53"" Jaargang.
Woensdag 26 April 1899.
No. 9918.
Eerste Blad.
Strijdige Werelden.
Qui bene distinguit bene docet.
UIT U E P R S.
BUITENLAND.
Sept
SCHIM H\ CHIE tOUnililWT.
Deze courant verschijnt dagelijks, naet uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 1.25. Franco
per post fl. 4.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Boterstraat 68.
"Wij hebben reeds bij herhaling gelegen
heid gehad in de laatste twee jaien, de
Nieuwe Schiedamsche Courant" te wijzen
op haar eigenaardig begrip van journalistiek
het nummer dier courant \an gisterenavond
geeft ons daartoe opnieuw aanleiding.
In een artikeltje nHooge Politiek" woidt
daar lucht gegeven aan \erbazing over ons
aanbevelen van de candidatuur-Snel. Niet
echter die verbazing, welke niet volstiekt
onverklaarbaar is, maar de motiveering daar
van ergert ons, en wel in bet bijzonder om
dit zinnetje
„In een strooibiljet van de kiesvereeniging
„Schiedam" wordt Snel voorgesteld als het
slachtoffer van een „tiranniek werkgever."
Niet onduidelijk wordt hier de heer H. J. C.
Roelants, wiens Daam toch nog aan de „S. C,"
.genoeg is verbonden, gcteckend; hier ziet men
dus het meer vertoond schouwspelde roede
kussen die ons kastijdt."
Dit zinnetje wekte onze ergernis in niet
geringe mate.
Aan een goed dagblad zijn redactie en
uitgever twee machten, die naast elkaar
souverein zjjn. Ook al beleedigt men in
onwaardig gesehiijf den laatste, het onafhan
kelijk oordeel der eerste mag hierdoor niet
beïnvloed worden. En ook al moge deze
redactie persoonlijk weinig roeping gevoelen
candidaten te steunen die zich eene aanbe
veling als de gesignaleerde laten welgevallen
zonder protest, als vertegenwoordigster eener
partij heeft zij het recht niet zich op dit
punt vrijheden te veroorlooven.
Deze overweging is het dan ook slechts,
die bij het onderhavige geval de gedragslijn
onzer redactie heeft bepaald.
Het is voor ons thans niet het oogenblik,
nader de aanbeveling van het bestuur der
kiesvereeniging sSchiedam" onder de oogen
te zienwellicht bestaat, daarop binnenkort
de gelegenheid, wanneer de daarin beleedigde
lust zal hebben zich nader te verklaren.
Maar één ding boude de vNieuwe Schied. Ct."
reeds nu in het oog: Onze redactie is in
deze belangstellend toeschouwer,
geen party, en, zelfs afgezien daarvan,
geen overwegingen van persoonlQken aard
zullen en mogen invloed hebben op
haar oordeel. Trouwens den auctor intellec
tualis van het volkomen noodeloos grievende
verkiezingspamflet was ons oordeel over de
cause célèbre bekend, èn uit persoonlijk ge
sprek èn uit een onderhoud, dat diens legaat,
de heer Van Wagtendonk, te Amsterdam in
November 4896 met onzen hoofdredacteur
had.
Door het steunen der eandidaluur-Snel
hebben wij bewezen los van niet ter zake
dienende overwegingen ons te stellenreeds
vier en twintig uren vóór het beruchte mani-
DOOK
IDA BOY-ED.
96)
Vervolg en Slot.)
Guy lag op de chaise-longue.
Hij drukte zijn voorhoofd tegen zijn ge
kruiste armen en verborg aldus, ook in zijn
eenzaamheid, nog zijn gelaat.
..'fc Was uit met zijn huwelijk. Dat voelde
k"-j. Of Martina wegging of bleef, of zij te
rugkeerde of niet, of zij in een scheiding
toestemde of niet, of zijn noodlot hem
dwong, voor de wereld dit huwelijk voort
te zettenvoor hem was het afgeloopen.
Zijn ziel herriep den eed dien hij voor
het altaar had gezworen.
Want nu wist hij dat alleen hartstocht,
met liefde deze verbintenis had gesloten.
Nu Martina er niet was en hem niet door
haar uidagende houding tergde, nu hij haar
met voor zich zag met haar brutale oogen
en baar sterk persoonlijkheidsgevoel, nu
dam hij zeer kalm aan haar en over haar.
flij erkende dat hij haar geen het minste
verwijt mocht maken. Zij had immers vol
komen consequent binnen de grenzen van
haar aard gehandeld.
Wanneer iemand geen stem heeft, ver-
8' men ook niet van hem dat hij zal zin-
8en; wanneer iemand een kort been heeft,
dan eischt men niet dat hij rechtop zal loo-
pen. Waarom zou men niet even rechtvaar
dig en even logisch zijn, met het stellen van
eischen aan de organen eener ziel
Hoe kon Martina's ziel zieh uiten in
seliheid, zelfopoffering, medegevoel, wan
neer baar de organen daarvoor ontbraken?
ven 20U a^<*' aijn schuldenares blij-
i A ^aar n,e^ haar moreele insolventie trof
ue schuld daarvan, maar zijn verblindheid
alleen. J
Uiteb - omde hun verloving had een
fest in de wereld gezonden weid, was onze
aanbeveling in proef gezet; wij hebben haar
niet tei uggenomen.
Het zal den j> Nieuwe Scliied. Ct." waar
niet ten voonleele der journalistieke waar
digheid, redactie, directie, administratie en
uilgever in één persoon vereenigd zijn, moeilijk
vallen deze onpartijdigheid te begtijperi; lia.tr
stukje, waar het spreekt van de roede kussen,
die sous" kastydt, bewijst dit.
Maar is dat onze schuld
Schaepman, Bolland en Kuyper.
ïn het sHbl." schrijft L.:
In het gevecht tussehen prof. Bolland en
dr. Seliaepman is zich nu ook di. Kuyper
komen meugen. De boofdiedacieur van sDe
Standaard" is naar zijn wapenrek gel nopen
en heeft er den driekanten dolk afgenomen
waarmede hij zoo flju weet te wonden. Hij,
de man, die verder ziet dan anderen, heelt
de pat tij genomen van den mede-, zij het
dan ook andeis-geloovende en, voelend dat
Bolland oter Rome heen ook Doidt belaagde,
heeft hij zijn banier naast die van het kruis
geplant.
Zie, hoe hij zich weert,
Liever Pnapsch dan Turksch" schijnt zijne
leuze en wat hij wangeloof acht verdedigt
hij tegen ongeloof. Hoe treffen zijne steken
Niet het grammatisch veikeerd te pas ge
brachte »Katlijven" niet liet scherp gezochte
»vileinig gesnater", zijn de touchés van den
Leidschen tegenstander, maar s<l e heer
Bolland" te pas gebracht naast het Cobet en
Kaenen.
Bolland moet het wel voelen, dat Kuyper
hem maar mie beer Bolland" noemt en ma-
gistialer is dit dan bet tooneelmalige nnu
ga" van Schaepman.
Maar
Toen de Amerikaneu den Cubanen hulp
boden tegen de Spanjaarden, gebeulde 'net,
dat in de hitte van liet gevecht de bondge-
nooten elkander bestreden.
Zoo ook bier.
Kuyper komt Schaepman te hulp tegen
Bolland, die de eer van Rome aaniast. Eu
Schaeprnan's bondgenoot wondt in het ki ijgs-
g»vvoel den Rooinsehen legeraanvoerder.
Want noemt hij niet bet fundament der
Roomsche keik een legende?
Het nontaliauxilio mag Schaep
man nu zeker wel uit de pen vloeien.
Immers. De Roomsche priester ontsteekt
in toom, als Builand wil gaan b e w ij ze n,
dat Petrus niet het erfelijk stedehouderschap
van Christus is opgedragen. Eu den man, die
een mijn aanlegt onder het Yaticaan, slaat
hij met zijn vuist in liet gelaat.
En nu komt Kuyper hem te hulp en
maakt den geslagene af, Maar te gelyker lijd
noemt hij het »iu es Petrus et super hauc
petram aedificabo meam ecciesiam" een
legende.
En Schaepman zwijgt I
waarschuwende stem in zijn binnenste, had
den tallooze kleine trekjes in haar karak
ter hem gewaarschuwd en bewezen dat zij
niet de goede levensgezellin voor liein kou
zijn.
Maar hij was tc zwak geweest om afstand
te doen van haar bezit.
Dat was geen waardig verbond en daar
om mocht het ook niet voortbestaan.
Nu hij dat had ingezien, in een dwaling
voortleven, zou een grootere zonde zijn ge
weest dan alle onzinnige dwaasheden en on
waardigheden die hij tot nu toe had be
gaan.
Boo kwam het liem op 'dit oogenblik voor
nu hij het gevoel in zich omdroeg dat er
een ontzaglijk keerpunt in zijn leven was
gekomen En hij vergat dat hij volstrekt
niet meer alleen over zijn leven kon. be
schikken, dat de begeerten en de wil eener
andere het recht hadden mede te spreken.
Nu en dan luisterde hij. Er heerschte be
drijvigheid in zijn woning; men Hep druk
heen en weer. Eens hoorde bij juist voor
zijn deur, blijkbaar met opzet, Martina be
velen dat er om het rijtuig moest getelefo
neerd worden.
Dus zij vertrok.
Hij haalde diep adem.
Hij lag stil, met gesloten oogen. De tijd
ging_zijn weg. Het werd zeer donker in de
kamér. Guy bemerkte het niet.
Toen viel het hem allengs op dat het zeer
stil was geworden. Hij richtte zich op. Geen
lichtstraal sloop door de deurspleet op den
grond, zooals anders, wanneer er in Marti
na's kamer licht brandde.
Zij was weg.
Hij stond op en bemerkte dat hij zich
onwel voelde.
Toen herinnerde liij zich dat hij sedert
den morgen niets had gegeten. Hij schelde.
Het meisje kwam met een lamp. Langs
den matglazen bol heen keken haar nieuws
gierige oogen naar hem en er lag spanning
op het gelaat van het meisje.
Prijs der Advertentiën: van 1 7 regels 90 cents; iedere regel
meer 42','2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde leleine ndrer-Icnlii'n opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon aio. 123.
Hij toornt tegen den man, die steenen wil
wegbrokkelen van het hem heilige gebouw.
En van den man, die met een trap dien
tempel omschopt, duidt hij hulpe.
Dit is ons onvetklaarbaar. Als Schaepman
zijn ïBoiland eu Peirus" heeft geschreven io
scliampeie woede over Bolland's boek, dan
mag bij wel op Kuyper losbeuken, die hem
den smaad aandoet een legende te noemen
wat bij het erfrecht van zijn paus aciit.
Het is indertijd het Amsterdamsche ge
meenteraadslid Den Hertog slecht bekomen,
dat bij sprak van slegendarische voorstellin
gen". Een vriend van Kuyper teekende te
gen die woorden vei ontwaaidigd protest aan.
Eu neemt Kuyper legende wat bij niet
belijdt.
Had men niet minder onhandigheid mo
gen verwachten van dezen wapenmeester en
meer trots van zijn bondgenoot.
ligeiiici-n overzicht.
SCHIEDAM, 25 April '99.
Zekere kapitein Coghlan, kommandant
van oen Amcrikaanseh oorlogsschip, is van
Manilla in het lieve vaderland terugge
keerd en doet nu al zijn best om zijn land-
genooten tegen de Duitsckers op te zetten.
Of liever, hij wil de laatslen onaangenaam
zijn en in hun nationalen trots krenken.
Coghlan, die het bevel voert over de R a-
1 e i g h, heeft, eerst te Washington en
daarna te New-York, zich zeer beleedigend
uitgelaten ",vdr de Duitschers. Te Ncw-
York, aan het gastmaal hem door de Leger
en Vlootclub aangeboden, geschiedde dat in
dezer voege
„Ik zal slechts enkele woorden spreken,
omdat de woorden die ik gisteravond te
Washington sprak, iemand gehinderd heb
ben die er tegen geprotesteerd heeft. Maar
wat ik heb gezegd is de waarheid. Alen
heeft ons te Manilla getergd getergd tot
het uiterste, er zijn kwellingen die niet ver
der kunnen gedreven worden. Wij waren
gereed om op lieu los te slaan. Admiraal
Dewey is een man die heel wat verdragen
kan, maar er kwam een oogenblik, waarop
hij tegenover de plagerijen dor Duitschers
met kracht is opgetreden en de Duitschers
hebben liet zich voor gezegd gehouden. Op
oen gegeven oogenblik heb ik gezien dat
wij op het punt stonden lien te dooden. Eén
woord, één beweging, en het was gedaan
geweest."
Het is te begrijpen dat die jingoistiscbe
lieldentaal daverende toejuichingen
oogstte. Maar kapitein Coghlan verhoogde
nog de geestdrift door een spotlied te zin
gen op keizer Wilhelm, een inderdaad ploer
tig stukje, dat volgens den kapitein te Syd
ney is gemaakt en overgebracht naar de
Pliilippijnen.
Zooals reeds bleek, had Coghlan den vo-
rigen dag te Washington zijn gehoor op een
zelfde wijze laten genieten van schimp
scheuten op en bespotting van de Duit-
Haar meester zag er ellendig uit. Maar
met kalme stem beval liij liaar wijn en
eten to brengen.
Hij dronk haastig een glas wijn leeg, at
een paar brokken zonder er bij te gaan zit
ten, en trok reeds onder de hand zijn man
teljas aan.
Buiten stormde hem een windstoot tegen,
die juist in de lijn van de straat den regen
voor zich uitjoeg. Ook aan Guy's jas trok de
wind, zoodat hij zich vooruitgeschoven voel
de en, als door een gespannen zeil omge
ven, voortliep.
Denzelfden weg sloeg hij in, dien hij eeni-
ge uren geleden had afgelegd.
De storm woedde 0111 hemde regen
sloeg liem nu eens in het gelaat, dan weer
in den nek.
liet leven der groote stad worstelde on
der het flikkerend licht in den striemenden
regen voorwaarts.
Zwart, als een symbool van dreigende
stilte, van ontzagwekkende eindeloosheid,
zag de hemel daarop neer.
Zwart golfde het water in de diepte, als
een geopend graf, en met het angstig gehuil
van aanhoudend gillende stoomfluiten door
ploegden de schepen den stroom.
En weer stond de verlaten man voor het
huis, waarin hij dien morgen een toevlucht
liad gezocht.
Maar alles bleef stil. Lang galmde de
klank der bel na. Met gretig luisterend oor
hoorde Guy 1 oe hij langzaam wegstierf.
Uit het raam dat zich boven in de huis
deur achter oen dichtgevlochten ijzeren tra
liehek bevond, drong geen lichtstraal.
„Ile heb geen vrouw meer," wilde hij ko
men zeggen, „neemt mij op aan uw hart."
Maar geen hand opende de deur, en geen
echo antwoordde op zijn roepstem.
Over de straat sloop hek licht der lan
taarns. Door de kale toppen der hoornen
die zich in een dubbele rij over het midden
der straat uitstrekten, huilde de wind. Nu
en dan liep een mensek, worstelend met
sellers. Het spreekt vanzelf dat de Duit
schers in .le Veicenigde Staten eu in
Duitschland zelf bitter weinig gesticht zijn
over dit incident, cti onmiddellijk heeft de
gezant Von Holleben dan ook tegen Cogli-
lan's rodevoering geprotesteerd.
Do Amerikaansche regeering heeft niet
geweigerd het beleedigde nationaal gevoel
der Duitschers voldoening te geven. Toen
kapitein Coghlan de Leger- en Vlootclub
verliet, wachtte hem liet bevel van den
staatssecretaris van marine 0111 zich onmid
dellijk aan boord van zijn sellip te begeven,
terwijl te gelijk afkeuring wordt uitgespro
ken over de uitlatingen van den kapitein
ten opzichte der Duitschers.
Aan den Duitschen gezant antwoordde
minister Hay op diens protest dat dc ge
wraakte woorden gesproken waren op een
club-diner en niet beschouwd konden wor
den als een officieele of publieke redevoe
ring die liet departement raakt. Niettemin,
is dit volkomen bevoegd alle maatregelen te
nemen die do quaestie noodzakelijk maakt
De gezant iieeft zich voor liet oogenblik
met deze vcrklaung tevreden gesteld, in af
wachting natuurlijk van een nadere beslis
sing der Amerikaansche regeering. Het
spotlied op den Keizer aclit hij te vulgair
dan dat hij daarop wil ingaan.
Ook de Duitsclie pers neemt de zaak ge
lukkig nogal kalm op. Do officieusc „Nord.
deutsehe Allg. Ztg." spreekt van een ge
brek aan tact waaraan zich een enkel offi
cier heeft schuldig gemaakt naar het
schijnt onder den invloed van sterken
drank". De Voss. Ztg." eiselit een voor
beeldige bestraffing van kapitein Coghlau.
De „National Ztg." ziet in do flinke tus-
schenkomst der Amerikaansche regeering
een bewijs dat de betrekkingen tussehen
Duitschland en de Vereenigde Staten ver
beterd zijn.
De Engelscke bladen keuren allen Cogli-
lan's optreden ten zeerste af.
Aan een gastmaal te New-York, waar
Coglilan nog eens zou verschenen zijn, in
dien hem met tijdig het bevel had bereikt
om zich aan boord te begeven, heeft Chaun-
cey Depew zich eveneens zeer afkeurend
uitgelaten over liet gedrag van den kapi
tein, die als cenigc verontschuldiging weel
aan te voeren, dat hij dacht onder vrienden
te spreken, en niet verwacht had dat aan
zijn woorden publiciteit zou zijn gegeven.
't Is in elk geval te betreuren dat de be
weerde gespannen verhouding tussehen
Amerikanen en Duitschers voor Manilla op
nieuw te berde is gebracht, 't Zet weer
kwaad bloed en geeft aanleiding tot nieuwe
ophitsende berichten in de bladen, met na
me de Amerikaansche. De New-York He
rald" vertelt nu reeds dat kapitein Juan
Fernandez, Cubaauseh officier, op de boule
vards te Parijs is aangesproken door drie
personen die bewezen dat zij Duitsclie offi
cieren waren, en die hem een onbegrensd
crediel wilden openen om een opstand op
zijn fladderende kleeren eu den aaubruisen-
den storm, over den weg.
En als een bedelaar, die op verboden
plaats om een aalmoes smeekt, drukte Guy
zich tegen de deur aan.
Zwijgend cn stil gesloten bleef liet huis
als een graf.
Hij moest het wel begrijpen: zij bij wie
liij een toevlucht wilde zoeken, waren weg.
Hij was alleen.
Hij leunde met het voorhoofd tegen liet
natte hout der deur. Zoo stond hij langen
tijd
E11 toen was het of daar binnen iets le
vend werd, een vreemd geheimzinnig spo-
kenleven. Eu of vriendelijke, zachte stem
men tot hem spraken taal van waarheid en
troost.
Hij zag weer de kamer, waarin liij dien
morgen had gestaan, en hij zag de beide
vrouwen en den moedigen, koog-staandeu
man boven wien hij vroeger meende uit te
steken.
En hij begreep dat hij gelukkige men-
schen liad gezien, die vooroordeelen, ijdel-
lieid, begeerten hadden afgelegd als een
hinderlijk kleed.
Mjenschen die geleden hadden, maar
slechts rijker waren geworden door hun
leed.
En opeens voelde hij dat liet niet lijden
en ook niet hartstochten waren die hot le
ven arm of rijk maakten.
Zij die vandaag in bekrompen levensom
standigheden de plaats van vroegere weelde
hadden verlaten, waren niet arm.
Zij bezaten een wonderbare, reine kracht,
waarmede zij zich zelf en hun duizenden
wenschen, gewoonten en verwachtingen
hadden bedwongen.
En de vriendelijke, zachte stemmen, die
uit het leege huis geheimzinnig tot hem
spraken, vroegen hem op liefdevollen toon
of hij zich ook niet die reine kracht van
zelfoverwinning kon veroveren.
En het was hem of hij luid, zóó dat zijn
Cuba tegen Je Amerikanen te doen uitbar
sten.
Gisteren heeft het Hof van Cassatie in
zijii geheel zitting gehouden en achtereen
volgens don oud-prefect van politie Lépine,
kapitein Freystatter, den rechter van in
structie Bertulus en generaal Roget ge
hoord. Men -tcht het waarschijnlijk dat de
laatste met Bertulus zal geconfronteerd
worden
Intussehen gaat de „Figaro" voort met
liet dossier "erder tc publiceeren. Aller
eerst de verklaring van Rowland Strong,
correspondent van Engelsclie bladen, te Pa
rijs, tegenover wien Esterhazy zich herhaal
delijk heeft uitgelaten, dat hij het borde
rel liad geschreven. Het zou hem door ko
lonel Sandlierr op diens bureau gedicteerd
zijn, met het doel de moreele bewijzen van
Dreyfus' schuld door een materieel bewijs
tc versterken. Overigens blijkt uit Strong's
mededeehngen over de onderhandelingen
tussehen Esterhazy en Engelsclie bladen,
dat deze uit ïjn wetenschap van de zaak-
Drejfus zooveel mogelijk profijt wilde trek
ken En het is hem daarbij wel eenigszins
gegaan als in het aloude spreekwoord. Hij
wilde het onderste uit de kan, en liet lid
is hem op den neus gevallen. Tocli heeft hij
er nog een paar honderd pond uit weten te
slaan.
Voorts bevat de „Figaro" de verklaring
van generaal Bil lot, minister van oorlog in
het kabinet-Méline. Billot drukt zich zeer
omzichtig uit, vooral waar het Picquart be
treft, en tracht de nobele rol te spelen. Zoo
had hij geweigerd. Esterhazy per anonie
me» brief te laten waarschuwen, hetgeen
generaal Gome hem in October 1897 voor
stelde, en ook om Picquart naar Tunis te
zenden, wat De Boisdeffre noodig achtte,
daar de kolonel zich te veel mot één zaak
bezig hield, ui. de zaak-Dreyfus. Maar toen
Picquart al te lastig werd, had Billot toch
maar toegestemd. Teekenend voor Billot's
politieke moraal is ook de wijze waarop hij
zich oen officier, die van hoogverraad wordt
beschuldigd, zou willen van den hals schui
ven Men zou hem een zending kunnen op
dragen in ver-verwijderde streken of hem
dwingen zijn ontslag te nemen, met ontzeg
ging van het land. Daardoor plegen regee-
nngen wel meer de belangen van het land,
de eendracht der burgers en de eer van het
leger te verzekeren.
De „Figaro" bevat voorts een schrijven
van Gabriel Monod waarin deze een ge
sprek mededeelt tussehen Hanotaux, Al-
bert Sorel en hemzelf, en waarin de oud-mi-
nister zich zoo bad uitgelaten, dat er dui
delijk zijn twijfel aan Dreyfus' schuld uit
bleek. Hij gebruikte toen de bekende uit
drukking ..Dreyfus' schuld die misschien
niets dan een vreeselijke roman is".
De „Voltaire" publiceert een tot nu toe
onbekenden brief dien Dreyfus van St. Mar-
tin-de-Ré den 2Gen Januari 1896 aan den
minister van binnenlandscke zaken schreef.
Hij ontkent daarin beslist het borderel te
stem opklom tegen den muur, moest roe
pen ja, duizendwerf ja I
Hij richtte zich op; hij hief zijn hoofd
omhoog. Zoo nam hij van dezen zwijgenden,
donkeren drempel toch nog een nieuwen
schat met zich mede. Zij die achter deze
deur hadden gewoond, waren weg. Maar
hun zegen hadden zij hem gelaten, en die
ging voort met reine macht zijn. invloed te
doen gelden.
Als een nieuw mensch ging Guy heen
van dit uitgestorven huis.
Vóór hem lag de toekomst als een don
ker land. Hij daclit aan Martina. Een voor
gevoel zeide hem dat haar gewonde ijdel-
heid haar erlangen naar weelde, mis
schien ook haar hartstochtelijke liefde voor
hem, hem sou omklemmen en hem mis
schien eerst na jarenlangen strijd, wellicht
nooit vrij zou laten. Maar hoe het ook
moclit zijn hij wilde niet meer in haar de
sehuldenares zien, van wie hij geluk en eer
en achting voor zich zelf had terug te vor
deren. Hij wist dat hij van haar gemoed
niet langer mocht eisclien wat het nooit
had kunnen geven.
Van zich zelf wilde hij alles eischen
En hoe ook de toekomst mocht worden,
één ding zou hij toch in haar vinden, dat
er leven en mlioud aan schonkden dub
belen arbeid aan zich zelf en in zijn beroep.
En dat hij daardoor eens weer de achting
en een plaats in hun leven zou veroveren
van hen die licip nu met vaste hand van
zich hadden gestooten, daarvan was hij bij
na zeker.
Zoo ging hij door nacht en storm huis
waarts, als een moedig man, en tegelijk met
dit nieuwe ievendoel rijpte in zijn ziel ook
nieuwe hoop.