I
53'" Jaargang.
Vrijdag 28 April 1899.
No. 9920.
Eerste Blad,
De familie Hilbers.
Ken nis ge v i n g.
BUITENLAND.
SCHilEDAMSCHi: COMMIT.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaardingen fl. .25 Franco
per post II. 1-65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau s Botcrstraat 68.
Prijs der Advertentiën: Van '17 regels fl. 0.90iedere regel
meer 12i'j cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden
zoogenaamde lileine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents
per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon Aio. 133.
Inrichtingen welke gevaar, schade
of hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeustek en Wethouders
van Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet,
Geven kennis aan de ingezetenen dat np
heden de navolgende vergunningen zijn vedeond
do. aan M. A. VAN RHIJN alhier en W. H
KAM te Rotterdam en hunne rechtverkrijgenden
tot oprichting sillier vnn een meubelfabriek
met pelroienm-motor van 6 paardenkracht in hel
pand aan de Boterstraat no. 74, kadaster sectie B
no. 1382;
2o. aan Th. JANSE en zijne rechtverkrijgen
den tot o p tf i c li t i n g van een stoomliistcn-
malscrij in hei pand aan de Lange Haven no. i 1G,
kadaster sectie C no. 567
3o, aan de firma REBERS C en hare
rechtverkrijgenden tot oprichting van een
boekdrukkerij met gaskrachtmachine van 41/2
paardenkracht in het pand aan de Lange Haven
no. 68, kadaster sectie C no. 96
Schiedam, den 27sten April 1899.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd
VEKSTEEG.
De Secretaris.
VERNÈDE.
Algemeen overzicht.
SCHIEDAM, 27 April '99.
Het restant van Cuignet's verklaring en
die der oud-ministers Barthou en Guérin,
vinden wij in de „Figaro" van gisteren.
Cuignet handelt nog over het geheim
dossier, maar zijn betoog is moeilijk te vol
gen omdat hij over verschillende door let
ters aangeduide personen spreekt. Ten be
wijze van Dreyfus' schuld veert liij aan dat>
er overal stukken zijn verdwenen waar
Dreyfus werkzaam was (de pyrotechnische
school, het 1ste bureau van den generalen
staf, de afdeeling van majoor Bayle)dat
een bloedverwant van Dreyfus zich tegen
over Painlcvé zou hebben uitgelaten over
Dreyfus' schuld, welk gesprek reeds is be
wezen onjuist te zijn weergegeveneinde
lijk Dreyfus' relaties te Brussel. 'Cuignet be
weert te weten dat men Dreyfus ontmoet
had. Waarom ook niet?
Cuignet die het voorts nog had over den
granaat Robin en het kanon 120, verklaar
de dat het stuk: „Ce canaille de D..."
iemand betrof die Dubois werd genoemd,
hetgeen trouwens door Schwartzkoppen is
toegegeven. Gevraagd naar zijn meeniug
over het borderel, antwoordde liij geen vol
doende studie te hebben gemaakt van liet
DOOR
E.YELY.
2>
„Willy, papa en ik kunnen niet anders,
mogen niet anders. Kijk, liet valt mij erg
moeilijk, beste jongen. Maar met onze po
sitie en dan. je hebt al zooveel dingen
bij de hand gehad, en nergens is iets van
te recht gekomen dat je vader nu wan
trouwend is, dat hij je met alle geweld op
den solieden weg wil leiden
„0, u begrijpt mij niet," zegt de jonge
man en hij trommelt niet zijn vingers op
de vensterruiten. „Zingen, zingen, dat is
voor mij een levensbehoefte
„Als je er dan ten minste maar niet nog
zooveel andere, erg dure behoeften op na
hieldt!" zegt mevrouw Lohmann.
„Ziet u wei, u ook al
„Ja, ik ook." Zij draait een geheim slot
aan haar bureau open en houdt hem een
rekening voor. „Die heb ik gekregen
papa weet er niets van.
„En heeft u die betaald 1"
„Voor ditmaal nog."
„Betaald I" Willy pakt haar beet en
draait met haar rond. „Zei ik het niet
u is een pracht-exemplaar
Zij legt haar hand op zijn schouder. „Je
moogt er den hemel voor danken dat ik het
dmg in handen kreeg hoe moeilijk het
mij viel, ben ik daar toch bhj over."
„Ja, een mcnsch moet maar geluk heb
ben! In dat opzicht beklaag ik mij ook
met. Een vreeselijk strengen vader heeft
het noodlot mij beschoren, maar daarente
gen ook u. Evenwichtstheorie, niet? Ziet n
Pu wel, er steekt ook wel een klein philo-
origineel voor een beslist oordeel. Of de in
hot borderel genoemde stukken hun bestem
ming hadden bereikt? Cuignet had daar
over persoonlijk geen aanwijzingen.
Bartkou verklaarde als minister van bui-
tenlandsche zaken in Dupuy's ministerie
van 1894 nooit van Dreyfus' bekentenis te
genover Lebrun-Renault te bobben gehoord,
en nog onlangs had Dupuy zelf, aan getui
ge en diens oud-collega Poincaré verklaard
dat ook hij noch in zijn kabinet noch in dat
van Casimir-Périer president der Repu
bliek, waarheen hij Lebrun-Renault lxad ge
bracht, in dien zin had liooren spreken.
Barthou is ook minister van binnenland-
sche zaken geweest in het kabinet-Méline
dat, zooals men zich herinnert, zich steeds
tegen de revisie bleef verzetten. Hij heeft
toen een politie-dossier onder de oogen ge
had, betrekking hebbende op Du Paty de
Clam, waaruit blijkt dat deze eenige jaren
geleden zich in een particuliere aangelegen
heid heeft bediend van een gesluierde dame
om iemand achter het Industrie-paleis een
brief ter hand te stellen. In verband met
de zaak-Esterhazy, waarin ook een gesluier
de dame is opgetreden, bad Barthou het
nuttig geoordeeld liet politie-dossier ter
kennis van zijn collega's van oorlog on ju
stitie te brengen.
Nog vertelde Barthou dat hij tijdens het
pioces-Zola den minister van oorlog, gene
raal Billot had hooren zeggen, dat hij ver
scheiden dagen getwijfeld had aan Dreyfus'
schuld en er verscheiden nachten niet van
had kunnen slapen.
De oud-minister van justitie in 1894 Gué
rin bevestigde Barthou's mededeelingen om
trent de zgn. bekentenis van Dreyfus. Ook
hij had daarvan eerst door de bladen ken
nis gekregen. Generaal Mercier had er geen
mededeehng van gedaan in den minister-
raau.
De man die wel het meest gehavend uit
de strafkamer van het Hof van Cassatie
treedt, is Du Paty de Clam. Niet alleen de
vrienden der revisie, neen ook de hardnek
kigste tegenstanders hebben hem afge
maakt. En vooral generaal Roget en kapi
tein Cuignet, de twee helpers van Cavaig-
nae, doen het hem.
Du Paty laat een en ander echter niet
over zijn kant gaan. Een welwillende intie
me vriend doet in de „Temps" een poging
om den moriaan, pardon markies Du Paty
de Clam schoon te wasschen. Generaal G011-
se, dat is de man. Op diens bevel heeft Du
Paty in betrekking gestaan tot Esterliazy's
tusschenpersonen, met name mr. Tézénas.
Maar zoodra het hem verboden was, had hij
geen directe relaties meer met Esterliazy
onderhouden. Du Paty is niet de schrijver
der telegrammen „Blanche" en „Esperan-
za" en van den brief-Weiler, beweert do
vriendhij is niet de „gesluierde dame"
hij kende Esterliazy pas van 16 November
1897 af, toen generaal Gonse hem beval
Esterliazy te doen waarschuwen voor de be
schuldigingen die tegen hem waren inge
bracht; hij heeft nooit in betrekking ge
staan tot da „Éclair" hij is nooit de mede
plichtige geweest van Henry. In één woord,
soof je in memen moet zich maar de moei
te geven dien te ontdekken."
Hij noemt liet tocli wel een beetje te
luchthartig op naar haar zin.
„Het is bepaald een offer voor me."
„Wel, dan neemt u maar wat uit uw wel-
dadigheidskas ten bate van uw zoon. Papa
zorgt tocli dat die overvloedig is."
Frits heeft ons nooit zorg gegeven."
„O die dat is ook zoo'n deugd! Die is
net als papa ik lijk nu eenmaal op u."
Zij wordt er altijd gaarne aan herinnerd
dat de knappe jongen op haar gelijkt. „Ga
nu maar ik Iieb te schrijven voor een ver-
eeniging, bevelen te geven en te zien waar
ik op besparen kan. Ja, daarvoor hebben
we zelfs een naaister in huis
„Zoo een mooie?"
„Wat een malle vraag het lijkt er niet
naar." Dan duwt zij hem van zich af. Hij
grijpt het boek in den gelen omslag, neuriet
een paar toonen en gaat weg.
Zij zucht, veegt zich over het voorhoofd,
zucht nog eens en licht dan een stapeltje
circulaires op. Zij moet ze verzenden aan
haar bekenden„De ondergeteekenden
richten tot allen die de vereeniging een
goed hart toedragen, het vriendelijk ver
zoek haar door toezending van geschenken
en geld te willen steunen."
„Nee, juffrouw," zegt Anna, en ze spitst
haar mond die zeer leelijke tanden ver
bergt, en zet haar handen in haar zijde.
„Nee, als ik dat zoo zie, drie dagen aan de
naaimachine en met schaar en naald en al
tijd maar op je plaats, nee, dan ben ik toch
maar liever dienstmeid; dan wordt je toch
niet zoo voortdurend op je vingers gekeken.
Hoe ver is u al? Komt het nog klaar? En
dan gaat het maar weer voort, hop, hop,
Du Paty's soldatenziel is rein en blank; hij
is onschuldig als een pas geboren kind
voor den goedgeloovigen lezer althans die
niet beter weet.
Zaterdag a.s. waarschijnlijk mag Du Pa-
ty nog eens voor het Hof verschijnen om
zijn blanke ziel bloot te leggen.
De „Siècle" weet nog bijzonderheden
mede te dcelen over het verhoor van den
oud-prefect van politie Lépine, 11I. dat het
voor Dreyfus gunstige politie-rapport in
1894 door Henry is verdonkeremaand;
daardoor wordt in liet rapport van D'Or-
mesclieville ook nog beweerd dat Dreyfus
speelde. En wel heeft men dat punt tijdens
liet proces laten vallen, maar generaal Ro
get is er onlangs voor de strafkamer weder
met voor den dag gekomen. De „Siècle"
verlangt nu dat het Hof zal onderzoeken
wat er van Lépine's politie-rapport is ge
worden.
Misschien heeft de een of andere gene
raal het wel weggeborgen in een-laatje van
zijn bureau, zooals Dupuy, volgens de
„Ind. Beige", met het telegram van Paniz-
zardi heeft gedaan. Paléologue beeft daar
van voor liet Hof maar een gelegaliseerd
afschrift overgelegd, omdat het oorspronke
lijk stuk na een reglementairen termijn
heette vernietigd te zijn. Uit goede bron
verneemt het Belgische blad evenwel dat
Dupuy het stuk om zijn belangrijkheid
heeft weggeborgen. De minister-president
zou er zicli zelf op beroemd liebben.
Steeds meer personen willen voor liet
Ho- amen verklaren dat Esterliazy tegen
over verschillende personen bekend lieeft
het borderel op bevel te hebben geschre
ven. Zoo in einde Mei van liet vorige jaar
tegenover Gaston Méry van wien de advo
caat Duplantier in een brief aim het Hof
zegt het vernomen te hebben. Ook de ver
kiezingsagent van den afgevaardigde Julien
Dumas houdt ondanks diens tegenspraak
vol, hetzelfde van Duams te hebben ge
hoord.
Gemengde Iflcdcdecllngcn.
De ïDaily Telegraph" verneemt uit goede
bron uit Weeneu dat Rusland onmiddellijk
na de opening der ontwapeningsconferentie
zal voorstellen de beraadslagingen met ge
sloten deuren te houden.
Te Sofia is alsnog een uitnoodiging inge
komen tot deelneming aan de ontwapenings
conferentie, en tegelijk daarmede eea nota
der Porte, waarin deze ontkent zich tegen
de uitnoodiging verzet te hebben.
De predikant Paiker heeft Dinsdag, ter
gelegenheid van Cromwell's driehonderd
jarigen geboortedag, een philippic» gehouden
tegen den prins van Wales en lord liose-
berry wegens hun deelnemen aan wedrennen
en dobbelspel.
Het kiesrechtontwerp is gisteren behandeld
in de afdeelirtgen der Belgische Kamer. In
de 3de, 4de en 5de sectie werd reeds gestemd
te zamen 33 stemmen vóór, 18 tegen en 11
onthoudingen, liet ontwerp-Lorand, volledige
liopMij kan ze niet altijd achter de hie
len zitten, mevrouw, trap op, trap af. Als
ik het merk, dan loop ik wat harder. Dan
raakt ze buiten adem." Zij barst in een
kraaiend gelach uit. „En millionnair zal u
bij dat eeuwige zitten ook wel niet worden."
„Het leven is duur," antwoordt Fransje
Hilbers. „Dat is zeker waar."
„Maar Zondags is u toch vrij, niet?"
„Zelden. Ik werk thuis ook, en dan moe
ten de Zondagen dikwijls in beslag geno
men worden."
„Nu, ik zoutje janken1" Anna strijkt
haar wit boezelaar ^lad^-Uat- staat zeker
fatsoenlijker als je uit naaièftjgaabJ"
„OcliFransje schudt- het hoofd. „Werk
ken is werken, zou ik,deuken, en leeg I00-'
pen deugt niet. Iedereén moet werken en
zorgen op de plaats die hij in de wereld in
neemt."
„Lieve hemel, wat geleerd-! Hedft u dat
uit een boek -Of -«rgens opgevangen bij een
familie? Ja, mensclien wij; booren nog
al eens zoo een en ander." Zij schijnt het
staan moede te zijn, gaat op een stoel zit
ten, steekt haar voeten recht voor zich uit
en lacht weer erg hard. „Wat zet u voor
een gezicht! Kan u geen grapje verdragen
„Toch wel, maar Haar blik dwaalt
aarzelend over Anria "heen.
„Zie je welEn dat een mcnsch zoo'n
lieelen dag in een vreemd huis alleen zit,
daar moet je tocli medelijden mee liehben.
Wij hebben althans nog een aanspraak in
de keuken aan elkaar en aan den knecht en
den koetsier. Die Knigge, dat- is zoo'n
schijnheilige. Die ligt onder één deken met
den jongeheer, met onzen Willy." Zij kijkt
naar de open deur het is werkelijk be
nauwd in de kamer die aan den keuken
schoorsteen grenst luistert even en fluis
tert dan weer„Onze Willy, dat is er een
Wat die al niet uithaalt, dat weten zijn
evenredige vertegenwoordiging, werd in de
3de, 4de en 5de sectie verwoi pen.
Dinsdagavond is le Brussel een groote
meting gehouden tegen het ontwerp, waar
Lorand, Vandervelde, Stiau«. Pierre Daens,
in plaats van zijn broeder abbó Daen.-, het
woord voerden.
Méline, de oud-minister-president, heelt te
Epina! weer eens het wooid geioeid in een
vergadering ran landhouwveieenigingen.
Wonder boven wonder: hij heelt mei geen
woord geiept van de algemee-ie politiek, laat
staan van de Zaak, maar zich bepaald tot
bespreking van landbouwbelangen. Een teek en
des tijds
De burgemeester van St. Petersburg heeft
met groote plechtigheid een zilveren kians
neergelegd op Fame's graf. Gisteren was hij
te gast op het stadhuis te Parijs. Dupuy dronk
op de Czaar, de Russische gezant op Loubet
en Parijs en de Petersburgsche burgemeester
gaf hoog op van de vriendschap tusschen
Rusland en Frankrijk.
De Duitsche Rijksdag heeft gi-teren het
op de Februaii-decreten des Keizers gegrond
voorstel vau het centrum tot oprichting van
Kamers van aibeid in behaudeiing genomen
met de gelijksoortige voorstellen van verdere
strekking der nationaal-libeialen en liet voor
stel der vrijzinnigen tot stichting van een
ministerie van arbeid en organisatie der vak-
vereenigingen.
Fi eiherr Von Stumna was de eenige die gis
teren sterk tegen deze voorstellen als van
socialistische strekking opkwam.
Zaterdag zal hertog Knrel Toeodoor vnn
Beieren zyn 25-jarig huwelijk met prinses
Maria Jozefa van Braganza vieren. Men weet
dat de hertog oogarts is en de weldoener
van de bevolking aan de Tegetnsee.
Graaf Golucliowski, de Oostenrijkscli-
Ilongaarsclie minister van buitenlandsclie
zaken, heeft zich verscheiden dagen te Bu-
da-Pest opgehouden. Men breekt zich liet
hoofd over liet doel van dat verblijf.
Nu heeft de Hongaarsche minister-presi
dent graaf Koloman Szell in de Kamer in
antwoord op een interpellatie over de Clii-
neesclic quaestie verklaard, dat de minister
van buitenlandsclie zaken zicli niet lieeft
bezig gehouden met de quaestie van liet
pachten van gebied of een haven in China,
en dat van dergelijke plannen geen spra
ke is.
Dat te Buda-Pest dus daarover gehan
deld is, was evenmin de reden als de aan
staande inlijving van Bosnië cn Hcrzcgowi-
na wat in ministerieele kringen ontkend
wordt.
Op 75-jarigen leeftijd is overleden de
Oostcnrijksche staatsman graaf Karl Sieg-
mund von Hohenwart, voormalig minister
president, later voorzitter der rijkspartij in
het parlement en nog later leider der zgn.
Hohcnwartclub. De clericale bladen prijzen
hem als Oostenrijk's grootstcn staatsman
de Duitsche pers ziet in hem, schoon per
soonlijk hoogst achtenswaardig, toch den
ouders niet eens, zijn vader allerminst. Zijn
moeder, nu ja, die is liet ook met hem
eens, met onzen student."
„Heeft mevrouw Lohmann dan nog zoo'n
jongen zoon vraagt Fransje.
„Lieve hemel, hij is al zeven-en-twintig
maar wij noemen hem student, omdat hij
telkens weer wat anders studeert. Aan de
universiteit heeft hij 't niet lang uitgehou
den, en toen is hij in Amerika geweest en
toen weer schilderen en muziek. E11 dat is
waar, mooi zingen kan hij, juffrouw, liet.
gaat je werkelijk door je ziel. En hij wou
met alle geweld bij de opera of ten minste
:qp concerten zingen, maar papa wil er niet
van weten. En daarover zijn ze liet voort
durend oneens. Endlij is ook een eclite pie
rewaaier, voor wien, geen meisje veilig is"
zij zet haar hfindcft in haar zij „die
hem geen respect" weet in te boezemen."
Fransje meet, maakt een' lus en zegt half
luid „I11 alle families komt wel wat voor;
ik weet er liefst maar niets van. Dan kom
jo ook niet in de verzoeking er over te bab
belen."
„Zegt u dat niet," roept Anna levendig
uit. „Dat is nog de eenige troost voor men-
schen zooals wij, dat het rijke menschsn ook
niet altijd voor den wind gaat. Nee, nee,
je kunt maar niet alles voor geld koopen,
ofschoon het een mooi ding is hè? er zoo
met twee handen in te kunnen grabbelen.
Enfin, zoolang er leven is, is er lioop. Mijn
volk is het ook niet altijd =00 goed gegaan.
Er komt soms een arme, oude tante van
hemdie krijgt dan een ondersteuning en
zit in de huiskamer en krijgt wat te eten.
Van die heb ik 't eens gehoord. Al is hij
nu ook zoo'n grootheid, mijnheer de bank
directeur, hij kon toch niet in staatsdienst
gaan omdat hij geen toelage van huis kreeg,
en vijf jaar geëngageerd en toen ge
trouwd
die liet meest heeft bijgedragen tot de
- JO
verwarring in de monarchie.
Te Praag lieeft een voorstelling in den
schouwburg door een Russisch gezelschap
een panslavisclie betooging uitgelokt, waar
bij de Russische tooncelspelers en -speel-
stcis braaf verheerlijkt werden.
Luccheoi, de moordenaar van keizerin
Elizabeth, is ondervraagd over zijn relaties
met een te Zara gevangen zittend anarchis
tisch werkman die met hem beweert gewerkt
te hebben. Luecheni zegt den man niet te
kennen.
In de proclamatie waarin de verloving
van den Kroonprins aan het Montenegnjn-
sche volk wordt bekend gemaakt, wijst
vorst Nikita met trots op liet feit dat deze
verloving ouder bescherming van den Czaar
tot stand komt en dat de bruid een dochter
van hot groote Duitsche volk is.
De Transsibeiische spoorweg loopt volgens
offieieele mededeelingen thans van de Rus
sische grens tot Irkoutsk,
Volgens een telegram uit Manilla aan het
«Evening Journal is het laatste succes der
Amerikanen op de Philïippijnen zeer groot
geweest. Het meldt nl. niet meer of minder
dan dat de kern van Aguinaldo's leger te
Caiumpit vernietigd is. De vijand die den op-
mar«ch der Amerikaansche troepen met hef
tig vuur beantwoordde, werd met zware ver
liezen uit de loopgraven verdreven. De Ame
rikanen achtervolgden de vluchtende Philip-
pino's in de bergen.
De siaatssecietaris van marine heelt in
üeu Amerikaanschen ministerraad voorlezing
gedaan van een schrijven van kapitein Cogh-
lan, waarin deze verklaart dat het niet in
zijn bedoeling lag den Duitschen keizer en
het Duitsche leger te beleedigen. Hij had in
besloten kring ge-proken en de kranten had
den zijn woorden verminkt en overdreven.
Daar Coghian spoedig den leeftijdsgrens
zal hebben bereikt en voor Manilla schitte
rend heelt gediend, denkt men dat de regee
ring hem zacht zal behandelen. De Rale igh,
over welken bodem hij bevel voert, is intus-
scheri naar Philadelphia vertrokken, waar
heden een standbeeld voor president Ulysses
Grant onthuld en Dewev's overwinning voor
Manilla op 1 Mei 1898 gevierd wordt. Bij
deze gelegenheid zal president Mc Kinley
waarschijnlijk een bezoek aan de Raleigh
biengen.
Als een bewijs van de vriendschappelijke
stemming te Washington ten opzichte van
Duitscliland, wordt aangevoerd dat Mc
Kinley den aanleg van een nieuwen kabel
tusschen Duitscliland en de Yereenigde Sta
ten hoeft goedgekeurd.
De Braziliaansche algevaardigde Sacarp
aldus een telegram uit Rio de Janeiro
werd, toen hij de Kamer wilde binnengaan,
door zijn collega Bezarnat met een revolver
schot ernstig gewond. Weer iets nieuws op
het gebied der parlementaire zeden.
Een officieel rapport in de »Nordd, Allg.
Anna rekt zich uit alsof zij zwaar werk
heeft gedaan.
„Wij moeten toch nader kennis met el-
kaai maken, juffrouw. U heeft me nog liee-
lcmaal niets verteld. En ik ben al drie jaar
hier cn heb een wit voetje bij mevrouw. En
tot nu toe is er nooit in huis genaaidmaar
nu moet er gezorgd worden voor de kanton-
rechiersvrouw in Freienwald, voor de klei
ne familie. En toon heb ik 't haar aangera
den ik vind het erg pleizierig als er eens
een vreemde in huis komt, en je eens een
woord kunt praten."
Zij steekt plotseling haar hoofd vooruit.
„U heeft zeker op een goede school gegaan.
U heeft zoo iets over n. Misschien wel een
Fransche school
„Ik heb een lioogere burgerschool be
zocht."
„Dat hindert niet; daarom bevalt u mij
tocli wel, en er is toch ook geen onder
scheid u gaat uit naaien en ik dien. We
zullen eens samen uitgaanik heb een
vrijer, misschien trouwt hij wol met me.
Hij is alleen een beetje lichtzinnig en kost
me erg veel geld. U moet eens met ons uit
gaan. Hij heeft ook een aardige vriend, en
die heeft geen meisje."
Fransje stelt haar machine en zegt zon
der op te kijken
„Ik kan niet. Ik heb te veel werk."
Anna knipt liaar oogen toe. „U vindt u
zelf er zeker te goed voor
„Mijn ouders
„Och kom me niet aan met die praatjes.
Daar geloof ik toch niets van. Maar als u
te trctsch is ik kan wel bij anderen te
recht met mijn vriendschap
Er wordt tweemaal kortaf geheld.
„O zoo mevrouw!" Dan is zij weg.
Wordt vervolgd.)