53"" Jaargang. Woensdag 26 April 1899. No. 9918. Eerste Blad. Strijdige Werelden. Qui bene distinguit bene docet. UIT U E P R S. BUITENLAND. Sept SCHIM H\ CHIE tOUnililWT. Deze courant verschijnt dagelijks, naet uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen 1.25. Franco per post fl. 4.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 40 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Boterstraat 68. "Wij hebben reeds bij herhaling gelegen heid gehad in de laatste twee jaien, de Nieuwe Schiedamsche Courant" te wijzen op haar eigenaardig begrip van journalistiek het nummer dier courant \an gisterenavond geeft ons daartoe opnieuw aanleiding. In een artikeltje nHooge Politiek" woidt daar lucht gegeven aan \erbazing over ons aanbevelen van de candidatuur-Snel. Niet echter die verbazing, welke niet volstiekt onverklaarbaar is, maar de motiveering daar van ergert ons, en wel in bet bijzonder om dit zinnetje „In een strooibiljet van de kiesvereeniging „Schiedam" wordt Snel voorgesteld als het slachtoffer van een „tiranniek werkgever." Niet onduidelijk wordt hier de heer H. J. C. Roelants, wiens Daam toch nog aan de „S. C," .genoeg is verbonden, gcteckend; hier ziet men dus het meer vertoond schouwspelde roede kussen die ons kastijdt." Dit zinnetje wekte onze ergernis in niet geringe mate. Aan een goed dagblad zijn redactie en uitgever twee machten, die naast elkaar souverein zjjn. Ook al beleedigt men in onwaardig gesehiijf den laatste, het onafhan kelijk oordeel der eerste mag hierdoor niet beïnvloed worden. En ook al moge deze redactie persoonlijk weinig roeping gevoelen candidaten te steunen die zich eene aanbe veling als de gesignaleerde laten welgevallen zonder protest, als vertegenwoordigster eener partij heeft zij het recht niet zich op dit punt vrijheden te veroorlooven. Deze overweging is het dan ook slechts, die bij het onderhavige geval de gedragslijn onzer redactie heeft bepaald. Het is voor ons thans niet het oogenblik, nader de aanbeveling van het bestuur der kiesvereeniging sSchiedam" onder de oogen te zienwellicht bestaat, daarop binnenkort de gelegenheid, wanneer de daarin beleedigde lust zal hebben zich nader te verklaren. Maar één ding boude de vNieuwe Schied. Ct." reeds nu in het oog: Onze redactie is in deze belangstellend toeschouwer, geen party, en, zelfs afgezien daarvan, geen overwegingen van persoonlQken aard zullen en mogen invloed hebben op haar oordeel. Trouwens den auctor intellec tualis van het volkomen noodeloos grievende verkiezingspamflet was ons oordeel over de cause célèbre bekend, èn uit persoonlijk ge sprek èn uit een onderhoud, dat diens legaat, de heer Van Wagtendonk, te Amsterdam in November 4896 met onzen hoofdredacteur had. Door het steunen der eandidaluur-Snel hebben wij bewezen los van niet ter zake dienende overwegingen ons te stellenreeds vier en twintig uren vóór het beruchte mani- DOOK IDA BOY-ED. 96) Vervolg en Slot.) Guy lag op de chaise-longue. Hij drukte zijn voorhoofd tegen zijn ge kruiste armen en verborg aldus, ook in zijn eenzaamheid, nog zijn gelaat. ..'fc Was uit met zijn huwelijk. Dat voelde k"-j. Of Martina wegging of bleef, of zij te rugkeerde of niet, of zij in een scheiding toestemde of niet, of zijn noodlot hem dwong, voor de wereld dit huwelijk voort te zettenvoor hem was het afgeloopen. Zijn ziel herriep den eed dien hij voor het altaar had gezworen. Want nu wist hij dat alleen hartstocht, met liefde deze verbintenis had gesloten. Nu Martina er niet was en hem niet door haar uidagende houding tergde, nu hij haar met voor zich zag met haar brutale oogen en baar sterk persoonlijkheidsgevoel, nu dam hij zeer kalm aan haar en over haar. flij erkende dat hij haar geen het minste verwijt mocht maken. Zij had immers vol komen consequent binnen de grenzen van haar aard gehandeld. Wanneer iemand geen stem heeft, ver- 8' men ook niet van hem dat hij zal zin- 8en; wanneer iemand een kort been heeft, dan eischt men niet dat hij rechtop zal loo- pen. Waarom zou men niet even rechtvaar dig en even logisch zijn, met het stellen van eischen aan de organen eener ziel Hoe kon Martina's ziel zieh uiten in seliheid, zelfopoffering, medegevoel, wan neer baar de organen daarvoor ontbraken? ven 20U a^<*' aijn schuldenares blij- i A ^aar n,e^ haar moreele insolventie trof ue schuld daarvan, maar zijn verblindheid alleen. J Uiteb - omde hun verloving had een fest in de wereld gezonden weid, was onze aanbeveling in proef gezet; wij hebben haar niet tei uggenomen. Het zal den j> Nieuwe Scliied. Ct." waar niet ten voonleele der journalistieke waar digheid, redactie, directie, administratie en uilgever in één persoon vereenigd zijn, moeilijk vallen deze onpartijdigheid te begtijperi; lia.tr stukje, waar het spreekt van de roede kussen, die sous" kastydt, bewijst dit. Maar is dat onze schuld Schaepman, Bolland en Kuyper. ïn het sHbl." schrijft L.: In het gevecht tussehen prof. Bolland en dr. Seliaepman is zich nu ook di. Kuyper komen meugen. De boofdiedacieur van sDe Standaard" is naar zijn wapenrek gel nopen en heeft er den driekanten dolk afgenomen waarmede hij zoo flju weet te wonden. Hij, de man, die verder ziet dan anderen, heelt de pat tij genomen van den mede-, zij het dan ook andeis-geloovende en, voelend dat Bolland oter Rome heen ook Doidt belaagde, heeft hij zijn banier naast die van het kruis geplant. Zie, hoe hij zich weert, Liever Pnapsch dan Turksch" schijnt zijne leuze en wat hij wangeloof acht verdedigt hij tegen ongeloof. Hoe treffen zijne steken Niet het grammatisch veikeerd te pas ge brachte »Katlijven" niet liet scherp gezochte »vileinig gesnater", zijn de touchés van den Leidschen tegenstander, maar s<l e heer Bolland" te pas gebracht naast het Cobet en Kaenen. Bolland moet het wel voelen, dat Kuyper hem maar mie beer Bolland" noemt en ma- gistialer is dit dan bet tooneelmalige nnu ga" van Schaepman. Maar Toen de Amerikaneu den Cubanen hulp boden tegen de Spanjaarden, gebeulde 'net, dat in de hitte van liet gevecht de bondge- nooten elkander bestreden. Zoo ook bier. Kuyper komt Schaepman te hulp tegen Bolland, die de eer van Rome aaniast. Eu Schaeprnan's bondgenoot wondt in het ki ijgs- g»vvoel den Rooinsehen legeraanvoerder. Want noemt hij niet bet fundament der Roomsche keik een legende? Het nontaliauxilio mag Schaep man nu zeker wel uit de pen vloeien. Immers. De Roomsche priester ontsteekt in toom, als Builand wil gaan b e w ij ze n, dat Petrus niet het erfelijk stedehouderschap van Christus is opgedragen. Eu den man, die een mijn aanlegt onder het Yaticaan, slaat hij met zijn vuist in liet gelaat. En nu komt Kuyper hem te hulp en maakt den geslagene af, Maar te gelyker lijd noemt hij het »iu es Petrus et super hauc petram aedificabo meam ecciesiam" een legende. En Schaepman zwijgt I waarschuwende stem in zijn binnenste, had den tallooze kleine trekjes in haar karak ter hem gewaarschuwd en bewezen dat zij niet de goede levensgezellin voor liein kou zijn. Maar hij was tc zwak geweest om afstand te doen van haar bezit. Dat was geen waardig verbond en daar om mocht het ook niet voortbestaan. Nu hij dat had ingezien, in een dwaling voortleven, zou een grootere zonde zijn ge weest dan alle onzinnige dwaasheden en on waardigheden die hij tot nu toe had be gaan. Boo kwam het liem op 'dit oogenblik voor nu hij het gevoel in zich omdroeg dat er een ontzaglijk keerpunt in zijn leven was gekomen En hij vergat dat hij volstrekt niet meer alleen over zijn leven kon. be schikken, dat de begeerten en de wil eener andere het recht hadden mede te spreken. Nu en dan luisterde hij. Er heerschte be drijvigheid in zijn woning; men Hep druk heen en weer. Eens hoorde bij juist voor zijn deur, blijkbaar met opzet, Martina be velen dat er om het rijtuig moest getelefo neerd worden. Dus zij vertrok. Hij haalde diep adem. Hij lag stil, met gesloten oogen. De tijd ging_zijn weg. Het werd zeer donker in de kamér. Guy bemerkte het niet. Toen viel het hem allengs op dat het zeer stil was geworden. Hij richtte zich op. Geen lichtstraal sloop door de deurspleet op den grond, zooals anders, wanneer er in Marti na's kamer licht brandde. Zij was weg. Hij stond op en bemerkte dat hij zich onwel voelde. Toen herinnerde liij zich dat hij sedert den morgen niets had gegeten. Hij schelde. Het meisje kwam met een lamp. Langs den matglazen bol heen keken haar nieuws gierige oogen naar hem en er lag spanning op het gelaat van het meisje. Prijs der Advertentiën: van 1 7 regels 90 cents; iedere regel meer 42','2 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan liet Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde leleine ndrer-Icnlii'n opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon aio. 123. Hij toornt tegen den man, die steenen wil wegbrokkelen van het hem heilige gebouw. En van den man, die met een trap dien tempel omschopt, duidt hij hulpe. Dit is ons onvetklaarbaar. Als Schaepman zijn ïBoiland eu Peirus" heeft geschreven io scliampeie woede over Bolland's boek, dan mag bij wel op Kuyper losbeuken, die hem den smaad aandoet een legende te noemen wat bij het erfrecht van zijn paus aciit. Het is indertijd het Amsterdamsche ge meenteraadslid Den Hertog slecht bekomen, dat bij sprak van slegendarische voorstellin gen". Een vriend van Kuyper teekende te gen die woorden vei ontwaaidigd protest aan. Eu neemt Kuyper legende wat bij niet belijdt. Had men niet minder onhandigheid mo gen verwachten van dezen wapenmeester en meer trots van zijn bondgenoot. ligeiiici-n overzicht. SCHIEDAM, 25 April '99. Zekere kapitein Coghlan, kommandant van oen Amcrikaanseh oorlogsschip, is van Manilla in het lieve vaderland terugge keerd en doet nu al zijn best om zijn land- genooten tegen de Duitsckers op te zetten. Of liever, hij wil de laatslen onaangenaam zijn en in hun nationalen trots krenken. Coghlan, die het bevel voert over de R a- 1 e i g h, heeft, eerst te Washington en daarna te New-York, zich zeer beleedigend uitgelaten ",vdr de Duitschers. Te Ncw- York, aan het gastmaal hem door de Leger en Vlootclub aangeboden, geschiedde dat in dezer voege „Ik zal slechts enkele woorden spreken, omdat de woorden die ik gisteravond te Washington sprak, iemand gehinderd heb ben die er tegen geprotesteerd heeft. Maar wat ik heb gezegd is de waarheid. Alen heeft ons te Manilla getergd getergd tot het uiterste, er zijn kwellingen die niet ver der kunnen gedreven worden. Wij waren gereed om op lieu los te slaan. Admiraal Dewey is een man die heel wat verdragen kan, maar er kwam een oogenblik, waarop hij tegenover de plagerijen dor Duitschers met kracht is opgetreden en de Duitschers hebben liet zich voor gezegd gehouden. Op oen gegeven oogenblik heb ik gezien dat wij op het punt stonden lien te dooden. Eén woord, één beweging, en het was gedaan geweest." Het is te begrijpen dat die jingoistiscbe lieldentaal daverende toejuichingen oogstte. Maar kapitein Coghlan verhoogde nog de geestdrift door een spotlied te zin gen op keizer Wilhelm, een inderdaad ploer tig stukje, dat volgens den kapitein te Syd ney is gemaakt en overgebracht naar de Pliilippijnen. Zooals reeds bleek, had Coghlan den vo- rigen dag te Washington zijn gehoor op een zelfde wijze laten genieten van schimp scheuten op en bespotting van de Duit- Haar meester zag er ellendig uit. Maar met kalme stem beval liij liaar wijn en eten to brengen. Hij dronk haastig een glas wijn leeg, at een paar brokken zonder er bij te gaan zit ten, en trok reeds onder de hand zijn man teljas aan. Buiten stormde hem een windstoot tegen, die juist in de lijn van de straat den regen voor zich uitjoeg. Ook aan Guy's jas trok de wind, zoodat hij zich vooruitgeschoven voel de en, als door een gespannen zeil omge ven, voortliep. Denzelfden weg sloeg hij in, dien hij eeni- ge uren geleden had afgelegd. De storm woedde 0111 hemde regen sloeg liem nu eens in het gelaat, dan weer in den nek. liet leven der groote stad worstelde on der het flikkerend licht in den striemenden regen voorwaarts. Zwart, als een symbool van dreigende stilte, van ontzagwekkende eindeloosheid, zag de hemel daarop neer. Zwart golfde het water in de diepte, als een geopend graf, en met het angstig gehuil van aanhoudend gillende stoomfluiten door ploegden de schepen den stroom. En weer stond de verlaten man voor het huis, waarin hij dien morgen een toevlucht liad gezocht. Maar alles bleef stil. Lang galmde de klank der bel na. Met gretig luisterend oor hoorde Guy 1 oe hij langzaam wegstierf. Uit het raam dat zich boven in de huis deur achter oen dichtgevlochten ijzeren tra liehek bevond, drong geen lichtstraal. „Ile heb geen vrouw meer," wilde hij ko men zeggen, „neemt mij op aan uw hart." Maar geen hand opende de deur, en geen echo antwoordde op zijn roepstem. Over de straat sloop hek licht der lan taarns. Door de kale toppen der hoornen die zich in een dubbele rij over het midden der straat uitstrekten, huilde de wind. Nu en dan liep een mensek, worstelend met sellers. Het spreekt vanzelf dat de Duit schers in .le Veicenigde Staten eu in Duitschland zelf bitter weinig gesticht zijn over dit incident, cti onmiddellijk heeft de gezant Von Holleben dan ook tegen Cogli- lan's rodevoering geprotesteerd. Do Amerikaansche regeering heeft niet geweigerd het beleedigde nationaal gevoel der Duitschers voldoening te geven. Toen kapitein Coghlan de Leger- en Vlootclub verliet, wachtte hem liet bevel van den staatssecretaris van marine 0111 zich onmid dellijk aan boord van zijn sellip te begeven, terwijl te gelijk afkeuring wordt uitgespro ken over de uitlatingen van den kapitein ten opzichte der Duitschers. Aan den Duitschen gezant antwoordde minister Hay op diens protest dat dc ge wraakte woorden gesproken waren op een club-diner en niet beschouwd konden wor den als een officieele of publieke redevoe ring die liet departement raakt. Niettemin, is dit volkomen bevoegd alle maatregelen te nemen die do quaestie noodzakelijk maakt De gezant iieeft zich voor liet oogenblik met deze vcrklaung tevreden gesteld, in af wachting natuurlijk van een nadere beslis sing der Amerikaansche regeering. Het spotlied op den Keizer aclit hij te vulgair dan dat hij daarop wil ingaan. Ook de Duitsclie pers neemt de zaak ge lukkig nogal kalm op. Do officieusc „Nord. deutsehe Allg. Ztg." spreekt van een ge brek aan tact waaraan zich een enkel offi cier heeft schuldig gemaakt naar het schijnt onder den invloed van sterken drank". De Voss. Ztg." eiselit een voor beeldige bestraffing van kapitein Coghlau. De „National Ztg." ziet in do flinke tus- schenkomst der Amerikaansche regeering een bewijs dat de betrekkingen tussehen Duitschland en de Vereenigde Staten ver beterd zijn. De Engelscke bladen keuren allen Cogli- lan's optreden ten zeerste af. Aan een gastmaal te New-York, waar Coglilan nog eens zou verschenen zijn, in dien hem met tijdig het bevel had bereikt om zich aan boord te begeven, heeft Chaun- cey Depew zich eveneens zeer afkeurend uitgelaten over liet gedrag van den kapi tein, die als cenigc verontschuldiging weel aan te voeren, dat hij dacht onder vrienden te spreken, en niet verwacht had dat aan zijn woorden publiciteit zou zijn gegeven. 't Is in elk geval te betreuren dat de be weerde gespannen verhouding tussehen Amerikanen en Duitschers voor Manilla op nieuw te berde is gebracht, 't Zet weer kwaad bloed en geeft aanleiding tot nieuwe ophitsende berichten in de bladen, met na me de Amerikaansche. De New-York He rald" vertelt nu reeds dat kapitein Juan Fernandez, Cubaauseh officier, op de boule vards te Parijs is aangesproken door drie personen die bewezen dat zij Duitsclie offi cieren waren, en die hem een onbegrensd crediel wilden openen om een opstand op zijn fladderende kleeren eu den aaubruisen- den storm, over den weg. En als een bedelaar, die op verboden plaats om een aalmoes smeekt, drukte Guy zich tegen de deur aan. Zwijgend cn stil gesloten bleef liet huis als een graf. Hij moest het wel begrijpen: zij bij wie liij een toevlucht wilde zoeken, waren weg. Hij was alleen. Hij leunde met het voorhoofd tegen liet natte hout der deur. Zoo stond hij langen tijd E11 toen was het of daar binnen iets le vend werd, een vreemd geheimzinnig spo- kenleven. Eu of vriendelijke, zachte stem men tot hem spraken taal van waarheid en troost. Hij zag weer de kamer, waarin liij dien morgen had gestaan, en hij zag de beide vrouwen en den moedigen, koog-staandeu man boven wien hij vroeger meende uit te steken. En hij begreep dat hij gelukkige men- schen liad gezien, die vooroordeelen, ijdel- lieid, begeerten hadden afgelegd als een hinderlijk kleed. Mjenschen die geleden hadden, maar slechts rijker waren geworden door hun leed. En opeens voelde hij dat liet niet lijden en ook niet hartstochten waren die hot le ven arm of rijk maakten. Zij die vandaag in bekrompen levensom standigheden de plaats van vroegere weelde hadden verlaten, waren niet arm. Zij bezaten een wonderbare, reine kracht, waarmede zij zich zelf en hun duizenden wenschen, gewoonten en verwachtingen hadden bedwongen. En de vriendelijke, zachte stemmen, die uit het leege huis geheimzinnig tot hem spraken, vroegen hem op liefdevollen toon of hij zich ook niet die reine kracht van zelfoverwinning kon veroveren. En het was hem of hij luid, zóó dat zijn Cuba tegen Je Amerikanen te doen uitbar sten. Gisteren heeft het Hof van Cassatie in zijii geheel zitting gehouden en achtereen volgens don oud-prefect van politie Lépine, kapitein Freystatter, den rechter van in structie Bertulus en generaal Roget ge hoord. Men -tcht het waarschijnlijk dat de laatste met Bertulus zal geconfronteerd worden Intussehen gaat de „Figaro" voort met liet dossier "erder tc publiceeren. Aller eerst de verklaring van Rowland Strong, correspondent van Engelsclie bladen, te Pa rijs, tegenover wien Esterhazy zich herhaal delijk heeft uitgelaten, dat hij het borde rel liad geschreven. Het zou hem door ko lonel Sandlierr op diens bureau gedicteerd zijn, met het doel de moreele bewijzen van Dreyfus' schuld door een materieel bewijs tc versterken. Overigens blijkt uit Strong's mededeehngen over de onderhandelingen tussehen Esterhazy en Engelsclie bladen, dat deze uit ïjn wetenschap van de zaak- Drejfus zooveel mogelijk profijt wilde trek ken En het is hem daarbij wel eenigszins gegaan als in het aloude spreekwoord. Hij wilde het onderste uit de kan, en liet lid is hem op den neus gevallen. Tocli heeft hij er nog een paar honderd pond uit weten te slaan. Voorts bevat de „Figaro" de verklaring van generaal Bil lot, minister van oorlog in het kabinet-Méline. Billot drukt zich zeer omzichtig uit, vooral waar het Picquart be treft, en tracht de nobele rol te spelen. Zoo had hij geweigerd. Esterhazy per anonie me» brief te laten waarschuwen, hetgeen generaal Gome hem in October 1897 voor stelde, en ook om Picquart naar Tunis te zenden, wat De Boisdeffre noodig achtte, daar de kolonel zich te veel mot één zaak bezig hield, ui. de zaak-Dreyfus. Maar toen Picquart al te lastig werd, had Billot toch maar toegestemd. Teekenend voor Billot's politieke moraal is ook de wijze waarop hij zich oen officier, die van hoogverraad wordt beschuldigd, zou willen van den hals schui ven Men zou hem een zending kunnen op dragen in ver-verwijderde streken of hem dwingen zijn ontslag te nemen, met ontzeg ging van het land. Daardoor plegen regee- nngen wel meer de belangen van het land, de eendracht der burgers en de eer van het leger te verzekeren. De „Figaro" bevat voorts een schrijven van Gabriel Monod waarin deze een ge sprek mededeelt tussehen Hanotaux, Al- bert Sorel en hemzelf, en waarin de oud-mi- nister zich zoo bad uitgelaten, dat er dui delijk zijn twijfel aan Dreyfus' schuld uit bleek. Hij gebruikte toen de bekende uit drukking ..Dreyfus' schuld die misschien niets dan een vreeselijke roman is". De „Voltaire" publiceert een tot nu toe onbekenden brief dien Dreyfus van St. Mar- tin-de-Ré den 2Gen Januari 1896 aan den minister van binnenlandscke zaken schreef. Hij ontkent daarin beslist het borderel te stem opklom tegen den muur, moest roe pen ja, duizendwerf ja I Hij richtte zich op; hij hief zijn hoofd omhoog. Zoo nam hij van dezen zwijgenden, donkeren drempel toch nog een nieuwen schat met zich mede. Zij die achter deze deur hadden gewoond, waren weg. Maar hun zegen hadden zij hem gelaten, en die ging voort met reine macht zijn. invloed te doen gelden. Als een nieuw mensch ging Guy heen van dit uitgestorven huis. Vóór hem lag de toekomst als een don ker land. Hij daclit aan Martina. Een voor gevoel zeide hem dat haar gewonde ijdel- heid haar erlangen naar weelde, mis schien ook haar hartstochtelijke liefde voor hem, hem sou omklemmen en hem mis schien eerst na jarenlangen strijd, wellicht nooit vrij zou laten. Maar hoe het ook moclit zijn hij wilde niet meer in haar de sehuldenares zien, van wie hij geluk en eer en achting voor zich zelf had terug te vor deren. Hij wist dat hij van haar gemoed niet langer mocht eisclien wat het nooit had kunnen geven. Van zich zelf wilde hij alles eischen En hoe ook de toekomst mocht worden, één ding zou hij toch in haar vinden, dat er leven en mlioud aan schonkden dub belen arbeid aan zich zelf en in zijn beroep. En dat hij daardoor eens weer de achting en een plaats in hun leven zou veroveren van hen die licip nu met vaste hand van zich hadden gestooten, daarvan was hij bij na zeker. Zoo ging hij door nacht en storm huis waarts, als een moedig man, en tegelijk met dit nieuwe ievendoel rijpte in zijn ziel ook nieuwe hoop.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1