ik heb weer eens alleen
mogen eten. Wees dan ten minste zoo be
leefd te telefoneeren. Dan kan ik immers
uitgaan ik zal geen gebrek hebben aan
gezelschap.
„Ga naar je vrouw, heeft zij me gezegd
en hier ben ik," zei hij schor.
„Wie heeft dat gezegd
„CharlotteI"
,0 zoo. Ben je bij Charlotte Baumeister
geweest om afscheid te nemen. Nu, dat had
je niet in stilte behoeven te doen; dat zou
ik je niet hebben verboden," sprak Marti
na met een bijna medelijdend glimlachje.
„Goddank, dat die twee Hamburg verla
ten."
Hij trad naar haar toe en vroeg
„Wist jij het?"
„Ja, van Teuscher."
„Schandelijkriep hij uit.
„Hoe dat? Waarom zou ik mij dat met
door Teuscher laten vertellen? Je jaloersch
lieid op Teuscher is ongemotiveerd; dat
kan ik je bij mijn eer bezweren," zeide zij.
„Och, dwaasheid. Ik spreek niet over
Teuscher."
„En waarover dan wel, als ik jc vragen
Allereerst het afschrift van het borderel
dat de getuige Picqué, directeur van het
st»'afdcpót tc St. Martin-de-Ré, in Dreyfus'
vest verklaart gevonden te hebben. Waar
is dat stuk vraagt men terecht. Eerst wist
men het niet, maar nu zegt een nota-Havas
dat het stuk doorgezonden is naar het de
partement van oorlog, waar het bij liet ge
heime dossier is gevoegd dac aan het Hof
van Cassatie is overgelegd.
Dat Picqué's getuigenis niet de minste
waarde heeft, indien liet bestaan en de
echtheid van dit copie-borderel niet bewe
zen is, spreekt vanzelf.
liet tweede stuk dat tusschen hemel eu
aarde zweeft, is dc ook reeds meer bespro
ken brief van een buitenlandsclie dame aan
een geheim igent van 16 Juni 1895, die op
zich zelf niets met de Zaak te maken lieeft
maar waarin Dreyfus' naam wordt genoemd
in verband met twee Italiaanscke officie
ren. Van dit stuk heeft Paléologue in zijn
verhoor gewaagdliet moet den 2en Juli
1895 aan het ministerie van oorlog zijn
overgelegd; de ambtenaar van buitenland
scke zaken Dclaroclie-Vernet is liet aan Pic-
quart komen brengen. Nu is dit stuk niet
meer terug te vinden, en geen van hen die
op dat tijdstip aan bet inliclitingen-bureau
werkzaam waren, herinnert zich cr iets van.
Men verlangt nu een onderzoekzoo noo-
dig ook dat Delaroclie-Vernet, die thans ge
zantschapssecretaris te Berlijn is, gehoord
zal worden.
De „Petit République" eindelijk spreekt
over een derde stuk, dat achterbaks wordt
gehouden, en welks geschiedenis door den
heer Gachet ter keunis van het Hof van
Cassatie is gebracht. In 1897 vond een hoo-
ge ambtenaar van de strafkolonie in Guya
na bij liet ordenen van de stukken die
Dreyfus betreffen, daarbij een zóó belang
rijk document dat hij het noodig oordeelde
dit ter zijde te leggen en onmiddelijk het
ministerie telegrafisch van zijn ontdekking
mededeeling te doen. Het antwoord luidde
dat het stuk onmiddellijk moest worden op
gezonden. Hiervan werd proces-verbaal op
gemaakt. Het stuk moet zich nu op hetmi-
nisterio van oorlog bevinden.
Laat ons ten slotte nog memorceren dat
generaal Boget ontkent van een confronta
tie met Picquart te bobben afgezienhij
blijft die integendeel wenscben.
Clémonceau tracht aan te tooncn dat Es-
terhazy in April van liet vorig jaar op het
bureau der ..Libre Parole" tegenover den
afgevaardigde Dumas bekend heeft het bor
derel te hebben geschreven. Drumonb of Pa-
pillaud, maar een van beiden zeker, was er
bij. Dumas moet het later verleid hebben
aan verschillende personen, onder wie een
assuradeur Cap el le, die bet verhaal schrif
telijk aan Clémenceau hoeft bevestigd. De
ze heeft dien brief aan het Hof van Cassa
tie gezonden.
Gemengde Mededeel Ingen.
Het Belgische kiesreebtontwerp is nu
rondgedeeld. Het is door alle ministers onder-
teekend. De Memorie van Toelichting is op
gesteld door de ministers van binnenlandsche
ziken en van onderwijl
De werkstaking in de kolendistricten
in België houdt aan. Socialisten, zooals An-
mag?" vroeg zij scherp, zich reeds wape
nend op de strijd waarnaar zij verlangd had
en die nu scheen te zullen uitbarsten.
„Waar ik over spreek zei hij schor.
„Dat ik mij door jou lieb laten verleiden
om mijn eer te bezoedelen en mij schuldig
te maken aan de schandelijkste ondank
baarheid omdat ik meende dat aan bet ge
luk van mijn huwelijk verplicht te zijn."
Martina sprong op. Zij wilde iets zeggen,
hem uitschelden, ruzie maken. Maar met
ijzeren greep vatte zijn handen haar beide
schouders, terwijl liij sprak
„Is liet gelukkig? Neen. Het offer was
vergeefscli. En weet je wat zij mij gezegd
heeft? Dat er in haar leven geen plaats
meer is voor mij Jij bent liet die mij al
les ontnomen liebt. Jij bent mij mijn eer
schuldig en alles ben je mij schuldig, wat
vroeger waarde en waardigheid aan mijn
leven gaf. Je hebt mij die lieve mensclicn
ontnomen je hebt ze mij ontnomen
Hij scliudde haar en wilde woede fonkel
de in zijn oogen.
Zij zag hem onverschrokken recht in het
gelaat. Zij was niet bang voor twist. Hon
derdmaal had zij reeds ruzie met hem ge
had. Dan vielen er altijd harde woorden.
Maar er was geen waarschuwende stem in
haar die haar zeide dat dit een andere twist
was, en dat in dezen strijd de woorden
zwaar neervielen en wondden als bijlslagen.
„Lieve hemel," zeide zij losweg, „als er
je zooveel aan hen gelegen lag, dan had je
zc je immers niet behoeven te laten ontne
men."
Haar man liet haar los en wankelde ach
teruit.
soiiC eu Demblon, reizen het land rond om
tot volhouden aan te sporen.
De gevolgen doen zicli reeds gevoelen. Er
ziju al 1200 metaalarbeiders broodeloos, om
dat een paar metaalfabrieken wegens ge
brek aan kolen gesloten zijn.
Het schijnt nu zeker dut mgr. Rinahlini
apostolisch uuntius !e Paiijs wordt. Mgr.
Giamto di Belmote zal hem te Biussel
opvolgen.
De prijs-Audiffret van 15000 frs. voor de
grootste toewijding van welken aard ook. is
door de Academie voor morecle en politie
ke wetenschappen toegekend aan majoor
Marchand.
De burgemeester van St Petersburg is
te Parijs aangekomen 0111 uit naam van liet
gemeentebestuur der Russische hoofdstad
liet graf van Felix Faure te sieren met pal
men Hij is de gast van het gemcentebe-
suur van Parijs.
In Bohemeu is sinds lang gebiek aan
Duitsehe priesters, daar de seminaria bijna
alle onder Slavischen invloed slaan. Zeer
tegen den zin der Tsechen richt kardinaal
Kopp nu in Oostenrijksch-Silezië een Duitsch
seminarium op.
Gisteren hebben de senaatsverkiezingen
in Spanje plaats gevonden. Alles doet voor
zien dat de regeering in den Senaat over
grootcr meerderheid zal beschikken dan in
de Kamer
Te Barcelona is een wapenbergplaats ont
dekt, waardoor men tevens een locale sa
menzwering op het spoor kwam van Carlis-
ten, die op eigen hand te Barcelona een om
wenteling wilden beproeven. De hoofden
der samenzweerders, de vrederechter Mar
genat, generaal Luis Graf, markies Seralbo
e. a., zijn gevangen genomen.
Aan het graf van Garibaldi moet diens
dochter, meviouw Canzio, bij koning Hum-
bert de zaak der politieke gevangenen heb
ben bepleit. De Koning beloofde bij de eer
ste gelegenheid die zich aanbood, aan haar
verzoek te zullen voldoen.
Voor Aranci (Sardinië) is het koninklijk
echtpaar nog de gast geweest van den Brit-
schen admiraal aan boord der Majestic.
Doumer, do gouverneur-generaal van
Franscli Indo-China, is te Bangkok o]i be
zoek geweest. De Siameesche regeenng
heeft.liem schitterend gerecipieerd, en men
meent dat zijn bezoek zal bijdragen tot een
betere verstandhouding tussclien Farnkrijk
en Siam.
Te New-York is in den schouwburg een
aanslag gedaan op den president van Nica
ragua Zelaya. De samenzweerders, die den
president wilden doorsteken, werden gevat.
Ongevallenwet.
De ministers van Waterstaat, Justitie en
Financiën hebben een uitvoenge nota van
inlichting ingezonden op 37 bij de Tweede
Kamer ingekomen adressen, betrekkelijk het
wetsontwerp tot wettelijke verzekering van
werklieden tegen de geldelijke gevolgen van
ongevallen in bepaalde bedrijvea.
De ministers resumeeren de bezwaren in
genoemde adressen uiteengezet als volgt
Hij staarde haar in ontzetting aan.
Deze zelfde mond zeide hem dat zoo ter
loops, zoo heel koelbloedig die hom met
haitstochtelijk-gef luisterde woorden had
oveirced zoo te bandelen als hij bad ge
daan I
Als een zweepslag trof het hem.
En het was of liet gclicele vertrek om
hem heen vervuld was van een vreeselijk
hoonlaclien.
De feiten sloten zich om hem heen als
een ring, en hij zat er in opgesloten.
Al wat er gebeurt draagt in zich zijn oor
deel; vroeg of laat brengt het de vergel
ding met zich.
Martina liad er geen flauw vermoeden
van dat zij iets bijzonders, iets verschrikke
lijks had gezegd, dat zij met een paar luch
tig gesproken woorden zich zelf en hem had
geoordeeld en vernietigd.
Zij zag alleen dat hij daar stond, zijn ver
stand niet meester, en liaar aanstaarde als
wilde hij haar neerslaan.
Zij begon te spreken. Verwijten, klach
ten, smeekbeden, liefkoozingen, alles ging
zijn oor voorbij.
En eindelijk kwam er ook een bedreiging.
En die verstond hij.
Zij zeide dat zij vandaag nog, meteen
naar Berlijn zou vertrekken, naar haar
moeder, en dat zij daar zou blijven totdat
hij van verlangen en berouw tam was ge
worden
„Ja," riep hij, „ga heen. Ik kan je niet
zien, je niet uitstaan vertrek dadelijk.
Daar is geld veel geld
Hij begon zijn zakken door te zoeken eu
legde het geld dat hij vond, op tafel.
lo. Eeuo regeling als in het wetsontvveip
is voorgesteld, zal den prikkel verzwakken
tot liet nemen van maatregelen ter voor
koming van ongevallen.
Daaromtrent antwoorden zij in de eerste
plaats, mot een verwijzing naar de Duitsehe
ongevallenstatistiek, dat door eene verwijzing
dam naar de stelling niet kan worden bewezen,
dat een regeling als de voorgestelde de in
spanning om ongevallen te voorkomen zal
doen vei Hauwen. Evenmin is er reden om
van liet wegvallen der civiele aansprakelijk
heid zoodanige verflauwing bij de werkgevers
te vei wachten, want de voorschriften van
de inspecteurs van den arbeid zullen moeten
vvoideii nagekomen, evenals vioeger; Zorge
loosheid bij den werkgever zou spopdig leiden
tot veiboogirig zijner verzekeringspremie, de
meeste vveikgevers zullen te veel prijs stellen
op liet behoud van hunnen goeden naam;
liet is niet aan te nemen, dat in goed inge
richte ondernemingen, na inwerkingtreding
der vei zekering, de vrijwillige zorg voor de
vooikoming van ongevallen zal verminderen,
omdat dit groote ontevredenheid bij de werk
lieden zou veroorzaken, en omdat die vrij
willige zorg der bestuurders doorgaans een
gevolg is van hun plichtsgevoel; de aanspra
kelijkheid van den werkgever volgen1» de artt.
140G en 1407 B. W. zal blijven bestaan in
de gevallen, dat de werkgever die door opzet
of schuld het ongeval heeft veroorzaakt, des
wege door den strafrechter is verooideeld.
2o. Zoodanige regeling zal de spoedige ge
nezing van eeri door een ongeval getroffene
niet in de hand werken.
Wat dit betreft mei kt de regeering o.a,
op dat volgens art. 20 van het ontwerp de
genees- en heelkundige behandeling of de
vergoeding daarvoor verleend worden volgens
regelen bij algemeeten maatiegel van bestuur
te stellen en het toch wel van zelf spreekt,
dat bij het maken van dien algemeenen maat
regel ernstig zal worden nagegaan of en op
welke wijze van bestaande goed georganiseerde
ziekenfondsen kan worden partij getrokken.
Het schijnt der regeering derhalve ontwijfel
baar toe, dat aldus aan het bestuur der Rijks
verzekeringsbank de bevoegdheid moet ver-
leeud worden om aan werkgevers, in wier
onderneming behoorlijke voorzieningen zijn
getroffen voor de verpleging van gekwetsten,
de zorg voor genees- en heelkundige behan
deling van haar getroffen werklieden tegen
een geldelijke vergoeding toe te vertrouwen.
Is vooits een getroffene voor de eerste 3 we
ken bij een particulieie verzekeringsmaat
schappij verzekerd, dan zal zijn spoedige ge
nezing van het hoogste belang zijn voor de
maat-chappij, die dus ook de noodige controle
zal uitoefenen, is de getroffene voor de eerste
3 weken niet verzekerd, dan is een spoedige
genezing zeer in zijn eigen belang.
3o. de voorgestelde regeling zou zeer on
voldoende voorzien in de gevolgen van tijde
lijke ongeschiktheid tot werken.
Dit bestrijdt de Regeering eveneens. De
bedoeling is niet den werkman te veizekeren
ook tegen die ongevallen, welke een zoo korte
ongeschiktheid tot werken als gedurende drie
weken ten gevolge hebben. Aan hemzelven
of aan den werkgever blijft overgelaten
daartegen voorzieningen te treffen, wat dezen
tegen zeer geringe geldelijke opofferingen
zullen kunnen doen. De ministers betoogen
vertier de onjuistheid der bewering, dat bjj
„Jc bont gek," zei Martina, „maar denk
met dat ik scherts."
„Neen vertrek. Ik smeek het je. Dade
lijk. Je kunt nog om zes uur weg. Ik schrijf
jc maar laat mij nu alleen."
Hij wankelde naai' buiten, voortdurend
afwerend zijn baud zwaaiend, als tegen een
spook.
Nu stond Martina tocli versteld. Zij keek
lang naar de deur waardoor hij verdwenen
was.
Ecnige minuten stond zij zoo. Toen wierp
zij plotseling het hoofd in den nek, en haar
bruine oogen fonkelden van onbuigbaren
trots en bet bewustzijn van te zullen over
winnen.
Ja, zij zou den driftkop nu eens aan zijn
woord houden cn zij zou terstond naar Ber
lijn vertrekken, zonder ook maar aan zijn
deur tc kloppen om hem goeden dag te
zeggen.
Te Berlijn wilde zij zich dan een paar
dagen of weken heerlijk amuseeren en zich
eerst door nederige smeekbeden laten ver
murwen om lot Guy terug te keeren. Dat
zou dan eens een flinke les voor hem ziju.
Zij ging naar de tafel toe en raapte zorg
vuldig bet geld bijeen. Toen ging zij naar
buiten om haar dienstmeisjes te roepen, die
haar moesten helpen haar koffers te pak
ken.
(Slot volgt.)