53,<e Jaargang. Dinsdag 25 April 1899. No. 9917. VERKIEZING G. W. SNEL. Strijdige Werelden. Gemeenteraad. Voor de verkiezing van een lid in den gemeenteraad in district I (vaca ture-Prins) op DINSDAG a.s bevelen wij met aandrang aan den candidaat der kiesvereeniging «Schiedam", den heer BUITESDASD. IDA BOY-ED. 95) liINNENLAm SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en VIaardingen H. 1.25. Franco «r post fl. I-65- Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau Koters tra at 6g, Prijs der Advertenti nVan *17 regels fl. 0.90iedere regel meer 12i^ cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van ziju gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Icleine nUeeftenliën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. latere. Telefoon Aio, 123. VOOR DEN Algemeen overr.icht. SCHIEDAM, 24 April '99. Sedert een dag of wat schijnt de zaak- Dreyfus er cenigszins op vooruit te gaan. En nu is bet wel waar, dat een omkeer zeer wel mogelijk is, dat ook nu de bordjes weer kunnen verhangen worden evenals reeds zoo dikwijls het geval is geweest; maar het valt niet te loochenen dat de tegenstanders der revisie 't op het oogenblik al bijzonder kwaad te verantwoorden hebben. Van de le gende van Dreyfus' bekentenis is niets over gebleven. En er zijn op dit oogenblik reeds drie le den. van den krijgsraad van 1894, van wier veelbeteekenende uitlatingen over 'tproccs- Dreyfus door de voorstanders der herzie ning goede nota wordt genomen. Het zijn kapitein. Freystatter, majoor Gallet, die na Henry's zelfmoord de revisie onvermijdelijk noemde, omdat Henry de voornaamste ge tuige was geweest, en nu de gep. majoor Patron, die volgens do „Aurore" eenigen tijd geleden in een twistgesprek over de Zaak de overlegging van geheime stukken erkende toen hij uitriep„Wij behoefden Dreyfus immers de geheime stukken niet mede te deelen; liij had ze toch zelf ge schreven." De „Temps" constateert met blijdschap zekere kentering in de publieke opinie die vooral te danken is aan de onthullingen der „Figaro". Zeker, men is nog niet overtuigd van Dreyfus' onschuld. Op dat punt be houdt de meerderheid van het Fransche volk zich zijn oordeel nog voor; maar het vertrouwen in de wettigheid der procedure en de eerlijkheid van sommige getuigen voor den krijgsraad van 1894 schijnt ern stig geschokt. „In een gewone rechtzaak komt twijfel ten goede aan den beklaagde," merkt de „Temps" zeer juist op. „In deze wordt al leen „verlangd dat de twijfel, waaraan nie mand zich vermag te onttrekken, aan de revisie-zaak ten goede komt. En wat vreest men? Door de herziening te weigeren, loopt men gevaar de zaak van een onschul dige te smoren. Js hij waarlijk schuldig, dan zal een nieuw proces dat wel aantoonen, en aldus, hetzij Dreyfus opnieuw veroordeeld of vrijgesproken wordt door een nieuwen krijgsraad, zal deze vreeselijke zaak einde lijk overeenkomstig recht en gerechtigheid beslist worden." Wil men dit doel bereiken, dan moet de regeering zich buiten de zaak houden. Er is roden om te waarschuwen, zooals de „Fi- DOOR Martina zat slecht geluimd aan het ven ster en keek naar buiten in den regen. De kale toppen der linden aan den oever van den Alster waren alle naar rechts gebogen, en ais zij zich juist weer even hadden opge richt, deed een nieuwe windstoot ze weer naar de andere zijde overhellen. Martina had alleep gegeten. Het scheen wel of Guy in 't geheel niet meer op tijd kon komen. En bovendien, zijn humeur en ®jn koelheid waren onverdragelijk. Zij dacht er over wat de reden kon zijnvranb zij begreep cr eigenlijk niets van. Had bij niet een fabelachtig geluk in zijn vak Had hij niet een vrouw die Teuscher en Hotter en zeker nog heel veel andere mannen hem benijdden Daar Martina zich gemoedsaandoeningen in 't geheel niet kon voorstellen als de oor zaak v,, een verandering en zij daarmede als met „'aar len eenen male onbekende fac toren ook geen rekening vermocht te hou- dacht zij alleen aan iets feitelijks als de reden van zijn voortdurende koelheid. "0u men soms tegen hem kwaad hebben gesproken van haar zelf of van haar oudei's Had mama schulden, en had zij hem mis schien, zonder dat zij er van wist, geld ter leen gevraagd? Of was hem soms nu nog °f ander praatje over haar zelf ter oore f gekomen? garo doet. ,In het liart van het land, dat nog zwijgt, maar ontsteld is over hetgeen het hoort, hoopt zich allengs een geweldige toorn op God geve dat men bijtijds de uitbarsting voorkomeWant ik weet wel wie er voor zou moeten boetenhet leger, ons dierbaar, ons dapper ca edelmoedig leger Belangrijk zijn de verklaringen die de „Figaro" gistermorgen publiceerde, die van Gabriel Monod en van Ilanotaux vooral. Het lid van het Instituut vertelt hoe hij van Hanotaux' secretaris en van den oud minister van buitenlandscke zaken zelf reeds in December 1894 en later vernomen had dat deze twijfelde aan Dreyfus' schuld. In Italië reizende, had Monod ondervon den dat verscheiden hooggeplaatste perso nen, ender wie de Koningin, Visconti-Ve- nosta, oud-minister van buitenlandscke za ken, generaal Ricotti en generaal Primaro in Dreyfus een onschuldige zagen; ande ren weer hadden hem verteld dat Panizzar- di steeds verzekerd had, in geen relatie tot Dreyfus te hebben gestaan. Indirect was Monod ook te weten gekomen dat Scliwartz- koppen evenmin betrekkingen met Dreyfus had onderhouden. Hanofaux, die in 1894 minister van bui- tenlandsche zaken was, vertelt hoe hij in den ministerraad bezwaren had gemaakt te gen een vervolging op grond van inlichtin gen. waarvan men de bron niet kon mede- deelen. 's Avonds was hij persoonlijk naar generaal Mercier gegaan, om licm te vra gen geen gevolg aan de zaak te geven, daar die onder dc bestaande omstandigheden noodlottige gevolgen kon hebben. Generaal Saussier, toen chef van den staf, had er eveneens, maar op andere gronden, op aan gedrongen. Mercier bleef onverzettelijk, en Hanotaux' tegenstand irx den ministerraad mocht evenmin baten. De zaak had toen zijn verloop. Hanotaux kende eigenlijk het wezen der zaak niet. Voor hem, als minister van buitenlandsclie zaken, was dit met liet oog op de betrekkin gen tot Duitschlaud ook beter. Brieven van keizer Wilhelm liad hij nooit gekend; die geheele geschiedenis is niet meer dan een fabel. Wat de depêche van Panizzardi aan de Italiaanscke regeering betreft, bevestig de Hanotaux zonder eenig voorbehoud de verklaringen van Paléologuc. Hij en zijn collega van landbouw Viger meenden zicli flauw, heel flauw te herinneren dat zij Mer cier wel eens c.ver een bekentenis van Drey fus hadden hooren spreken. Van de mede- deeling van onwettige stukken bad Hano taux alleen door de bladen gehoord. Daarop werd generaal Mercier nog eens gehoord over de depêclie-Panizzardi, Einde lijk verklaarde graaf Turenne d'Aynac, hoe hij van graaf von Münster, den Duitschen gezant, vernomen had dat de zgn. brief van keizer Wilhelm een verzinsel was. Dc getui ge was dit aan Hanotaux gaan mededeelen, maar deze scheen volstrekt met verbaasd. Men weet hoe er steeds in dc zaak-Drey- fus omgesprongen is met bewijsstukken. Er zijn er vervalscht, verkeerd vertaald of on juist uitgelegd; er zijn stukken gecreëerd en er zijn er ook verdonkeremaand. Op het oogenblik houdt men zich bezig met drie van het laatste soort. Heb kwam haar het verstandigst voor dat zij eens een flinke uitbarsting uitlokte; dat zuiverde dan weer de lucht. Zij geeuwde en nam het boek weer op waarin zij zat te lezen. Daar trad Guy binneu, bleek, metoogen die iemand konden doen schrikken, en met modder van de straat aan zijn schoenen en zijn broek. „Om 's hemels wil, wat zie je er uit! Je vernielt het kleed met je schoenen," riep Martina uit. „En ik heb weer eens alleen mogen eten. Wees dan ten minste zoo be leefd te telefoneeren. Dan kan ik immers uitgaan ik zal geen gebrek hebben aan gezelschap. „Ga naar je vrouw, heeft zij me gezegd en hier ben ik," zei hij schor. „Wie heeft dat gezegd „CharlotteI" ,0 zoo. Ben je bij Charlotte Baumeister geweest om afscheid te nemen. Nu, dat had je niet in stilte behoeven te doen; dat zou ik je niet hebben verboden," sprak Marti na met een bijna medelijdend glimlachje. „Goddank, dat die twee Hamburg verla ten." Hij trad naar haar toe en vroeg „Wist jij het?" „Ja, van Teuscher." „Schandelijkriep hij uit. „Hoe dat? Waarom zou ik mij dat met door Teuscher laten vertellen? Je jaloersch lieid op Teuscher is ongemotiveerd; dat kan ik je bij mijn eer bezweren," zeide zij. „Och, dwaasheid. Ik spreek niet over Teuscher." „En waarover dan wel, als ik jc vragen Allereerst het afschrift van het borderel dat de getuige Picqué, directeur van het st»'afdcpót tc St. Martin-de-Ré, in Dreyfus' vest verklaart gevonden te hebben. Waar is dat stuk vraagt men terecht. Eerst wist men het niet, maar nu zegt een nota-Havas dat het stuk doorgezonden is naar het de partement van oorlog, waar het bij liet ge heime dossier is gevoegd dac aan het Hof van Cassatie is overgelegd. Dat Picqué's getuigenis niet de minste waarde heeft, indien liet bestaan en de echtheid van dit copie-borderel niet bewe zen is, spreekt vanzelf. liet tweede stuk dat tusschen hemel eu aarde zweeft, is dc ook reeds meer bespro ken brief van een buitenlandsclie dame aan een geheim igent van 16 Juni 1895, die op zich zelf niets met de Zaak te maken lieeft maar waarin Dreyfus' naam wordt genoemd in verband met twee Italiaanscke officie ren. Van dit stuk heeft Paléologue in zijn verhoor gewaagdliet moet den 2en Juli 1895 aan het ministerie van oorlog zijn overgelegd; de ambtenaar van buitenland scke zaken Dclaroclie-Vernet is liet aan Pic- quart komen brengen. Nu is dit stuk niet meer terug te vinden, en geen van hen die op dat tijdstip aan bet inliclitingen-bureau werkzaam waren, herinnert zich cr iets van. Men verlangt nu een onderzoekzoo noo- dig ook dat Delaroclie-Vernet, die thans ge zantschapssecretaris te Berlijn is, gehoord zal worden. De „Petit République" eindelijk spreekt over een derde stuk, dat achterbaks wordt gehouden, en welks geschiedenis door den heer Gachet ter keunis van het Hof van Cassatie is gebracht. In 1897 vond een hoo- ge ambtenaar van de strafkolonie in Guya na bij liet ordenen van de stukken die Dreyfus betreffen, daarbij een zóó belang rijk document dat hij het noodig oordeelde dit ter zijde te leggen en onmiddelijk het ministerie telegrafisch van zijn ontdekking mededeeling te doen. Het antwoord luidde dat het stuk onmiddellijk moest worden op gezonden. Hiervan werd proces-verbaal op gemaakt. Het stuk moet zich nu op hetmi- nisterio van oorlog bevinden. Laat ons ten slotte nog memorceren dat generaal Boget ontkent van een confronta tie met Picquart te bobben afgezienhij blijft die integendeel wenscben. Clémonceau tracht aan te tooncn dat Es- terhazy in April van liet vorig jaar op het bureau der ..Libre Parole" tegenover den afgevaardigde Dumas bekend heeft het bor derel te hebben geschreven. Drumonb of Pa- pillaud, maar een van beiden zeker, was er bij. Dumas moet het later verleid hebben aan verschillende personen, onder wie een assuradeur Cap el le, die bet verhaal schrif telijk aan Clémenceau hoeft bevestigd. De ze heeft dien brief aan het Hof van Cassa tie gezonden. Gemengde Mededeel Ingen. Het Belgische kiesreebtontwerp is nu rondgedeeld. Het is door alle ministers onder- teekend. De Memorie van Toelichting is op gesteld door de ministers van binnenlandsche ziken en van onderwijl De werkstaking in de kolendistricten in België houdt aan. Socialisten, zooals An- mag?" vroeg zij scherp, zich reeds wape nend op de strijd waarnaar zij verlangd had en die nu scheen te zullen uitbarsten. „Waar ik over spreek zei hij schor. „Dat ik mij door jou lieb laten verleiden om mijn eer te bezoedelen en mij schuldig te maken aan de schandelijkste ondank baarheid omdat ik meende dat aan bet ge luk van mijn huwelijk verplicht te zijn." Martina sprong op. Zij wilde iets zeggen, hem uitschelden, ruzie maken. Maar met ijzeren greep vatte zijn handen haar beide schouders, terwijl liij sprak „Is liet gelukkig? Neen. Het offer was vergeefscli. En weet je wat zij mij gezegd heeft? Dat er in haar leven geen plaats meer is voor mij Jij bent liet die mij al les ontnomen liebt. Jij bent mij mijn eer schuldig en alles ben je mij schuldig, wat vroeger waarde en waardigheid aan mijn leven gaf. Je hebt mij die lieve mensclicn ontnomen je hebt ze mij ontnomen Hij scliudde haar en wilde woede fonkel de in zijn oogen. Zij zag hem onverschrokken recht in het gelaat. Zij was niet bang voor twist. Hon derdmaal had zij reeds ruzie met hem ge had. Dan vielen er altijd harde woorden. Maar er was geen waarschuwende stem in haar die haar zeide dat dit een andere twist was, en dat in dezen strijd de woorden zwaar neervielen en wondden als bijlslagen. „Lieve hemel," zeide zij losweg, „als er je zooveel aan hen gelegen lag, dan had je zc je immers niet behoeven te laten ontne men." Haar man liet haar los en wankelde ach teruit. soiiC eu Demblon, reizen het land rond om tot volhouden aan te sporen. De gevolgen doen zicli reeds gevoelen. Er ziju al 1200 metaalarbeiders broodeloos, om dat een paar metaalfabrieken wegens ge brek aan kolen gesloten zijn. Het schijnt nu zeker dut mgr. Rinahlini apostolisch uuntius !e Paiijs wordt. Mgr. Giamto di Belmote zal hem te Biussel opvolgen. De prijs-Audiffret van 15000 frs. voor de grootste toewijding van welken aard ook. is door de Academie voor morecle en politie ke wetenschappen toegekend aan majoor Marchand. De burgemeester van St Petersburg is te Parijs aangekomen 0111 uit naam van liet gemeentebestuur der Russische hoofdstad liet graf van Felix Faure te sieren met pal men Hij is de gast van het gemcentebe- suur van Parijs. In Bohemeu is sinds lang gebiek aan Duitsehe priesters, daar de seminaria bijna alle onder Slavischen invloed slaan. Zeer tegen den zin der Tsechen richt kardinaal Kopp nu in Oostenrijksch-Silezië een Duitsch seminarium op. Gisteren hebben de senaatsverkiezingen in Spanje plaats gevonden. Alles doet voor zien dat de regeering in den Senaat over grootcr meerderheid zal beschikken dan in de Kamer Te Barcelona is een wapenbergplaats ont dekt, waardoor men tevens een locale sa menzwering op het spoor kwam van Carlis- ten, die op eigen hand te Barcelona een om wenteling wilden beproeven. De hoofden der samenzweerders, de vrederechter Mar genat, generaal Luis Graf, markies Seralbo e. a., zijn gevangen genomen. Aan het graf van Garibaldi moet diens dochter, meviouw Canzio, bij koning Hum- bert de zaak der politieke gevangenen heb ben bepleit. De Koning beloofde bij de eer ste gelegenheid die zich aanbood, aan haar verzoek te zullen voldoen. Voor Aranci (Sardinië) is het koninklijk echtpaar nog de gast geweest van den Brit- schen admiraal aan boord der Majestic. Doumer, do gouverneur-generaal van Franscli Indo-China, is te Bangkok o]i be zoek geweest. De Siameesche regeenng heeft.liem schitterend gerecipieerd, en men meent dat zijn bezoek zal bijdragen tot een betere verstandhouding tussclien Farnkrijk en Siam. Te New-York is in den schouwburg een aanslag gedaan op den president van Nica ragua Zelaya. De samenzweerders, die den president wilden doorsteken, werden gevat. Ongevallenwet. De ministers van Waterstaat, Justitie en Financiën hebben een uitvoenge nota van inlichting ingezonden op 37 bij de Tweede Kamer ingekomen adressen, betrekkelijk het wetsontwerp tot wettelijke verzekering van werklieden tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen in bepaalde bedrijvea. De ministers resumeeren de bezwaren in genoemde adressen uiteengezet als volgt Hij staarde haar in ontzetting aan. Deze zelfde mond zeide hem dat zoo ter loops, zoo heel koelbloedig die hom met haitstochtelijk-gef luisterde woorden had oveirced zoo te bandelen als hij bad ge daan I Als een zweepslag trof het hem. En het was of liet gclicele vertrek om hem heen vervuld was van een vreeselijk hoonlaclien. De feiten sloten zich om hem heen als een ring, en hij zat er in opgesloten. Al wat er gebeurt draagt in zich zijn oor deel; vroeg of laat brengt het de vergel ding met zich. Martina liad er geen flauw vermoeden van dat zij iets bijzonders, iets verschrikke lijks had gezegd, dat zij met een paar luch tig gesproken woorden zich zelf en hem had geoordeeld en vernietigd. Zij zag alleen dat hij daar stond, zijn ver stand niet meester, en liaar aanstaarde als wilde hij haar neerslaan. Zij begon te spreken. Verwijten, klach ten, smeekbeden, liefkoozingen, alles ging zijn oor voorbij. En eindelijk kwam er ook een bedreiging. En die verstond hij. Zij zeide dat zij vandaag nog, meteen naar Berlijn zou vertrekken, naar haar moeder, en dat zij daar zou blijven totdat hij van verlangen en berouw tam was ge worden „Ja," riep hij, „ga heen. Ik kan je niet zien, je niet uitstaan vertrek dadelijk. Daar is geld veel geld Hij begon zijn zakken door te zoeken eu legde het geld dat hij vond, op tafel. lo. Eeuo regeling als in het wetsontvveip is voorgesteld, zal den prikkel verzwakken tot liet nemen van maatregelen ter voor koming van ongevallen. Daaromtrent antwoorden zij in de eerste plaats, mot een verwijzing naar de Duitsehe ongevallenstatistiek, dat door eene verwijzing dam naar de stelling niet kan worden bewezen, dat een regeling als de voorgestelde de in spanning om ongevallen te voorkomen zal doen vei Hauwen. Evenmin is er reden om van liet wegvallen der civiele aansprakelijk heid zoodanige verflauwing bij de werkgevers te vei wachten, want de voorschriften van de inspecteurs van den arbeid zullen moeten vvoideii nagekomen, evenals vioeger; Zorge loosheid bij den werkgever zou spopdig leiden tot veiboogirig zijner verzekeringspremie, de meeste vveikgevers zullen te veel prijs stellen op liet behoud van hunnen goeden naam; liet is niet aan te nemen, dat in goed inge richte ondernemingen, na inwerkingtreding der vei zekering, de vrijwillige zorg voor de vooikoming van ongevallen zal verminderen, omdat dit groote ontevredenheid bij de werk lieden zou veroorzaken, en omdat die vrij willige zorg der bestuurders doorgaans een gevolg is van hun plichtsgevoel; de aanspra kelijkheid van den werkgever volgen1» de artt. 140G en 1407 B. W. zal blijven bestaan in de gevallen, dat de werkgever die door opzet of schuld het ongeval heeft veroorzaakt, des wege door den strafrechter is verooideeld. 2o. Zoodanige regeling zal de spoedige ge nezing van eeri door een ongeval getroffene niet in de hand werken. Wat dit betreft mei kt de regeering o.a, op dat volgens art. 20 van het ontwerp de genees- en heelkundige behandeling of de vergoeding daarvoor verleend worden volgens regelen bij algemeeten maatiegel van bestuur te stellen en het toch wel van zelf spreekt, dat bij het maken van dien algemeenen maat regel ernstig zal worden nagegaan of en op welke wijze van bestaande goed georganiseerde ziekenfondsen kan worden partij getrokken. Het schijnt der regeering derhalve ontwijfel baar toe, dat aldus aan het bestuur der Rijks verzekeringsbank de bevoegdheid moet ver- leeud worden om aan werkgevers, in wier onderneming behoorlijke voorzieningen zijn getroffen voor de verpleging van gekwetsten, de zorg voor genees- en heelkundige behan deling van haar getroffen werklieden tegen een geldelijke vergoeding toe te vertrouwen. Is vooits een getroffene voor de eerste 3 we ken bij een particulieie verzekeringsmaat schappij verzekerd, dan zal zijn spoedige ge nezing van het hoogste belang zijn voor de maat-chappij, die dus ook de noodige controle zal uitoefenen, is de getroffene voor de eerste 3 weken niet verzekerd, dan is een spoedige genezing zeer in zijn eigen belang. 3o. de voorgestelde regeling zou zeer on voldoende voorzien in de gevolgen van tijde lijke ongeschiktheid tot werken. Dit bestrijdt de Regeering eveneens. De bedoeling is niet den werkman te veizekeren ook tegen die ongevallen, welke een zoo korte ongeschiktheid tot werken als gedurende drie weken ten gevolge hebben. Aan hemzelven of aan den werkgever blijft overgelaten daartegen voorzieningen te treffen, wat dezen tegen zeer geringe geldelijke opofferingen zullen kunnen doen. De ministers betoogen vertier de onjuistheid der bewering, dat bjj „Jc bont gek," zei Martina, „maar denk met dat ik scherts." „Neen vertrek. Ik smeek het je. Dade lijk. Je kunt nog om zes uur weg. Ik schrijf jc maar laat mij nu alleen." Hij wankelde naai' buiten, voortdurend afwerend zijn baud zwaaiend, als tegen een spook. Nu stond Martina tocli versteld. Zij keek lang naar de deur waardoor hij verdwenen was. Ecnige minuten stond zij zoo. Toen wierp zij plotseling het hoofd in den nek, en haar bruine oogen fonkelden van onbuigbaren trots en bet bewustzijn van te zullen over winnen. Ja, zij zou den driftkop nu eens aan zijn woord houden cn zij zou terstond naar Ber lijn vertrekken, zonder ook maar aan zijn deur tc kloppen om hem goeden dag te zeggen. Te Berlijn wilde zij zich dan een paar dagen of weken heerlijk amuseeren en zich eerst door nederige smeekbeden laten ver murwen om lot Guy terug te keeren. Dat zou dan eens een flinke les voor hem ziju. Zij ging naar de tafel toe en raapte zorg vuldig bet geld bijeen. Toen ging zij naar buiten om haar dienstmeisjes te roepen, die haar moesten helpen haar koffers te pak ken. (Slot volgt.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1